Historisch Archief 1877-1940
No. 695
DE AMSTEKDAMMER, WEEKBLAD VOOB NEPEELAND.
hoffelijke daad beloonen kon met een titel of oen
waardigheid, die vorstin, zooala zij tegenover haar
ministers den krijgsheld verdedigt, die vrouw te
schetsen als zij bemerkt heeft, dat hij als veld
heer haar diende, maar als meiisch haar ver
raadde, ziedaar een onderwerp, eene fijne pen
Ooit de figuur van Essex, den dapperen
krijgsen staatsman, die zijn eerzucht echter niet ver
mocht aan zijn lietde ten offer te brengen, die
rebel wordt uit trots, en den moed bad zonder
klagen zyn hoofd op het blok te leggen, vraagt
om haar af te beelden een hoogstbekwame hand.
Heinrich Laube heeft echter een verroeste pen
genomen toen hij Graaf Essex opschreef, en de
dramaturg is op zij gezet door den tooneeldirecteur.
Zoo is Graaf Essex, in plaats van een drama
als Maria St'uart te worden, als een vereenüjing
van tooneeleffecten geboren, die vroeger een
schouwburg vol toehoorders electriseerden, nu nog
de handen van het publiek op elkaar brengen,
maar die de acteurs dringt naar het onnatuurlijke.
Gelukkig wanneer dan de voornaamste rollen
in handen zijn van artisten, die daar niet voor
buigen, maar karakter en ernst genoeg bezitten
om door eigen persoonlijkheid een tegenwicht in
de schaal te leggen.
En dit is bij de Kon. Vereeniging het Ncd.
Tooneel", die Graaf Essex in het Grand Théatre
voor het voetlicht bracht, het geval.
De heer Schoonhoven is, voor zoover de rol die
hjj speelt het toelaat, een zeer goede E?sex, van
gestalte foreeh genoeg om den krijgsheld voor te
stellen, en in voordacht en gebaar rustig genoeg
om gezwollen taal aanhoorbaar te maken.
Zoo reeds dadelijk in zijn eerste onderhoud met
Elisalieih. De w\jze waarop hij hoffelijk en eer
biedig voor zijne koningin de knie boog, en dan
als zij hem voorbij liep opsprong en zijn
gekrenkten trots lucht gaf, is krachtig maar niet ver
moeiend van kleur; zijn gesprek met den minister;
zyn verhaal aan Elisabeth (een verhaal, dat overi
gens de helft te lang is) ; zijn houding als hij
overwonnen is, eindelijk zijn afscheid van zijn
vrouw en zijn gang naar het schavot, alles karak
teriseert hem als den artist, wiens portret me, i wel
nimmer op de hoeken der straten aangeplakt zal
zien, maar dien wij altijd zullen waardcereri als
een ernstig man, die de kunst ook zonder fan
fares dient.
Naast hem staat als gravin Rutland mevr.
Holtrop, die een paar zeer fijne tooneelfjes te
aanschouwen gaf bij het teekenen van het
doodvonnis, in haar waanzin, en bij het afscheid
in den kerker.
Mevrouw de Vries die als Elisabeth optrad, kon
m. i. de persoonlijkheid van de vorstin met de
woorden die zij te zeggen had, niet in overeen
stemming brengen.
Als de koningin vertoornd tegen haar ministers
moet spreken, klonk het mij als of zij hevig aan
het twisten was. De radde spreekwijze, die in
Stukken als Het Einde der Eeuw vrij goed staat,
pasten m. i. niet bij de houding van een vorstin.
De kleeding van mevr. de Vries, bij elk tafreel
gewisseld, muntte als gewoonlijk uit. Ook inej.
Chr. Poolman was zeer correct.
De heeren Clous, Schwab, de Jong, v. Zuijlen,
v. Dommelen, Smits en Holtrop vervulden de
kleinere rollen van ministers en edellieden.
Als Sir James lialph had de heer Rooyaards,
en als hofmeester de heer v. Dommelen zich een
mooie grime gemaakt. De heer Spoor vervulde
een rol, die op jeugdige wijze gespeeld had moeten
worden. Van hem wordt immers gezegd dat heel
het jonge Engeland hem volgt. Hij mag dus be
schouwd worden als do leider der jonge garde.
De metrische vertaling van den heer G. A. Deel
man is al even onverzorgd als decoratief en regie.
Wie spreekt er nu van een veldheer in zijne
legerbehoeften bepingelen", van ridders van
papier", van hij is geblameerd", in een stuk
waarin ook voorkomen een ruiterstoet die aan
komt klepperen", tal van vurige rossen" en een
zwijmelbeker". Bovendien laat Elisabeth snel
op alle hoeken van de straten biljetten aanplak
ken" dat Essex met de Katholieken heult.
Ondanks deze gebreken juichte het publiek de
vertooning toch toe, een bewijs te meer voor mijn
stelling, dat den artisten, die de hoofdrollen ver
vullen, de eer toekomt.
Ik heb ook het sensatiedrama van Richard
Cortambert, Eene misdaad op den bodem der zee,
aanschouwd. Veertien jaren geleden had dit
bij de heeren Prot in de Nes veel succes, en de
heeren v. Lier hebben het nu voor den
Pianta<;eschouwburg voor den dag gehaaid. Destijds was
het een stuk voi van de nieuwste decoratieve
effecten. Men kwam er b. v. op het dek der Greut
Eastern, waarmede de ondcrzcesche telegraaf
kabel tusschcri Engeland en Amerika gelegd zou
worden Men hoorde er b. v. over het toen nog
zoo jonge Leger des Heus en ik kan mij begrijpen
welke hilariteit, toen de tien kinderen van den
matroos Friquet, allen als heilsoidaatjes gekleed,
verwekten. Do decoraties van het drama moeten
toen de algemeene bewondering gewekt te hebben.
Maar nu hebben wij al zooveel gezien. Een i
scheepsdek zelfs als dat van de Greut
E'is/entis geen nieuwigheid meer. het Lft/er des llc'ds is
te bekend geworden, eu de strijd van de ileil- j
soldaten togen vloeken, drinken un rooken, wordt i
in onze onmiddellijke nabijheid gestreden. '
De brand op de Waslunylon en de afdaling
naar den bodem der zee zijn nog aantrekkelijk
genoeg.
In do decoratie» ligt de geheele waarde van
de vertooning. Wie de misdaad gaat zien, zal
dit begrijpen.
En nu het Paleis voor Volksvlijt.
In de afgeschoten tooneeizaal wordt vertoond
Stanley in het diiitlerste Afrika, of de opsporing,
redding en terugtocht van Emiu-Paeha, gouver
neur der Equatoriale provincie, groot melodrama
in acht ta-ereelen en een apotheose, met zang,
dans, optochten tn gevechten. ;
Ik zal maar niet verder gaan met het afsckrij- !
ven van het programma, om in ij n lezers niet al ;
te belust te maken op al do aaiitrekkelijküeden
die het aankondigt.
Ook dit is natuurlijk een vertooning van veel
mecschen en onderscheidene decora'.iëji, waai bij
het gesprokene alleen als toelichting dient. Al
die soldaten, negers, haremvrouwen, Amazonen
en slavinnen in bontgekleurde kleederdrachten,
op marsch, bij dans en in gevecht, moeten den
hoofdschotel vormen.
Daarom wordt zooveel nadruk gelegd op den
Grand pas d'Air Stbba, gedanst door 2 i dames
en 8 heeren, op den pas d'Amaiones, gedanst
door 16 dames, en den Wambutti dwergendans,
uitgevoerd door 24 kinderen.
En nu moet mij eerlijk van het hart, dat er
overal wel uitgevoerd" mocht staan in plaats
van gedanst, want van al die dames zijn er maar
enkelen danseuses, d. w. z. dames die van dansen
begrip hebben.
Toch wil ik gaarne erkennen, (lat er veel moeite
aan de samenstelling van het stuk is besteed, maar
zeker zou het aanbrengen van meer goede dansen
de vertooning meer doen waardeereu door de
bezoekers.
Edoch, het zij zoo'. Het is een eerste proef
neming, en men kan niet eisenen dat elke coup
d'essai een coup de maltre zij. De directie
Kreukniet, Bigot, Poolman en Blaaser van het
tooneelgezelschap, dat de voorstellingen geeft, zal spoedig
wel weten, welke voorstellingen zich het beste
voor de Paleis-Schouwburgzaal leciien.
Het orkest is uitmuntend bezet.
Zooals men weet is het Paleis nu gehalveerd.
Aan de zijde van het tooneel, juist vóór den koepel,
is een hoog schot opgeslagen, dat dit gedeelte
afbakent. Tegen hot schot is een galerij aange
bracht in aansluiting aart de bestaande.
Men heeft nu stalles, oploopend parterre, twee
zijdon vcrhooging en galerij m.i. over wel wat
uitgebreide ruimte.
Stanley's naam trekt' echter zooveel publiek,
dat geen stoel en er is plaats voor 1300 per
sonen onbezet blijft.
De toevloed van personen gaf bij de openings
voorstelling op Zaterdag jl. reeds aanleiding tot
ontevredenheid.
De directie van hot Paleis had alleen de
tourniqucts aan de eene zijde der vestibule in gebruik
genomen, dit was den leden niet naar den zin,
er ontstond gedrang en ware het aantal onte
vredenen tot vijftig geklommen, dan was men.
zoo ik hoorde, het winterseizoen begonnen met
een protest-vergadering
Het is toch vreemd, dat altijd een aantal per
sonen twist en tweedracht zaaien wil.
Ik zou dien ongenoemden in gcmoede de lezing
aan willen bevelen van de Opdracht" namens
het Paleis den leden aangeboden door den heer
L. Ides Jr.
Toen uien Zaterdag jl. tot de ontdekking kwam,
dat dit elftal coupletten (let op het getal) in het
programma was ingeschoven, liep een
verrassingsvol gedruisch door do zaal.
Om den indruk te schetsen, die do lezing te
weegbracht, zal het voldoende zijn. het laatste
couplet op te nemen.
Het luidt aldus:
Waarde lezers! 'k Treed vrijmoedig,
Nu met deze Opdracht voor.
Want 't idee van het Paleis hier,
Vindt bij mij een goed gehoor.
'k Züu die ontevreden menschen
Gaarne ook wat kalmer wenschen;
Laat 't nu uit zijn met 't gemor.
Dat 't Bestuur, met nieuwe wetten,
Op 't Paleis de kroon zal zetten,"
Wenscht:
L. IDES Ju.
FR.
LOUISE HEIJMANN.
_j
Louise Heijtnann, onze stadeeno-jte, die ver- |
leden, j aai te Rome en te Milaan zoozeer vaa :
zich deed spreken, door haar als builunseivoou j
geroemd talent, onderneemt <le:«'ii winter eene
kuiistreis door Nederland, Zvve-leu, Oostenrijk
en Rusland en treedt «iet het gezelschap van de
Füirsc'.ie Opera te 's Graveuhtige en in concerten
hier te lande op.
L'Hiise, Heijoriann is den oden Mei ISiiT te
Amsterdam geboren. Zij behoort tot cene f.imilic
vau b'-keüde avtisten. Haar vuiler, in ireisielijkeu
werkkring, is teven-* een hooif-jewMardeoni
nm-icu.s cu componist. lL:ar broeder is de beroemde
pianovirtuoos Cari 'J-ijüianij. Eene van hare
zuster-1, Johanna IJoijmauu, is op jeugdigen
leeftijd rtvUs, evue pianiste van veel beteeUnis,
die tliaus Inre studiën ouder lei-lii.'g van Eu;.:è:ie j
d'A-ibeit voltooit. Eene aijdure zuster, Sophie
Heijiuani), hst f t h.ire studiën als operazangeres j
te Purijs onder Mad. Marclu-si volbracht. Geen ;
wonder dat Louise Heijmann, in zulk eeuu !
art.i-ni'-ke omgeving opgegroeid, van hare
kindshc-id af g<e\voi-n de iucfsle;stnkkeii van groote
componisten te hooren vertolken, met seLioone
gaven bedeeld, ais zangeres een. hooge plaats
inneemt.
Hare eerste ontwikkeling; werd op de muziek
school vau de Maatschappij tot Bevordering der l
Toonkunst alhier door de bekwame en degelijke i
Mevrouw Colliu?Tobisch geleid en krachtig Ge
vorderd. Enkele jaren geleden deed zij zich, pas
met de studiën begonnen, hier hooreu. Daarna
vertrok zij naar Parijs om hare studiën voort te
zetten onctar leiding van de vermaarde Mad.
Marchesi, wier inrichting de eerste van ouzen
tijd is voor de zangeressen der Italiaansche en
Fransche school en daarom te Parijs 4'Ecole
des toiles" wordt genoemd. Want onder meer
dere celebriteiten hetftzij Ilrna de Murska, Melba,
Eames, Nevadii, Gerster, Krause, enz. gevormd.
De verschijning vau Louise Ueijuian'i
ophetjaarlijkjche concert, door Mad. Mwrchesi gegeven,
was voor den jeugdige zangeies in den volsten
zin een triomf; zoowel in, als buiten de pers,
was er s'echts óu stem over hareu schooaen
zang en keelvaardigheid.
lu Italië, de dagbladen getuigen het zonder
eenige uitzondering (ook Duit^che bbide» als
Kölnische- en Frankfurter Zeitimy) heeft zij zich
den eeretitel van »ster" veroverd. Zij heette
daar »de Hollandsche nachtegaal."
De bezoekers der concerten aihitr, waar Louise
Heijmann zich in de eerste periode harer ontwik
keling deed hooren, zullen zicli heriuneie», dat
haar toen reeds ten groote toekomst was voor
speld
Spoedig, November aanstaande, zullen de mu
ziekliefhebbers ten onzent Mej. Louise Heijmann
naar waarde kunnen schatten.
MUZIEK IN DE HOOFDSTAD.
In mijn vorig artikeltje sprak ik over een storm;
die is werkelijk verschenen eu onder felle regen
en windvlagen zit ik rm verslag te doen van de
muziekuitvoeringen van de laatste dagen. Verleden
Vrijdagavond gaf de Duitsche opera hare eerste
voorstelling met Mozart's Zauber/löte. Zooals men
heeft kunnen lezen heeft de Ie uitvoering van dit
werk in dit seizoen te Rotterdam e«n gunstigen
indruk gemaakt, en ditzelfde kan men ook van de
Amsterdamsche opvoering zeggen.
Het bleek nu dat Mozart's muziek nog de
oude bekoring op een ieder uitoefende; doch als
stuk zijn wij dit werk wel wat ontgroeid. Do
gesproken gedeelten z\jn zoo lang en de aardig
heden zoo verouderd, dat men voor de afwisseling
deze muziek wel eons in de concertzaal zou willen
hooren, met weglating van het gesprokene Ik
herinner mij nog dat ik reeds in mijne jongelingsjaren,
toen ik te Rotterdam woonde, geen vrede niet al
die dwaasheden kon hebben. Eens sprak ik daar
over met mijn leermeester, Wohlemar Burgiël,
die tot mij zeide: Op uw leeltijil dacht ik er
evenzoo over, doch als men ouder wordt leert
men alles beter begrijpen: Es liegt ein tiefer
Sinu darin."
Ik heb ook later beter de redonen van
menschelijkheid en deugd begrepen, die in dit werk
zijn neergelegd; ook is het mij een bijzonder ge
noegen te kunnen verklaren at er eone moraal
in te vinden is; toch ben ik zeker nog iiiot oud
genoeg om alles te apprccieeren. Over de vrou
wen is Schnikaneder (do librettist) in dit werk
niet erg goed te spreken; hij huldigt hierin te
veel de ouderwetsche vrijmetseiaarsbegrippon. Of
misschien heeft de Theaterdirecteur Schnikaneder
zich wel willen wreken over de onaangenaamhe
den die zangeressen of actrices hem van tijd tot
tijd wel eens aangedaan zullen hebben, want zoo
als ik in oudere werken gelezen heb, gebeurde
het vroeger wel eens, dat zangeressen pretentieus
en lastig waren.
De vertolking van dit werk eischt van allen
zonder onderscheid, groote muzikaliteit, daarom
is eene in ailu opzichten goede uitvoering alleen
bij theaters mogelijk, die voor ieder emplooi 2
01 3 artisten nebtien. Do hoofdrollen waren nu
in handen van de voornaamste leden van het ge
zelschap en daardoor waren de beide ensembles
van de 3 dames en de knapen onvoldoende.
Mej. Kotzraeijer (oene elèvo van Mevr. Nikias
Keiupner) .toonde eene zeer goede school
doorloopen te hebbeu en vooral de zware
coioratuurpassages wekten bewondering. Zij bleek tegen
die nioeielijkhfidcn volkomen opgewassen. De studie
van articulatie en prononciatie zij haar nog aan
bevolen. Mej. Ilaberinann is, naar hetgeen ik van
haar hoorde, meer eene iij;uur voor Leonore of
voor de \Vagner-lIe!dini:en dan voor l'amina. llaï.r
fbr.sch geluid dat zij niet genoeg wijt. te bedwingen,
paste niet voor Mozart-muzick. Mej. Bichmann
zong de kleine partij van Papagena zeer liet'.
Da heer llermann Schinkel was als Sarastro
eene imposante figuur. Hij deed zich ais een
iiobel zanger met klankrijk en beschaafd orgaan
kennen. Zijne buida soli werd even als de reci
tatieven mot vr>cl smaak voorga,h-agcn. Over de
liefhebberij van het publiek o:n na do i'coupletten
van het lied: In diesen heil'geu Hallen" die
door het langzame tempo reeds lang genoeg zijn,
nog een darde couplet als bisnuminer te vragen,
zal ik maar niets meer zeggen; zoolang mij heugt
is deze aria gebisseerd, un hut bleeii Vrijdagavond
alwBi'r dat men van dien hartstocht nog niet ge
nezen is.
De heer Josslowski, die Tamino zong, heelt een
aangenaam tenorgeinid, dat in de hoogte echter
nog studie behoeft. Vele gedeelten werden echter
goed voorgedragen. Hoewel Tamïno ec'n geheel
passieve rol is, was zijn spel toch wel heel stijf.
Men kreeg nu den indruk of de hoofdzaak van
Taraino: de af te loggen proaven, en bet bezit
van Pauiïra geheel bijzaak was. Nu kwamen
allo blijken van genegenheid alleen van don ka.it
van Parnina.
Do heer Strakosch zong zijne partij van
Pcvpageno zeer goed, ook sloeg hij zich met moed
door allo aardigheden heen die Schnikaneder
hem toebedeeld heelt, benevens nog een paar,
die er later bijgomaakt on sedert dien tijd ge
handhaafd zijn. De mannenkoren klonken z-..-er
goed. liet (slstküor werd wel wat ruw gezongen.
liet Paleisorkest gaf voor eene eerste voorstelling
vee! goeds. Wel was- niet alles te prijzen, doch
ieder ziet in, hoc een vreemd orkest, dat een werk
gewoonlijk in n repetitie niet de solisten moet
instudeeren, niet het noodige achevékan hebben,
dat men van een vast orkest mag verlangen. De
ouverture werd o.a. nog al gejaagd cu ondui
delijk gespeeld.
In den heer Seidl mag men een voortreffelijk
dirigent begroeten, die aan het geheel een artis
tiek cachet wist te geven en met zekerheid en
rust hst werk leidde. Zooals ik al vroeger zeide,
ha.'igt van oea orkestmeester bijna alles af, d. w. z.
niet de meerdere of mindere geschiktheid van de
solisten, maar de gang van het geheel en vooral
het goed rnarcheeren van de ensembles, die totli
eigenlijk het gewichtigste van eene opera-voor
stelling zijn en die dikwijls het meest te wenscheu
overlaten.
Wij hebben den indruk gekregen dat de
Rotterdamsche opera ons dezen winter v«el schoons
te genieten kan geven. Er zijn zeer belangrijke
werken aangekondigd.
Reeds lang heeft men groote aankondigingen
kunnen lezen vau een Feustconcert in hot Con
certgebouw met modewerking van Mej. Trehulli
(zang) en den heer Rafaël Diaz Albertini (viool),
Zeker hebbon do ouderen van dagen zich de
beroemde zangeres Trebelli herinnerden misschiem
wel gedacht dat dezelfde dame nog eeiis op zon
treden.
Mej. Trebelli bleek echter oene jonge zangeres
te zijn die twee Franscho nummers en een Itali
aansche aria voordroeg. Zij bezit veel keelvaar
digheid en heeft een licht aansprekend geluid;
doch muziek -(af zij zeer weinig.
Philine's Polonaise uit Mignou werd vrijschoolsck
gezongen. Hare voordracht geleek eer die eener
jonge dame die pas in de wereld" verschijnt en zich
nof>' niet durft te uiten, dan die eener volleerde
coquetto, die iedereen onweerstaanbaar tot ziek
lokt.
Oe heer Albertini toonde eveneens veel vaar
digheid te bezitten, doch hiermede was ook alles
gezegd, en in dit opzicht pasten de twee solisten
uitnemend bij elkander. Het concurt vau
Vieuxtenips werd bovendien technisch niet vlekkeloos
voorgedragen. Het Perpetuum mobile van Riess
werd echter zeer good gespeeld. Ongelukkig gaf
de solist toen als toegift het arrangement vaa d/e
bekendste Nocturne van Chopin. Met doz.
voordracht gaf de heer Albertini blijk van
eenesmakeloosheid die alle perken te buiten ging, ea
dit nummer werd (ik schaam mij het te moeten
zeggen) daverend toegejuicht.
Het orkest begeleidde uitstekend; hiervan worJt
blijkbaar veel werk gemaakt. De ouverture
Tannbauser werd zeer brillant gespeeld, even als Lalo,
'2 Noorwecgscho Rhnpsodiücii. Nieuw was voor mij
de Spaahsche Caprice van N. Rii.sky Korsakow,
een componist, die tot de nieuwere Russisch»
school behoort en ook als dirigent veel naam heeft.
Het is een zeer grillig stuk, belangwekkend, hoe
wel so.'us zoo zonderling geïnstrumenteerd. Do
locale kleur was zeer goed volgehouden.
Ue hoer Hutschenrnijter begeleidde de bside
solisten in de 2o afdeeling zeer muzikaal.
De Ned. Opera gaf een reprise van Wfflein
Teil. De hoofdpersonen (met name de heer en
mevr. Albers en de heer Pauwels) verdienen voel
lof, ook moet ik het groote Trio 'door de H. H.
Pauwels, Albers en Arnoldi gezongen, bijzonder
vermelden. De koren waren dien avond (Zondag)
niet zoo recht op dreef, vooral niet in da Ie acte.
Ook in het orkest zijn bij veel goeds nog al eens
vlekjes aan te wijzen. Nog een paar flinke repe
tities voor koor en orkest kwamen mij niet over
bodig voor.
Het orkest van het Paleis voor Volksvlijt heeft
verschillende wijzigingen ondergaan, en hierdoor
wil men bij de uitvoeringen een hooger artistiek
gehalte verkrijgen.
De heeren Timmner en Bosmans zijn met den
directeur in commissie om naar dit doel te streven.
Gisteravond woonde ik eene uitvoering bij, en
hoewel natuurlijk de resultaten eerst later kunnen
blijken, mag nu reeds gezegd worden dat vooral
het strijkkwartet (dank zij da voortrefl'eiijke kun
stenaars die er in plaats nemen) een zeer goedea
indruk maakte. De blaasinstrumenten klonken
tegenover de strijkinstrumenten nog te hord en
het timbre moet nog meer veredeld worden, doch
zooals ik zeide, dit kan eerst langzamerhand ge
schieden en door de groote localiteit moest men
er vóór alles op bedacht zijn om veel geluid voort
te brengen.
Thans nu de zaal in tweeën is gescheiden zal
men meer op verfijning kunnen weiken.
De heer Tiuiuuier speelde hot concert van
Max Britch op haogst artistieke wijze, en toonde
een nobele warme voordracht en geacheveerde
techniek te bezitten. Men mag de directie
gelukwenschen, mannen als Timmner en Bosuians
onder hare leden te tellen. Ook zeg ik met groot
genoegen dat als '2e concertuieester de heer S
voa Adelberg uit Utrecht fungeerde. Ook dit is
als een groote aanwinst te beschouwen.
Van de Liedertafel Apollo (Directeur de heer
A. Avcrkamp) hoorde ik Woensdagavond een paar
nummers. Deze vereeuiging toonde onder leiding
van haren talentvollen directeur ernstig te
sttideereu. Ik kon tot mijn leedwezen slechts n
koornummer hooren, dat echter zeer muzikaal
werd voorgedragen. Als solist hoorde ik den hoer
F. 11. van Duinen. Deze zanger, die over zeer
schoone stemmiddelen beschikt, toonde in de voor
dracht van de schoone liederen van Dr. Pijzel
en B. Zweers geheel in den geest te zijn door
gedrongen en verraste ons mot eene echt muzi
kale wcilcrgave, terwijl uitspraak en declamatie
zeer te roemen waren. De heer van Duinen, die
een leerling van den heer Averkamp is, tuont
zeer naar ontwikkeling te streven.
De liederen in de eerste afdeeling, van den heer
T etterode, kon ik tot rmjn spijt niet hooren. Eene
leerlinge van het Conservatorium alhier, mej. J.
Nunes. speelde een drietal stukken van Liszt,
Schumann en Chopin. Deze jonge dame toonde
veel aanleg en reeds eene belangrijke techniek te
bezitten. Ongetwijfeld zal zij veel aan zelfvertrou
wen winnen en wij twijfelen dus niet of zij zal
bij voortgezette studie onder de uitstekende pia
nisten gerangschikt kunnen worden. M.
ALGEMEEN E TENTOONSTELLING
VAN BEELDENDE KUNSTEN TE BRUSSEL,
,,'t Is toch maar eeue vervelende geschiedenis,
zulk eeae tentoonstelling! Ik wed dau ook tieu
tegen n, dat geene vijf-en-twintig jaren valide
twintigste eeuw zullen verloopen, alvorens men
de slechte gewoonte heeft afgeschaft dea goeden