De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1890 5 oktober pagina 8

5 oktober 1890 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

It lf?een , , r nUi l^»r,^JI§yÉ|;}iPli'fc^^'m3g®jfc, maar ook volstrekt niet minder als <*o*k TorwfaQ 8 J&<iï>te Botterdam eu sleotts 7 maanden in de Kalmrstraat ten deel viel, waar% .^^ _____,_,,-- ** rWfefOpen *»n*öj? eïkè' blHU||h.e reclame acht te slaan.' w, r. W, deïhetIpg Aootfs< aangenaam ia deze Openingsannonce te kunnen plaatsen, want zijn er mij helaas veten _ "''dezen winter gefawffen heeft, «$g krachten inspanden om door de allervuigste laster mij den kop in te drukken, ^ Wat» om zekere persenen op een dwaalspoor te brengen en den ander waarschijnlijk gedreven door jaloezie en broodnijd, Bet rgfopter was kun aantal, wien ik niet dankbaar genoeg kan zijn voor zooveel betoonde welwillendheid en hnlp, en hierbij heb en menschlievend stadgenoot, die mij in het voorjaar niet alleen in de gelegenheid stelde mijne zaken voort te zetten, nieuwe zaak op zulk een onbekrompen wijze daar te stollen. ;en Welwillendheid, open ik dus met vertrouwen deze NIEUWE ZAAK. C. J. MJHRAVEJ* DIJK. PlttM), ia PIANO'S en ORQELS. '"? WERKPLAATS en MAGAZIJN: PriMWiracht H». 247, te Amsterdam. Tegen vergoeding van 2de klasse reiskosten » Q Cento per uur verzuim wordt een desfoj)dige afgezonden om te onderzoeken of nbrdun aan Piano'» en Orgels te herstellen ?pi «n bestelUngen daarvan aan te nemen. gewone prtiten, ook naar buiten. L van kat tig Leven Compkts. 15, AMSTERDAM. BUIGZAME HOUTEN TOCHTSCHERMEN in verschillende honttinten en afme tingen. Onmisbaar voor Hotels, Café's, Bad- en, Slaapkamers, Ziekenhuizen enz. Verkrijgbaar by . H. M. SCHOLTE, PrinseDgracht 516, AMSTERDAM. Tj. VAN HOLKEMA, Amsterdam, geeft uit: DON QUICHOT VAN LA MANCHA, bewerkt door_ , J. J. A. GO E V E RN EU R. 'Met 8 gekleurde Platen. ? Prjjs: Ingenaaid ? 1.50, in Prachtband / 1.90. !Rs. MELTZER, GROOTE KEUZE IN Beelden, Groepen^ Vasen en Jardinières, Porseleinen en Granieten Tafelserviezen en Waschstellen. Ruime sorteering. Billijke prfizen. EAU DE COLOGNE-ZEEP is bijzonder \rerfriaaohend. Elk stukje ia gestempeld; J. C. BQLDQOT. traag t HESEIBEREHD's CACAO. Fabriek: OETEWALEBWEG bfl Amsterdam. NIEUW LEVEN, Ytibttai w M en Dorp. Onder Redactie van H. VRENDENBERG Czn. Franco per post f 1.3O per jaar. O. ROMMERTS, Directeur der Coöperatieve Handelsdrukkerij, LEEUWARDEN. Prijs ? 2.90, uittwmvnb voet LEESGEZELSCHAPPEN. Uitgave van TJ. VANHOLKEHA, Amsterdam ^^ Een oogenblik stond ik Ijk den opendoenden li vrei': zou tearhandstellen, _ had ik jraor zijn eer:even na. 'k Was toevallig «r niet cl te verwaaid mij zelf naar boven zonder verder bedenken open; ik ging de trap salons en trad in de zaal ._. . overal groen de paren, en dicht bij ".«j» gedecolletteerde dame van omgeven door een dichten » '* ***** geboste heeren, f zich met blijkbaar behagen en \minaaam glimlachend 9 huizes," dacht ik .... neer, dat'a charmant van u, dat «ijt . . ." begon zij, mijn hand air, ik vraag excuus" ... wildeik voot uw, late komen" viel zij Sttjj weer in de rede: »Jawel, natuurlijk i&aar kotn nu gauw mee, dan zal ik u even ?jk&iv een jonge dame voorstellen." ,»Maar mevrouw . . ." ~'\aö.l geen maren, als 't u blieft!" ver, zjj, schalksch met den vinger drei»Laat komen «al ik nog door de vinzien, maar niet willen dansen, dat zou ?onvergeeflijk zijn ..." ; i» Ik poogde/ nog iets in het midden te bren, _gen -maar zij voerde mij mede en stelde anj) aan een jonge dame voor, zoodat ik mij ?trel genoodzaakt zag, het gebruikelijke: e eer' hebben, u om mag zag, ik d< ,. wab te ferzoeken?" uit te spreken ?«n toen de jonge dame daarop «Met genoegen, mign&eer", VM. geantwoord, duurde het niet lang, of ik draaide met de anderen mee in hei salon rond. »Wat hindert het ook eigenlijk?" dacht ik. »Ik zal op een .gegeven oogenblik wel gelegenheid vinden, om de zaak op te hel deren ; laat ik mij tot zoover maar amusee ren, dat is het beste, wat ik voorloopig kan doen . . ." en ik begon met mijn danseres aan hét keuvelen te brengen, 't Is waar dat ik mij daarbij somwijlen op glad ijs waagde, maar door mij hoofdzakelijk tot algemeene dingen, het bal zelf, en de toiletten der gasten te bepalen, vlotte ons gesprek tame lijk goed. Ze was bekoorlijk, mijn onbekende danse res, met haar prachtige blonde krullen, haar vlug figuurtje en groote blauwe oogen en ze walste verrukkelijk. Zoodra de wals geëindigd was, leidde ik mijn,. dame naar hare plaats terug en be proefde de gastvrouw te vinden. Ik zag haar wel aan het eind van het salon staan, maar ze was zoo omringd en had het zoo druk met haar gasten, dat ik haar niet kon naderen. Vervolgens begon ik de zaal eens rond te loopen in de hoop, ergens een bekend ge zicht aan te treffen vergeefs! allemaal onbekenden. Een poosje daarna begon het orkest weer te spelen; ditmaal een polka. Mijn danseres zat nog op hare plaats; ik bood haar mijn arm aan. Zij stond heel eenvoudig op, bedankte mij met een lieven oogopslag voor mijn weder komst, die haar de onaangenaamheid be spaarde als muurbloempje te fungeeren, en weldra zwierden wij weer door de zaal. Wij waren reeds heel vertrouwelijk met elkaar geworden. Zij was mij erkentelijk, dat ik om haar had gedacht, en ik was gelukkig iemand te hebben gevonden, met wie ik kon praten. Na de polka liepen wij samen ge armd de aangrenzende vertrekken door. Ik geleidde haar naar het buffet, ik zag dat zij een goede maag had . . . bijgevolg ook een goed karakter en die ontdekking vermeer derde nog de sympathie die zij mij inboe zemde. ? Toen wij in het salon terugkeerden, speel de het orkest weer een wals ... Och... Ciara's arm (ik wist reeds hoe zij heette).. rustte in den mijne... de muziek ruischte mij zoo opwekkend tegen... was het won der, dat ik alles om mij heen vergat en in een oogwenk met haar tusschen de andere dansende paren zwierde ... Die wals was verrukkelijk... Ciara's oogen schitterden; zij had zich dicht tegen mij aangevlijd en haar hoofdje rustte zacht tegen mijn schouder. Ik voelde de fijne krulletjes van haar voorhoofd langs mijn wang strijken en ik kwam in verzoeking haar te zeggen hoe bekoorlijk ik haar vond... hoe onweerstaanbaar bekoorlijk ... Op dat oogenblik zag ik een mijnheer van zekeren leeftijd naar mij toekomen, die kortaf zei: »U verliest wat, mijnheer ..." En jawel, de briljant was uit mijn hor logezakje gesprongen en op den vloer ge vallen. Ik raapte hem op: »0, dank u!" borg hem weer weg en begon opnieuw te dansen. Op den wals volgde een mazurka; daarop weer een wals... ik had aldoor Clara aan mijn arm, gelukkig dat ik haar bij mij kon houden en trotsch door de overtuiging, dat de indruk, dien ik op haar maakte, verre van ongniistig was. Al walsende en reeds braaf verliefd, had ik er niet op gelet, dat zich gaandeweg een kring om ons had gevormd. Wel had ik om mij heen druk hooren mompelen en fluisteren, maar geheel in mijn eigen gesprek met mijn danseres verdiept, er volstrekt geen acht op geslagen. »Hè! waar zit papa toch ?" vroeg Clara opeens. »Uw papa, juffrouw Clara? Willen wij hem even gaan zoeken ?'' stelde ik voor. »Heel graag, mijnheer; u zult hem trou wens gemakkelijk herkennen. Hij heeft u zooeven aangesproken, toen u iets hadt laten vallen." Op datzelfde oogenblik trad er plotseling een mijnheer met een sjerp binnen en wer den alle deuren van het salon als met een tooverslag gesloten. De oude heer, Clara's vader, die tegelijk was binnengekomen, trad op mij wijzend nader en sprak: »Ja, commissaris, hier is de dief. 'k Heb zoo even een briljant uit zijn vestzakje zien glijden. In de meening met een genoodigde, een vriend van den huize te doen te heb ben, is mijn eerste beweging geweest, hem te waarschuwen... wat ik gedaan heb. Hij heeft zich terstond gebukt en met koorts achtige haast den diamant weer wegge- , stopt... doch niet zoo snel, of ik geloofde daarin een oorhanger van mijn vrouw te herkennen. Ik heb niets laten blijken en ben dadelijk mijn vrouw gaan opzoeken. De diamant uit haar linkeroor was ver dwenen. Ik ga inlichtingen inwinnen bij onze gastvrouw... zij kent dien mijnheer niet... Ik vraag de anderen ... Niemand weet mij zijn naam te zeggen ..." De commissaris tikte mij op den schouder. »Volg mij!'' klonk zijn bevel. Ik wilde, spreken. .. .»Onnoodig mijnheer. Op het bureau ? kunt u je verantwoorden." »Maar..." »Volg mij!" herhaalde hij kortaf, mij bij den schouder grijpend. Eindelijk werd ik kwaad; ik rukte mij los en riep verontwaardigd: »Laat mij gaan! verstaat u? ik verkiea niet zoo behandeld te worden.'' »Wat?! tegen weer? Je verslimmert de zaak, vriendlief! Dan maar kwaadschiks!" De commissaris gaf. een teeken en drie pootige kerels agenten in burgerkleeren grepen mij aan en sleurden mij voort, zon der dat ik weerstand kon bieden. Maar vóór ik den drempel der zaal overschreed, Van Veon's 't^jnat en 'tffoedkoopst; aanbevolen Mélange C. a 125 et. Damrak 9O, Amsterdam*

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl