Historisch Archief 1877-1940
lïfffTEEDAltMEB, TTfflTffBLAir TO^R NEDEBLAlfö.
jer dame vol vlekken, terwijl aan haar
«iets te zien was. Acht dagen later lag zij
Jek, aan de pokken. De photografie dus
, de ziekte vooruitgezien, op eeu oogenblik
noch patiënt noch dokter er iets van ontdekt
ttn.
Dan de photografie van het oneindig kleine.
de pnotomicrografie kunnen wij de
onmassa's stofjes der oneindig kleine
ie», de sporen, vibrions, bacteriën en
herkennen; wij vergrooten zooveel
als wij willen het gansche onzichtbare
dat Inent en water bevolkt, en zich boven
?npw^ in ons en om ons, als een moorddadige
Stevèlsluier uitstrekt, als een vergiftigde
atmos, zonder genade en zonder grenzen. Nooit
len wij zonder de hulp der photografie gron
den aard en de levensvoorwaarden van deze
Harden vijanden kunnen bestudeeren, het
ge* hfiim hunner werkzaamheid uitvorschen, en tegen
Kunne verwoestingen het gansche
verdedigings«ysteem der moderne wetenschap in het veld
Se photegrafie van het oneindig groote is niet
,< minder belangrijk, aanlokkend, verrassend.
Om van het kleinste stukje des hemels een
ka*rt t» teekenen, had vroeger de ervarenste
astronoom den arbeid van tal van jaren noodig;
thftng wordt dit, dank zij de photografie, in een
Vtt verricht, en met een nauwkeurigheid, een
me nooit een mensch had kunnen
beBb leiders op het gebied van hemelphotografie
'~ de gebroeders Henri te Parijs; hun gelukte
?UK ia de onzuivere, dikke atmosfeer van een
f Slülioenenstad gesternten af te beelden, wier
' SMitijn men niet vermoedde, welke de
volmaakt" 8te telescopen niet verrieden, sterren van de 17e
grootte. In de astronomie heeft deze kunst een
. IHSrkelrjk» omwenteling teweeggebracht; het is
«U nieuwe wetenschap die zich vormt, de
pho" tógrafie van het onbereikbare.
Wellicht heeft de hemelphotographie nog een
8&der en gewenscht gevolg, de oplossing van het
vraagstuk der weervoorspelling, tot heden rog
steeds een raden en gissen Professor Zeuger meent
dat inen in het beschouwen van de
zonnevlekken en de maan, in verband met het verschillend
uitzien dat onze dampkring hun geeft,
belang>$jke punten van zekerheid kan vinden om het
?weer te voorspellen. Nu verzetten zich de
zonnetlekken door hun glans en de maan door hare
schijngestalten tegen voortdurende waarneming.
Maar de phötographie laat zich noch verblinden
noch buitensluiten; in het honderdste eener
fleeonde geeft zij ons een onvergankelijk beeld
der zon en wij kunnen dit zoo dikwijls en in
zooveel gedeelten nemen als de wetenschap het
noodig acht.
*
* #
Het gewone practische nut der photoaraphie
neemt ook dagelijks toe. In Amerika hebben de
bezitters van groote tuinen, de bankiers, de lieden
tlie brandkasten, kostbare meubels, voorwerpen
van waarde bezitten, haar tot verzekering der
veiligheid aangewend. ' Een voorbeeld daarvan
haalt de Photografie News aan. De eigenaar van
ruik een toestel had vele personen uitgenoodigd
de proef te komen zien en zeide nu tot hen :
«Beproeft eens, deze brandkast te oppnen, en
gij zult zien, dat ik u precies zeg in welke mi
nuut de inbraak geschkd is, en u het bijna schrif
telijk bewijs leveren zal, wie uwer de inbraak
heeft gepleegd."
Toen verwijderde hij zich, een der heeren nam
de taak op zich de kast te openen. Dat ging
Biet moeielijk, want men had den sleutel erop
gelaten. Maar nauwelijks was de deur geopend,
of een razend gelui klonk door het gansche huis,
afgebroken door een plotseling dichtknappen.
De photograaf trad binnen en zeide tot den
heer: »U hebt de kast opengebroken, om kwart
vóór drieën."
»Maar wat bewijst u dat ik het was?"
'De photograaf glimlachte en toonde hem in
een hoek een klei u toestel en daarboven een kleine
hangklok.
»Zie, hij heeft u betrapt!''
Binnen vijf minnten was het portret van d^n
inbreker klaar. Geen twijfel was meer mogelijk.
Op de plaat stond duidelijk het beeld vau den
man met den sleutel in de hand en ten over
vloede het cijfer 2.45.
Uit voorzichtigheid nam de lieer, die de in
braak gepleegd had, het portret mee.
Deze toepassing is zeer eenvoudig. Een dunne
draad houdt de veer tegen, de inbreker verbreekt
. dien, de plaat neemt haren afdruk en verdwijnt
door eea andere veer, die tegelijk een nieuwe
plaat inschuift en het objectief sluit. Het ge
tuigenis omtrent de misdaad rust veilig in het
kastje. In den nacht ontsteekt tegelijk een kleine
lont het bekende niagnesiumpoeder. dat als
bliksemlicht ontbrandt, en de misdadiger is tegelijk
verbluft en gephotografeerd.
Zij die vele jaren geleden profeteerden dat de
kunst van Daguerre, alleen voor de
menscheIjjke ijdelheid uitgevonden, slechts kort leven
zou, hadden geen denkbeeld van dezen machtigen
factor der beschaving, aan wien onze schoone en
nuttige kunsten nog zoo oneindig veel verschul
digd zullen zijn.
DIE NOODLOTTIGE PHONOGRAAF :
Natuurlijk had ik vóór dien tijd wel eens van
zoo'u ding gehoord. Ik bad een duistere voor
stelling dat, wanneer men een kruk omdraaide,
het door middel vnn ekctriciteit iemands woor
den teruggaf; ik had er ook een flauw i Jee van,
dat het in vorm veel van een koffiemolen had.
Maar weinig vermoeden had ik, welk een macht
ten kwade er in dat oogen?chijnlijk zoo eenvou
dig mechanisch toestel was verborgen.
Mijn eerste waarschuwing was het geval van
mijn armen vriend Vlammer. Deze deed zijn
naam alle eer aan, en was een zeer ontvlambaar
jongmensch, die de gewoonte had om in verbor
gen hoekjes van salons dingen te zeggen, waar
aan hij allerminst hoopte, dat de sclioone, met
wie hij in gesprek was, hem zou houden. Ik
waarschuwde hem dikwijls tegen die gevaarlijke
gewoonte, maar hij antwoordde altijd, op zijn
joviale manier: »Mijn beste jongen, ik ben zoo
veilig, als 't maar ban. Denk je soms dat ik geen
man van de wereld ben 1 (Vlammer hield
bijzonder veel van dien sieriijken titel). Ik
%et nooit een woord op papier."
Arme kerel! hij zou gauw genoeg zijn ver
gissing inzien !
Zooals je wilt, natuurlijk," antwoordde ik,
»maar wees op je hoede voor die juffrouw Han
dig. Ik heb onlangs zonderlinge dingen over
ha"ar gehoord, en ik ben er zekc-- van dat het
een persoontje is vol gevaarlijke plannen en aan
slagen."
Ik kan hier nog vermelden, dat Vlammer een
goede partij is, met 500 pond 'sjaars en uitzicht
op nog meer.
Toen ik Vlammer de volgende maal ontmoette
merkte ik op, dat hij er tamelijk ongelukkig
uitzag.
»Ik wou dat ik je raad maar had opgevolgd,"
zeide hij met een pijnlijken glimlach. Dat is
zeker, dat het met dat juffertje Handig erg is
tegengevallen, en zij en haar moeder houden vol,
dat zij een aanklacht zullen inbrengen wegens
verbreking van trouwbeloften. Ik moet je be
kennen, dat ik wel een beetje te ver ben gegaan,
maar .... wfl. er was geen woord op schrift
zie je. En toch ____ "
Ik zeide maar niet : »Dat heb ik je wel ge
zegd," maar vroeg alleen, wanneer de zaak voor
zou komen. Toen het zoover was, ging ik naar
het gerechtshof en zag mijn ongelukkigen vriend
naast zijn advocaat zitten, met een treurigen
glimlach luisterend naar het verhaal van den
advocaat zijner tegenpartij. Ik bemerkte een zon
derling uitziende machine in de hand van dezen
laatsten advocaat en was juist bezig mijzelven af
te vragen, wat di' kon zijn, toen hij het op de
een of andere wijze begon te behandelen. Tot
mijn verbazing hoorde ik in de doodelijke stilte
de stem van Vlammer, die op hartstochtelijken
toon verklaarde, dat iemand, die Adelaïde scheen
te heeten, het licht van zijn leven en de appel
van zijn oogen was. Hij merkte verder op dat
meergemelde Adelaïde het eenige meisje was om
wie hij ooit iets had gegeven eu dat hij nooit
meer een gelukkig oogeiiblik zou hebben/ wan
neer zij iemand anders zou toebehooren. Toen
volgde er een geluid, dat er wel iets van had
alsof er zachtjes een flesch werd opengetrokken.
Onwillekeurig keek ik Daar Vlammer. Hij was
doodsbleek, maar bewoog zijn lippen niet. De
geluiden waren klaarblijkelijk niet van hem af
komstig.
Er kwam nog veel meer van hetzelfde soort,
dat ik niet behoef te herhalen. Ik had nooit
gedacht dat de rampzalige man zóó ver ging
met zijn onbescbeidenheden ; want de
meedoogenlooze phonograaf ging voort met te doen, wat
ik, in 't algemeen en prozaïsch, alleen kan be
schouwen als een huwelijksaanzoek.
De dame. die Adelaïde heette, beschouwde bet
klaarblijkelijk ook zoo. want een vrouwelijke
stem mompelde zenuwachtig »ja" en het voorval
werd besloten door een waar salvo van f'essehen
opentrekken. Daarna zweeg de helsche machine.
Zij had haar rol afgespeeld en de advocaat zette
haar weg. Hij had een andere pijl op zijn
boog.
»Dit, heeren,'' zeide hij, iets, dat op een groote
landkaart, leek, ontrollende, »is een phntogmphie
instantanée van den beschuldigde, terwijl hij
juist bezig is hart en hand aan te bieden aan
mijn cliënte. Zij ir, genomen met een
gehehncamera, die er uitzag als een werkmandje, en zij
stelt voor ma.ir, meer behoef ik niet te zeg
gen. Let zelven op de teederheid, de toewijding
in zijn houding, heeren. Om het u gemakkelijker
te maken, en u een passend idee van het tooneel
te geven, is de oorspronkelijke photographie aan
merkelijk vergroot."
Hij reikte het over, en de leden van de jury
gaven bet door, schaterend van het lachen. Zelfs
zijn lordschap boog zijn gelaat, over zijn papieren
om een glimlacüte verbergen. Het was een
reusachtige pr.?nt: Vlammer en juffrouw Handig
bezig elkaar te liefkoozen, ongeveer half levens
groot.
Het is onnnodig om te zeggen, cl at de familie
Handig schadevergoeding; kreeg, en den volgenden
dag werd het sreval meegedeeld in elke courant
van het Vere.'nirle Konin
Wat den armen
Vlammer betreft, hij vertrok r.oo <ï;inw mogelijk
naar Centraal Afrika, waar hij, pvloof ik, van
plan is zich voor zijn verdere levensdagen te
vestigen.
Maar dit heeft niets te maken met mijn eieen
ongeluk, behalve, dat het mij op mijn h'icilo luid
kunnen doen zijn, en dit was, belaas! niet In-t
sreval. Ik gins; zooals altijd met mijn darrf'lijV-che
bezigheden voort, totdat ten slofte ook mij het
noodlot achterhaalde.
In den loop mijner zaken kwam ik soms in
aanraking met een zekeren heer dien ik, voor
zichtigheidshalve, maar mijnheer Dinges zal noe
men. Daar ons verhaal over phonografen en niet
over zaken handelt, is het voldoende, te zeggen,
dat hij mij op een gemeene, hoewel niet bepaald
onwettige manier beetnam, en er toen later nog
op giug bluffen. Dit laatste maakte het nog veel
erger, en ik moet bekennen, dat ik vreeselijk
boos was. In mijn woede ging ik rechtuit naar
zijn kautoor. liet mij aandienen, eu werd na
eenigen tijd in de kamer gelaten, waar
deaartsschurk achter de tafel zat. Zooals ik reeds ge
zegd heb, was ik vreeselijk boos, maar ik had
nog genoeg tegenwoordigheid van geest om rond
te kijken, en mij er vau te overtuigen, dat wij
alleen waren.
Voldaan op dit punt, en zonder te letten op
een ironische vraag, of ik was gekomen om nog
een zaakje met hem te doen, deed ik de deur op
slot en begon hem te zeggen, wat ik op mijn
hart had.
Vau het eene woord kwam liet andere, eu ik
verbeeld mij, dat ons onderhoud zoowat een
half uur moet htbben geduurd, gedurende wel
ken tijd verscheidene meuschen op de deur
kwamen tikken. Dinges zeide aiet veel en
leunde achterover in zijn stoel met een tamelijk
bleek gezicht en een lef lijken glimlach. Toen
ik mijn hart heelemaal had uitgestort, en nadat
hij mij had gevraagd, of ik soms nog iets had
te zeggen, deed bij de deur open en liet mij uit
met <-en beleefde buiging en denzelfden glim
lach. Ik glimlachte eveneens. Ziju blik beviel
mij niet erg, eu daar ik wel wist, dat eenige
van mijn gezegden bepaald lasterlijk waren,
wenschte ik mijzelven geluk er mee, dat het on
derhoud streng onder vier oogen was geweest
«Dinges," dacht ik, »kan Dodson eu Fogsr te
gelijk zijn, maar ik ben, Goddank, geeu
Pickwick". Evenals die ongelukkige Vlammer, stond
ik op den rand eens afgrouds, zonder het te
weten.
Verscheidc-n weken gingen voorbij en ik hoorde
niets meer over de zaak, totdat ik op een dag
een brief ontving van een welbekende
advocatenfirma, die mij het plan van hun cliënt, den heer
Dinges meedeelden, om tegen mij teprocedeeren
wegens grove en gemeene lastertaal, geuit op
den zoo en zooveelsten. Ik was niet op mijn
gemak, maar wierp den brief in het vuur, en
deed mijn best om te gelooven dat het niets
dan bangmakerij was. Maar het bleek ernst te
zijn, en eindelijk moe-t ik mij wenden t:.t mijn
eigen rechtsgeleerde, die van dezelfde opinie was,
en zeide dat Dinges geen enkel bewijs had.
Manr, de tegenpartij was van plan den strijd te
aanvaarden, en ik moest dus voorde rechtbank
verschijnen.
De zaak Dinges contra Smits was de eerste
van haren aard, en vei'oorzaakte over 't alge
meen f-en ontzaglijke geestdrift in de rechtsge
leerde kringen een geestdrift, die ik in 't ge
heel niet deelde, vooral toen ik. het gerechtshof
binnenkomende, den mij reeds al te bekenden
vorm van een phonograaf' ontwaarde. Maar daar
de punten vau beschuldiging, die werden inge
bracht, wel van eeuig belaag waren, kan ik ze
evengoed vermelden.
In do eerste plaats werd er betoogd, dat,
naardemaal de phonograaf tot op zekere hoogte
als een persoon kou worden beschouwd voor
zoover hij kou spreken en hooren het uiten
van lastertaal in zijn tegenwoordigheid gelijk
stond met publicatie.
Daarna werd er vermeld, dat het instrument,
omdat het alleen was gemaakt om te hooren eu
te herhalen, een zedelijken, zoo a! niet
uoodzakelijken plicht vervulde, wanneer de invloed van een
uurwerk Let noopte, de lastertaal kort na mijn
vertrek te herhalen, in tegenwoordigheid van
mijnheer Dinges, twee of drie zijner cliënten, en
eeu ka'sier. De tegenwoordigheid vau den
phonograaf werd verklaard, omdat hij gewoonlijk
werd gebruikt om gesprekken over zaken mee te
doelen, en de kosten vau een stenograaf uit te
sparen.
»Ik zou de oorcu van de rechtbank niet willen
kwetsen door de woorden vau den beschuldigde
alien te willen herhalen," merkte de advocaat
van de tegenpartij aan, terwijl hij langzaam aan
de kruk dra.'iide. »l->n keuze uit de minst
beleedigeü'lc zul wel voldoende zijn.''
De phonograaf' stak dadelijk vi.n walen barstte
los in eeu stortvloed van beleedidmjen. allemaal
de mijne, met de merdor-sreniuoze juistheid van een
wrekend<-n engel. Hij elke bijzonder lasterlijke
uitdrukking glimlachte en knikte Diusres.
Na eenigen t ij u z-;g mijn kwelgeest er va,-; af.
?Ik geloof, (ii.t lut uu wel srenoec: z>;l zijn
mijnheer,'' zeide hij, op/.ieado. -..Het overige'is
te eeneumale ongeschikt voor het publiek, liet
zou xelfs do phonogranf onteeren het oanoodi.r
te herhalen."
mij een geschreven copie van mijn.
woorden voorlezen, zin voor zin, beurt om beurt
met den phonograaf, en verscheiden experts in
stemgeluid zwoeren dat het mijn stem was. Ik
wachtte er niet op, dat al de rechtspunten werden
uitgeplozen. Na een dapperen strijd bezweek mijn
advocaat, en ca een langdurig proces werd ik
veroordeeld tot zware koeten, en schade vergo
3ding naar evenredigheid.
Ik zat somber gestemd in mijn studeer
kamer, toen het bericht hiervan kwam. Toen
zette ik mij voor mijn schrijftafel en schreef dit
voor de couraut. Nu gij de verschrikkelijke ge
volgen van Edison's verderfelijke vernuftiglieid
hebt vernomen, vertrouw ik, dat gij niet langer
zult voortgaan uwe kolommen te vullen inet lof
voor deu mau, die het verraderlijke afluisteren
tot een mechanische wetenschap heeft gemaakt.
VOOR
DAMESDe modeldiur. J^Ttjes en mouwen.
Een dure winter. De her
togin de Fit s-James.
Eindelijk is dan de moclekleur gevonden." Het
wordt als een triomf kreet uit Parijs bericht, maar
nn het moot uitkomen wat dan die modckleuris,
schijnt bet er een om er oen op tootegeven."
Eenvoudig bruin, bruin, van licht beige, door het
oude i'euille-morte on do andere herfsttinten heen,
tot de donkerste cacao. Ergdcnkend, zooals de
wereld is," schrijft eene correspondente uit Parijs
aan een buitenlandsch b!ad, heelt men een oogen
blik gedacht, dat de Ilollaudsche cacaofirma Van
Houten een groote som aan do dameskleermakers
geofferd bad, om haar artikel en zijn benaming als
reclame to doen aannemen; maar ieder weet, dat
de vrouwen welke de modo maken, tot geen prijs
iets zouden draden wat haar slecht stond." Hoe
het zij, beige, Conf/o. cncao, zijn do modetinten;
wij vreezen dat de blanketselfabrikanton hot met
genoegen zullen zien, want menig teint schijnt
vaal als er te veel bruin in do buurt is; zoowel
blondines als brunetten zullen wat velouiine, wat
wit of rood noodig hebhen. Gelukkig zijn eenige
andere tinten toegelaten ; behalve het bleu lobélia,
waarvan wij spraken, is er ook een bleu de France,
evenals het eerstgemeldc vrij hard, maar met bont
en veeren te verzachten. Ook is het niet verboden
grijs of heliotrope of groen of reseda te dragen,
011 dit te eer, omdat het nieuwste dezen winter
zal zijn: niet twee, maar drie kleuren in kleed of
in mantel te vercenigen.En dit niet op bescheiden
wijs, maar opzichtig, opzettelijk. Bij de
herlstexpositie trokken mantels de aandacht met drie
knigen, in deze volgorde : de benedenste, bruin, de
middelste groen, de bovenste rood. Het zijn de
mamteaux cmuéleon; en deze zcltdc neiging tot
arlekijnachtige combinaties was ook in een aantal
wandelcostumes optemerken.
* *
*
De fluweclen jacquelte, waarvan wij de vorige
weck spraken, is bezig haren weg te vinden. Niet
enkel in het kostbare getinte fluweel roet bloemen
van gondiiügraan, dat wij beschreven, maar ook in
zwart fluweel gaat het jakje herinnerend aan
den spencer onzer grootmoeders weer re-georen.
Men maakt ze in allerlei vorm, als ceintuur, als
deini-mtisisasse. als kcursje, als vest zonder mouwen,
als Figaro- of zouavenjakje ; voor hal en opera
worden zo van CTCKS Henri II voorzien, waaruit
dofjes gekleurd satijn komsn kijken. Bij alle wor
den nu weer de mouwen als de rok genomen ;
maar toch nog met versierselen, borduursel,
pssscmcnt. sontache, gitten, zoo rijk mogelijk overla
den. Nog slceds zijn de mouwen het duurste ge
deelte van een modieus toilet; er wordt 200 a
800 francs voor gerekend. Men brengt ook op de
mouwen gekruiste handen met blauwe turkooizen
aan, die op de versiering van een Grieksch hei
ligenbeeld gelijken, ofschoon overigens het
Byzantijnsch en Moscovitisch niet meer heerschoisd is.
Ook bezet men de mouwen met hloedroode of rose
koralen, met stalen spijkerkoppen, en mei plaques
van geslepen git. die er als groote knoopen uit
zien, en wier grootte, zooals een correspondent
zegt, geen andere grens heeft, dan den. moed der
draagster.
liet geribde dessin, dat wij onlangs vermeldden, in
laken on fluweel (relourx imglais on. velours
clias.«««?), wordt in alle stoften nagevolgd, ook in
siciliennes en surahs. Men weet, dat in Frankrijk het
geribde fluweel door arbeiders en hoeren knechts
als broeh-'tof gedragen wordt ; do een en ander
ziet er nu belangstelling in voor do arheiderstiuaestie
en spreekt van de vriendschap tusschen de
hertogin d'Uzès en Lonise Miciiel.... dit is zeker
wel wat ver gezien. Van dit geribd tluwcel maakt
men costuines in den trant van jachtcosturnes, mot
korten sieep, van achteren lang jacquet, in den
rug ecu weinig imrehaahl met een b/>nc!e rlrtiijoii,
van voren met wijds rerers openend op een j'tljoi
van gedrapeerd crêpe de-Chiuc.
Probleem No. 40 van II. Mondes da Cc.-ta.
Probleem Xo. 41 van een onbekende.
Ingezonden door den heer ,1. Lia'i te Xiduo'burg
6
5
4
3 l
i
2 i
i
'A.
WIT
3 zetten mat.
g h
c d e t
WIT
Tier zetter: mat.
Vut: K.cS D.h8 L.l>7 en ef> T.g.'ïP.cG pions a2 e.'ï.
Zwart: K.e-1 D.cl L.h-1 pions d2 en d.3 to en c7 Wit: K.rlG P.c8 L.d.4 pion a.'i en c4.
g4 en g;">. ; Zwart: K.aO pion a4.
J BUITKXIANDSC1ÏK MXDEDEELIXGEX.
Aan hot uehingrijke. schaakeongres in het begin
der vorige maand te Graz gehouden, namen ceel in
hot Mewtertnurnooi: de heeren Ailiiu, Bauer,
Marco eu Fc-ijfiiiieil uit WOCIJC.T, Prof. .Berger uit
| Graz, K. Lusker nit IJerliJu en ilukcvt-tz uit
j Aaa het Loofdtourncoi r.ainen. deel : v.
Quaj drioii. }\?>??:?. dr. l'oseiioï, dr. Stehdierz, Töply v.
j llolu'iivost en \ViiMiner.
j j ie kei/er vau Oostenrijk heeft een prachtige
! zilveren hol a",i daarvoor jjesrhoulcen. wi'lkc ilu<;r
l den herr ^lukoveb; luet f> j.initen werd behaald,
' daarop vo!i:r U.:i'<-r met -l1/^. I.a*kcT met 4.
! Berger en Feijeiiioii ieder met 2/1, i\ïarco met 2
i en Aluin II:CL U,.
OPLOSSINGEN.
Probleem No. «><S VP.U 11. ?lendes da Costa.
wit ;:wart
! 1. R-l (f: dD CO
i 2. büM c?> - i'4
i eJ l>2 t met varianten.
Goede oplossingen ontvangen van W. v. II. te
Delft, A. D. te Ilooscndaal, Ami alhier. K. P. te
i Hilversum.