Historisch Archief 1877-1940
'.X
KB AtfftT&B&AMH&B, WEEKBLAD VOOR NEBE&LANIX
Nb. 695
Wtèoenlng verzekerde de achtensrtfaardige
"dat na den afloop van het eigendomsrecht
Vtoa Campe et eeri nog grootere verspreiding
' Bïhe'g werken riet veel meer dan 100,000
u Hatd plaats gehad. Dat is immers het
ife monument voor' Beine", vond Frau
166» ef ten slott'èsprake was va» het
opgerichte Heine-gedeïikteeken.
EN DÜITSCHLAND OP EENE
ENGEL8CHËKOSTSCHOOL.
IVoor fat ngélseh van ASCOTT HOPE.
* TöMJ bij zag, dat Wij niet van plaii waren,
L '*fcön te helpen, koos ocze Zwitser een jongen uit, die
«chter in de klasse zat eüer zeer goedig uitzag.
Maar dat uiterlijk was slechts schijn, want hïj
?was net zoo ondeugend als wij, en begon al gauw
ijne grapjes. Nadat hij in 't Fransch den
eer«töi zin had gelezen, zeer voorzichtig en zich
?dwaas dom houdend, begon hij met een
allergekst \SchoUch accetit te vertalen, zoo snel, dat
?*T n blik van koddige verlegenheid op het
ger ticbt van den meester kwam. Hij keek den
verf taler strak aan, maar ontmoette zulk een blik
', "Vöf onschuldigen eenvoud, dat de heer Wakker
dacht dat het van zijn eigen zwakheid in het
- Ebgelsch kwam en niets zeide, maar Duckwoith
tftzocht om verder te gaan.
Duckworth, die uit Devonshire kwam,
trachem toen op een staaltje van zijn dialect,
geen den meester al niets duidelijker was eu
toen volgende jongen vertaalde in
Cockneygelsch van Sam Weller en zoo vergastten wij
op een bont allerlei van dialecten, tot we
lachen niet meer konden houden en hij wel
inoeet merken, dat er iets niet in den haak was.
Jout verwachtten we eene uitbarsting van woede,
ttls hij ten minste daartoe in staat was, toen
"K*ckïeton afleiding bezorgde, door klagend te
roepen :
»Iemand heeft mij geprikt, meneer" en met
«tt pynlijk gezicht zich den bals te wrijven.
?Maar dit komt niet te pas in de les ; wie
t«eft dien jongen kwaad gedaan ? Ik vraag zijn
naam." Niemand antwoordde. »AJs jellui niet
Stiller bent, zal ik den directeur moeten roepen,"
klonk nu de stem van den meester en die Woor
den hadden ene kalmeerende uitwerking. Een
cfer frnapste jongens uit de klasse kwam toen
Tbor den dag met eene vingerwijzing voor den
nieuwen meester en zeide : «Kapitein Buisson las
?Ohs altijd een paragraaf vóór. orn de uitspraak,
«Édan lazen wij het hem na."
Onze nieuwe meester nam gretig dien wenk
wan en begon het Fransch te lezen, terwijl wij
deffen, alsof we luisterden, maar enkelen van
ttos trokken de schouders op en zetten verbaasde
', jgeeichten, alsof we verbaasd waren door het
on* fcfcrJjSche accent, ofschoon we niet het minste
on*8er£cbeid melkten. Vóór hij nog de paragraaf
( ten einde had, kwam er weer stoornis door
»Een Wesp ! Een wesp !" gilde hij en vloog op
i» voorgewendsn angst en de halve kJasse vloog
mfee op en liep heen en weer, alsof er een bom
onder ons was uiteengesprongen.
»Sier is hij," riep een. »Neen, daar op je
hoofd ! O, pas op, meneer, nu is hij vlak achter
u! O wee, o wee, wat zullen we doen'? Ik ben
zoo bang!"
Tusschen al die uitroepen in, sloeg een de
?wesp dood otder een gemompel van afkeuring
van de anderen, die de grap verder hadden wil
len uitspinnen en ten slutte kreeg de heer
Wak- ker het zoo ver, dat er iets als orde hersteld was
s en ging weer aan de ondankbare taak ous Fransch
te leeren.
Maar wij waren als een lastig paard met een
ruiter, die noch teugels, noch spoien goed kan
gebruiken. Zelfs de lafste jongeus in de klasse
Werden aangestoken en verborgen het niet, hoe
vrènig ze gaven om den onmannelijken meester,
dfe te vergeefs zijne verontwaardiging trachtte te
overwinnen eu deed alsof hij onze onbeschaamd
heid niet begreeep of die wilde overwinnen door
goedmoedig geduld. Dan eens werd het sein
gegeven tot c-en algemeen gapen. Een ander
oogenblik trokken we alle onze horloges uit en
keken er lang op, om te kennen te geven, dat
?wij de zaak nioede waren. Of we gingen kuchen
? en elkaar antwoorden als blaffende honden of
begonnen op eens allen te lachen, wat den
ongelukkigen onderwijzer een kleur deed krijgen in
2e meening, dat hij een dwaze vergissing had
""begaan. Enkele jongens schudden aan de ban
ken, als om een aardbeving voor te stellen,
an. deren gooiden met ;*oppen en raakten bij u a den
lieer Wakker, die maar voortging onze attouie
"Voor Karel XII in te roepen. Hij moet ons een
troep barbaren hebben gevonden, niet; beter dan
de ruwe Kussische recruten, diedeZwedeukouiug
drilde.
Er was in al die dwaasheid eigenlijk zeer wei
nig grappigs en na een poosja waren we onze
eigen gekheid moede en de heer Wakker kou ten
minste het doen voorkomen, dat hij ons de
Btaatsregeliug en de oude geschiedenis van Zwe
den leerde. Maar dit duurde niet lang, spoedig
braken de elementen van wanoide weer los.
Enkele jongens gaven zich niet eens de moeite,
hun boek in te zien, maar zaten te fluisteren eu
anderen vonden het eeue of ai.dere voorwendsel
om op te staan en door het vertrek te loopen.
Duckworth was de ergste; hij had zich verscho
len achter de genoemde rij pilaren, waarachter
hij vooru-loop nu eu dan een gezicht trekkend
tfgen ons, die hem konden zien, t er wij! hij vour
den meesier verborgen was door ditiis lêssetaiir,
zoodat deze niet wist wat ons weer zoo a;m den
gang bracht, toen we in spanning rondkeken,
waar Duckworth zich weder zou vertooueu. Daar
had hij een kaartenstok gevonden en voorover
buigend van den laatsteu pilaar af, kon hij juist
op de deur tikken en zich toen weer spoedig
verbergen.
»Daar is iemand aan de deur!'' riepen wij,
opspringend en naar de deur vliegend, om die te
openen; maar er was natuurlijk > iemand, al
liepen wij ook in grooten ijver een eind de gang
in. om den geheinizinnigen bezoeker op te sporen.
Toen de grap zoolang was uitgesponnen als ze
kon, gingen we zitien, maar net was de rust
hersteld, of er werd weer geklopt, waarop de
zelfde verwarricg volgde. Nog eenmaal werd de
grap herhaald, teen liep Treckleton weer naar
buiten, maar kwam niet weer binnen, waar
schijnlijk om een nieuw kattekwaad te beden
ken.
Maar de heer Wakker was niet zoo onnoozel,
als hij leek, en zijn geduld was niet geheel on
uitputtelijk. Hij werd ernstig boos, sloeg zijn
boek met n slag dicht en ging naar de deur.
»Ik ga mij bij den directeur beklagen".
Och, neen, mijnheer, doet u dat nitt! Wij
zullen stil zijn !" Zoo riepen wij half in gekheid
half in ernst, want wij werden ongerust, maar
de voorzichtigheid ging voorbij en maakte plaats
voor luidruchtige vreugde, toen wij bemerkten,
dat de goede man de deur nist kon openen, hoe
hard hij ook in zijne rechtmatige woode trok.
Treckleton had den sleutel aan de buitenzijde
omgedraaid en was weggegaan. Bij het misluk
ken van die pogiag ging de meester naar het
venster, maar de ijzeren staven maakten daar den
uitgang onmogelijk. En toen, geheel buiten zich
zelveii, schoot hij toe op Mackinnou, don Schot,
die het dichtst bij hem was.
»Ik heb het niet gedaan," riep deze en vloog
de bank uit en de heer Wakker achter hem aan
door het ruime vertrek, dat veel beter voor ver
stoppertje geschikt was daa voor lesgeven. De
pilaren deden goede diensten, maar op eens werd
de heer Wakker tot staan gebracht of eigenlijk
tot liggen, want hij gleed uit en viel languit op
den grond. Overal ging luid ^egil op en bij dat
rumoer hoorden wij niet, dat de sïeutel in het
slot werd omgedraaid en bemerkten niet, dat de
deur geopend werd door den persoon, dien wij
in de allerlaatste plaats als toeschouwer zouden
hebben jïewenscht. Plotseling was alles stil, toen
een al te welbekende stem boven het rumoer uit
klonk :
Wat beteekent dit alles?"
Daar stond de directeur als de stcenen gast in
Don Juan. Vol verbazing keek hij naar den
heer Wakker, die met fene hoogroode kleur van
den grond opstond en het eerst het woord nam.
Hij naderde den directeur en begon met allerlei
gesticulaties half in het Duitsch, half iu het
Fransch een verhaal van het onrecht, dat hem
was aangedaan. Wij stonden bij elkaar aan de
and'.re zij der kamer wachtend op het vonnis, dut
over ons zou worden geveld. Daar hoorden wij
den directeur aan onzen meester tot onze ver
bazing in vloeiend Fransch een antwoord geven,
wij kenden hem als mijn van het beste Latijn en
Grieksch en EU hij bleek de vreemde taal zoo
goed te kennen, rees die niet weinig in onze
achting. Dus was het de moeite waard, om Fransch
te leereu !
Benige minuten duurde het gesprek, toen
wendde de doctor zich tot ons en de donderbui
brak los.
»Uw gedrag is schandelijk, zooals ge zeer goed
weet. Als ge u zoo hadt gedragen tegenover een
der andere meesters, zou ik het niet zoo erg
bobben gevonden; clan zi>u het ten minste niet
laf zijn geweest. Lafis het woord, jongens, en ik
heb bepaald een tegenzin in zoo'a gedrag. C4e
hebt misbruik gemaakt van net gebrek aan er
varing van dezen heer en ge meendet, dater geen
gevaar voor straf be-'toud. Ik wil hem niet meer
aan zoo iets blootstellen en zal in het vervolg
zelf hier de lessen in het Fransch geven ! '
Wij hoorden het en beefden. Natuurlijk hadden
we geen woord in tebrenaren eu de heer Wakker
sprak nog een woordje misschien tot onze ver
ontschuldiging1, toen de stilte verbroken werd
door een geluid, dat op elk ander oogenblik ons
weer aan 't lach?n zou hebben gemankt. Wij
hoorden door d-i deur, die op een kier stond
f ene stem, die de echo geleek vau die, welke ons
had toegesproken.
»Wat beteekftit dit, jongens? Ik schaam mij
over u alleu. Kom na schooltijd bij mij. Zulk een
gedrag verdient strer.ge straf."
Zelfs de directeur was blijkbaar getroffen door
de nabootsing van zijn stem en wij keken naar
de deur reet zeer gemengde gevoelens. De deur
ging langzaam open eu Treckleton kwam binnen
en wendde zich a!s pen opgeblazen kikvorsch tot
den heer Wakker :
»Ik hoop, dat deze jongens uw geduld iiiet al
te zeer op de proef hebben gesteld," begon
hij. toen onze verglaasde blikken hem in eene
andere richting deden zien en den werkeüjken
Jtiftiter tonans dfden aanschouwen.
Dat was een tragi-komisch tooneel! De woor
den stokten hem in de keel, muar de directeur
maakte er eon einde aan en als versmaadde hij
het, om notiti» te uer.ieu van zulk een
oneerbiedigheid, liet hij Treckleton iiaur zijn plaats
sluipeu en vervolüdt:
»Ik vermoed wel, dat gij niets tot uwe ver
open lijn krijgt en de positie van zwart zwakker j
wordt.
c Als wit nu T.a") : kan zwart dit stuk terug
winnen.
OI'UXSSIXGKX.
Probleem Xo. 40 van II. Mcndcs da Costa.
l L.u5 d-l- L.h4 X :>
i' D.h3 - hl f cl X hl
3 P...-7
Probleem Xo. 41.
c7 K.at> a5
l K.u
L.d-I i«
:; L.fi; ds
4 K.c7 b7
K a5 a:;
K.a;J a.")
Goede oplossingen ontvangen van Vv*. v. II. te
Deïtt; Aiui en i'. C, K., alhier. De overigen waren
niet goed.
CORRESl'OXDEXTIE.
II. II. M. II. te Leiden. Op K.e-1 X d3 volgt
D 15 4: die zet gaat dus wel op. U\v zet is ook
goed niaar niet zou mooi.
Paaiden zijn der scl'olpon tranen,
Hot bcrld schi.int vol vi'nir.fiin'Ueid:
Alleen r.uK't niet elk !-e't«lp'.lior wanen,
Dat het kostbare paarlcn bdu-eit.
f ODtschuldiging kunt bijbrengen en ge weet wat
| ge hebt verdiend. Er zijn echter te veel
schuldii gen. dan dat ik zou kunnen straffen, zooals ik
j anders zou doen, dus zal ik u er eerst samen
over laten spreken." Hier klaarde sommiger ge
moed op in de meening, dat wij er gemakkelijk
af zouden komen, maar anderen twijfelden en dit
gezichtspunt leek hun te mooi oin waar te we
zen. Zij hadden gelijk, want de volgende woor
den luidden : »Ik verwacht, dat de aanvoerders
in dezeleelijke historie zich zelf zullen aangeven,
om de straf te onderdaan. Als zij dat niet doen,
houd ik da geheele klasse Zaterdagmiddag
bier."
(Slot volgt).
VOOI1 DAMES.
Mode. Ken lif.fdadiglieidsbaxar.
Alphonse Karr over da vrouwen. -
LmvnTennis.
Een der hoofdtrekken van het toilet voor
dezen winter belooft het lint te zijn. Reeds dezen
zomer zag men bij Imcn-tennis en strandtoiletten
veoi lint aangewend ; voor den winter zal men er,
vooral om hot eenvoudig snit van ve!e japonnen,
nog sterker zijn troost in zoeken. Zes of acht
meter mooi breed lint om het toilet geslingerd,
geeft er een aangename verscheidenheid aan;
men bevestigt het bijvoorbeeld op den schouder
naad, met een broche of agrafe, vandaar gaat het
tot aan den rand van bot corsage, vooral gra
cieus en los, wordt om het middel gewonden
en weer op dezelfde plaats opgenomen, en hangt
met een paar sierlijke lussen en einden af. Of men
bevestigt het ter zijde in de taille, en begint met
het schuins over do borst naar den t
genovergestelden schouder to laten loopen. Daar het
cssentieele hierbij is, dat het lint niet vastgenaaid j
wordt, maar telkens hij bet aankleeden opnieuw '
gearrangeerd en dus allicht telkens gekreukeld
wordt, is er of een zeer handige kamenier of een
veelvuldig opfrisschen van het lint bij r.oodig.
Voor groot toilet denkt men aan aangezette
sleepen in verband met aangezette mouwen ; het
lint dient hier om, over alles heen gedragen, aan
het toilet meer harmonie te geven. Men kan dan
aan een zelfde zijden kleed een paar
passementmouwen vastknoopen, of een paar mouwen van
goudtulle en fluweel, waarbij de sleep dan be
hoort, on sleep en mouwen door bijpassend lint,
(dat dan van onderaan den sloop tot den schou
der loopt), met een slinger om do heupen of om
het middel vereenigen.
Doze aangezette sleepen worden zeer stijf ge
voerd; men kan daarom toch de bovenstof zeer
licht maken; er wordt van sleepen van
struisveercn, rozenblaadjes, viooltjes, maar ook van ge
brocheerde gouden tnllo, kant, gaas en het steeds
geliefde crêpe de Cbine gesproken.
*
S: #
Te Berlijn wordt een Jiefdadigheidsbazar ge
houden ten voordeele eener verecm'ging die aan
schoolplicbtige jonge meisjes van ouders die buiten
's huis werken, gedurende de uren buiten den
schooltijd verzorging, opleiding en toezicht tracht
te verleenon, ze te<jen vcrwaarloozing te behoeden
en voor een eerlijk handwerk op te leiden. De
vereeniging zorgt reeds voor 250 jonge meisjes,
maar kan haar werkkring in eene millioenenstad
als Berlijn nog zoo uitbreiden, dat zij niet gauw
genoeg geld bijeen heeft.
Voor haren bazar nu beeft zij allerlei hulp
genoten. Er zijn natuurlij!;: tafels vol cadeaux,
handwerken, snuisterijen, bloemen, boeken, glas
en porcelein ; men kan er loten; brieven poste
restante schrijven en ontvangen; en vooral aqua
rellen, crayonschetsen on autografen koopen.
Dezo laatste zijn meest op tamboerijnen geschre
ven on goteekend, van zulk een formaat, datraen
ze op de schrijftafel kan plaatsen. Allerlei
Berlijnsche kunstenaars hebben bijgedragen; voor do
autografen hebben allerlei beroemde personen,
Moltke, Caprivi, Windthorst', Barnay, Joachim,
Fontano, Xieraann, Rosegger, M-iric v.
Ebneri Eschenbach, Franziska Ellmonreich, on anderen
hun handteekening gegeven. Dichters on
romani schrijvers hebben moest oen paar versregels
gcj go ven; men vindt van Albert Trager:
Worden door d'.vazon iri-.'t d f-ft i
Paul Heyse heeft er zich gemakkelijk afge*..
maakt, met:
Och, hoe schoon is Carrnosanella,
Als zij danst de tarantella.
Door Paul Devrient wordt Göthe aangehaald r.
SJechts hij is vroolijk, die van g'even houdt.1'
Oscar Blumenthal schrijft:
Geest moet krabben, maar niet streelen,
Geen gevlei, maar straften doelen.
en verder, als sarcastisch vrouwenkcuner:
Jongelui, leert en begrijpt:
De man wordt oud, du vrouw gerijpt.
De tooneeldichter Adolph L'Arronge gaf een
groot aantal, waaronder:
Ik snijd het niet in iedren eikenbast,
In kiezelsteen ook heb ik 't niet gekrast;
Maar gaarne schrijf ik het op kalvervellen,
Met zijden band omzoomd eu rinkdbeïlen :
U hoort mijn hart en eeuwig zal 't zoo blijven,
Als gij maar veel betaa-lt voor dit mijn schrijven.
Van de hand van Karl Emil Franzos kan men,
lezen:
Hoe vaak is van den kelk, waar liefde in bruischt
en schuld,
De bodem met genot, niet met geluk, geiuld.
Citaten in raassa, waarbij d« beroemdheden van
het oogenblik zich bescheiden achter
vroegereberoemdheden terugtrekken. Budormann, de schrij
ver van 4)ie Ehre, Leeft iets oorspronkelijke:
En mocht ge gelukkig bezitter al zijn,
Van Indië's schatten, van gouden gewelven;
Uw daaerJijkschs portie zonneschijn,
Die moet ge verdienen, alleen door u zelven.
Zou men uit het karakter van Alphonse Karr's.
Guêpes opmaken, dat hij vóór alles politicus was,
het geslacht dat twintig jaar geleden Fransch las,
kende hem evenzeer van eeue andere zijde. Onder
de Franschen die het vrouwelijk hart geanalyseerd
hebben, neemt hij naast Balzac, Sa;id; l)un:as
fils en Micheiet eene belangrijke plaats in; zijne
korte karakteristieke uitspraken vertoonen nu eens
het sympathieke van de eenen, dan het wrecde van
de anderen; bet diepo ervan is niet te miskennen.
In Etieore les femmes bij voorbeeld, leest mei::
De liefde, dat is het wat God op het eind van
den zevenden dag geschapen heeft, na al het
andere"; in Baoul: De liefde is de oorsprong
van alle deugden!"
Alphonse Karr's uitspraken zijn tweeërlei;
eenigekonden bijna in een meisjes poëzie-album geplaatst
worden, als Niets maakt schooncr dan de liefde,"
eenige andere zijn bijna cru in hun schorre ana
lyse. Xiet deze: Eene vrouw die waardigheid en
hart bezit, zou zich geon oogenblik door hare
liefde laten meeslepen, als zij niet dacht, dat
deze minstens haar leven lang duren zou." Maar
wel in de conclusie, waartoe hij later komt: Er
is slechts n vrouw, maar de omstandigheden
zijn verschillend," of De standvastigste vrouw
wil wel aan n slechts behooren, maar vooral op
voorwaarde, dat alle andere vrouwen van jaloezie
daarover sterven." Maar zijn excuus is: Men moet
de vrouwen boven alles bemind hebben, om ze
to verfoeien "
Wie veel bemind heeft, dien zal veel vergeven
worden; hierop mag ook Alphonse Karr rekenen.
Ik heb," zegt hij, in mijn geheugen een soort
herbarium, waarin, ik al de rozen en doornen be
waar, die ik geplukt heb", en hij houdt het daar
bij met de scboone Arabische spreuk: ter wille
der rozen bemint men de dorens." Vindt hij zulk
eene bloem, dan heeft hij de teerste uitingen er
voor over: ,J)e liefde is de geur der ontluikende
ziei" ; en ook: ,.Er zijn gcvoeiens, zoo kiesch, zoo
kuisch. zoo taeder, dat zij verwelken en verdorren.
wanneer zij een hart ontsnappen en niet terstond
een ander hart viuderi, dat zo opneemt". Vol
mensclienkennis is otik dit: Vooral wanneer hij
er niet bij is, bemint de vrouw den geliefde,
wien zij nog niet toebehoord beeft; zij heeft dan
1102 niets van hem te vreezen, en geeft zich on
gedwongen aan bet onuitsprekelijk genot van te
beminnen over." In deze categorie behoort ook:
En amour, qnar.d deux regards se rencoutrent,
ils se tutoieut."
Intusschen komen ook de harde waarheden:
Langzamerhand gswent men er aan, grove natu
ren tot room on eer to zier. i;crakt:n, maar steeds
nog vindt men hei; stuitend ze. to /jleu beminnen
en bemind worden." Mij dunkt een blik van be
geerte, die over eonc vrouw gaat, moe; op haar
gelaat hetzelfde leeïijko spoor achterlaten, als
eencslaïc, die over eeno roos kruipt." Eenige zelfs
schijnen o^s to rcalUtisch: Ik hoor niet gaarne
ec:io vrouw vertuiion, dat zij een bad genomen.
Probleem Xo. 44 van Pb Klott.
Probleem Xo. -15 van Prof. J. Berger.
KV7AKT
<i e
"WIT
In 2 zetten mat.
Wit: K d3 D.c l P.cS pions bl do.
Zwart: M.d5 pions b.") eu b(J d7 eü.
a b c d c i' g L
WIT
In 4 zetten mat.
Wit: K.'oi D.bl T.fG P. c7 en g3 L.g7 pion
Zwart: K.d-i D.gül'.cl en ho L.cS ea c3 pi
b5 c3 ef> ca g G.