Historisch Archief 1877-1940
?a.
,_
het
Wij
I, Bdê«f aten, terwt)! hijzelf op
maaier atct .«CB ea rork omging.
juist met ajjn nes in het
zouttoen hg Duckerworfh in het oog
'die er afkeurend naar scheen te kijken ;
coafiwie maakte hij toen het mes schoon.
in zijn mond te steken en nam er toen
mee. Wij stootten elkaar aan en
trokdiepe minachting onze Briteche neuzen
Mi het ontbijt voorbij was, stonden onze
niet stil over dien ongelikten beer en
pleitier, dat wij met hem zouden
hebkregen dien dag niet Bieer van hem
wafit hij moest kamers joeken. Den
dag moest mijn klasse alle Fransche
meenemen naar het lokaal van den beer
en daar werden wij aan zijnen
opvolvoorgesteld, die er nog even onbeholpen
uitaar zijn zwarte jas niet meer aanhad.
ieer Wakker spreekt nog niet zeer goed
jetech", zeide de directeur, »maar daarom zal
D des te beter zijn eigen taal kunnen leeren.
B. jongens, denk eraan, dat deze leeraar nog
aan onze manieren gewend is en maak daar
misbruik van. Ik hoop, dat ik geen
iten zal hooren." Die wenk werd in een soort
«terzijde" aan de jongens gegeven en toen
,de almachtige heen, overtuigd, dat zulk
woord van hem voldoende zou zïja om ons
KBltig te houden.
On«e school, moet ge weten, was een oud
, waarvan de benedengangen in klassen
ingedeeld voor de minder begunstigde
\ OMdterwijsvakken, als natuurwetenschappen en
, aoderne talen, terwijl de ruimere en lichtere
l tataiers voor de veel geliefde klassieken en de
'i' wiskunde waren bestemd, De klasse voor Fransch
.;, Th» laag en donker, aan den eenen wand waren
i' Mulle ramen met kleine in lood gevatte ruitjes
i *» «an de andere zij stonden dikke pilaren, eens
. «n sieraad der galerijen, nu voor niets geschikt
j''w* voor schuilplaats van ondeugende jongens.
*. Jfa «en hoek van het vertrek stonden eenige
ge' b»ken banken en andere afgedankte
school" meubelen en in een zulk een hol was de heer
. "W-akker nu overgeleverd aan de genade van ons
\ josge Britten.
Eerst keken we. elkaar aan als Fransche en
' Dniteche rekruten zullen hebben gedaan in de
eerste dagen van den oorlog en toen nam
Treckle, ton, de baas van de klasse, het slachtoffer onder
i banden. Opstaande ging hij deftig op den meester
toe en zeide zeer eerbiedig: »Mooi weer, meneer."
De meester nam dit op voor eene gewone
bel«efilheid en na even te hebben nagedacht over
bet Engelsche antwoord, zei hij met een zwakke
poging tot grappigbeid: »Ja. ik zie de zon ge
lukkig, maar zij schijnt niet altijd in Engeland,
ȏl?" Ongelukkig gebruikte hij het Vrouwelijke
voornaamwoord ook in het Engelsch, vergetend,
dat e zon mannelijk is voor de Britten, zoodat
Treckleton onmiddellijk liet volgen : «Neen, me
neer, maar de maan hij schijnt 's nachts hier."
Ons gelach bracht den meester op 't idee. dat
bij zich had vergist en hij trachtte met het
lachen in te stemmen en zei: »O, ik vergat dat
b^j jullie de *<m mannelijk is, maar jullie zult
ook wel fouten maken, als je mijn taal spreekt;
wij m,oeten maar van elkander leeren," voegde
hg er bij ia de hoop, door geduld onze goede
lid te winnen.
?Welke taal spreekt u thuis, mijnheer Wak
ker?" vroeg Treckleton.
>Duitsch is mijn moedertaal, maar ik heb van
der jeugd ook Fransch gesproken."
»Ën waar heeft u Engelsch geleerd ?" vervolgde
de onvermoeide Treckleton.
»Op school, van mijn tiende jaar af', ant
woordde mijnheer Wakker, eens rondziende met
een flauw vermoeden, dat hij voor den gek werd
gehouden.
*Mais allons, nous parlons francais, n'est-ce
f as ?"
>0, maar dat moet u ons eerst leeren. Wij
Kfn nog maar pas met Duitseh begonnen en wij
verstaan u niet," voegde een tweede grappen
maker erbij.
VUw Franscb lijkt niet op dat van kapitein
Buissen," liet een derde erop volgen,
»Ik vrees, meneer, dat u Engelsch zult moeten
spreken," voegde Treckleton er zeer ernstig bij ;
«Het u, wij verstaan alleen Fransch, als het met
het beste Parijsche accent wordt uitgesproken."
De meester wreef zich het voorhoofd en wist
niet wat hij van dien kalmen goeden raad moest
denken.
>Wil je maar eens gaan zitten," zei hij en be
proefde eenen bevelenden toon aan te nemen.
»Nu wordt het toch tijd, dat wij met de les be
ginnen. We lezen <Karel XII> van Voltaire. Wie
is nommer n? Die moet beginnen te vertalen."
»Wie u maar wil," gilden allen in koor.
(Slot vo'fjl).
VOOR DAMES.
De groote weeK" te I'ontainelïeau.
JSen huwelijk,. Nieuwe winkels.
Engelsch dineeren. Houw. Bicycles.
Geboorte-mededeelint/,
Het plan bestaat onder de Fransche groote
wereld, eene bepaalde week als glanspunt van den
jachttijd in het bosch van Fontainebleau en de
kasteelen in den omtrek te bepalen. Iets dergelijks
geschiedde vroeger voor het badsaizoen te
Trouville. Deze groote week" te Fontainebleau zou
beginnen met eene drijfjacht op de baan der
Sole. De hertog de Gramont zou als
opper.jagermeester fungeeren; de avond van deze feestelijk
heid zou gevierd worden door een bal, waar de
jagers in rooden rok en de dames in tulle en
satijn zouden verschijnen. Twee andere avonden
zonden aan tooneelvoorstellingen gewijd zijn. in
het kleine oude hoitheater van Fontainebleau, dat
met gecapitonneerd bouton (Z'or satijn bekleed is.
Voor de ochtenden zijn rijtochten in mail-coach
bestemd, gevolgd door groote déjeuners te la
Marlotte en Barbizon, de geliefkoosde plekjes voor
schilders en pleisteraars. Het eind van alles zou
een groot gecostumeerd bal zijn in de galerie
Henri II van het kasteel; het voorgeschreven
costuum zou dat der Valois zijn; de romans van
<Jen ouden Dumas, met hun reine Margot, hertogin
<le Guise, Hendrik III, Hendrik van Navarrc, La
Ifdle, Coconnas, zouden genoeg personnages kunnen
lereren.
Deze groote week" zou in het laatst van
October vallen.
Etincelle", die hieromtrent het een en ander
in Figaro mededeelt, is volstrekt niet ingenomen
met de wintermodes, De mode begunstigt niemand
meer, noch de mageren, noch de gevulden. In
plaats van het collante, krijgt men het getrokkene,
het gedofte. Al dat laken, die dikke wol. dat
zware bont, ruim hangend, dat is geen Grieksch,
geen Eomeinsch, geen Engelsch, vooral niets
Fransch ot elegant» meer, het is een min of meer
versierde aardappelzak."
Etincelle" beweert ook een indiscretie afge
luisterd te hebben. Al de toiletten voor prinses
Victoria van Duitscbland zijn te Berljjn en te
Londen besteld, niets te Parijs. Blaar een der
eerste huizen van Berlijn zou, volgens Etincelle,
zeer in 't geheim drie galatoiletten bij een grooten
couturier te Parijs hebben laten maken.
* *
*
Zaterdag-middag voor eene week werd te Berlijn in
de Dorotheenstadtkirche een huwelijk ingezegend,
dat evenzeer de aandacht trok alsof er vorstelijke per
sonen aan deelnamen. De groote dameskleermaker
Faszkessel en de groote dameskleermaker M
ntmann lieten hunne kinderen trouwen, en bevriende
firma's uit den hoogen rnodehandel der hofstad had
den zich door costumes laten vertegenwoordigen,
welke in pracht en smaak met die der beide
feestvierende familiën wedijverden. In allerlei krin
gen had men elkaar de toegangsbiljetten tot deze
expositie betwist en de omgeving der kerk scheen
belegerd.
De bruid, Gertrud Müntmann, werd voorafge
gaan door in 't wit gekleede meisjes, en pages
droegen den mantean de cour van haar bruids
kleed. Het was wit, de voorzijde met
myrtenbouquetten versierd en sterk gedrapeerd, de
Stuartkraag van echte kant. De moeder der bruid droeg
perzikkleurig brokaat niet bloemen van groen en
zilver; ter zijde was er ook kant a jour ingezet,
rok en corsage hadden randen van struisveeren
in de kleur. Van den kant van den bruidegom was
er een schoonzuster in een merkwaardig prachtig
toilet, wit gebrocheerd met kostbaar goudborduur
sel; dit liep uit in vijf schuine punten, wier
tusschenruimten met kanten jahots gevuld waren.
De zuster van den bruidegom droeg reseda, met
borduursel van zijde en kralen; eene andere
bloedverwante hemelsblauw, ornwolkt met
zilvergestreepte tulle, en om den sleep een breeden
rand van donkerblauw fluweel, met zilveren kra
len doorwerkt.
Eene vertegenwoordigster van eene andere
firma verscheen witgepoederd, in het wit brokaat
met valenciennes; ook was er een fraise satijn
met bont brokaat, en een geel satijn met rijk
borduurwerk van geel en wit. Alle toiletten
waren, naar de bladen doen uitkomen, in Berlijn
zelf gemaakt; de concurreereude firma's hadden
hij deze gelegenheid willen toonen wat zij konden,
en er was veel meer in het spel dan de ijdelheid
der draagsters alleen.
*
* *
Even als vorige jaren hebben ook nu eenige
firma's van het stille zomerseisoen geprofiteerd
om hunne magazijnen te vergrooten en te ver
fraaien of nieuwe verkooplokalen in te richten.
Zoo hebben de heeren Barnasconi, Niemvendijk,
hun ond en welbekend magazijn in mantels, cos
tumes, modes en manufacturen geheel verbouwd
en naar de eischeu des tijds ingericht.
Van Bokern, Keguliersbreestraat heeft groote
uitbreiding aan zijne zaak gegeven door op de
bovenverdiepingen nette saloi:s in te richten voor
het passen en den verkoop van mantels, tricots, enz.
De firma Meijer, Kor.ingsplein. door aankoop
eigenares geworden van Let perceel naast haar
vroeger magazijn gelegen, heett beide huixen doen
afbreken en onder leiding van den architect A. C.
Bleijs, een waarlijk prachtig winkellmis doen ver
rijzen. Vooral de keurige betimmering iaet
i.-ikenhout en de verlichting (aangebracht door de
firma van den Berg) worden algemeen bewonderd.
Een nieuw verkooplokaal werd door den beer
Schravendijk geopend hoek Sophiaplein en
Kalverstraat. De stand is uitstekend en reeds van
verre trekt de keurige etalage aller aandacht: in
rijke verscheidenheid toch ziet men een ktur van
Amerikaansche en Engelsche artikelen voor de
groote spiegelruiten uitgestald.
Ook de heer Jacobson, de bekende tailleur
uit de Hartenstraat, heeft zich een goeden stand
uitgezocht om er eene zaak in
heerenconfcctien te openen. Op den hoek van de Prin
sengracht en de gedempte Ilozengracht. dus op
een der fraaiste punten van den nieuwen verkeers
weg die daar weldra za! worden geopend, heeft
hij een ruim, van alle tot bet vak bohoorendc
artikelen voorzien vcrkooplocaal ingericht. Voor j
de bewoners der nieuwe wijken in het westen der
stad zal dit magazijn zeker in een lang gevoelde
behoefte voorzien.
* *
*
In The. Womans World van October, komt
een artikel van Mad. Lebour?Fawsaett, een
Engeische dame, met een Franschinan getrouwd,
voor, waarin zij de Engelsche en Fransche wijze
van diners opdisschen vergelijkt. Zij geeft in
verschillende opzichten lof aan de Engelsche
keuken, maar lascht ook het verhaal van een
Fransch officier in:
»De soep leek op heel bleeke pale-ale, maar
smaakte als kokend water met een beetje zout
en heel veel peper, en bad geen eigen karakter.
Als een goed epicurist behoort te doen, was de
officier begonnen met het menu te bestudeeren;
hij had de visch en de entrees gekozen, die hem
het meest toelachten, maar, onverklaarbare te
leurstelling, hij zag altoos den schotel dien hij
niet begeerde arriveeren, nadat juist het laatste
stukje van den spijs die hem aanlokte, door zijn
buurman genomen was. Dit komt van ds zon
derlinge Engelsche gewoonte, om tegelijk twee
verschillende entrees te presenteeren, ieder slechts
op de helft der gasten berekend.
Daar hij niet hield van degene die hem wer
den aangeboden, en zelf enkel koude of lauwe
kreeg die hem niet smaakten, dacht hij dat de
anderen beter waren en benijdde zijne buren.
Terwijl hij praatte werd een stuk schapeiibout
voor hem geplaatst, zonder sans of eenig ander
toevoegsel, en bij was bezig er op aan te vallen,
toen er eeu butler verscheen met een blad met
jus en bessengelei. De jus scheen hem noodza
kelijk, maar bessengelei! Wat had bessengelei
m*t gebraden schapenvleesch te maken ? Hij
keek naar zijn vrouw, die op eenigen afstand van
hem zat, en zag dat zij op de natuurlijkste wijze,
en zelfs met zeker genoegen de gelei bij haar
vleesch at. Hij sloeg een blik tersluiks op zijne
buurvrouw, ecu allerliefst jong meisje, en zij ook
scheen de gelei te genieten; hij volgde dus wan
hopig het voorbeeld. Moest men de gelei inplaats
van zout gebruiken ? Neen, want men reikte hem
vriendelijk het zoutvat aan, en hij was juist
nieuwsgierig wat deze onnatuurlijke vermenging
moest opleveien, toen aau zijn elleboog een
schaal aardappelen verscheen, gevolgd door een
schaal bloemkool. Hij keek naar zijn bord,
plaatste wat bloemkool in een aardig afgeschoten
hoekje en was gereed om zijn eerste stukje
vleesch te nemen, toen een tweede groenteschaal
zijn elleboog raakte. Ditmaal was er geen weife
len mogelijk; het was zijn geliefkoosde spijs,
asperges, die hij speciaal op zijn menu had uit
gekozen, en vooral: daar het diner in Maart plaats
had, werd de delicatesse nog grooter, omdat zij
zoo vroeg kwam. Wat zou hij doen ? Een vluch
tige blik over zijn bord kan er een enkel ledig
plekje bespeuren Hij denkt er over, den lakei te
verzoeken, straks er even mee terug te komen,
maar ovpr eeu paar minuten zal alles weg zijn,
evenals de uitgelezen extra's en hij zal er niets
van krijgen. Hij neemt dus een kloek besluit,
en de asperges tuimelen de een na den auder
op zijn bord, boven op de aardappelen, het
vleesch, de bloemkool, de gelei en de jus,
een volkomen pêle-mêle, nog gecompleteerd door
de onmisbare toevoeging van dikke, roomachtige,
gesmolten boter, die een ander bediende hem
brengt. Waarom hebben de borden niet een
breeden richel om den rand? Toch moest hij
ze hebben; asperges gaan niet zonder gesmolten
boter, en hij legt eeu lepel vol van de lekker
uitziende saus hier of daar op zijn bord neer.
Nu begint hij adem te halen. Een
zijdeliugschen blik naar links en rechts toont hem alle
borden in behoorlijke orde met stapels eten
bedekt, en de dames schijnen gemakkelijk weg te
weten met al den voorraad spijzen die op zijn bord
zoo on verdraagzaam elkander schijnen te hinde
ren. Hij kan het vleesch niet meer vinden, al
prikt hij er naar met zijn vork. Eindelijk ont
dekt hij, tusschen twee asperges, het vleesch, en
gaat er reet zijn vork op los, maar nu schijnt de
geheele berg als door een vulkanische uitbarsting
ten onderste boven gekeerd. Om het evenwicht te
herstellen, wil hij <?en der asperges riemen, op
de gewone wijs; maar tot zijn verbazing ziet hij
alle menschen er de puntjes met hun messen
afsnijdt n en dan niet bun voiken opprikken.
Zal liij dat ook doen? Zeker niet! Hij geeft
de gedachte aan vleesch maar op, het is nu toch
met gestolde boter omringd, neemt keurig
tusschen vinger «n duim de lanir begeerde asperge,
doopt haar flink in wat hij voor de gesmolten
boter houdt en brengt haar aan den mond. Zij
is enkel besssngclei! Afschuwelijk! Hij zoekt
naar het glazen bakje om zijn vingers in te
doopen, maar de Engelsche gewoonte laat deze eerst
aan het dessert toe. Hij mom dus zijn servet
vol, zouder geheel met zijn asperges in t
reinete kunnen komen.
Intusschen houdt hij, daar hij een prettig en
geestig man is, een levendig gesprek met de dame
die hij binnengeleid heeft, gaande ; toen hij plot
seling door een zekere stilte bemerkt, dat er op
hem gewacht wordt; bij kijkt op en ziet dat hij
de eenige is. die zijn bord nog vol heeft. Hij legt
mes en vork de bonne gruee neer, en geeft bet
spel op, tot zijn buurman zeggend: »Ik zal hier
eens op mijn gemak repetitie voor houden."
Hierop kwamen fazanten, uitmuntend gebraden,
maar met een broodsaus die hem niet beviel; en
eenige puddings die hem zijn teleurstellingen
bijna vergoedden. Na de ijstudliug en de kaas
en een beetje dessert beloofde hij zich een sigaar
en een lekkeren kop cafénoir, mi t een kleine
cltasse-café, maar eene laatste beproeving wachtte
hr-rn nog. De puddingborden waren tegen heele
kleine verwisseld, en vier knechts kwamen met
hetgeen monsieur Ie c.ipitaine reeds dadelijk voor
een zeldzaam botme-bouehe aanzag ; zeker iets
heel kostbaars en bestemd om alle andere pud
dings te overtreffen, war.t hij twijfelde niet of het
was een pudding, ofschoon hij dien vorm nooit
meer gezien had, het werd op een klein schoteltje
voorgediend, tn in kleine stukjes g< snuden; waar
van ieder gast er een nam. »Ik neem er stellig
meer dan een van," zeide kapitein, »anders kan
ik het nauwelijks proeven." Toen de schotel hem
bereikte intusscheu, was er nog maar n op:
hij nam het met een zucht, en stak het geheel
in zijn mond. De tranen schoren hem in de oogen
toen hij in plaats van de zeldzaam heerlijke de
licatesse, die hij verwachtte, iets visschigs en
vurigs zijn mond en keel voelde verbranden " Het
was eene »savoury", eene Engelsche nieuwigheid
uit de clubs, die in Frankrijk nog geheel onbe
kend zijn.
* *
*
De firma M. J. C. de Meyere, (a la ville de Paris,.
Leidschestraat) hofleveranciers, hebben aan de
klanten eene circulaire gezonden, die tevens een
kort overzicht van de wintermodes bevat.
Modekleuren en modestofl'en worden er in aanbevolen,
de nieuwe modellen van mantels, pélérines,
corsages en robes aangekondigd.
* *
*
In Fiyaro beantwoordt Claire de Chancenay"
(een pseudoniem van Paris Fin de Siècle ont
leend), de vraag, of men voor rouw nog den
grooten zwarten chale draagt. Absoluut neen, ant
woordt zij. De chüle had trouwens alles tegen;
elke leelijke taille kwam er mee uit, te lang of
te breed, te dik of te mager, en van een net
figuurtje had men gewi genoegen. De ch;Ue is
dan vervangen door een langen mantel met ran
den van Engelsch krip gegarneerd. Voor zwaren
rouw zijn er krippen mouwen aan; voor lichteren
rouw draagt men ook jaquetten.
Voor rouwjaponnen zijn, behalve voor wedu
wen, merinos, cachemire en thibet afgeschaft; er
zijn tegenwoordig Engelscbe stoffen, Ilenrietta
cloth" en andere, die van wol zijn en op zijde
gelijken, souple, licht en glanzig. Men bezet het
al heel spoedig mot kralen, borduursel en
soutache; ook mengt men krip met dofte zijde.
* *
#
Een extra-nummer van den Figaro, geïllustreerd
door Mars, is aan den bicycle en de bicrclotte ge
wijd. Vlugge jonge misses en mooie elegante kin
deren op ranke velocipèdes versieren in groot
aantal het nummer; de tekst intusscken, van'
Pierre Gifi'ard, raadt den dames sterk de
velocipi'desport af. Gift'ard beweert dat de beweging haar
organisme kwaad doet, en haalt een aantal
meeningen, zoowel van Engelsche als van Fransche
dokters aan, om zijn beweren te staven.
* *
He
Eon origineele en allerliefste wijze van
geboorte-mededeeling werd ons dezer dagen uit
Belgiëgezonden. Boven aan het blaadje staat, bij
wijze van monogram, een weinig schuin gedrukt,
de voornaam der jonggeborene; voorts luidt het
briefje:
Eerste groet aan harer ouders vrienden van
V. d. M., geboren den .. October 1890".
Hieronder naam en adres des vaders. Hier had,
volgens onze begrippen, ook de naam der moeder
bijbehoord.
E?e.
Allerlei.
Omtrent den acteur Dion lioucicault, wiens
overlijden de vorige week gemeld werd, vertelt
Edmund Yates.
Hij was een uitmuntend prater; er was geen
onderwerp waarover hij niet een gesprtk kon gaande
houden. Hij dineerde eens bij mij met twee oude
vrienden van mij, eigenaars van wijnbergen uit
Ilochheim, en Dion verrukte bon met zijn kennis
5 L.b5
6 L.c6 :
7 o o
e5
Pe'2
P.f4
T.el
P.g5
8
9
10
11
12
al!
bc(5 :
D.cT
L.bT
1(5?
I).d7
15
13P..se<;:
14 Dd4 :
l.r> L. d:.'
16 D.a4f
17 P.g.Vf !
18 eirj- !
li) e7 !
cd-i :
D.cT
c 5
K.17
D sr> :
K"g7
geeft on
is onnoodig in probleem N'o. 40 en Nb. 41 heeft
ook niet noodig gewijzigd te worden.
Probleem No. 42 van J Berger te Graz.
Probleem JS'o. 4.'> van Ph. Klett te Stuttgart.
ZWART
Op 10 K.hüvolgt:
20 P e(! D.di' :
21 D.h4±
of wel op lii D.fO ('t beste) volgt :
20 P.eiJf K.t'7
21 et'8 wordt D - T.i.- :
2:i D.d7-j- 'P.e7
a;< L.g.r> L.C-.S
24 D.cT en wint.
OPLOSSINGEN'.
Probleem Xo. .'!',) van II. Mende:-: da Costa.
wit zwart
1. f4 d.'S willekeurig
a. d.'J 12 geeft mat/
Goede oplossingen ontvangen van Ami. alhier.
COUIÏESPONDKNTIE.
J. P. v. F., alhier. Uwe oplossing is niet goed
want op uwen Istcn zet 18 cf> kan zwart
hüföt geven, en dan is mat niet mogelijk.
W. v. II. te Deltt. Gij vergist u '. pion op 12
'i-,
I
a
f
Wit:
Zwart
abcdefgh
WIT
In 2 zetten mat.
K g7 D.1)7 T.c4 P c5 pions c4 en g,'"i.
: K.tT) T.abi L.io P.c8 h2 pions a7 e;S j
ede
WIT
In 4 zetten mat.
Wit: K.h7 D.hS T,al L.f4 pions l>2 e5 h2 enh5
Zwart: K.i'2 pions b3 gG hu en hT