De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1890 26 oktober pagina 5

26 oktober 1890 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

Ko. 606 DE AMSTEKDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Mej. Christine Schotel, ecne Dordrechtsche, ?HeindocWer van den zeeschilder Schotel, thans te Hannover gevestigd, gaf er dezer dagen een -een concert, waarbij zoowel haar voordracht vol '-uitdrukking, als de keus harer liederen geprezen werd. Zg zong Ingeborg» Klage uit Bruck's Frithjofsage," Der Engel en Schlummerlied van K. Wagner, vooral met veel succes An die Leyer van Schubert en Der Nuszbaum van Schumann, eindelyk nog liederen vau Fritsch, MetzJorf en .Hildach, en een Lied von Sorrent van Pohl, dat gebisseerd werd. De hier ter stede gevestigde Rederijkerskamer Joost van den Vondel" heeft het voornemen om ?te beginnen met November a. s. onder leiding van den heer Bouberg Wilson, Directeur der Tooneelschool alhier, eenen cursus in voordracht te ope nen, omvattende oefening in spraak en uitspraak en in ontwikkeling van de stem. Aangaande dezen cursus, welke slechts toegankelijk is voor (heeren en dames) leden van het 'Genootschap of zij die alsnog als zoodanig toetre den, zijn nadere inlichtingen te verkrijgen bij het bestuurslid, de heer van Wageningen, Singel 140. LETTEREN EN WETENSCHAP. Naar uit Wiesbaden gemeld wordf, is August Junkcrmann, wiens optreden in stukken, aan Reuter's werken ontleend, zooveel succes had, en die sedert een jaar te Wiesbaden woonde, door ?een zware zenuwziekte aangetast, die zijn over brengen naar een krankzinnigengesticht noodza kelijk heeft gemaakt. De nieuwe geloofsbelijdenis der Mormonen De .oudsten" der Mormonen hebben, zooals reeds 'kort geloden gemeld werd, een nieuwe geloofs belijdenis gemaakt. Daarin staat: Wij gelooven ^aan God den Vader, aan Jezus Christus en den Heiligen Geest: dat de menschen voor hunne eigen zonden, niet voor die van Adam worden gestraft; dat de menschheid door Christus verlost kan worden en wel door gehoorzaam te zijn aan de wetten en verordeningen die tot het christe?lijk geloof behooren en door boete; aan den doop door indompeling en handoplegging. Wij gelooven aan dezelfde inrichting als de eerste kerk, name lijk aan apostelen, profeten, herders, leeraars, on evangelisten. Wij gelooven aan de voorspellingder openbaring, aan visioenen en genezing. Wij gelooven dat de bijbel het woord Ouds is, voor zoover die goed vertaald is, en ook dat het book der Mormonen Gods woord is. Wij gelooven alles wat God heeft geopenbaard en nog heden open baart en wy gelooven dat Bij nog vele belang. rijke dingen over het Godsrijk zal openbaren. Wij gelooven aan de letterlijke hereeniging van Israël, aan het herstellen der tien stammen, en dat Sion op dit vasteland herbouwd zal worden. Wy maken aanspraak op het voorrecht van God te vereeren naar ons eigon geweten, en veroor loven anderen hetzelfde. Wij gelooven dat wy aan onze rcgeering moeten gehoorzamen zoolang zij eerlijk, oprecht, rechtvaardig, kuisch, weldadig *en deugdzaam is." Artikel XII spreekt de ophef fing dor veelwijverij uit. De politieke gevolgen van dit nieuwe stuk moeten in Idaho en utah groot zijn. In Idaho worden nu 11,100 Mormonen stemgerechtigd. De Newyorker Staatsztitung bericht: Een der schoonste gedichten van Longfellow, getiteld Ihe -building of tlie ship, zal, wanneer een vereeniging van orthodoxe schoolmeesters te Brooklyn haar zin krijgt, op de lijst van verboden geschriften .geplaatst worden, en wel wegens onzedelijkheid. De uitvinder" van de onzedelijke" passages in het heerlijk gedicht is de president van de Vereeni ging van schoolmeesters te Brooklyn, genaamd Cusack. Als byzonder aanstootelijk heeft hij die passage aangeduid, waarin Longfellow schildert, hoe het schip zich beweegt, hoe het van leven doortrild schynt te worden en dan met een enkelen sprong zich in de armen van den oceaan stort." Vtrder hebben de heeron moralisten bezwaar tegen de plaats, waarin geschilderd wordt, hoe heerlijk hst vaartuig in de armen van den oceaan rust, die zijne vormen liefkoozend, het met teedere zorg aan zich drukt." Deze en andere prachtige plaatsen, vol van de heerlij', ste poëzie, hebben den buitengewoon zedelijken heer Cusack en andere leeraren te Brooklyn verontrust, en zij hebben zich dientengevolge tot den superintendent, doctor Maxwell, gewend, met het verzoek het gedicht uit de schoolboeken te schrappen. De heer Maxwell, die een verstandig man is, had voor dit verzoek slechts een min achtend schouderophalen, en be.sloot eenvoudig tot de orde van den dag over te gaan. Daaren tegen moet, helaas, geconstateerd worden, dat verscheidene leden van de schoolcommissie hot met Cusack en zjjne vrienden eens z\jn. Of hier de 'overdreven preutschheid dan wel het gezond verstand het ten slotte winnen zal, valt nog niet met zekerheid te zeggen. In een ander geval, niet minder karakteristiek voor Amerikaansche preutschheid, is dezer dagen te Philadelphia een rechterlijk vonnis gewezen. De uitgever Charles Aroutzen, aldaar, die de Kreuser-Sonate, van graaf Tolstoi, in het Engelsch had laten vertalen, werd vervolgd wegens het ver spreiden van onzedelijke geschriften, maar door den rechter, Thayer, vrijgesproken. Onder de mo tieven van het vonnis behoort onder anderen: wel is waar hebben de czaar van Rusland en de postmeester-generaal aldaar, het boek in stry'd met de wet verklaard, en heeft de eerste den verkoop ervan in het rijk en de laatste de ver zending ervan per post verboden; maar zonder deze hooge ambtenaren, wat hun beroepskring aangaat, te willen gering achten, moet toch ge zegd worden, dat geen hunner ooit in het district Philadelphia, als absolute autoriteit in dergelijke vraagstukken is beschouwd geworden, hetzij om trent wetten of literatuur. De beschuldigden heb ben zich aan geen vergrijp schuldig gemaakt en zijn daarom van rechtsvervolging ontslagen." Bij den uitgever Savine te Parijs is een werkje uitgekomen, Christophe Colomb devant les Taureaux, door Léon Bloy. Het wordt gezonden met een geheel gereed resuméerbij, waar wij zoo vry zijn geen gebruik van te maken. Het boekje, 224 keurig gedrukte bladzijden op mooi papier, is enkel uitroepteekens, beeldspraak en onduide lijkheid, en schijnt gericht tegen een hertog de Véragua, grande van Spanje, die afstammeling van Columbus en tevens veefokker moet zijn; hetgeen hem vooral kwalijk wordt genomen door den auteur, is, dat hij stieren levert voor de corridas. Weldra zal bij de firma Thieme te Zutfen een zeer uitvoerig Glossarium verfcchijnen "p de Bloem lezing uit Middelnederlar.dsche dichters van Dr. K. Verwijs. Het is nog voor een groot deel bewerkt door wijlen dr. G. Penon, en thans door dr. F. A. Stoett, docent aan het Gymnasium te Amsterdam, voltooid en voor de pers gereed gemaakt. Dr. H. J. Eymael, de bekwame uitgever van Iluygens1 werken, is bezig met cene uitgave van de Zedeprintcn, die, na den voortreti'eiijkeu indruk, door het vorige werk gemaakt, veel doet ver wachten. Bij de Ode aflevering van Stanley in Afrika's donkere wildernissen, de geïllustreerde uitgave van de Gebr. E & M. Coheu te Nijmegen, is eene groote kaart gevoegd, die achter het eerste deel moet geplaatst worden. Kaart en aflevering zijn weer met evenveel zorg behandeld als hetgeen vroeger van Let boek verscheen. Van wege de Maatschappij tot nut van 't Alge meen is een zeer lezenswaardig boekje uitgegeven, De Staat en de Koepokinenting, door Dr. W. Koster, oud-hoogleeraar, met duidelijkheid en toewijding bewerkt, en dat de Maatschappij gaarne verspreid zag. De prijs is daartoe per f>() exem plaren ter verspreiding op /' 1,130, voor leden der Maatschappij op ? 1,25 gesteld. FRANKRIJK EN DUITSCHLAND OPEENE ENGELSCHE KOS l SCHOOL. Naar het Engelsch van ASCOTT HOPE. (Slot.) Toen verliet hij de kamer, gevo'gd do -r dr n heer Wakker, die bang scheen, «in m-'t ons alleen gelaten te worden, want nu had/iju boesheid Vüor neerslachtigheid plaats gemankt. Maar ook wij waren diep aan deu grond, wij, die aan ons zelven waren overgelaten om te rade te gaan met ons geweten, oi;ze vrees 011 OLS zelf verwijt. Nu moesten wij den last dr.-.gen v.':n het uur van ple.ziermaken. Enkel' n, die vi>lstr- kt niet hadden gewaar.-chuivd, kwamen uit den hoek niet de «ipnierking, dat zij het wel zóó hadden gedacht. Anderen, die vooraan waren geweest bij de plag- rij, hielden zich op u -u ach tergrond. Wat de ter betr ft, om voor lei Ier door te gaan, niemand sciueii lu begeerig na;.r dien post en van iien mniereu kant, \vas het toch ook OP mogelijk, Jut we allen den mooien Septtiüberjiami id:ig verloren. \Vas er geen Theseus onder oi;s, die zioh voi.r zijae medeburgers wilde i..p 'erer. a:in d(u MLiotanrus? *\Vie zal liet doei, :' vroegen wij vn als er onder mijn lezers zijn geweest, die onder h;;t scboolréttime van. deu g ,eJeii ouden tijd In bben geleerd, dan weten ze, vrat die woor ien in hielden. »Nu, mij dunkt, ik moet er ten minste bij," zei Duckworth op onderworpen toon, volstrekt niet in den trant van Horatius Coeles, »maar ik moet twee van jullie meehebben." »Dat is best, Ducky! We wisten wel, dat jij je er niet aan zou onttrekken." »Maar denk er aan, ik vind niet, dat ik erger heb meegedaan dan anderen," niet een blik op Treckleton. sTreckleton! Treckleton!" riepen verschillende stemmen in koor, maar die held had volstrekt geen grooten lust, de onderscheiding te aan vaarden. »Nu, wacht wat l'' protesteerde hij en zag er daarbij ver van vroolijk uit. »Je hoeft zoo bang niet te zijn. In een paar minuten is het voorbij," zei een grappenmaker, om hem aan te moedigen. «Denk eens aan den kapitein, die ligt misschien nu met een kanons kogel in zijn lijf op het slagveld. Daar is dit een kleinigheid bij." »Dat is goed en wel. Doe jij bet dan maar!" antwoordde Treekleton, die onda;:ks zijn erkende brutaalheid, bekend was voor lang geen beid. »'t Is niet aardig, dat jullie mij er in laat loopen ; we moesten loten." v Doch daar kwam ieder tegen op en krachtens de publieke opinie moest de ongelukkige Treck leton het vonnis gaan afwachten. Toen vatte een derde Curtius moed en wierp zich in den af grond, die er gaapte tusscheu ons en onzen vrijen Zaterdagmiddag. »Kom, jongens, ik zal gaan," zei de Schot MY.ckinnon en wij, die wisten, wat hij moest gevoelen, wij bewonderden zooveel te meer den lucbthartigen toon: «Zoo iets is mij nog nooit overkomen en ik wil het wel eens onder vinden." ?Zullen we het dan maar niet dadelijk doen," stelde Duckworth voor, en daar ging het drietal heen, met strak gelaat hun vrijwillig martelaar schap aanvaardend. Met groote belangstelling volgden wij hen op den weg Danrheen en toen wij ze in de geheimzinnige folterkamer hadden zien verdwijnen, bleven we op een afstand staan, om, zoo we al niets te zien kregen, misschien eenige klanken op te vangen. Maar tot onze verbazing hoorden wij niets. Vijf minuten tien minuten nog stilte! Wij werden onge rust. Was er een nieuwe verwikkeling ontstaan, die ons allen kwaad voorspelde ? Er waren er onder o:;s, die wisten, dat ouze meester dirtct tot daden overging in zulke gevallen, zonder veel woorden vooraf. Vanwaar dan nu dat dreigende oponthoud ? Eindelijk, eindelijk, daar was de oplossing. De deur ging open en de drie kwamen te voorschijn, Treckleton eerst, die 't laatst was binnengegaan, maar nu met opgeheven hoofd en een gezicht, dat vroolijk stond door de onverwachte uitkomst. Wij liepen hun al te gemoet. »Kreeg je ?".... was de gefluisterde vraag, door een welsprekend gebaar opgehelderd. »Vre^ seiijk!" was het antwoord, maar daar keek hij verschrikt op, toen hij merkte nog niet buiten gehoor te zijn. «Treckleton !" liep de directeur. »Ja, meneer?" antwoord Ie de grappenmaker bedeesd. »Doe de deur, als 't je blieft, 'licht." Als 't daarom te doen was, dat wou Treekleton d of-n met de gewilligheid van een aal, die van den haak los is. Toen de deur dicht was, boor den MIJ wat gclukjs de martelaren haddtn gehad. Dit was er gebeurd. Zij hadden den heer Walker bij den directeur eevoudf-n, die in zijr.e tegen woor digh.id de .-ehuUigea hunne straf wille doen ondergaan. Maar t jeu de Z'.vitser ten laatste be.reep, wat er eigenlijk z.,u plaats heb ben, w:u hij diep ontroerd en ?,roeg genade voor »Ivj hit slaan van leerlingc-u, wil ik niet graag tegenwoordig zijn," had hij gezegd. »En mis-ehien zuilen de jongens wel wiliea gelooven, dat ik geer; lust heb, hun beid te /ju." Misschien scheen dit ueu dirideur ook de beste manier om de jongens \vor den nieuwen meester te winnen. Mi-ochis-a maakte het gebro ken E-.geL-ch van den kat.-te het hem uiet ge makkelijk zijnen er::st te be.varen. Mi seinen ook leek het hern niet got-d, drie v.i.,r de tiluildvan al! u t.3 Jo(?n boe'.en. Hoe het ook zij, een. ding, ui ,v(.-2 ven aard in de !ii-«'.o;ie z:Jn--r regt-ering, had plaat-1, i.ij g-if de drie schuldigen absolutie op voorwaarde dat ze zich i.ij <!e;i heer Wakker z/judi n veronLs-J.mUïgea en L,-.-!o it'den, zich in het vervolg beter te ged-ag-n. Hit deden ze en -dus' zei Duckwoith, »'.vij zijn er borg voor, d.tt jullie de.-; heer Wiikksr nii t meer zult plagen. iVie het toch doet, krijgt mot. mij te doen. >..Ja, 't was ook wel fin u w van ons" voegde 2de Jaargang. P.irtij ge-peeld in Herfordshire door de heereuI. G Can.ubell en F. Ilealteij. Wit. Zwart. Schotsch Gambiet. lnig van Wit. L.t'2 gevoLd Joor 11 zon storkor 26 October 1890. c4 P.f3 l 2 3 d4 4 P. (14: 5 P c3 6 L.14 (a 7 L. e2 8 L.g5 9 D.i 2 10 11 12 13 14 15 16 17 18 L.fG : P.d5 f4 (b P.i-3 T.dl De3 o?ó f5 P.b3 19 P c5 : 20 L.c4 21 D.d3 22 K.hl c5 P.c ed4: dG P.i6 P.e5 86 L s? G D.fC,: Dd8 P.d7 r.c5 0?0 D.f 5 b6 bc5 : T.e8 D.d4f D.d3: 2.3 24 25 cdP,: t'3 T.i'2 27 ed5: 28 L b5 29 d4 30 P.d4: .'il L.cG (c 32 L.b7: 33 L.a8: 34 L.f3 35 g4 36 K.«2 37 T.<i3 L.dl K.f3 b3 («l T.dl T.al 44 T.a7; op. L o5 I,b7 Kg7 do cd;" : T.e7 cd4: L. K L.d4 : L.f:> «14 K.tG K.e5 L.e3 T.c 7 T.cl T.bl T.b2 T.a2 : T.l-2 T.b3 : ;egcv::n. 1.) P.b5 schijnt riet onaardig maar h-t had de twee paarden gekost in ruil voor don toren. c) Hierdoor moet het tot een afruil komen, n:ur Zwart's koriiog is meer in het spel, on si aat daardoor boter. d) Zwart heeft hn r waarschijnlijk overzien de sehoone kans 0:n overwinnaar te worden, de partij had hij in handen, dooi': 38 K.el ,",!) L e2 T r-2 -10 K.fl ie: -11 a3 T.'.) l f 4-2 T.dl T.h3 43 T al (13 44 L.dl T.b2 met gewonron spol. Airdige partij, vlug gispceM in Schotland door de lieeron : Frater en Tunibull. Wit. Zwart. Sieinitz Gambiet. l el c5 13 L 0-5 L.o7 2 P c3 dJ 14 :'.:3 I) h5 3 14 ,l: 15 T.hl I>e6 4 (14 D.hif l'! I'.o5 P.^-ltc 5 K.e2 d5 17 K.gl P.e": (i cd',: D.;.-7f 18 i>.e7:f K e7 : 7 K.i'2 ILh! y 1:) I> e5 + ').eG S ;;3 i'v"- H -°J;.!'7 f L.d7 '.) li'^.-.a D.hl :b -_'l cdT : D.e3 f 10 L.zl D.h2 --! X i't D.cl f il d. r,: I'.;!.! -'.j K.e2 geeft op. 12 D e2 f K.'I8 a Een aardige vaiiant op .-l.--n S;e:i.;'.z-Garahiet_ li Zwart had gtru-'ei.^k D.o4'f kur.r.en spelen, en als wit L.e.'ïspeelde, ko:n!ijin;ie:i kunnen af ruilen. c Zwart Df.'jf spelende, zou toch niet veel geven. Mackinnon erbij en in onze prettige van dat oogenblik gaven we het allen toe. III. Er is nog een tragisch slot aan dat verbaal van onze Fransche en Duitsche meesters. Eerst een paar jaar later hoorde ik wat ik nu ga/ver telden. Wij hadden wel zoo nu en dan iets ver nomen omtrent Dr. Krebs en kapitein Buisson, bijv. dat de eerste zich bij het leger voor Parijs had gevoegd en dat de laatste in de belegewie vesting was. Weken aaneen vernamen wij toen niets en de kleine jongens stalden zich die twee al voor in een gevecht van man tegen man, en voorspelden, dat de oude schermmeester, hoe stijf en stram hij ook was, het toch zou winnen. Wij minachtten in die dagen den beer Wakker, omdat we uiet konden ontdekken, of hij voor Frankrijk of voor Duitschland was, terwijl bij toch als vreemdeling ia onze oogen een autori teit was. »Wie denkt u, dat zal winnen ?" vroegen wij hem vaak. «Dat weet ik niet; ik ben geen profeet", was zijn koel bescheid. »Maar wie hoopt u dat de overwinning zal behaleu ?" »0ch, als ze maar alle twee verslagen konden worden; wat zou dat goed zijn! Die gewapende volken zullen nooit leeren, vrede te houden, tot ze elkaar hebben vernield." En nu achterna bedpnk ik, dat onze Zwitser verstandiger over den oorlog praatte dan velen in dat jaar deden. In onze kerstvacantie, toen ik vroolijk de feestdagen thuis doorbracht werd onze gezellige vreugde dikwijls verstoord door de uit'oepen der krauter>jongens: «Nieuws van Parijs I" en den treurigen iaboud van die be richten. Buiten de stad stonden in den ijskouden wind onder de grijze lucht de troepen op bevelen te wachten; de voorsteden en dorpen, verlaten door hun bewoners, waren door soldaten bezet; langs de wegen gleden de auibulancewagens stil voort en de kronkelende Marne, 's zomers zoo vol vroo lijk leven van booten en schepen, vertoonde slechts enkele kleine stoombooten vol gekwet sten. Een oude n,an trad op een Decemberavond een dorp binnen, waaruit juist de Duittcliers ua een heftigen tegenstand waren ver dreven ; alleen de dooden huisden er nu nog, dik was de grond bezaaid met lijken en de Fran-che so'daten, voor ditmaal overwinnaars op het slagveld, hadden post gevat in 't naburig spoorwegstation en daar hun tenten opgeslagen. Kapitein Buisson, onze oude Fra; sche meester, was op weg paar dat kamp, toen hij op de rails een gewonden Duitscher zag lissen en zich over hem heen boog, om te zien] of hij iets voor hem. kon doen. Eerst herkende hij den vreemdeling» jjiet, maar toen deze de oogen opsloeg, wie was het a-.dcrs dan Dr. Krebs! ?Bi'ste vent dat spijt mij!" riep de kapi tein in het Engelsch en vergat heelemaal hoe ze waren gescheiden. Hij richtte het hoofd van den Duitscher rp en gaf hem uit zijn veldfl sch te driaken en Krebs vond de kracht, om hem te danken. »fk zei al, dat wij elkaar misschion weer zou den ontmoeten, wie zou dit een jaar geleden behV.en gedacht !" ;JX wie? Die vree^elijke oorlog! Maar zijt ge erg gewond ? Zal ik iemand halen en u naar een ambula: ce dragen ?" »Xeen, kapitein, het zou niet meer helpen; bet is rnet m ij gedaan." »Kan ik niets voor u doen?" \Ja, ja; maak mijn jas los!" smeekte de ge won 'e. «Kapitein Buisson deed het en vond eert gou.len medaille op de borst van den Duitscher met h; t portret van het meisje, met wie hij in Enge land verloofd wss. »B.eog het haar en zeg, dat mijn laatste gej dachten voor haar waren, och, laat mij bet[ kussen :" »Ja, ik zal het doen!" zei de F'anschman, tot tranen geroerd, »o, het spijt mij zoo, dat ik harde woor.ien tot u heb gesproken." »L)at is niets, alles vergeten! Nu zijn we vrienden Z ug aan b iar en O',k aan de jot.gens,~ dat ik voor ibijn vaderland stierf. Vaarwel!" »Ma .r ik kan u hier uiet laten. Ik zal u ver voeren." vNeen, neen, let op u zei ven, kapitein, onze soldsiti-n fc'.ï-ïK-n ui;;r terug en zullen wel voor u:ij zorgen." W.-rkeiijic werd op die plaats weer gevochten dien avond en ik heb uit Krebs' eigen mond dit verhaal vau zijue ontmoeting met kapitein iJu'sson, dien hij later nooit terugzag. Ouze Duitsc'.ie meester, die door zijne kameraden iverd ge on-h n en verzorgd, herstelde van zijne won den PU k-.vum als ged; co-eerde held in Eng» land teruor, o:n het meisje, dat hij lief had, te trouwen en o;:s ii"g nienig jaar zijne taal te onderwijzen.' Hij is nog kr.anig en gezond, leeftijd en familie band, n hebben hem wat zachter gestemd, al m«g hij nog alr.ijd graag op den roem en de groot heid van zija vadedand pochen. KapiUiu Buisi'on is niet teruggekomen. Zijn oude vrienden in Engeland hebben niet meer van liern g<-ho..-rd. Men meent, dat hij bij de natio nale garde heeft gediend en de gewonden hielp verplegen. L :!ig \vtigfrde zijne bedroefde weduwfl den iv.i'.v over hem aaa te nemen en hoopt tegen beter wet:u ia op zijn terugkomst, altiji. den postbode te gemot t jraaüde in afivachtin van cL-u brii-f. die no»it k vam, tot ze eiudïlij wel moest g.-looven, dat haar echtgenoot ee uameKos grai' had gerenden in dien droevige oorlog. De he.=r Wakker is nog op zijn post en is ec gwd onderwijzer, al zegt de kritiek, dat zy accent n-.g altijd incar dat is van Genève dac van Parijs. BK.KÜEMDE MANNEN THUIS. Te Parijs heeft zich een jong photograaf aa ce;;e onderneming gewaagd, waarvan het welslage hem zeker binnenkort in alle hoofdsteden navo!ge< zal dom vinden. Hij hoeft de beroemdste manne

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl