Historisch Archief 1877-1940
Ko. 606
DE AMSTEKDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Mej. Christine Schotel, ecne Dordrechtsche,
?HeindocWer van den zeeschilder Schotel, thans
te Hannover gevestigd, gaf er dezer dagen een
-een concert, waarbij zoowel haar voordracht vol
'-uitdrukking, als de keus harer liederen geprezen
werd. Zg zong Ingeborg» Klage uit Bruck's
Frithjofsage," Der Engel en Schlummerlied van
K. Wagner, vooral met veel succes An die Leyer
van Schubert en Der Nuszbaum van Schumann,
eindelyk nog liederen vau Fritsch, MetzJorf en
.Hildach, en een Lied von Sorrent van Pohl, dat
gebisseerd werd.
De hier ter stede gevestigde Rederijkerskamer
Joost van den Vondel" heeft het voornemen om
?te beginnen met November a. s. onder leiding van
den heer Bouberg Wilson, Directeur der
Tooneelschool alhier, eenen cursus in voordracht te ope
nen, omvattende oefening in spraak en uitspraak
en in ontwikkeling van de stem.
Aangaande dezen cursus, welke slechts
toegankelijk is voor (heeren en dames) leden van het
'Genootschap of zij die alsnog als zoodanig toetre
den, zijn nadere inlichtingen te verkrijgen bij het
bestuurslid, de heer van Wageningen, Singel 140.
LETTEREN EN WETENSCHAP.
Naar uit Wiesbaden gemeld wordf, is August
Junkcrmann, wiens optreden in stukken, aan
Reuter's werken ontleend, zooveel succes had, en
die sedert een jaar te Wiesbaden woonde, door
?een zware zenuwziekte aangetast, die zijn over
brengen naar een krankzinnigengesticht noodza
kelijk heeft gemaakt.
De nieuwe geloofsbelijdenis der Mormonen De
.oudsten" der Mormonen hebben, zooals reeds
'kort geloden gemeld werd, een nieuwe geloofs
belijdenis gemaakt. Daarin staat: Wij gelooven
^aan God den Vader, aan Jezus Christus en den
Heiligen Geest: dat de menschen voor hunne
eigen zonden, niet voor die van Adam worden
gestraft; dat de menschheid door Christus verlost
kan worden en wel door gehoorzaam te zijn aan
de wetten en verordeningen die tot het
christe?lijk geloof behooren en door boete; aan den doop
door indompeling en handoplegging. Wij gelooven
aan dezelfde inrichting als de eerste kerk, name
lijk aan apostelen, profeten, herders, leeraars, on
evangelisten. Wij gelooven aan de
voorspellingder openbaring, aan visioenen en genezing. Wij
gelooven dat de bijbel het woord Ouds is, voor
zoover die goed vertaald is, en ook dat het book
der Mormonen Gods woord is. Wij gelooven alles
wat God heeft geopenbaard en nog heden open
baart en wy gelooven dat Bij nog vele belang.
rijke dingen over het Godsrijk zal openbaren.
Wij gelooven aan de letterlijke hereeniging van
Israël, aan het herstellen der tien stammen, en
dat Sion op dit vasteland herbouwd zal worden.
Wy maken aanspraak op het voorrecht van God
te vereeren naar ons eigon geweten, en veroor
loven anderen hetzelfde. Wij gelooven dat wy
aan onze rcgeering moeten gehoorzamen zoolang
zij eerlijk, oprecht, rechtvaardig, kuisch, weldadig
*en deugdzaam is." Artikel XII spreekt de ophef
fing dor veelwijverij uit. De politieke gevolgen
van dit nieuwe stuk moeten in Idaho en utah
groot zijn. In Idaho worden nu 11,100 Mormonen
stemgerechtigd.
De Newyorker Staatsztitung bericht: Een der
schoonste gedichten van Longfellow, getiteld Ihe
-building of tlie ship, zal, wanneer een vereeniging
van orthodoxe schoolmeesters te Brooklyn haar
zin krijgt, op de lijst van verboden geschriften
.geplaatst worden, en wel wegens onzedelijkheid. De
uitvinder" van de onzedelijke" passages in het
heerlijk gedicht is de president van de Vereeni
ging van schoolmeesters te Brooklyn, genaamd
Cusack. Als byzonder aanstootelijk heeft hij die
passage aangeduid, waarin Longfellow schildert,
hoe het schip zich beweegt, hoe het van leven
doortrild schynt te worden en dan met een enkelen
sprong zich in de armen van den oceaan stort."
Vtrder hebben de heeron moralisten bezwaar
tegen de plaats, waarin geschilderd wordt, hoe
heerlijk hst vaartuig in de armen van den oceaan
rust, die zijne vormen liefkoozend, het met
teedere zorg aan zich drukt."
Deze en andere prachtige plaatsen, vol van de
heerlij', ste poëzie, hebben den buitengewoon
zedelijken heer Cusack en andere leeraren te Brooklyn
verontrust, en zij hebben zich dientengevolge tot
den superintendent, doctor Maxwell, gewend, met
het verzoek het gedicht uit de schoolboeken te
schrappen. De heer Maxwell, die een verstandig
man is, had voor dit verzoek slechts een min
achtend schouderophalen, en be.sloot eenvoudig
tot de orde van den dag over te gaan. Daaren
tegen moet, helaas, geconstateerd worden, dat
verscheidene leden van de schoolcommissie hot
met Cusack en zjjne vrienden eens z\jn. Of hier
de 'overdreven preutschheid dan wel het gezond
verstand het ten slotte winnen zal, valt nog niet
met zekerheid te zeggen.
In een ander geval, niet minder karakteristiek
voor Amerikaansche preutschheid, is dezer dagen
te Philadelphia een rechterlijk vonnis gewezen.
De uitgever Charles Aroutzen, aldaar, die de
Kreuser-Sonate, van graaf Tolstoi, in het Engelsch
had laten vertalen, werd vervolgd wegens het ver
spreiden van onzedelijke geschriften, maar door
den rechter, Thayer, vrijgesproken. Onder de mo
tieven van het vonnis behoort onder anderen:
wel is waar hebben de czaar van Rusland en
de postmeester-generaal aldaar, het boek in stry'd
met de wet verklaard, en heeft de eerste den
verkoop ervan in het rijk en de laatste de ver
zending ervan per post verboden; maar zonder
deze hooge ambtenaren, wat hun beroepskring
aangaat, te willen gering achten, moet toch ge
zegd worden, dat geen hunner ooit in het district
Philadelphia, als absolute autoriteit in dergelijke
vraagstukken is beschouwd geworden, hetzij om
trent wetten of literatuur. De beschuldigden heb
ben zich aan geen vergrijp schuldig gemaakt en
zijn daarom van rechtsvervolging ontslagen."
Bij den uitgever Savine te Parijs is een werkje
uitgekomen, Christophe Colomb devant les Taureaux,
door Léon Bloy. Het wordt gezonden met een
geheel gereed resuméerbij, waar wij zoo vry
zijn geen gebruik van te maken. Het boekje, 224
keurig gedrukte bladzijden op mooi papier, is
enkel uitroepteekens, beeldspraak en onduide
lijkheid, en schijnt gericht tegen een hertog de
Véragua, grande van Spanje, die afstammeling van
Columbus en tevens veefokker moet zijn; hetgeen
hem vooral kwalijk wordt genomen door den
auteur, is, dat hij stieren levert voor de corridas.
Weldra zal bij de firma Thieme te Zutfen een
zeer uitvoerig Glossarium verfcchijnen "p de Bloem
lezing uit Middelnederlar.dsche dichters van Dr.
K. Verwijs. Het is nog voor een groot deel bewerkt
door wijlen dr. G. Penon, en thans door dr. F. A.
Stoett, docent aan het Gymnasium te Amsterdam,
voltooid en voor de pers gereed gemaakt.
Dr. H. J. Eymael, de bekwame uitgever van
Iluygens1 werken, is bezig met cene uitgave van
de Zedeprintcn, die, na den voortreti'eiijkeu indruk,
door het vorige werk gemaakt, veel doet ver
wachten.
Bij de Ode aflevering van Stanley in Afrika's
donkere wildernissen, de geïllustreerde uitgave
van de Gebr. E & M. Coheu te Nijmegen, is eene
groote kaart gevoegd, die achter het eerste deel
moet geplaatst worden. Kaart en aflevering zijn
weer met evenveel zorg behandeld als hetgeen
vroeger van Let boek verscheen.
Van wege de Maatschappij tot nut van 't Alge
meen is een zeer lezenswaardig boekje uitgegeven,
De Staat en de Koepokinenting, door Dr. W.
Koster, oud-hoogleeraar, met duidelijkheid en
toewijding bewerkt, en dat de Maatschappij gaarne
verspreid zag. De prijs is daartoe per f>() exem
plaren ter verspreiding op /' 1,130, voor leden der
Maatschappij op ? 1,25 gesteld.
FRANKRIJK EN DUITSCHLAND OPEENE
ENGELSCHE KOS l SCHOOL.
Naar het Engelsch van ASCOTT HOPE.
(Slot.)
Toen verliet hij de kamer, gevo'gd do -r dr n
heer Wakker, die bang scheen, «in m-'t ons
alleen gelaten te worden, want nu had/iju
boesheid Vüor neerslachtigheid plaats gemankt. Maar
ook wij waren diep aan deu grond, wij, die aan
ons zelven waren overgelaten om te rade te
gaan met ons geweten, oi;ze vrees 011 OLS zelf
verwijt. Nu moesten wij den last dr.-.gen v.':n
het uur van ple.ziermaken. Enkel' n, die vi>lstr- kt
niet hadden gewaar.-chuivd, kwamen uit den
hoek niet de «ipnierking, dat zij het wel zóó
hadden gedacht. Anderen, die vooraan waren
geweest bij de plag- rij, hielden zich op u -u ach
tergrond. Wat de ter betr ft, om voor lei Ier
door te gaan, niemand sciueii lu begeerig na;.r
dien post en van iien mniereu kant, \vas het
toch ook OP mogelijk, Jut we allen den mooien
Septtiüberjiami id:ig verloren. \Vas er geen
Theseus onder oi;s, die zioh voi.r zijae medeburgers
wilde i..p 'erer. a:in d(u MLiotanrus?
*\Vie zal liet doei, :' vroegen wij vn als er
onder mijn lezers zijn geweest, die onder h;;t
scboolréttime van. deu g ,eJeii ouden tijd In
bben geleerd, dan weten ze, vrat die woor ien in
hielden.
»Nu, mij dunkt, ik moet er ten minste bij,"
zei Duckworth op onderworpen toon, volstrekt
niet in den trant van Horatius Coeles, »maar ik
moet twee van jullie meehebben."
»Dat is best, Ducky! We wisten wel, dat jij
je er niet aan zou onttrekken."
»Maar denk er aan, ik vind niet, dat ik erger
heb meegedaan dan anderen," niet een blik op
Treckleton.
sTreckleton! Treckleton!" riepen verschillende
stemmen in koor, maar die held had volstrekt
geen grooten lust, de onderscheiding te aan
vaarden.
»Nu, wacht wat l'' protesteerde hij en zag er
daarbij ver van vroolijk uit.
»Je hoeft zoo bang niet te zijn. In een paar
minuten is het voorbij," zei een grappenmaker,
om hem aan te moedigen. «Denk eens aan den
kapitein, die ligt misschien nu met een kanons
kogel in zijn lijf op het slagveld. Daar is dit
een kleinigheid bij."
»Dat is goed en wel. Doe jij bet dan maar!"
antwoordde Treekleton, die onda;:ks zijn erkende
brutaalheid, bekend was voor lang geen beid.
»'t Is niet aardig, dat jullie mij er in laat loopen ;
we moesten loten." v
Doch daar kwam ieder tegen op en krachtens
de publieke opinie moest de ongelukkige Treck
leton het vonnis gaan afwachten. Toen vatte een
derde Curtius moed en wierp zich in den af
grond, die er gaapte tusscheu ons en onzen
vrijen Zaterdagmiddag.
»Kom, jongens, ik zal gaan," zei de Schot
MY.ckinnon en wij, die wisten, wat hij moest
gevoelen, wij bewonderden zooveel te meer den
lucbthartigen toon: «Zoo iets is mij nog nooit
overkomen en ik wil het wel eens onder
vinden."
?Zullen we het dan maar niet dadelijk doen,"
stelde Duckworth voor, en daar ging het drietal
heen, met strak gelaat hun vrijwillig martelaar
schap aanvaardend. Met groote belangstelling
volgden wij hen op den weg Danrheen en toen
wij ze in de geheimzinnige folterkamer hadden
zien verdwijnen, bleven we op een afstand staan,
om, zoo we al niets te zien kregen, misschien
eenige klanken op te vangen. Maar tot onze
verbazing hoorden wij niets. Vijf minuten
tien minuten nog stilte! Wij werden onge
rust. Was er een nieuwe verwikkeling ontstaan,
die ons allen kwaad voorspelde ? Er waren er
onder o:;s, die wisten, dat ouze meester dirtct
tot daden overging in zulke gevallen, zonder veel
woorden vooraf. Vanwaar dan nu dat dreigende
oponthoud ?
Eindelijk, eindelijk, daar was de oplossing. De
deur ging open en de drie kwamen te voorschijn,
Treckleton eerst, die 't laatst was binnengegaan,
maar nu met opgeheven hoofd en een gezicht,
dat vroolijk stond door de onverwachte uitkomst.
Wij liepen hun al te gemoet.
»Kreeg je ?".... was de gefluisterde vraag,
door een welsprekend gebaar opgehelderd.
»Vre^ seiijk!" was het antwoord, maar daar
keek hij verschrikt op, toen hij merkte nog niet
buiten gehoor te zijn.
«Treckleton !" liep de directeur.
»Ja, meneer?" antwoord Ie de grappenmaker
bedeesd.
»Doe de deur, als 't je blieft, 'licht."
Als 't daarom te doen was, dat wou Treekleton
d of-n met de gewilligheid van een aal, die van
den haak los is. Toen de deur dicht was, boor
den MIJ wat gclukjs de martelaren haddtn
gehad.
Dit was er gebeurd. Zij hadden den heer
Walker bij den directeur eevoudf-n, die in zijr.e
tegen woor digh.id de .-ehuUigea hunne straf wille
doen ondergaan. Maar t jeu de Z'.vitser ten
laatste be.reep, wat er eigenlijk z.,u plaats heb
ben, w:u hij diep ontroerd en ?,roeg genade voor
»Ivj hit slaan van leerlingc-u, wil ik niet graag
tegenwoordig zijn," had hij gezegd. »En mis-ehien
zuilen de jongens wel wiliea gelooven, dat ik
geer; lust heb, hun beid te /ju."
Misschien scheen dit ueu dirideur ook de
beste manier om de jongens \vor den nieuwen
meester te winnen. Mi-ochis-a maakte het gebro
ken E-.geL-ch van den kat.-te het hem uiet ge
makkelijk zijnen er::st te be.varen. Mi seinen ook
leek het hern niet got-d, drie v.i.,r de tiluildvan
al! u t.3 Jo(?n boe'.en. Hoe het ook zij, een. ding,
ui ,v(.-2 ven aard in de !ii-«'.o;ie z:Jn--r regt-ering, had
plaat-1, i.ij g-if de drie schuldigen absolutie op
voorwaarde dat ze zich i.ij <!e;i heer Wakker
z/judi n veronLs-J.mUïgea en L,-.-!o it'den, zich in
het vervolg beter te ged-ag-n.
Hit deden ze en -dus' zei Duckwoith, »'.vij
zijn er borg voor, d.tt jullie de.-; heer Wiikksr
nii t meer zult plagen. iVie het toch doet, krijgt
mot. mij te doen.
>..Ja, 't was ook wel fin u w van ons" voegde
2de Jaargang.
P.irtij ge-peeld in Herfordshire door de
heereuI. G Can.ubell en F. Ilealteij.
Wit. Zwart.
Schotsch Gambiet.
lnig van Wit. L.t'2 gevoLd Joor 11 zon storkor
26 October 1890.
c4
P.f3
l
2
3 d4
4 P. (14:
5 P c3
6 L.14 (a
7 L. e2
8 L.g5
9 D.i 2
10
11
12
13
14
15
16
17
18
L.fG :
P.d5
f4 (b
P.i-3
T.dl
De3
o?ó
f5
P.b3
19 P c5 :
20 L.c4
21 D.d3
22 K.hl
c5
P.c
ed4:
dG
P.i6
P.e5
86
L s?
G
D.fC,:
Dd8
P.d7
r.c5
0?0
D.f
5
b6
bc5 :
T.e8
D.d4f
D.d3:
2.3
24
25
cdP,:
t'3
T.i'2
27 ed5:
28 L b5
29 d4
30 P.d4:
.'il L.cG (c
32 L.b7:
33 L.a8:
34 L.f3
35 g4
36 K.«2
37 T.<i3
L.dl
K.f3
b3
(«l
T.dl
T.al
44 T.a7;
op.
L o5
I,b7
Kg7
do
cd;" :
T.e7
cd4:
L. K
L.d4 :
L.f:>
«14
K.tG
K.e5
L.e3
T.c 7
T.cl
T.bl
T.b2
T.a2 :
T.l-2
T.b3 :
;egcv::n.
1.) P.b5 schijnt riet onaardig maar h-t had
de twee paarden gekost in ruil voor don toren.
c) Hierdoor moet het tot een afruil komen,
n:ur Zwart's koriiog is meer in het spel, on
si aat daardoor boter.
d) Zwart heeft hn r waarschijnlijk overzien de
sehoone kans 0:n overwinnaar te worden, de
partij had hij in handen, dooi':
38 K.el
,",!) L e2 T r-2
-10 K.fl ie:
-11 a3 T.'.) l f
4-2 T.dl T.h3
43 T al (13
44 L.dl T.b2
met gewonron spol.
Airdige partij, vlug gispceM in Schotland
door de lieeron :
Frater en Tunibull.
Wit. Zwart.
Sieinitz Gambiet.
l el c5 13 L 0-5 L.o7
2 P c3 dJ 14 :'.:3 I) h5
3 14 ,l: 15 T.hl I>e6
4 (14 D.hif l'! I'.o5 P.^-ltc
5 K.e2 d5 17 K.gl P.e":
(i cd',: D.;.-7f 18 i>.e7:f K e7 :
7 K.i'2 ILh! y 1:) I> e5 + ').eG
S ;;3 i'v"- H -°J;.!'7 f L.d7
'.) li'^.-.a D.hl :b -_'l cdT : D.e3 f
10 L.zl D.h2 --! X i't D.cl f
il d. r,: I'.;!.! -'.j K.e2 geeft op.
12 D e2 f K.'I8
a Een aardige vaiiant op .-l.--n S;e:i.;'.z-Garahiet_
li Zwart had gtru-'ei.^k D.o4'f kur.r.en spelen,
en als wit L.e.'ïspeelde, ko:n!ijin;ie:i kunnen af
ruilen.
c Zwart Df.'jf spelende, zou toch niet veel
geven.
Mackinnon erbij en in onze prettige
van dat oogenblik gaven we het allen toe.
III.
Er is nog een tragisch slot aan dat verbaal
van onze Fransche en Duitsche meesters. Eerst
een paar jaar later hoorde ik wat ik nu ga/ver
telden. Wij hadden wel zoo nu en dan iets ver
nomen omtrent Dr. Krebs en kapitein Buisson,
bijv. dat de eerste zich bij het leger voor Parijs
had gevoegd en dat de laatste in de belegewie
vesting was. Weken aaneen vernamen wij toen
niets en de kleine jongens stalden zich die twee
al voor in een gevecht van man tegen man, en
voorspelden, dat de oude schermmeester, hoe
stijf en stram hij ook was, het toch zou winnen.
Wij minachtten in die dagen den beer Wakker,
omdat we uiet konden ontdekken, of hij voor
Frankrijk of voor Duitschland was, terwijl bij
toch als vreemdeling ia onze oogen een autori
teit was.
»Wie denkt u, dat zal winnen ?" vroegen wij
hem vaak.
«Dat weet ik niet; ik ben geen profeet", was
zijn koel bescheid.
»Maar wie hoopt u dat de overwinning zal
behaleu ?"
»0ch, als ze maar alle twee verslagen konden
worden; wat zou dat goed zijn! Die gewapende
volken zullen nooit leeren, vrede te houden, tot
ze elkaar hebben vernield."
En nu achterna bedpnk ik, dat onze Zwitser
verstandiger over den oorlog praatte dan velen
in dat jaar deden. In onze kerstvacantie, toen
ik vroolijk de feestdagen thuis doorbracht werd
onze gezellige vreugde dikwijls verstoord door
de uit'oepen der krauter>jongens: «Nieuws van
Parijs I" en den treurigen iaboud van die be
richten.
Buiten de stad stonden in den ijskouden wind
onder de grijze lucht de troepen op bevelen te
wachten; de voorsteden en dorpen, verlaten door
hun bewoners, waren door soldaten bezet; langs
de wegen gleden de auibulancewagens stil voort
en de kronkelende Marne, 's zomers zoo vol vroo
lijk leven van booten en schepen, vertoonde
slechts enkele kleine stoombooten vol gekwet
sten. Een oude n,an trad op een
Decemberavond een dorp binnen, waaruit juist de
Duittcliers ua een heftigen tegenstand waren ver
dreven ; alleen de dooden huisden er nu nog,
dik was de grond bezaaid met lijken en de
Fran-che so'daten, voor ditmaal overwinnaars
op het slagveld, hadden post gevat in 't naburig
spoorwegstation en daar hun tenten opgeslagen.
Kapitein Buisson, onze oude Fra; sche meester,
was op weg paar dat kamp, toen hij op de rails
een gewonden Duitscher zag lissen en zich over
hem heen boog, om te zien] of hij iets voor hem.
kon doen. Eerst herkende hij den vreemdeling»
jjiet, maar toen deze de oogen opsloeg, wie was
het a-.dcrs dan Dr. Krebs!
?Bi'ste vent dat spijt mij!" riep de kapi
tein in het Engelsch en vergat heelemaal hoe
ze waren gescheiden.
Hij richtte het hoofd van den Duitscher rp
en gaf hem uit zijn veldfl sch te driaken en
Krebs vond de kracht, om hem te danken.
»fk zei al, dat wij elkaar misschion weer zou
den ontmoeten, wie zou dit een jaar geleden
behV.en gedacht !"
;JX wie? Die vree^elijke oorlog! Maar zijt ge
erg gewond ? Zal ik iemand halen en u naar
een ambula: ce dragen ?"
»Xeen, kapitein, het zou niet meer helpen; bet
is rnet m ij gedaan."
»Kan ik niets voor u doen?"
\Ja, ja; maak mijn jas los!" smeekte de ge
won 'e.
«Kapitein Buisson deed het en vond eert gou.len
medaille op de borst van den Duitscher met
h; t portret van het meisje, met wie hij in Enge
land verloofd wss.
»B.eog het haar en zeg, dat mijn laatste gej
dachten voor haar waren, och, laat mij bet[
kussen :"
»Ja, ik zal het doen!" zei de F'anschman,
tot tranen geroerd, »o, het spijt mij zoo, dat ik
harde woor.ien tot u heb gesproken."
»L)at is niets, alles vergeten! Nu zijn we
vrienden Z ug aan b iar en O',k aan de jot.gens,~
dat ik voor ibijn vaderland stierf. Vaarwel!"
»Ma .r ik kan u hier uiet laten. Ik zal u ver
voeren."
vNeen, neen, let op u zei ven, kapitein, onze
soldsiti-n fc'.ï-ïK-n ui;;r terug en zullen wel voor
u:ij zorgen."
W.-rkeiijic werd op die plaats weer gevochten
dien avond en ik heb uit Krebs' eigen mond
dit verhaal vau zijue ontmoeting met kapitein
iJu'sson, dien hij later nooit terugzag. Ouze
Duitsc'.ie meester, die door zijne kameraden iverd
ge on-h n en verzorgd, herstelde van zijne won
den PU k-.vum als ged; co-eerde held in Eng» land
teruor, o:n het meisje, dat hij lief had, te trouwen
en o;:s ii"g nienig jaar zijne taal te onderwijzen.'
Hij is nog kr.anig en gezond, leeftijd en familie
band, n hebben hem wat zachter gestemd, al m«g
hij nog alr.ijd graag op den roem en de groot
heid van zija vadedand pochen.
KapiUiu Buisi'on is niet teruggekomen. Zijn
oude vrienden in Engeland hebben niet meer van
liern g<-ho..-rd. Men meent, dat hij bij de natio
nale garde heeft gediend en de gewonden hielp
verplegen. L :!ig \vtigfrde zijne bedroefde weduwfl
den iv.i'.v over hem aaa te nemen en hoopt
tegen beter wet:u ia op zijn terugkomst, altiji.
den postbode te gemot t jraaüde in afivachtin
van cL-u brii-f. die no»it k vam, tot ze eiudïlij
wel moest g.-looven, dat haar echtgenoot ee
uameKos grai' had gerenden in dien droevige
oorlog.
De he.=r Wakker is nog op zijn post en is ec
gwd onderwijzer, al zegt de kritiek, dat zy
accent n-.g altijd incar dat is van Genève dac
van Parijs.
BK.KÜEMDE MANNEN THUIS.
Te Parijs heeft zich een jong photograaf aa
ce;;e onderneming gewaagd, waarvan het welslage
hem zeker binnenkort in alle hoofdsteden navo!ge<
zal dom vinden. Hij hoeft de beroemdste manne