De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1890 19 oktober pagina 6

19 oktober 1890 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

'.X KB AtfftT&B&AMH&B, WEEKBLAD VOOR NEBE&LANIX Nb. 695 Wtèoenlng verzekerde de achtensrtfaardige "dat na den afloop van het eigendomsrecht Vtoa Campe et eeri nog grootere verspreiding ' Bïhe'g werken riet veel meer dan 100,000 u Hatd plaats gehad. Dat is immers het ife monument voor' Beine", vond Frau 166» ef ten slott'èsprake was va» het opgerichte Heine-gedeïikteeken. EN DÜITSCHLAND OP EENE ENGEL8CHËKOSTSCHOOL. IVoor fat ngélseh van ASCOTT HOPE. * TöMJ bij zag, dat Wij niet van plaii waren, L '*fcön te helpen, koos ocze Zwitser een jongen uit, die «chter in de klasse zat eüer zeer goedig uitzag. Maar dat uiterlijk was slechts schijn, want hïj ?was net zoo ondeugend als wij, en begon al gauw ijne grapjes. Nadat hij in 't Fransch den eer«töi zin had gelezen, zeer voorzichtig en zich ?dwaas dom houdend, begon hij met een allergekst \SchoUch accetit te vertalen, zoo snel, dat ?*T n blik van koddige verlegenheid op het ger ticbt van den meester kwam. Hij keek den verf taler strak aan, maar ontmoette zulk een blik ', "Vöf onschuldigen eenvoud, dat de heer Wakker dacht dat het van zijn eigen zwakheid in het - Ebgelsch kwam en niets zeide, maar Duckwoith tftzocht om verder te gaan. Duckworth, die uit Devonshire kwam, trachem toen op een staaltje van zijn dialect, geen den meester al niets duidelijker was eu toen volgende jongen vertaalde in Cockneygelsch van Sam Weller en zoo vergastten wij op een bont allerlei van dialecten, tot we lachen niet meer konden houden en hij wel inoeet merken, dat er iets niet in den haak was. Jout verwachtten we eene uitbarsting van woede, ttls hij ten minste daartoe in staat was, toen "K*ckïeton afleiding bezorgde, door klagend te roepen : »Iemand heeft mij geprikt, meneer" en met «tt pynlijk gezicht zich den bals te wrijven. ?Maar dit komt niet te pas in de les ; wie t«eft dien jongen kwaad gedaan ? Ik vraag zijn naam." Niemand antwoordde. »AJs jellui niet Stiller bent, zal ik den directeur moeten roepen," klonk nu de stem van den meester en die Woor den hadden ene kalmeerende uitwerking. Een cfer frnapste jongens uit de klasse kwam toen Tbor den dag met eene vingerwijzing voor den nieuwen meester en zeide : «Kapitein Buisson las ?Ohs altijd een paragraaf vóór. orn de uitspraak, «Édan lazen wij het hem na." Onze nieuwe meester nam gretig dien wenk wan en begon het Fransch te lezen, terwijl wij deffen, alsof we luisterden, maar enkelen van ttos trokken de schouders op en zetten verbaasde ', jgeeichten, alsof we verbaasd waren door het on* fcfcrJjSche accent, ofschoon we niet het minste on*8er£cbeid melkten. Vóór hij nog de paragraaf ( ten einde had, kwam er weer stoornis door »Een Wesp ! Een wesp !" gilde hij en vloog op i» voorgewendsn angst en de halve kJasse vloog mfee op en liep heen en weer, alsof er een bom onder ons was uiteengesprongen. »Sier is hij," riep een. »Neen, daar op je hoofd ! O, pas op, meneer, nu is hij vlak achter u! O wee, o wee, wat zullen we doen'? Ik ben zoo bang!" Tusschen al die uitroepen in, sloeg een de ?wesp dood otder een gemompel van afkeuring van de anderen, die de grap verder hadden wil len uitspinnen en ten slutte kreeg de heer Wak- ker het zoo ver, dat er iets als orde hersteld was s en ging weer aan de ondankbare taak ous Fransch te leeren. Maar wij waren als een lastig paard met een ruiter, die noch teugels, noch spoien goed kan gebruiken. Zelfs de lafste jongeus in de klasse Werden aangestoken en verborgen het niet, hoe vrènig ze gaven om den onmannelijken meester, dfe te vergeefs zijne verontwaardiging trachtte te overwinnen eu deed alsof hij onze onbeschaamd heid niet begreeep of die wilde overwinnen door goedmoedig geduld. Dan eens werd het sein gegeven tot c-en algemeen gapen. Een ander oogenblik trokken we alle onze horloges uit en keken er lang op, om te kennen te geven, dat ?wij de zaak nioede waren. Of we gingen kuchen ? en elkaar antwoorden als blaffende honden of begonnen op eens allen te lachen, wat den ongelukkigen onderwijzer een kleur deed krijgen in 2e meening, dat hij een dwaze vergissing had ""begaan. Enkele jongens schudden aan de ban ken, als om een aardbeving voor te stellen, an. deren gooiden met ;*oppen en raakten bij u a den lieer Wakker, die maar voortging onze attouie "Voor Karel XII in te roepen. Hij moet ons een troep barbaren hebben gevonden, niet; beter dan de ruwe Kussische recruten, diedeZwedeukouiug drilde. Er was in al die dwaasheid eigenlijk zeer wei nig grappigs en na een poosja waren we onze eigen gekheid moede en de heer Wakker kou ten minste het doen voorkomen, dat hij ons de Btaatsregeliug en de oude geschiedenis van Zwe den leerde. Maar dit duurde niet lang, spoedig braken de elementen van wanoide weer los. Enkele jongens gaven zich niet eens de moeite, hun boek in te zien, maar zaten te fluisteren eu anderen vonden het eeue of ai.dere voorwendsel om op te staan en door het vertrek te loopen. Duckworth was de ergste; hij had zich verscho len achter de genoemde rij pilaren, waarachter hij vooru-loop nu eu dan een gezicht trekkend tfgen ons, die hem konden zien, t er wij! hij vour den meesier verborgen was door ditiis lêssetaiir, zoodat deze niet wist wat ons weer zoo a;m den gang bracht, toen we in spanning rondkeken, waar Duckworth zich weder zou vertooueu. Daar had hij een kaartenstok gevonden en voorover buigend van den laatsteu pilaar af, kon hij juist op de deur tikken en zich toen weer spoedig verbergen. »Daar is iemand aan de deur!'' riepen wij, opspringend en naar de deur vliegend, om die te openen; maar er was natuurlijk > iemand, al liepen wij ook in grooten ijver een eind de gang in. om den geheinizinnigen bezoeker op te sporen. Toen de grap zoolang was uitgesponnen als ze kon, gingen we zitien, maar net was de rust hersteld, of er werd weer geklopt, waarop de zelfde verwarricg volgde. Nog eenmaal werd de grap herhaald, teen liep Treckleton weer naar buiten, maar kwam niet weer binnen, waar schijnlijk om een nieuw kattekwaad te beden ken. Maar de heer Wakker was niet zoo onnoozel, als hij leek, en zijn geduld was niet geheel on uitputtelijk. Hij werd ernstig boos, sloeg zijn boek met n slag dicht en ging naar de deur. »Ik ga mij bij den directeur beklagen". Och, neen, mijnheer, doet u dat nitt! Wij zullen stil zijn !" Zoo riepen wij half in gekheid half in ernst, want wij werden ongerust, maar de voorzichtigheid ging voorbij en maakte plaats voor luidruchtige vreugde, toen wij bemerkten, dat de goede man de deur nist kon openen, hoe hard hij ook in zijne rechtmatige woode trok. Treckleton had den sleutel aan de buitenzijde omgedraaid en was weggegaan. Bij het misluk ken van die pogiag ging de meester naar het venster, maar de ijzeren staven maakten daar den uitgang onmogelijk. En toen, geheel buiten zich zelveii, schoot hij toe op Mackinnou, don Schot, die het dichtst bij hem was. »Ik heb het niet gedaan," riep deze en vloog de bank uit en de heer Wakker achter hem aan door het ruime vertrek, dat veel beter voor ver stoppertje geschikt was daa voor lesgeven. De pilaren deden goede diensten, maar op eens werd de heer Wakker tot staan gebracht of eigenlijk tot liggen, want hij gleed uit en viel languit op den grond. Overal ging luid ^egil op en bij dat rumoer hoorden wij niet, dat de sïeutel in het slot werd omgedraaid en bemerkten niet, dat de deur geopend werd door den persoon, dien wij in de allerlaatste plaats als toeschouwer zouden hebben jïewenscht. Plotseling was alles stil, toen een al te welbekende stem boven het rumoer uit klonk : Wat beteekent dit alles?" Daar stond de directeur als de stcenen gast in Don Juan. Vol verbazing keek hij naar den heer Wakker, die met fene hoogroode kleur van den grond opstond en het eerst het woord nam. Hij naderde den directeur en begon met allerlei gesticulaties half in het Duitsch, half iu het Fransch een verhaal van het onrecht, dat hem was aangedaan. Wij stonden bij elkaar aan de and'.re zij der kamer wachtend op het vonnis, dut over ons zou worden geveld. Daar hoorden wij den directeur aan onzen meester tot onze ver bazing in vloeiend Fransch een antwoord geven, wij kenden hem als mijn van het beste Latijn en Grieksch en EU hij bleek de vreemde taal zoo goed te kennen, rees die niet weinig in onze achting. Dus was het de moeite waard, om Fransch te leereu ! Benige minuten duurde het gesprek, toen wendde de doctor zich tot ons en de donderbui brak los. »Uw gedrag is schandelijk, zooals ge zeer goed weet. Als ge u zoo hadt gedragen tegenover een der andere meesters, zou ik het niet zoo erg bobben gevonden; clan zi>u het ten minste niet laf zijn geweest. Lafis het woord, jongens, en ik heb bepaald een tegenzin in zoo'a gedrag. C4e hebt misbruik gemaakt van net gebrek aan er varing van dezen heer en ge meendet, dater geen gevaar voor straf be-'toud. Ik wil hem niet meer aan zoo iets blootstellen en zal in het vervolg zelf hier de lessen in het Fransch geven ! ' Wij hoorden het en beefden. Natuurlijk hadden we geen woord in tebrenaren eu de heer Wakker sprak nog een woordje misschien tot onze ver ontschuldiging1, toen de stilte verbroken werd door een geluid, dat op elk ander oogenblik ons weer aan 't lach?n zou hebben gemankt. Wij hoorden door d-i deur, die op een kier stond f ene stem, die de echo geleek vau die, welke ons had toegesproken. »Wat beteekftit dit, jongens? Ik schaam mij over u alleu. Kom na schooltijd bij mij. Zulk een gedrag verdient strer.ge straf." Zelfs de directeur was blijkbaar getroffen door de nabootsing van zijn stem en wij keken naar de deur reet zeer gemengde gevoelens. De deur ging langzaam open eu Treckleton kwam binnen en wendde zich a!s pen opgeblazen kikvorsch tot den heer Wakker : »Ik hoop, dat deze jongens uw geduld iiiet al te zeer op de proef hebben gesteld," begon hij. toen onze verglaasde blikken hem in eene andere richting deden zien en den werkeüjken Jtiftiter tonans dfden aanschouwen. Dat was een tragi-komisch tooneel! De woor den stokten hem in de keel, muar de directeur maakte er eon einde aan en als versmaadde hij het, om notiti» te uer.ieu van zulk een oneerbiedigheid, liet hij Treckleton iiaur zijn plaats sluipeu en vervolüdt: »Ik vermoed wel, dat gij niets tot uwe ver open lijn krijgt en de positie van zwart zwakker j wordt. c Als wit nu T.a") : kan zwart dit stuk terug winnen. OI'UXSSIXGKX. Probleem Xo. 40 van II. Mcndcs da Costa. l L.u5 d-l- L.h4 X :> i' D.h3 - hl f cl X hl 3 P...-7 Probleem Xo. 41. c7 K.at> a5 l K.u L.d-I i« :; L.fi; ds 4 K.c7 b7 K a5 a:; K.a;J a.") Goede oplossingen ontvangen van Vv*. v. II. te Deïtt; Aiui en i'. C, K., alhier. De overigen waren niet goed. CORRESl'OXDEXTIE. II. II. M. II. te Leiden. Op K.e-1 X d3 volgt D 15 4: die zet gaat dus wel op. U\v zet is ook goed niaar niet zou mooi. Paaiden zijn der scl'olpon tranen, Hot bcrld schi.int vol vi'nir.fiin'Ueid: Alleen r.uK't niet elk !-e't«lp'.lior wanen, Dat het kostbare paarlcn bdu-eit. f ODtschuldiging kunt bijbrengen en ge weet wat | ge hebt verdiend. Er zijn echter te veel schuldii gen. dan dat ik zou kunnen straffen, zooals ik j anders zou doen, dus zal ik u er eerst samen over laten spreken." Hier klaarde sommiger ge moed op in de meening, dat wij er gemakkelijk af zouden komen, maar anderen twijfelden en dit gezichtspunt leek hun te mooi oin waar te we zen. Zij hadden gelijk, want de volgende woor den luidden : »Ik verwacht, dat de aanvoerders in dezeleelijke historie zich zelf zullen aangeven, om de straf te onderdaan. Als zij dat niet doen, houd ik da geheele klasse Zaterdagmiddag bier." (Slot volgt). VOOI1 DAMES. Mode. Ken lif.fdadiglieidsbaxar. Alphonse Karr over da vrouwen. - LmvnTennis. Een der hoofdtrekken van het toilet voor dezen winter belooft het lint te zijn. Reeds dezen zomer zag men bij Imcn-tennis en strandtoiletten veoi lint aangewend ; voor den winter zal men er, vooral om hot eenvoudig snit van ve!e japonnen, nog sterker zijn troost in zoeken. Zes of acht meter mooi breed lint om het toilet geslingerd, geeft er een aangename verscheidenheid aan; men bevestigt het bijvoorbeeld op den schouder naad, met een broche of agrafe, vandaar gaat het tot aan den rand van bot corsage, vooral gra cieus en los, wordt om het middel gewonden en weer op dezelfde plaats opgenomen, en hangt met een paar sierlijke lussen en einden af. Of men bevestigt het ter zijde in de taille, en begint met het schuins over do borst naar den t genovergestelden schouder to laten loopen. Daar het cssentieele hierbij is, dat het lint niet vastgenaaid j wordt, maar telkens hij bet aankleeden opnieuw ' gearrangeerd en dus allicht telkens gekreukeld wordt, is er of een zeer handige kamenier of een veelvuldig opfrisschen van het lint bij r.oodig. Voor groot toilet denkt men aan aangezette sleepen in verband met aangezette mouwen ; het lint dient hier om, over alles heen gedragen, aan het toilet meer harmonie te geven. Men kan dan aan een zelfde zijden kleed een paar passementmouwen vastknoopen, of een paar mouwen van goudtulle en fluweel, waarbij de sleep dan be hoort, on sleep en mouwen door bijpassend lint, (dat dan van onderaan den sloop tot den schou der loopt), met een slinger om do heupen of om het middel vereenigen. Doze aangezette sleepen worden zeer stijf ge voerd; men kan daarom toch de bovenstof zeer licht maken; er wordt van sleepen van struisveercn, rozenblaadjes, viooltjes, maar ook van ge brocheerde gouden tnllo, kant, gaas en het steeds geliefde crêpe de Cbine gesproken. * S: # Te Berlijn wordt een Jiefdadigheidsbazar ge houden ten voordeele eener verecm'ging die aan schoolplicbtige jonge meisjes van ouders die buiten 's huis werken, gedurende de uren buiten den schooltijd verzorging, opleiding en toezicht tracht te verleenon, ze te<jen vcrwaarloozing te behoeden en voor een eerlijk handwerk op te leiden. De vereeniging zorgt reeds voor 250 jonge meisjes, maar kan haar werkkring in eene millioenenstad als Berlijn nog zoo uitbreiden, dat zij niet gauw genoeg geld bijeen heeft. Voor haren bazar nu beeft zij allerlei hulp genoten. Er zijn natuurlij!;: tafels vol cadeaux, handwerken, snuisterijen, bloemen, boeken, glas en porcelein ; men kan er loten; brieven poste restante schrijven en ontvangen; en vooral aqua rellen, crayonschetsen on autografen koopen. Dezo laatste zijn meest op tamboerijnen geschre ven on goteekend, van zulk een formaat, datraen ze op de schrijftafel kan plaatsen. Allerlei Berlijnsche kunstenaars hebben bijgedragen; voor do autografen hebben allerlei beroemde personen, Moltke, Caprivi, Windthorst', Barnay, Joachim, Fontano, Xieraann, Rosegger, M-iric v. Ebneri Eschenbach, Franziska Ellmonreich, on anderen hun handteekening gegeven. Dichters on romani schrijvers hebben moest oen paar versregels gcj go ven; men vindt van Albert Trager: Worden door d'.vazon iri-.'t d f-ft i Paul Heyse heeft er zich gemakkelijk afge*.. maakt, met: Och, hoe schoon is Carrnosanella, Als zij danst de tarantella. Door Paul Devrient wordt Göthe aangehaald r. SJechts hij is vroolijk, die van g'even houdt.1' Oscar Blumenthal schrijft: Geest moet krabben, maar niet streelen, Geen gevlei, maar straften doelen. en verder, als sarcastisch vrouwenkcuner: Jongelui, leert en begrijpt: De man wordt oud, du vrouw gerijpt. De tooneeldichter Adolph L'Arronge gaf een groot aantal, waaronder: Ik snijd het niet in iedren eikenbast, In kiezelsteen ook heb ik 't niet gekrast; Maar gaarne schrijf ik het op kalvervellen, Met zijden band omzoomd eu rinkdbeïlen : U hoort mijn hart en eeuwig zal 't zoo blijven, Als gij maar veel betaa-lt voor dit mijn schrijven. Van de hand van Karl Emil Franzos kan men, lezen: Hoe vaak is van den kelk, waar liefde in bruischt en schuld, De bodem met genot, niet met geluk, geiuld. Citaten in raassa, waarbij d« beroemdheden van het oogenblik zich bescheiden achter vroegereberoemdheden terugtrekken. Budormann, de schrij ver van 4)ie Ehre, Leeft iets oorspronkelijke: En mocht ge gelukkig bezitter al zijn, Van Indië's schatten, van gouden gewelven; Uw daaerJijkschs portie zonneschijn, Die moet ge verdienen, alleen door u zelven. Zou men uit het karakter van Alphonse Karr's. Guêpes opmaken, dat hij vóór alles politicus was, het geslacht dat twintig jaar geleden Fransch las, kende hem evenzeer van eeue andere zijde. Onder de Franschen die het vrouwelijk hart geanalyseerd hebben, neemt hij naast Balzac, Sa;id; l)un:as fils en Micheiet eene belangrijke plaats in; zijne korte karakteristieke uitspraken vertoonen nu eens het sympathieke van de eenen, dan het wrecde van de anderen; bet diepo ervan is niet te miskennen. In Etieore les femmes bij voorbeeld, leest mei:: De liefde, dat is het wat God op het eind van den zevenden dag geschapen heeft, na al het andere"; in Baoul: De liefde is de oorsprong van alle deugden!" Alphonse Karr's uitspraken zijn tweeërlei; eenigekonden bijna in een meisjes poëzie-album geplaatst worden, als Niets maakt schooncr dan de liefde," eenige andere zijn bijna cru in hun schorre ana lyse. Xiet deze: Eene vrouw die waardigheid en hart bezit, zou zich geon oogenblik door hare liefde laten meeslepen, als zij niet dacht, dat deze minstens haar leven lang duren zou." Maar wel in de conclusie, waartoe hij later komt: Er is slechts n vrouw, maar de omstandigheden zijn verschillend," of De standvastigste vrouw wil wel aan n slechts behooren, maar vooral op voorwaarde, dat alle andere vrouwen van jaloezie daarover sterven." Maar zijn excuus is: Men moet de vrouwen boven alles bemind hebben, om ze to verfoeien " Wie veel bemind heeft, dien zal veel vergeven worden; hierop mag ook Alphonse Karr rekenen. Ik heb," zegt hij, in mijn geheugen een soort herbarium, waarin, ik al de rozen en doornen be waar, die ik geplukt heb", en hij houdt het daar bij met de scboone Arabische spreuk: ter wille der rozen bemint men de dorens." Vindt hij zulk eene bloem, dan heeft hij de teerste uitingen er voor over: ,J)e liefde is de geur der ontluikende ziei" ; en ook: ,.Er zijn gcvoeiens, zoo kiesch, zoo kuisch. zoo taeder, dat zij verwelken en verdorren. wanneer zij een hart ontsnappen en niet terstond een ander hart viuderi, dat zo opneemt". Vol mensclienkennis is otik dit: Vooral wanneer hij er niet bij is, bemint de vrouw den geliefde, wien zij nog niet toebehoord beeft; zij heeft dan 1102 niets van hem te vreezen, en geeft zich on gedwongen aan bet onuitsprekelijk genot van te beminnen over." In deze categorie behoort ook: En amour, qnar.d deux regards se rencoutrent, ils se tutoieut." Intusschen komen ook de harde waarheden: Langzamerhand gswent men er aan, grove natu ren tot room on eer to zier. i;crakt:n, maar steeds nog vindt men hei; stuitend ze. to /jleu beminnen en bemind worden." Mij dunkt een blik van be geerte, die over eonc vrouw gaat, moe; op haar gelaat hetzelfde leeïijko spoor achterlaten, als eencslaïc, die over eeno roos kruipt." Eenige zelfs schijnen o^s to rcalUtisch: Ik hoor niet gaarne ec:io vrouw vertuiion, dat zij een bad genomen. Probleem Xo. 44 van Pb Klott. Probleem Xo. -15 van Prof. J. Berger. KV7AKT <i e "WIT In 2 zetten mat. Wit: K d3 D.c l P.cS pions bl do. Zwart: M.d5 pions b.") eu b(J d7 eü. a b c d c i' g L WIT In 4 zetten mat. Wit: K.'oi D.bl T.fG P. c7 en g3 L.g7 pion Zwart: K.d-i D.gül'.cl en ho L.cS ea c3 pi b5 c3 ef> ca g G.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl