Historisch Archief 1877-1940
- «<»~«égrw~ téFaijjs heeft de noodzakelijkheid
erkend om bjj het Ihedisch onderwijs de studenten
ook te onderrichten in het hypnotisme en zijne
toepassing in de geneeskunde. En dat is noodza
kelijk. Zeer terecht heeft professor Bernheim
dan ook gezegd, dat het diploma van geneeskundige
iemand evenmin stempelt tot hypnotiseur als tot
chirurg of oogheelkundige en dat dikwijls het mis
lukken van een kuur of somtijds het optreden van
ongewenschte verschijnselen veroorzaakt _ wordt
door de onbekwaamheid of ongeoefendheid van
den hypnotiseur.
Dit geldt trouwens ook voor de uitwerkingen
-van krachtige geneesmiddelen, wanneer men er
niet mede weet om te gaan. In vele steden nu,
vindt men bekwame geneesheeren, die dezen tak
yan geneeskunde uitsluitend uitoefenden.
Te Parijs vindt men Dr. Bérillon, te Berlijn
Dr Moll te Peterburg Dr. Levinson, te Londen
Dr' Lloyd Tuckey, te Amsterdam de Doctoren
Van Renterghem en Van Eeden, te Brussel Dr.
Pesters enz. .
Men heeft het recht, om uit de debatten van
het eerste congres voor hypnotisme te besluiten,
dat een nieuwe wetenschap ontdekt is en dat deze
een schoone toekomst heeft. Het Berlijnsche
congres sloot zich bij deze zienswijze geheel aan.
Het schijnt dus voor de tegenstanders van het
hypnotisme tijd te worden hunne bezwaren te
berde te brengen.
N. v. D. M.
Amsterdam, 15 September 1890.
Naar men verneemt zal de Nederlandsche Opera
na Lakmé", waarvan het succes zich met iederen
avond bevestigt, eene reprise geven van Hamlet"
en daarna van Othello". In de eerstgenoemde
Opera zal de heer Albers de titelrol vervullen, in
de tweede die van Jago.
De heer de Groot zou het plan hebben de voor
stellingen om de twee weken af te wisselen; de
belangstelling voor Lakmé" intusschen zal hierin
allicht verandering brengen
Van andere zijde verneemt men nog, dat de
Nederlandsche Opera ook dit jaar waarschijnlijk
«en nieuw werk der heeren Boelen en Beyerl
in studie zal nemen.
De L-on deelt mede, dat men in de wouden
van Indiëeene merkwaardige plant heeft ontdekt,
welke met zeer kennelijke electrische eigenschap
pen is bedeeld. De hand, welke een blad afbreekt,
?voelt eenen electrischen schok; de magneetnaald
wordt reeds gevoelig op eenen afstand van 6 me
ter, en zij wordt geheel uit hare richting gebracht,
wanneer men haar in de nabijheid der plant brengt.
De kracht van deze plant verschilt met het
uur van den dag. Te twee uur na den middag
is de electrische kracht het sterkst; des nachts
is zij gelijk nul. Zij wordt het grootst bij een
onweer, maar tijdens eene regenbui schijnt de
plant te kwijnen en verliest zij al hare energie.
Men ziet nooit een insect of een vogel rusten
op deze plant; het schijnt, dat het instinct hon
voor het "gevaar waarschuwt. In de nabijheid der
plant vindt men geen magnetisch metaal, zooals
ijzer, kobalt of nikkel, hetgeen aantoont dat de
«lectrische kracht aan de plant zelve ontleend
wordt.
VARIA.
PLASTISCHE KUNST.
Het standbeeld voor Lessing te Berlijn.
Lessing's standbeeld is het vierde, dat te Berlijn voor
Duitsche dichters werd opgericht. De voorgangers
zijn die van Goethe, Schiller en Chamisso. Het
nieuwe monument, de schepping van Otto Les
sing, verheft zich op honderd schreden afstands
van het Goethe-standbeeld, dat door Schaper werd
ontworpen, dus in de Lennestrasze, nabij den
Thiergarten. Een groep prachtige boomen om
ringt het marmeren beeld, dat op een voetstuk
net treden van graniet is geplaatst. De linker
hand steunt krachtig op de heup en de rechter
houdt een boek met forschen greep omvat. Da
kop van Lessing is met eenvoudige indrukwekkende
kunst behandeld. Het gelaat, dat wilskracht tee
kent, ziet recht voor zich uit.
In vergelijking met een ontwerp voor een
Lessing-standbeeld op de jongste academische kunst
tentoonstelling te Berlijn, waarvan Eberlein de
maker is, onderscheidt het gewrocht van Otto
Lessing zich minder door fantastische, zwierige
«Ui den sokkel blazen dolfijnen
waterstralen" uit, die in twee bekkens vangraniet
worden opgevangen. Vier reliëfs vormen de artis
tieke versiering van den sokkel; n bestaat uit
het opschrift Gotthold Ephraïm Lessing", het
tweede is de scherpomlijnde afbeelding van den
geestigen kop van Mendelssohn, het derde het
relief-portret van Nicolai en het vierde geeft de
edele trekken van Ewald von Kleist te zien, den
man wiens karakter Lessing als voorbeeld nam,
toen hy den Majoor in Minna von Barnhelm
teekende. Twee geniën (in brons gegoten) zy'n links
en rechts van het standbeeld aangebracht, doch
maken daarmede geen geheel uit. De genius der
kritiek, een koene, jeugdige gestalte, zwaait den
geesel. Uit het fiere gelaat spreekt krachtig zelf
bewustzijn, de moed om al het nuttelooze, het
onschoone en slechte in den wortel aan te tasten.
De andere figuur is de genius der verdraagzaam
heid. In de rechterhand houdt zij de schaal
met de lichtende vlam, in de linker de koperen
tafel, waarop de heerlijke woorden van Nathan
uit de vertelling der drie ringen gegrift staan :
Wohlan,
Es eifre jeder seiner unbestochnen
Von Vorurtheilen freien Liebe n ach!
Es strebe von Euch jeder urn die Wette,
Die Kraft des Steius in seinem Ring am Tag
Zu legen! Kommet dieser Kraft mit Sanitmuth,
Mit herzlicher Vertraglichkeit, mit Wohlthun,
Mit innigster Ergebenheit in Gott
Zu Hilf! Und wenn sich dann der Steine Krafte
Bei Euren Kindes-Kindeskindern aüszern:
So lad' ich ber tausend, tausend Jahre
Sie wiederum vor diesen Stuhl. Da wird
Ein weis'rer Mann auf diesem Stuhle sitzen
Als ich, und sprechen: Geht!
Te Brussel overleed de kimstkoopor en
maecaenas Arthur Stevens, de oudste broeder der
schilders Joseph en Alfred Stevens. Hij was eene
voorzienigheid voor jonge kunstenaars van talent.
ofschoon zy'ne eigen keus meer de ouderen gold,
DelacroiXj Meissonier, Corot, Decamps, Rousseau,
Millet, Fromentin. Hij was een intiem vriend van
prins Gortschakoff, den hertog De Morny en andere
oeroemde personen van zijn tijd; in de wereld
der diplomatie had h;j vele relaties en was zijn
vaderland, o. a in de Congoquaestie, herhaaldelijk
van dienst.
TOONEEL EN MUZIEK.
De quaes'de van het Dinsdagsabonnement in
de Comédie-Frangaise tusschen den president
Carnot en de prinses de Sagan is eindelijk ge
regeld ; de prinses ontvangt in plaats van hare
avant-scèue, waarop de heer Carnot aanspraak
maakt, de loge van don administrateur der comédie,
twee nummers verder.
Hot dwaze is, dat naar aanleiding van het in
cident eenige monarchale bladen goedgevonden
hebben, den president allerlei leelijks te zeggen.
Albert Wolff daarentegen heeft eerst in een hoofd
artikel in Figaro aan de prinses de waarheid uit
eengezet , Parisis (Biavet) in hetzelfde blad
besluit nu aldus:
De Republiek, zooals wij haar thans genieten,
is den heeren niet Atheensch genoeg. Wat hebben
zij afgegeven op mijnheer Tüiers en op den schoon
vader van Wilson, onder voorwendsel dat deze niet
genoeg aan kunst en letteren deden ! Hebbeu zij
den maarschalk Mac-Mahon hetzelfde niet ver
weten, dan was dat omdat hij hun man was. Maar
met dat al sliep de roemruchte krijgsover.-ite in de
comédie, gaapte bij de boeken en herkende geen
schilderijen. Nu valt hun, den afbrekers quanl
même, een president uit den hemel, zooals er
nooit een gezien is, democraat van zijn ambacht
en aristocraat van opvoeding en manieren, man
van de wereld, meegaand, modern, volkomen
correct, belangstellend in al wat mooi en grootsch
is, in al wat intellectueel en artistiek kan heeten
en zij maken hem er haast een misdaad van, dat
hij niet onverschillig is zooals zijn voorgangers!"
De president is wel in de gra'ie bij Figaro,
dit is een teeken des tijds.
Dion ^Boucicault. Te New York is dezer dagen
overleden de tooneelschrijver en acteur Dion
Boucicault. Hij was te Dublin geboren in het
jaar 1822 en verwierf zijn eerste lauweren als
tooneelschrijver reeds op achttienjarigen leeftijd,
met zijn kluchtspel London Assuranco", dat in
1841 in Covent Garden Theatre met veel bijval werd
vertoond. Sedert kwamen een groot aantal stukken
van zijn hand in Londensche schouwburgen voor
het voetlicht, niet altijd met goed gevolg; intus
schen had zijn Old Heads and Young Hearts"
in het Haymarket Theatre blijvend succes.
Als tooneelspeler trad hij voor het eerst op in
eigen stok The Vampire". fiet rtnk zeff hid
geen groot e waarde; het was eigenlijk niet veel
meer dan een aaneenschakeling van verschrikke
lijke gebeurtenissen, maar als tooneelspeler
slaagde Boucicault er in de gnnst van het
publiek te winnen. Hij maakte deel uit van
het gezelschap van Charles Kran, voor welken
kunstenaar hy een aantal stukken schreef. Later
ging hij naar Amerika en bracht by' zijn terug
keer weer eenige stukken mee. Op het toppunt
van zijn roem als tooneelschrijver en akteur stond
hij toen echter nog niet. Dat was eerst in 1860,
toen hij met zijn eerste vrouw, de tooneelspeelster
Agnes Robertsen, in het Adelphi Theater in zijn
burgerlijk drama The Colleen Bawn" optrad en
hij de rol van Myks creëerde. Het feit, dat dit
stuk 400 achtereenvolgende opvoeringen beleefde,
is voldoende bewijs, dat stuk en vertooning uiter
mate bevielen. We zullen de titels der vele stuk
ken, die snel achtereenvolgens door hem werden
vervaardigd of bewerkt, niet opsommen. Velen
hadden een groot succes,
Merkwaardig is, dat in zijn stuk Hunted down",
in 1866 vertoond in het St. James Theatre, Henry
Irving voor de eerste maal voor het Londensche
publiek optrad. Als schouwburgdirecteur beproef
de Boucicault meermalen zijn geluk, maar leed
telkens geldelijke verliezen.
Boucïcault is als dramaturg niet zonder
beteekenis geweest. Ofschoon hij zich bij het schrijven
van zijn stukkeu zelden op eigen vindingskracht
kon verlaten, bezat hij nochtans andere goede
eigenschappen: geest, humor, pathos, een fijn
gevoel voor karakterteekening en bovenal een
groote kennis van de middelen, om
tooneel-effecten te bewerken. Men kan hem beschouwen als
do grondlegger van het Engelsche sensatie-drama.
Als auteur muntte hij uit door sierlijk en gees
tig spel.
In de Groote Opera te Parijs heeft een kleine
kabinetscrisis plaats gehad. De vroegere orkest
directeur Altès werd van zwakheid en al te groote
zoetsappïgheid beschuldigd, en men verving hem
zoodia zijn contract was afgeloopsn, door den
Italiaan Vianesi. Deze was energiek, maar eigen
wijs, willekeurig, een nieuwigheidszoeker. Niet
lang geleden tuimelde eene der danseressen, door
dat hij plotseling hot tempo veranderde; deze
week liet b.y bij de ronde du veau d'or" in Fawst>
toch voor ioderen bas altoos eene verbazend in
spannende aria, het tempo zoo langzaam nemen,
dat de bas Piancori, die Mephisto zong, haar nau
welijks ten einde kon brengen Plancon beklaagde
zich; de critici en de directie gaven hem gelijk.
De directeur Ilitt liet Vianesi bij zich komen
en deze verklaarde, dat hij met de inmenging
der zangers geen genoegen kon nemen, en wan
neer de directie daarnaar luisterde, liever zijn
ontslag indiende. Ik neem het gaarne aan",
antwoordde Ritt. Nu had Vianesi spijt; zijn con
tract loopt eerst OTer een janr af, en hij beweert
dat zijn bedoeling is, eerst daarna af te treden.
De Fransche musici betreuren zijn aftreden
niet, daar hij de nationale muziek op Italiaansche
wijze trachtte te vervormen. Saint-Saè'ns zal nu
bij de reprise van Ascanio na het vertrek van
Vianesi de oorspronkelijke tempo's weer invoeren,
die de Italiaan gedenatureerd had.
Adelina Patti zal nog niet zoo spoedig rust
nemen als gezegd was. Zij heeft tegen Januari
en Februari gecontracteerd voor zes voorstellingen
te St. Petersburg en zes te Moskou, telkens drie
opera's en drie concerten ; behalve reis- en ver
blijfkosten voor zich en haar gevolg zal zij 12,000
pond (144,000 gulden) ontvangen.
Pauline Lucca schijnt thans werkelijk van plan
te zijn, het tooreel vaarwel te zeggen. Zij richt,
als alle operazangers en zangeressen, die niet,
zooals Patti, millionnair zijn geworden, eene
zangschool op.
Men herinnert zich het incident, dat haar de
vriendschap van Bismarck deed verliezen. Hij was
een harer vurigste bewonderaars. Plotseling vond
men in alle boek- en muziekwinkels in
Duitschland hen beiden op n portvet, dan kanselier en
de diva lij had in een oogenblik van vertrouwe
lijkheid met haar voor de lens gestaan, zonder te
denken, dat de photograaf daarvan gebruik zou
maken,en gansch Duitschland was met de portretten
overstroomd, vóórdat men er aan kon denken, ze
terug te laten halen. Keizer Wilhelm was zeer
ontevreden over da zaak, en Bismarck schreef
hem een brief, waarin hij de onschuldige toedracht
der zaak uiteenzette. Da brief werd ook publiek
en gaf aan Pauline Lucca's naam een groote
bekendheid, die niet weinig tot haar succes als
zangeres bijdroeg.
2de Jaargang'.
Schaakspel.
28 September 1890.
De heer Bird heeft ons weer verlaten, ge
streeld door de hartelijkheid en welwillendheid,
waarmede hy door onze schaakspelers is ontvangen'.
Het is voor onze schakers nuttig van tijd tot
tijd een bezoek te krijgen van zulke meesters,
daardoor leeren ze hunne krachten kennen, en
den weloverdachten zet, met meer zelfvertrouwen
geven. De partijen met de heeren van Foreest,
Tresling, Meijer enz., bewijzen, dat ze hem vrij
moedig durfden te gemoet gaan. Zij hebben dan
ook met succes gespeeld, of remise met hem ge
maakt. Wij geven hierbij een paar partijen o. a. eene
van den heer J. D. Tresling, die glansrijk gewonnen
is. Ook eene van de elf simultaanpartijen, die
de heer Bird speelde, waarbij de heer Pilger,
zooals men zien kan, op den 39sten zet hem in
een zeer precaire positie plaatste, maar zooals
flat gaat, die meesters hebben altijd zooveel re
source om zich te redden, dat de heer Pilger ein
delijk moest opgeven. In elk geval is het toch
niet onaardig de positie zoover te hebben kunnen
brengen. Zoo ook de heer Silsholz, die eveneens een
der elf tegenstanders was Op een zet van
den heer Bird, kon hij met paard of looper
hem de dame doen verliezen, die zet had de
eimultaanspeler niet gezien, waarvan de heer
Susholz echter geen gebruik wilde maken, en
liever verkoos hem daarop attent te maken,
ofschoon zijn positie niet al te mooi was, vooral
tegen een meester als Bird maar de heer S.
speelde de partij zoo goed af, dat ze remise werd.
Dit alles bewijst toch dat onze schakers niet zoo
onbeduidend zijn. Het spelen van simultaan en
blindpartijen, doen onze spelers even goed,
misschien iets minder vlug. maar gewoonlijk treden
dan de tegenspelers flinker op, men kent elkaar
te goed, en men gaat niet zoo angstvallig te
werk, waardoor de taak van den simultaar.speler,
wel eenigszins zwaarder wordt.
De heer A. E. van Foreest een der vlugste en
aardigste spelers, speelde een aantal zoogenaamde
vlugpartijen met den heer Bird, die meest allen
door den heer F. gewonnen werden, maar zooveel
is zeker, dat de heer B. soms verbluft was, over
de vlugheid, waarmede de zet beantwoord werd !
en zoo goed. Wij drukken den wensch uit, dat
wij spoedig een der andere meesters hier mogen
zien, dat geeft leven in de brouwerij !
FRANSCHE VERDEDIGING.
Partij gespeeld 18 September 1.1. door de Heeren
II. E. Bird. J. D. Tresling.
Wit. Zwart.
l e4 e6 2 L.b5 (a a6
3
4
5
6
7
8
9
10
11
U
13
14
15
l ij
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
a)
La4
L.b3
D.e2
ca
Le2
i'.ha
0?0
a4
d4!
e5
P.d2
L hl
P f3
K.lil
L.e8
D.d-2
P.el
fa
L.gl
P.f2
P.dl
L,f5:
P.e3
h3
Deze
L.b7
có
c4
L.c5
P.e7
do
P.hc6
L.b6 '.
b 4
b3
g', j
li
D.d7
0-0-0
TdgS
P.f.J:
L.dS
h">
h4
cfó!
Pe7
f4!
voortzetting
28
29
30
31
32
34
35
86
37
38
89
40
41
42
43
44
45
46
47
48
L.g3:
a
P.c2 (b
D c2 :
b3
T.bl
bc4 :
T 1,6
D.e2 !
T.bS*
T.bl f
D.l>2
D.a2 (c
I) b2
I).b6f
P.f«
D.i'6 :
K.gl
D.gó :
K.hl "
P. f5
t
hg3:
K.bS
bc2:
L.e7
a8
T.b8
dc4:
D.do!
L.c8!
K.bS:
K.a7
I).b5
D.dó
L.b7
K.a8
L.f6 :
T.h3 +
T.h2
T.g2:!
Zwart
voerd.
b) Wit
geeft in 4 zetten mat.
is door Bird zelf
ingekan zich haast niet bewegen, het
opDe Fransche Académie zal vertegenwoottüg! wor
den door Jules Simon en Francois Coppée.
De Waidmünnische Fliegende Sluiter is eene
nieuwe uitgaaf, die van l October tweemaal 's
maands verschijnen zal, en vooral aanjagers-uien
gewy'd zal zyn. Formaat en wyze van illustratie
zy'n geheel gelyk aan die der Fliegende Blatter.
het bekende Witzblatt.
De erfenis, door mevr. Welti-Escher aan Zwit
serland gemaakt, wekt eenige verwondering. Zfl
heeft haar Gottfried-Keller-Stiftung genoemd, maar
noch voor litteratoren noch voor poëten iets be
stemd. Alles is voor de beeldende kunsten, en
zelfs is bepaald, dat voor het deel dat tot het
aankoopen van kunstwerken besteed zal worden,
slechts bij uitzondering werken van Zwitsersche
kunstenaars en van tijdgenooten mogen gekocht
worden. Mevrouw Welti-Escher heelt zich een
levenslange rente van 70.000 francs voorbehouden;
het vermogen bestaat uit verscheidene millioenen.
Onder de goederen behoort 'ook de prachtige villa
Belvoir, aan het meer van Züricb, die meer dan
een millioen waard is; de Bond zal intusschen
dit goed voor bouwterreinen versnipperen om er
zoo meer van te maken.
Mevr. Welti-Escher heeft dus voor Ziirich, hare
geboortestad, waar haar vaders standbeeld staat,
niets gedaan; ook voor Gottfried Keiler, die er
woonde, niets; te Bern weet men nu met de
millioenen nauwelijks raad.
Bij den uitgever D. Bolle te Rotterdam is de
tweede druk verschenen van de Beknopte en vol
ledige Encyclopedie, behandelende alle takken
van wetenschap, nijverheid en kunst, bewerkt door
den heer G. L. Kepper, kapitein der genie. Een
boek als dit, in beKnopten vorm veel gevend, en
tot op den laatsten tijd bijgewerkt, is van een
ruim debiet verzekerd; de letter is duidelyk en
het formaat handig. Over de grenzen van be
knoptheid zal, wat bijna ieder vak betreft, een
verschil van meening bestaan tusschen de vak
mannen en het algemeen publiek waarop de sa
mensteller gerekend heeft; een Nederlandsch
belleltrist zal wel vinden, dat mon YftJl Prof. AUard.
Pierson niet alleen de werken tot 1872 versche
nen, moest noemen ; een schilder zal er de namen
Maris, Mauve, Millet, een musicus die der
Coenen's, die van Nicolaï, Dan. en Sam. de Lange,
enz. ongaarne in missen; maar het oordeelen is
in dezen gemakkelijker dan het kiezen, waar een.
beperkte ruimte voorgeschreven is.
Nieuwe Uitgaven.
Nagedachtenis naar het Fransch van Emile
Richebourg, door Ph. J. van der Veen, is een zeer
onderhoudend geschreven en goed vertaald boek
dat, eenvoudig en rein van inhoud, toch boeit en
onderhoudt, 't Is een zeer ge..chikt boek Toor
jonge meisjes.
De talrijke aardige illustratiën en vignetten tus
schen den tekst geven het werkje een sierlyk
aanzien. De uitgever Allert de Lange, heeft alle
zorg aan deze uitgave besteed
Militaire Zaken.
VERDEDIGINGSWERKEN IN CHINA.
Overal is men anti- oorlogsgezind, ja zelfs vrede
lievend gestemd, en toch zijn maatregelen om
het leger te vergrooten en de weeriniddelen te
versterken en te verbeteren aan de orde van den
dag. Zelfs iii China, in dat groote, machtige Rijk
niet meer dan 40u millioen inwoners, is men,
sedert den laatsten oorlog met Frankrijk, ijverig
in de weer om zich voor het vervolg tegen mo
gelijke omstandigheden te wapenen. Men bouwt
daar verdedigingswerken, die ook als versterkte
uitgangspunten (operatiebasis) voor de zich,snel
ontwikkelende Ciuneesche vloot moeten dienen.
Het hoofddoel daarbij is de verdediging der golf
van Petscheli, teneinde de hoofdstad Peking tegen
vermeestering van de zeezijde te beschermen.
Daarom wordt Port Arthur, hetwelk aan de
zuidpunt van het schiereiland Liardun ligt, en den
waterweg uit zee naar bovengenoemde golf
behcerscht, geducht versterkt. Reeds zijn daar
14 batterijen gebouwd, bewapend met 80 stukken
(Krupp) geschut en snel vurende kanornen van
Nordentelt. Port Arthur is evenwel niet alleen
belangrijk voor de verdediging, maar ook in hooge
mate voor het offensieve. Er is een goede
ankergrond, en dewijl het op een afstand van (betrek
kelijk slechts) 850 mijlen, (denkelijk zeemijlen van
1852 M.) gelegen is van de haven van Tschemulpo
(Korea), ook geschikt om als operatie-basis tegen
den staat Korea, die, kort geleden nog een vasai
van China, nu bijna onafhankelijk is. te dienen.
Wijders hebbeu de Chinezen ook nog andere
zeeplaatsen versterkt, bijv. laku aan de monding
van den bevaarbaren Pei-ho, ter verdediging van
den kortsten weg naar Peking. Verder zijn de
rivieren Junuse en Min en evenzoo de toegang
naar Kanton door verdedigingswerken beveiligd.
De Pi/MfZor-eilanden en Formosa zijn versterkt,
en een Russisch blad zegt, dat alle berichten, die
uit China komen er op wijzen, dat het dit groote
Aziatische Rijk ernst is om zich in een geduchten
staat van tegenweer te stellen. Hij, die meester
is op zee, kan China veel nadeel toebrengen,
maar dan dient de aanvaller ook over een ge
noegzaam aantal weinig diepgaande schepen met
zware artillerie te beschikken.
ONDERZEE3CHE OORLOGSVAARTUIGEN.
Meende men eenigen tijd geleden, dat de uit
vinding eener onderzeesche torpedoboot door den
Spaanschen luitenant ter zee Peral mislukt was,
dezen zomer zijn in de nabijheid van Cadix wedsr
welgeslaagde proeven met zulk een scheepje ge
nomen. Hierbij bleef de boot ruim l uur onder
water en bewoog zich gedurende dien tijd met
eene snelheid van 3 knoopen. Het voornemen
bestaat nu, om als proef, met onfeladen torpedo's
een schip onder water aan te vallen. Niettegen
staande deze gunstige uitkomsten wf'"d later ech
ter medegedeeld, dat de met het ou^rzoek
be