De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1890 9 november pagina 2

9 november 1890 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

^ DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. gkskanselier'tot voorwendsel te nemen ? eene demonstratie tegen de triple alliZulk een optreden zou zeker meer dan goed hebben gedaan. Wil de opdemonstreeren, dan heeft zij daartoe «stembus de beste gelegenheid. En het niet gewaagd zijn aan te nemen, dat bij deze gelegenheid niet onbetuigd ^aten. Baad van State heeft aangekondigd, door den minister van koloniën (als lier) en den minister van justitie, in openbare vereenigde vergadering der a-Generaal, zal worden aangeboden ontwerp van wet tot benoeming eener entes van het Koninkrijk der Neder''jKnden. Op Woensdag 12 November a. s. :=5wBIen de leden der beide Kamers bijeen? ponten, ten einde dat wetsontwerp in ontgst te nemen; Donderdag wordt het in afdeelingen en Vrijdag in de openbare ang behandeld. Zaterdag word't de wet "kondigd en Maandag 18 November zal r%eëetligïBg der koningin-regentes plaats wn. en mag er der koningin dankbaar -zijn, dat zij, met terzijdestelling van iaad niet geringe bedenkingen en be en, zich tot de aanvaarding van hetregentbereid heeft verklaard en daardoor de jijkheden heeft weggenomen, welke aan optreden van sommige aanverwanten des tonlnga als regent ongetwijfeld zouden zijn onden geweest. In het buitenland wordt optreden der aanstaande regentes met Jjsite meeste sympathie begroet en in het bin' Tüenland zal dit zeker in niet mindere mate geval zijn. In de laatste jaren hebben de *itoetnende takt en het groote plichtbesef, ""IMmrinede de koningin-regentes van Spanje a naam van haren minderjarigen zoon de legeering voert, wederom het bewijs geleverd, '%?& uitnemend eene intelligente vrouw in staat is, zulk eene moeielijke taak te verTallen. De berichten omtrent 'sjionings toestand Ifaiden steeds ongunstiger en de hoop op kerstel schijnt meer en meer uitgesloten. van den wal in de sloot zou helpen. ,De minister Bergansius heeft den heer Schaepman naar het stedeke Hulst zien vertrekken als een Saulus, en hem vandaar zien terugkeeren als een Paulus. Hoe het met die bekeering eigenlijk in zijn werk is gegaan, is nog niet recht duidelijk ; de lieer Schaepman verzekert, dat zijne woorden door de verslaggevers niet juist zijn weergegeven, maar hij is in gebreke gebleven, zelf eene juistere lezing van het door hem gesprokene te geven, en men mag het er dus voor hou den dat de bekeering een feit is. Het Zeeuwsche stadje kan voortaan Damascus en Canossa naar de kroon steken. Dat de legerwet van den minister Ber, (gansius vele zijner katholieke geloofsgenoo';, ten tegen hem in het harnas heeft gejaagd, is bekend; óók dat de Noord-Brabantsche fractie of factie openlijk een kruistocht te? <fen dit ontwerp en de voorstanders daarvan fceeft gepredikt. De verdeeldheid in het «linisterieele kamp dreigde bedenkelijk te ?worden, en Dr. Schaepman heeft zich geaoopt gevoeld, als middelaar op te treden. /Ongetwijfeld zal dit den leider moeielijk zijn gevallen. Vroeger een voorstander van aldienstplicht, was hij in den laatsten daarvan af'keerig geworden, zoo zelfs, hij de invoering daarvan voor ons vanoodlottig noemde. Doch als een wijs man heeft Dr. Schaepman begrepen, <kit de eerste indruk in den regel de beate is en als een practisch man heeft ifcij ingezien, dat de katholieke oppositie tegen 4e legertwet zijne vrienden en geestverwanten »Ja kindlief, maar bier voor het eten valt ons zoo raar in den maag." » Wacht maar, als we getrouwd zijn, zal Ik je dat bitter wel ontwennen." »Door al 't zoet datje me schenken zult? Aangenomen." Schertsend, jokkend, ondernamen zij den terugweg. »EIIa, vertel me 'ns, wat we van middag eten ?" »O, dat zal ik je zeggen. Een bordje soep en dan .... dat zul je wel zien." »To.e zeg- 't me nu?" »Neen, niet zoo nieuwsgierig. Als de hos pita maar op tijd is, want we moeten toch wat vroeg aan liet tooneel zijn,'' »Kom, die oude Lohengrin! Je hebt voor die page zooveel niet aan te trekken. K ven voor half acht present, is tijdig genoeg." Zij waren EU a's huis genaderd. De toren klok bromde vijf. Ella ontdeed zich haastig van haar man tel, 't Vochtig voiletje werd voorzichtig bij den knetterenden baard gehangen. Zij gaf hem «en hartelijken kus. Hij drukte haar aan zijn hart, betaalde tol en riep met. /'n gewone «pgewondenheid uit: »üit middagje vergeet ik nooit." Ella, bijgestaan door do goedmoedige hos pita, had 't erg druk in het voltooien van ?de reeds half gedekte tafel. »Even geduld, 't is zoo klaar, maar de... e, daar had ik me bijna versproken." Ella kwam weer terug. »Ik heb 't wel gedacht, we hebben te ang gewandeld. Krijg je honger, aanstaand heer en meester?'1 »Mïju geduld wordt wel meer op de proef gesteld, Ella." »Nog even geduld. Wacht, hier heb je de courant. Daar zal wel critiek in staan, dat stilt den honger." Zij huppelde de kamer weer uit. Na een wijle was 't groote oogenblik daar. De hospita opende de deur, en een terrine xnet 'geurig dampende soep werd op tafel Aan den heer Henry Tindal is dezer da gen door een tiental Amsterdammers het volgende adres verzonden : »llet Algemeen Handelsblad verzekert in zijn nummer van 26 October jl. opnieuw, dat gij »de sympathie van alle loyale Neder landers voor goed (hebt) verbeurd" ; en wel uithoofde van »het misbaar, dat (gij) maakt bij het ziekbed van den bejaarden koning." »Deze vernieuwde verzekering doet ons de pen opvatten. »\Vij gevoelen behoefte u mede te deelen dat, terwijl wij de keus der middelen, waar mede gij werkt, niet hebben te beoordeelen, uw werk zelf: het wakker schudden van uw volk, onze blijvende sympathie heeft. »Wij huldigen in u den man, die rond borstig voor zijne overtuiging uitkomt; die zich een groot volksbelang, dat hij beoor deelen kan aantrekt; die onmisbaar blijkt te zijn in een land, welks Vertegenwoordiging en Pers het bevorderen van wenschelijke openbaarheid al te zeer overlaten aan het initiatief van bijzondere personen. »Wij huldigen in u den man, die royalist genoeg is, om, zelfs met terzijdestelling van de gewichtigste bedenkingen, onderzoek te verlangen, zoodra hij ernstigen grond meent te hebben, voor een plichtverzuim te vreezen, dat, zoo het plaats greep, het koningschap moet verzwakken. »Wij vragen u de uitdrukking van deze onze gevoelens te willen aannemen." De namen der onderteekenaars (Prof. Dr. Allard Pierson, Mr. F. H. van Noiten, Mr. J. A. Levy, P. N. Muller, Prof. Dr. W. M. Gunning. Julius Buiige, Majoor Kellermann, Dr. A. W. van Renterghem, Dr. A. W. O. Berns en B. G. J. Blancke) behooren tot de beste in den lande. Ongetwijfeld zullen deze kloeke mannen overtuigd zijn geweest, dat de heer Tindal hun aanmoediging niet noodig had, om op den door hem ingeslagen weg voort Ie gaan. Hun schrijven is een waar en waardig protest tegen de verguizing en verdachtmaking, waaraan de heer Tin dal heeft blootgestaan, eene ongevraagde en ongezochte betuiging van sympathie, waarbij zich ongetwijfeld velen gaarnezulleti aansluiten. \ Naar wij vernemen, zijn den heer Tindal reeds l van verschillende zijden brieven en adresi sen van adhaesie aan de boven door ons afgedrukte verklaring toegezonden. liet zal ons niet verwonderen, wanneer deze adres beweging weldra groote afmetingen verkriigt. geplaatst. Ella volgde met hoog gekleurde wangen en zegevicrcndcn blik. Haar hand jes omvatten een grooten schotel. Zij heft de armen omhoog en even als (1n,cxa,r een maal 't vaii-vitli-L'ici uitbulderde, klonk het thans uit Ella's mond: »Hier is duyvclask.' Edmond sprong op. »Wat, goelash, goelash! Neen dat is te veel! Goelash, vcreeniging van allerlei vleeschen, badend in een saus, waar allo kruiden ter wereld de tong op het edelst streden. Goelash! Hij boog zich meer en meer over den schotel. Goelash! die ik heb leeren kennen door de schoonste en liefste onder alle vrouwen, goelash! wat zal ik van je smullen!'' Ella lachte en plaatste zich aan tafel. *Smaakt 't Edmond ? ' »Een heerlijk soepje, goddelijk!'' Tingeling! Tingeling! Do lepel, dien Edmond juist naar den mond bracht, ontviel hem, zijn lichaam trilde, zijn wangen verbleekten. Ella stond zenuwachtig op. Zij vloog naar de trap, do hospita volgde. Edmond zat als vastgenageld, het eene oog gevestigd op 't half geledigde soepbord, 't ander op den schotel niet de wiolriekenue goelash. De deur werd opengetrokken. Een stem, min aangenaam, weerklonk. «Mijnheer Wulf soms hier?" »Ja> «Dadelijk bij Herr Director komen, daar is 'n absagc." Edmond vliedt op. »Wat zeg je' kerel? Ah, ben jij 't Willem ?" »Ja. menheer. De prima donna heeft af gezegd. Herr Directer weet niet wat hij geven moet, of u dadelijk komt?" »Gocd, ik kom. Al de knechts aan 't theater komen. Zonder onderscheid." »Ja, menheer." De deur wordt met een nijdigen ruk dicht geslagen. (Wordt vervolgd). Want de hulde aan de energie, het plicht besef en de volharding van den heer Tindal gebracht, sluit de erkenning in zich vaneen groot nationaal belang, dat dat tot nu toe al te zeer is verwaarloosd. Het wakker schudden van uw volk heeft onze blijvende sympathie" zeggen de heeren Pierson c.s., eii wij zeggen hun dit gaarne na. Wie wak ker wordt geschud, trekt gewoonlijk een min der vriendelijk gezicht; maar die ontstem ming zal plaats maken voor waardeeringen erkentelijkheid, als hij bemerkt, dat hij door eene forsche, maar welmeenende hand aan een groot gevaar is ontrukt. Uit het Haagje. Eindelijk begint het hier met de publieke wintcrvcrruakeüjkheden te vlotten. De verschillende professoren in tooneelspeelknnst en operazang hadden op den ofhVieelen datum van 15 Sej.temher wel hunne series leotionuin" afgekondigd en een aanvang gemaakt met hunne colieges, maar de gchoorzaien bleven zoo goed als ledig. Het meeremleel der manne lijke en vrouwelijke studenten gaf er royaal den brui van om de wcl-is-waar Kurhaus en Seinpostlooze, maar toch nog lachende en zonnige Haagsche buitenwereld reeds zoo vroeg te verruilen voor het sombere huis met de luifel in het. Voor hout et' het Casino-hol in de Wagenstraaf, waar nog onlangs die goede familie Kegge binnen ge lokt, en zoo wreedaardiglijk vermoord is. Vooral onze Koninklijke Schouwburg kon op geen ge schikter punt der stad geplaatst zijn, om tijdens die wonderschooue herfstdagcn iedereen af te schrikken er binnen te gaan en voor 's avonds plaatsen te bespreken. I^et brok natuur en de blauwe lap lucht, die het Voorhont te aanschou wen gaf, zeiden ons duidelijk dat wij ons daar bevonden in de antichambre van het Haagsche Bosch, en met van de bedompte komediezaal. Als begoocheld door de statige schoonheid van de kastanje-allee aldaar, in haar najaars-dos van donkerbrons, door de goedgeefsche Septembcrzon rijk met goud borduursel omzoomd, vergat men de hccle komedie, en richtte onwillekeurig zijne schreden naar de boschbrug. Eenmaal zoo ver ge komen, was men voor het zoogenaamd gezellig verkeer in benauwde zalen en rookerige foyers" totaal verloren. Een stroom van rust, kalmte, ge zondheid, vrede en geluk scheen ons uit de ma jestueuze laan, die dan ingang van het bosch vormt, te gemoet te komen en geheimzinnig te omringen. Onwcdcrstaanbaar werd het oog aan getrokken en bekoord door de twee groene prairieën, die zich links en rechts van do boschfaan uitstrekken; en het aardigste van alles was dat het in deze grasvlakten bijzonder levendig en druk toeging, zonder dat daardoor eenig hinderlijk gedruisch of lawaai veroorzaakt werd. Als zilver en goud blinkende en schitterende massa's zag inen zich in do Maliebaan op de maat van vroolijke muziek vlug voortbewegen en onder de, hand met mathematische zekerheid aller lei s.choone figuren vormen. In don Koekamp zweefde een compleet, corps do ballet'' over het malsche gras; alle sujetten waren in precies eender rei-bruin costuum gestoken en beijverden zich om de nuitigste danspasjes uit te voeren en te samen de schilderachtigste groepen te formeeron. Zoo aan den ingang van het bladstiile, ernstig grijze woud, kreeg men onwillekeurig den indruk als stond men voor een kathedraal van Bosboom, met machtige boojrgeweiveri en een fabyrinth van zui len, geflankeerd door tiveo peutcrig net gcteekcnde, Leldcrkleurige albumblaadjes. Vreemd is het zeker niet, dat in zulk een om geving niemand er aan dacht, nog \ecl minder zich opgewekt gevoelde om het kloeke voorbeeld van Albrecht Beiling na te streven, en zich vrij willig in eene komedie levend te gaan begraven; want vergeleken niet hot grootsche woud, is een .schouwburgzaal eigenlijk niets anders, dan eene stoffige boekenkast, waarin de menschheid, al naai1 mate zij fraai of minder rijk gebonden is, op de eerste of vierde plank ingeschoven wordt. Wanneer het doek van de vergulde volière, die vlak voor de meusdienrijen getimmerd is, weg geschoven wordt, hoort men eene enkele keer voor zijn geld een echten nachtegaalslaan of een gelL'crdcn gou.iviük fijn intoneercn, maar ook zeer dikwijls worden onze gchoorvliczen bclcedigd door liet onaangi'iisaiu gckrijsch van bespottelijk opge dirkte kakatoes en papegaaien, omdat die gcraakkelijker en gocdkouper te verkrijgen zijn. Daarentegen worden do grootste- zangorsfeoston in de takken der hoornen gevierd, zonder dat daarbij eenige quaestie is van het betalen van entree-geld of liet besproken van plaatsen De leermeesters van Jenny Liml en Adelina l'atti geven daar om niet de zuiverste trillers en schoon ste klanken ten beste, en vereenigen zich niet zelden, zordcr zich in liet minst op den voor grond te plaatsen o t' zich een sikkepirje op hun enorm talent te laten voorstaan, in een koor van muzikale genieën. in de laatste dagen nu is door koude, storm en regen aan dien idyllischon toestand een einde gemaakt, en begint de schouwburg met den dag meer en meer aantrekkingskracht op het uitgaande llaagdom uit te oefenen. De reeds bruin gewor den rnuzickbladen der gevederde zangers liggen niet hoopcn versnipperd in de lanen van het iiosch verspreid, op gelijke wijzo als de schooljongens met hun schrijf boeken plegen te doen, wanneer zij niet de groote vacantio de schoolbanken voor oeiiigeu tijd vaarwel zeggen. Ook in het Ilaagsche bosch is dat verschijnsel een vast teeken, (fat de vogelconcerten geëindigd zijn en de executar.ten hunne gewone jaariijksche kunstreis naar Itali en nog zuidelijker goicgen streken ondernomen hebben, liet zou nogthans onbillijk zijn niet te erkennen dat ook do kleine lord", dat onderhou dende en in-fatsoenlijke tooneelspcl van Ivlrs Hodgson Jiurnett, het zijr.e er toe bijgebracht heeft om dames en heeren in grooten getale van de straat naar den schouwburg te trekken. The rcul littie lord l'auntleroy want al lezen de meeste d^mes de Hollandscue vertaling, zoo noemen zij Engelsche werken liefst bij hun oorsproukelijken titel was al lang het troetelkind van de vróuwenwereld. De warme liefde, die de jonge lord voor zijne moeder koestert, zjjn innemend uiter lijk, goede manieren, goedhartigheid en mildda digheid waren zoovele eigenschappen om alle da mesharten stormenderhand te veroveren. Maar sinds de talentvolle mevrouw Stoetz, in de rol van Mary, de oude getrouwe dienstbode, van de planken hare innige genegenheid en hartsgrondige bewondering ten opzichte van het jeug dige lordschap uitgesproken heeft, is ook het mannelijk deel der bevolking in geestdrift voor den kleinen Engelschen alias ontstoken. De hoofdrol wordt dan ook zoo goed gespeeld dat men bijna naijverig wordt op de oude keuken prinses, als zij vertelt dat de jongeheer zooveel van haar houdt, dat hij op haar aanstaanden ver jaardag haar een vtlocipède beloofd heeft. Tindal(jiiaestiön in Xe.'Jeriand en in .Nederiandsch-Indië, op het eiland Fiores, gemeente -begroetingen, prostitutie-vraagstukken en opstootjes van socialisten zijn zelfs niet in staat geweest om de aandacht van het publiek van mrs Burnetts schepping at' te leiden. En zoo is do onzichtbare kabel, die publiek en schouwburgzaal moet verbinden, voor dezen win ter al weer gelegd. Met alleen loopt het thans storm naar I'ossart en Erama. Nevada, maar ook de receptiën van den ouden Faust, Barbier, Postillon, Dame Manche, Mignon, Carmen, oupinel zaliger, Fedora en Frou-Frou worden vrij druk bezocht. Wat het orkest van Lamoureux betreft daar over gaat maar n roep van bewondering uit. Wen verlaat het conccrt-Lamoureux, zooals diens landgenoot Daudet ergens naar aanleiding van een andere zaak gezegd heeft pared a l'amoureux qu:i sort des mams de sa maitresse et n'ose plus bouger de peur de perdre l'enierant parftim." Z. Kunst en Letteren. TOONEEL TE AMSTERDAM. Tooneelgezelschap de Vos en van Korlaar: Veel lenen om mets. Het Studenteleven. Plantage Schouwburg v. Lier: Jüe Zigeuner of Amerika in 1Ï75. In den Frascati-sehouwburg is in de vorige week op Vrijdag en Zaterdag het nieuwste der liottenJaiDschc toonoülgeiieJschappen opgetreden niet vertooningen, die zooveel belangstelling wek ten, dut een ovcrtalrijk publiek was opgekomen om ze bij te wonen. De naam der liotterdamsche artisten heeft steeds een goeden klar.k in de hoofdstad gehad, en zeker was men verlangend een gezelschap, voor het meerendeel bestaande uit jongeren van wie men veel verwachting koestert, ie zien, vooral nu het kwam met een voorstelling van Veel l< ven om niets (Much uclo aiiout Hothiiiy) van Shakespeare, en liet Studeitleleceti van JJcmagie. Der directie van den ilotterdamschen Tivolischonwbnrg komt alle lof toe voor de keuze dier stukken, met de vertooning waarvan hun Huis geopend werd, Veel leven om niets is bekend genoeg. Het is grootendeels een aaneenschakeling van geestige gezegden, puntige antwoorden, repliek en dupliek door den dichter aan den jongen edelman Uenedict, en aan jonkvrouw lieutrice in den mond golegd. Deze personen zijn daardoor twee typen geworden, die geheel op den voorgrond treden. Om hen heen speelt de liefdcsgcschieduiis vaa C'landio met Ilero af. Zij vertegenwoordigen den. geest van het stuk, terwijl de gerechlsdienaars Jinunmel en Knuppel meer grovere humor te hooren geven. liet tudenteleven is een kluchtspel uit den jare 16'öb', waaruit ons blijken kan dat Alles schon chigeiocse-n, dat voor 'wee eeuwen de studenten even goed brasten, vochten en aan den rol gingen ais in de l!)e eeuw. Wat nu de vertooning van Veel leven om niets aangaat, deze vond ik bij Jange na jiict onberis pelijk. Eik stuk heeft een karakter en eischt een bijzondere kleur van spel, en hiervan waren de Iiotterdamsche artisten niet doordrongen. Voor het meerendeel speelden die edellieden van den Vornt run Arrnyon op de meest kleurlooze wijze, en herinnerde niets aan Shakespeare dan de bioote woorden. De eenige Shakespeareh'gniir gaf de heer AYillcm va:i Znyien te aan« schouwen, die lofi'jlijk nagestreefd werd door den \ liter v. il. Heuvel; maar noch de dames Mulder Koelofeen en Aug. Poolman, noch de heeren de ! Vos en v. Bieue hadden het er op toegelegd tot ! een onmiskenbare Shakespeare-vertooning mede te werken. j M. i. stond deze voorstelling in dit opzicht ; verre ten achter by do vertooningen van het j }\f-mteruvoiid-si>rooltje, die de Vcreeniging Het ; Ned. Tooneel'' een paar jaren geleden in den i Stadsschouwburg gaf. | jS'u ligt dit voor een gedeelte aan sommige der j artisten afzonderlijk, maar is, naar mijne ineening, ( ook eenigszins te wijten aan de leiding. Zoo heeft het mij verwonderd, dat de heer Chrispijn, die zoo fraai in Vorstenschool het ver haal van het proces zegt, in Vtel leven om niets j op eentonige wijze zijn rol vliegensvlug atpraat, [ en dat mej. Poolman met eenzelt'den klank al de ] geestige snibbighedon, die zij te .zeggen heeft, aan haar on willigen aanbidder toevoegt, terwijl menige scherpe, repliek van Benedict door den groven toon van den heer de Vos een lompheid ging gelijken. Dat het hier in het geheel aan een, deskundige krachtige leiding ontbrak, is niet te ontkennen, en dit is jammer bij een gezelsciap, waaraan goede krachten verbonden zijn. Als de artisten en de directie er nu maar op willen letten, dan is het niet moeilijk tot verbetering te komen. liet bleek al dadelijk uit de vertooning van liet Studentderen. Dit kluchtspel werd ingestudeerd onder leiding van den heer J. H. W. Unger, en het was een goed samenspel met kleur en leven te aanschouwen. De heer Chrispijn speelde nu voor den los»bandigen student, die uit Franeker bij zijn ouders te Amsterdam tehuis komt, en nu hoorde ik weder zyn gemakkelijke klankvolle stem haar plicht doen.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl