De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1890 9 november pagina 3

9 november 1890 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

Hij zag er ook uitnemend uit, eenigszins bleek, «et doBk«r haar over zijn voorhoofd krullend, Byte breede halbkraag wat slordig om en zijn rapier aan een lederen draagband onachtzaam latende slingeren. Hjj was volkome» de rijke Amsterdamsche Student, die in Franeker den beest speelde, maar doodsbang is voor zijn strengen vader. De heer de Vos gaf een goede voorstelling van den met zich zelf voldanen koopman, die van göMverbrassen schuwt, en de schatten van Oost en West opstapelt in zijn pakhuizen. WiBem v. Zuylen en dB heer v. Biene vervulden op vermakelijke wijze de knechtsrolbn, dapper bijgestaan door me\u\ W. Kley als Griet, de meid. Vooral de heer v. Biene beviel mij. In Amsterdam heb ik hem steeds gekend met een knorrig1 gezicht en een eenigszins gebogen houding. In Het Stiidenteleven maakte h\j een vrij wat aangenamer indruk. De heerp Wagemans, de hospes van den student voorstellende, schjjnt mij een artist van waarde voor komische rollen. Zoo in Veel leven om niets als in dit nastukje deed hij zich van die zijde kennen. Mevr. V. Westerhoven-De Heer, bleef als de moeder van Karel meer op den achtergrond. Mooi was bij deze vertooning hot decoratief, en de costumes waren veel juister dan die in het eerste stuk. De riddercostumes waren snoezig", dat lichtblauwe b.v. oi het hard-groene, alles met goud bedrukt en afgezet, maar zij waren niet ernstig gedacht, en dat heeft veel aan den indruk geschaad. Tot mijn leedwezen moest ik do gelegenheid verzuimen om Jan Adam Keyge met zijn gezin ten tooneele te zien voeren. Ik vermeen echter dat de hh. de Vos en Korlaar niet voor de laatste maal in de hoofdstad zijn opgetreden. Hun gezelschap met de onderscheidene jonge krachten is de belangstelling zeer waard, alleen men handele niet volgens Jen regel: Ieder voor zich" .... tenz\j eea krachtige regie voor allen" sorge. In den Plantage-Schouwburg woonde ik een Voorstelling bij van De Zigeuner of Amerika in 1775. Hiervan kan men niet zeggen, dat het door het gezelschap van de heeren v. Lier niet in den stijl gespeeld werd. Een Zigeuner-spion, die met een meisje reist, dat de dochter blijkt te zijn van den Engeléchen gouverneur van Boston, die gouver neur zelf, zijn secretaris, een officier die een samenzwering leidt en verliefd wordt op het Zigeunermeisje, zijn de hoofdfiguren van het stuk. De bevrijding van Amerika en vooral het gevecht om een vuurtoren zijn de hoofdpunten van het historische drama." De heer Veltman is de spion, een onversaagde schurk, die later een zeer braaf man blijkt te yn, de heer Verhagen is de kolonel, die met Washington samenzweert om de Amerikannsche republiek te stichten, en alierakeligst zijn r's laat rrrollen. De dochters, de gestelene en de overgeblevene, Valt den gouverneur worden voorgesteld door de dames de Leur en v. Ude. De eerstgenoemde neemt in den laatsten tijd eene minder fraaie houding aan, met den hals vooruit en de schouders) naar achter. Mej. v. Ude, kortelings nog leerlinge aan de Tooneelschool, deed niet verstandig de lessen in den steek te laten, zij weet nog volstrekt met haar armen en handen te gebruiken: zij spreekt anders zeer goed; wij willen dus hopen, dat zij zich ook zal leeren bewegen. Het tooneelstuk Zonderlinge vrouwtjes, dat mede in den I'lantage Schouwburg in afwisseling niet -De Zigeuner wordt gespeeld, heb ik neg niet gezien. Dit moet zeer bezienswaardig zijn. * * * Elke courant wordt natuurlijk gezegend met een zeker aantal drukfouten. Gewoonlijk zijn zij niet zoo heel erg dat er op terug gekomen behoeft te worden, inaar in het vorig overzicht heelt men mij den heer Malherbe den raad laten geven: Mijn stem" wat minder hoog te doen klinken. Ik heb natuurlijk de sijne bedoeld. Fr. GLÉOPATllE. (ïlof). Het tweede tableau, van Le.vastre eu Carpezat, stelt Thebe voor; de groote zaal van het paleis van Bihamaes, ten pr-r*pectief van dikke kolom men, mei hk-.roglyphen beschilderd, en ultloopende op een ander perspectief van obelisken, pyramiden e;i sphinxen. «Het is fee-t, groot feest," zegt Jules Lemaitre, «hetgeen de tijdgenooten, volgens Plntarchus. het ^onnavolgbaar leven" noemden. D.it be-tond hierin : Cleopatra, ditmaal van het hoofd tot de voeten met paarlen bedekt, en Anlümu.s, in een witte tunica met groote roode bloeaien, liggen op blauwe kussens en eten naar hartelust Ui ui ven en chinaasappelen; tevens kijken zij imar een dozijn Nnbische slavinmii die den buikdans dansen, iiondoui deze verlustigiug ionpeu Egyp tische slaven van allerlei sek-e rond.di's met lun wijduit-gespreide zwarte haren, ais waaier-, on hun rokken, uauiv om de beeneu gewonden, er uitzien als groote uitroeptekens. Resumévan den tekst : Anroüius e:i Cleopatra zijn nizeud op elkaar verliefd Eenige he-ineu verschijnen plotseling, en komen aan Antonius vertellen, dat Oetavuis ia g?vaar i-, dat sex'.iis \ Pompejus het graan van Siciliëheci't onder schept eu Rome met hongersnood bt'droigd wordt. Aotouius Jacht er inede, maar CleonaUa zegt hem: »Ga vechten!" en pakt zich in de viu;jje:s terwijl zij hem zijn pantser aai>gespt. Derde tableau : de terrassen van Mc.mphi.-i, j door ilubé, Chaperon en Jambon, uit is verreweg het mooiste decor van het stuk Daar bet | terrein op het eerste plan ongeveer de werkelijke j grootte heeft, en bet verge/.icht op n e;ik-I tcliterdoek, zonder coulis-en, is geschildeul, geeft dit decor wonderlijk de illusie van een onmete lijke ruimte. Da zilveren Nijllint stil in de geel achtige vlakte, het geel van Cazin's vlakten : men ziet aan den horizon de pyramiden ; de nach telijke hemel is diep blauw, bijna zwart en ge heel tintelend van sterren ; de uiterste daken van Memphis, eenige schepen en eenige palmen lee kenen zich hier en daar en profil op den stroom of zijne oevers af. Muziek en feestzangen ko men nu en dan met den wind uit de verte. Hier heeft eindelijk de tekst, voor een groot deel aan Shakespeare ontleend, inderdaad belang. Cieopatra, liggend, zooals'altijd en zonder berichten van Antonius, kwijnt en wordt wan hopig. Zij inaakt zich b'xw over de vroolijke muziek, die uit de stad omhoog stijgt; zij raad pleegt een waarzegger, zij slaat hare mooie slavin nen, Ira en Charmiane, zij is in haar .schrik geheel een verliefde vrouw, in haar gramschap geheel een alvermogend kind. Daar koa,t een bode, een >goede neger". Is Actonius in leven ? Hij leeft; hij is te Rome; ik heb hem gezien. Daar, daar, goede bode! Dat is voor uw moeite! Eu de koningin werpt hem bij handen vol de paarlen en juweelen toe. Maar nu vertelt de neger, al bevend, dat Antonius getrouwd is, met Octavia. Ellendeling! brult uu Gleopatra. En zij trappelt op den hab van deu armen drommel en laat hetn naar de gevangenis brengen. Een oogenblik later echter roept zij hem terug. Hebt gij die Odavia gezien? Hoe ziet zij er uit? En de bode vertelt dat het een ieelijk klein vrouwtje is, reet een dik rond gezicht eu kleine oogjts. O, lieve negc-r, zoete neger,.... wat is dat een verstandige, geestige neger! En weer werpt zij hem haar halskettingen toe. DHU kooit een tweede bode; een ibis. Men schiet hem met een pijl neer. Hij draagt onder zijn vleugel een briefje van Antoi,ius. die de koningin verzoekt, een vloot naar Actium te zenden Dit geheele tooueel van saiart, angst, woede, vreugde, vervoering, baat en liefde, waarin de meest tegenstrijdige gevoelens elkander raken, ais 't ware over elkaar heen buitelen, als al te h'iastige golven, is door Mad. Sarah Berubardt weer gegeven niet ten bekoorlijkheid, eene kracht, een waarheid, die ongeëvenaard zijn, zoo zelfs dat ik geheel vergeten heb, hoe haar kleed er in dit tafereel uitzag. Vierde tableau Rubé, Chaperon en Jam bon. Een b?etje Romei'isehe bouwstijl, voor de afwisseling. Het paleis van Antonius te Actiu'n. Alles heel streng. Een tafel en eeniga stoelen, die er heel hard uitzien ; in het rond dorre gor dijnen aan ijzeren roeden, tuss.eb.en harde, kolom men. Zoo kaal en plechtig r.nakt vertoont men ons altijd da Rymeinsche woonkamers. Ik houd het ervoor, dat dat een vov.is-in» is. Als men de historici eu de dichters leest, stelt in e n zich veeleer bij de weelderige iiedtii van dien tijd een buitengewoue overdaad van tapijten, hoopen kussens, behangsels eu bibelots voor, iets dut, op de strengheid der lijnen ria, overeet;kwam met de rijkste ameublementen van onze dagen. Als men die prullerijeu en versierselen niet terugge vonden heef i in de lusthu'zen van Pompeji, komt dat zeker daar vandaa", dat die prulle'ijen, ef~ schoon van betere kwaliteit dan do «koopje*" in onze groote. magazijnen, het toch achttien eeuwen onder de asch en da lava niet hebben kunnen uithouden. Links, gelukkig, een heel mooi bud, dat er met zijn grillig gedrapeerd baldakijn, wei eenigszins uitziet naar de fraaie praalbedden, die in e u in de hoeken der ateliers van rijke schilders vindt. Op den achtergrond een groote open boog, waardoor men het voorgebergte van Actium ziet, Antoüius is dus met Octavia getrouwd. Hij be mint haar. Hij vindt baar verfris.-cheud, na den gloeioveu van zijn Egyptische liefde. En hij is niet ongeneigd zelfs om zich met Octavius te verzoenen. C!e/>patra is met haar schepen aan gekomen. Hij weigert haar te ontvanger. Hij meent lütar niet meer te beminnen. Maar Cleo patra komt toch xijn huis binnen, in een tapijt gerold, zooals zij dat ook vroeger bij Oesiir heeft gedaan. Zij verstopt zich, zonder g zien te wor den, op het bed, achter de gordijnen, eüdaar luistert zij. Wat kan Mad. Sarah Bendiardt goed luisteren! Eu wat een mooie gele vlek, prachtig evi barbaarsch. vorrnt zij op het donkerder (of lichter) get'l, vaüde kussens en gord ij m n. /ij hoort eerst liet teller gesprek van Autonim en Octavia. Dan komen Aiitonius' vrien den, die, om bem geheel van de Kjryptische, los te maken, hem vertellen van baar liefdes!!/onturen, /ij i-i dan de geliefde geweest va'i Cneius Pompejus, van koning Hero:le;>, van zooveel anderen! en nu, pas na /ijn vertrek, beert zij torb:.hoor.i aan haren slaaf Kepbren. Hoe onhandig zijn die vrienden. Zij be leuken niet, dat men door jaloezie, weer lot, liefde l'au kornen. En, inderdaad, zoodia de Romein Cie opatra ontdekt, achter haar gordijn, gevoelt men dat hij weer herwonnen en voor altoos verloren is Hij slingert de koninklijke ontrouw; ter stond de namen van al haar minnaars in het gezicht, en vooral dien van den laatste. Keohren. Welnu, ja! zcat zij. Maar wat doet er dat toe? U heb ik lief, en ik meende van smart te sterven toen gij mij verraden hebt. En als zij ziet, dut haar mi\>i:aar weer a:iu haar voeten li-rt, hoewel hij haar kern als eerloos, zegt zij : (!,j behoort rnij, en r.ie.'riauil anderr! Ihvaa-, die geineend hebt dat ;k n i-:o:i venadeM voor een K"p!;r3ii! Was het dan niet zoo? Zeker niet. Bewijs me dat! W j! ik 10 ?phren voor uw oogen doen stervei', ? Ja! M->n roept !\H;ihten : de koningin r> ikt 'iein den jrifboki-r. De slan!'zn! uien nii;ii inlren. n a ar ge moet weten uat v.'e in werkelijkhei 'oij k;ii>ne bv/iri/f'iix zijn, die ui'-is v.vi Nero in zich !:>jbbe:;. /e laten htm !:';? t (iiiühen. »">)ri:ik: i }?". \" roept A'itot!i:;s. , Het bc .vijs is ::e!ever)."' HaMstochtelijk drukt hij ('!e"palra in de anner. \Vii'' «aat Octfli'ia hem tiog ar.n ? De teerüng is ge worpen. Hij laat de brug Uis.-chen liom zclver en zijne vrouw met h;i;;r !iroe-,li-r ;-f'V)r. ken. RÜU Bengaals-h vuur vrrlicht het achterdoek. Deze acte !??, int.'t, de vorie», de be-te van liet ('.vani'i. Uitmuntend ;/cs;-e^!d (l;:a'X:];boveu door ? Ie s^arah uit deu go.--de:i tijd, de h-ftige, ver1-i-lcnde Sarah, te^elylc zor,derlii:g, oiüituufiijk en wa-ir. Vijf Ie tablem. De tuiuei! van Alexa;nlrië. rloor Lemi-iii.ier. Ji.'t decor staat mij niet (hikie'ijk nie-T voor oogen. Ik zie allrea een tra;;i.-ch deukere heme', waarin het biik^e-ut ; e:i ik hoornet gerommel van een vrij goed gemaakten donder. Helmen zonder veel belang vertellen aan el kaar den slag bij Actium en boe Cieopatra met al hare schepen midden in den slag rechtsom keert gemaakt heeft. Daar komen de koningin en haar triumvir zelve. Zij legt hem uit, hoe van die vlucht de reden was, dat zij vreesde, bem, als hij overwon, naar Octavia te zien terugkeeren. Nu wil zij hem voor zich, zelfs als overwonnene, als onteerde; hij begrijpt; dat heel goed, eu de twee gelieven vallen d'^aar weer verwoed om den bals. Op den achtergrond gaat een processie voorbij mot de beelden van Isis eri Osiris. Mij dunkt' dat is ailus. Zesde tableau. Het inwendige van Cleopatra's graftombe, door Amable eu Gardy. Die graven der Egyptische koningen waren, zooals men weet, enorme pyrariiiden, waarin reusachtige onderaardsche zalen waren aangebracht. Zie Theophile Gautier, Le, roman de la mimiie. Het le ger van Octavius belegert Alexaudrië, en heeft bet leger van Antoüius overwonnen. Cieopatra maakt zich gereed om te sterven. Octavius komt haar bezoekeu. Uit dit geheele tüoneel ontstaat niets, want op het oogènblik dat Kepben Oc tavius zal treffen, met eeu dolksteek in den rug, komt er geschreeuw eu men brengt Antonius binnen, die doodelijk gekwelst is. Cieopatra om strengel t hem, kust hem op den mond, eu dau .... Ja, de reporters hadden ons uiet mis leid, 't is wel een echte adder, een adder uit meenen?, een levende adder. Mad. Sarah Bernhardt haalt haar met vrij veel moeite uit ern soort van bonbona reticule, zooals men ze bij de groote cotfiseurs koopt. Het reptiel is, als ik goed gezien heb, zilverachtig grijs; het mag zoowat 30 centimeter lang zijn. Het schijnt geheel verdoofd en de groote trage lienne mi et het kittelen orn het wakker te maken. Dau steekt zij het, niet zonder moeite, in de opening van haar corsaae en houdt het daar met de hand tegen haar borst. Dat is al wat ik gezien beb. En dat heeft mij belet te zien hoe Cieo patra stierf en te hooren wat zij op dat oogeublik zeide " Deze laatste woorden resumeeren de kritiek op het treheele werk en op al de vertoouingeu van gelijken aard, waarin nifn meent het' talent van n groote actrice, in vereeniging met deco ratief eu de eene of andere clou, iu de plaats te mogen stellen voor een werkelijk dichterlijk ont wikkeld drarna. Men kan weer een kt er te meer bejammeren dat zij, de buitens-woon begaafde, artistieke en intelligente, er telkens iveer in toestemt, aan successen van (rerimr allooi de zorg te besteden, die aan de werkelijk grootsche schep pingen moesten ten goede komen De afstand van Pttlre, Don-i Sol, M-tryui'rite Gautier. tut La Tosca of Clócputrc, is toch waarlijk al te groot. MUZIEK INT DE HOOFDSTAD. Na het vermelden van het concert van mevr. Emma Nevada, haJdrn er i o^ twee cOLcerten l van deze zangeres met dezelfde arti.-ten plaat*, u!, n in het Concertgebouw en eu in het Paleis voor Volksvlijt. V:wi. liet laatste woonde ik de L'e helft bij, waarin eeuige sou werden g!'Zi>ti!/en, benevens een duet, en waarin mevr. Nevaiia de groote Scène de Folio uit »Lncie" in cosiiuuii speelde. Het geheel maakte ten b.-teren indruk dan het eerste r> ;-t.eert. Metseleen of allen meer zelfvei'lrouwevi hj.dik':i. Mevr. Nevada spreidde hare bekende voortreffelijke tigen.-etiappen ten toon en gaf dus weer veel te genieten. Het concert op den volgenden avond in de kleine zaal van het concertgebouw droeg een geheel ander karakter. Hier geen virtuozeudom, muur louter >.unsi : geen bnliaut ell'ect, geen vuurwerk, maar een h-eerlijk rustig licht. Ik spreek van de kaïnemmziekuilvoering van de heeren: Kijntge/', Cramer. Eroweiu, Hofmeester en 15o;-inans H. t hooien van di-rge'ijke werkeu is altijd een j hoog eu edel af-not. we! te veistaan als óe ui'- | voerders doordrongen xiiu van het gewicht, ja, van liet heilige van hun tank, en wanneer zij zich Liet over techairk h.jii'i.-vo?i te bekommeren maar zic!: Oi:;;e-toord aan liet ;niizik;tle kunnen wijden. Vsr.'k-r moeieo i!t' uitvoerders tot vol komen eer,!teM van o;-vatti:.g gerükvri en alleen 'Jaar vr..(>r d-u dag komei), w.uir /'j werkelijk iets te, zeggen hebben. Is er ieiuand bij die bizondt-r wil schitteren of 7:ci; boven andeiea uit doen hoeren, dan verli"st de voordrnc'.t uMe ;? un- tv.'aaróe, Dieeischen zijn lioog, niet waar? docli zij moeten gestel'! wolden, en danrom is In-t, /'oals ik zeide, een heenijk genot als daar.-ian vol-laan wordt op de wij/.e zuoals Zaterdagavond bet gevr.l wus. Wel inaakt^ het eere geleelte taeer indruk dan het andere, doch het goede, het sehoo;i<?, het ware was overal te, ontdekken en voor ik verder gn, meet een woord van dank voor de vertolking van IK-t hart. Het bekende, j-t o.tnK-'kende trio op. l Xo. S ! var, l'a-i'-.ovev, werd door de h.-eren Itimtgen, (.'ranier en Bosmr.ns zeer schoon vo> rgedrageu Do aUe.iaaKseh'"eid die men bij de uitvoering van dit tiio zoo ('ik'.vijls jiantieft, om-iat jict door alle bevoevden en onbevoegden wordt ges;>ceid; vond men hi-r niet. In verse;iil!e;,de détails ! f rappee: de mij weer een r:it-u-,v (l<;nkbeeld, eeu i.itiuvc gro-]). Daarra sp;eHlin de heereu ('ranier en liir.tjjen ISralim^' \ i:;o!so!iate in (i. Dit |>-.é\:sehe, werk /ou men eene idylle kuuren L'ofnien. Hei werk spreekt niet v^ii strij'l, niet van wiii'en hai t.-toeiit ; maar hè: is ru.v.ijr, het is pi,e!i-c'', !;i-t vertelt u iets v;.1 u l.et ideaal. Op meesterlijke ivijze werd (!e,-.e coiiate ver tolkt. Mm voelde; zóó moet de opvatting zijn en niet ander-. Toen voerden de heeren Cramer, Frowein, Hofmt-o-.ter eu B<j.-.;iiaiis het ]::igc-la!(jii kwartet van S^luibert in l.'-mi.l uit, met de v;iv!atie over de melodie : »!Xr Tod und des Madeiier;". f:i rijkiluiii vau vii.di' g hevfc Hcliubert, zijji gelijken i iet, en dit is te meer te bewo'eieren omdat hij meestal O'der zeer orgir stige omsta :digheden motst schepiie-1!. \Vant echte waardee ring heeft Schuiert wcit-ig m<>gen otdervii.dea tijdens zijo leven. Ds prozaïsche zijcfe VKO leven is hem waarlijk uiet onthouden eu I moeiefijk het voor hem was om baan te breJÈW^J daarvan is wel het bewijs dat het hem eerst op rijm 22ejaar gelukte een van zijue liederen: Scbafers* Klagelied, in het openbaar te doen uitvoeren,j Daarna zond hij een bundeltje liederen aan Goethe op eenige van zij ie gedichten gecompoiieenf. Goethe nam er niet de minste notitie va.nl BS eerst toea kort voor zijn dood Mevr. SchröJer Devrient den Erlkönig voor Goethe roi g, begos hij begrip te krijgen van Schubert's talent. Ook IJeethoven heeft uooh. acht op Schubertgeslagen, hoewel zij jareu lang in dezeffte stad woonden. Eerst in Beethoven's laatste ziekta kon hij zich niet verzadigeu aan Schubert's lie deren, die hij eenig noemde. Eeue ontmoeting met Weber was voor Schubert ook niet aanmoedigen^. Schubert had eenige a au merk ir gen gemaakt op Euryarjthe, en dit was Weber ter oore gekomen, die zeide: »Der Li ff a soll erst etvvas lernen bevor er micb bi-urlheilt". Schubert gitig daarom met de partitie van zijne opera^ »Alfor.so und Kstreüa" eeus naar Weber om hem die te toonen. Weber, die nog boos was en meende met het werk van een beginner te doen te hebben, zeide: »Ich sage Ihuen, ass man die erstea Hunde ut,d die ersten Opern ert'iiukt." Weber heeft echter later dit barre eu minder edele oordeel trachten te herroepen door de levei digste belangstelling in dit werk openlijk te toonen. De interpretatie van het D mol strijkkwartet maakte gtooten indruk, en de vier heeren gaven on? alle gelegenheid van de bekoring te genieten, die een strijkkwartet ons geven kan. Deze kunstvorm is zoo heerlijk en de klankeffecten zijn zoo edel en tevens zoo doorschijnend. Het was dan ook aan de beste handen toevertrouwd. en vooral de variaün eu de Finale moeten bizouder v< rmeld worden. In de finale werden» de groote moeielijkhaden uiet veel lichtheid aviirWOMl'-ll. Deze uitvoering was helaas slecht bezocht, doch ai Ie aanwezigen zullen zeker zeer genoten nebben. De lezer weet reeds dat Prof. Joachim, nier Ocijieikö.-.is", zijne medewerking zal verleenen bij de volgende uitvoering < p a. s. Dinsdag. Ieder kun begrijpen welk een groot genot hec zal zijo. Joachim als kwartetspeler te hooren. Ten slotte vermeld ik nog het succes van 2 jeugdige kunstenaressen op eene Yolksuitvi/eiing van de Maatschappij voor den Werkenden Stand. Mej. Laniiró uit Haarlem droeg !niitsc;.e en liollaudsehe liederen voor en toonde gotde stu diën geuiaakt te hebben eu goed voor te kunnen dragen, en mej. Drt/ijs, oui leerlinge vau het Coriservftoriuni alhier, toonde, vooral in de G.-mcrt sonate van Tartini, welk eeu goede school zij doorloopen heeft ; met belangstelling volgen wij dtii het verdere streven van deze jonge dames. VAN MILLIGEX. DE TENTOONSTELLING IN AI1TI ET AM1UT1AE. Mee dn schilderij van Wiliem Maris In de melkbociu'' willen wij de korte beschouwing vaa de/'.e expositie beginrien. Wij herinneren ons niet zdis \an doztn ineehter iots zóó schoons gezien te Ueluven. Mot \velk eene bo/ieling is dit i'orsche brok natuur "j> het doek geworpen. Anders dan meestal ontbreekt hier de zilvei blanke pla<, waar aan de Moester zoo gaarne zijn beesten groepeert. Eenige koeien in een hoek van de wei komen uit tegen een partij verrukkelijk geschilderde boomen; kijk, Loij do meester hier feiteli;k aan het tooveren is geweest. Hij wilde hef zoo en het was er. Welk teno schitterende kleurcombinatie is dit meesterstuk; zie eens hoe praehtig die bruine koe doet tegen het blauwe hek en die fnssche iiiuoie, groenen, hoe enorm het beest op zichzelf met uie afglijdende i-cbanipiiciiten geschilderd is, hoe rijk uonr io diep blauwe zomerlucht de scbildenj wordt. Eene aauinei'k'iig wagen wij niet eerbied en bescheidenheid; wij zagen de witte wolk hier iie\er niet. Aan den plas" geeft ons weer en zachtwazigen morgen wanneer de lucht zoo bewegelijk en iija is. Ook de andere groote Meester dio (lezen schoon geworden ):aaui draagt, slaat ons weder niet, vcrba/.ina1. Zijn Aan de ri vier" en zijn Aan hel <siraml" zijn juweelenvau kleur. Hoe mooi is in liet eerste het uitgeregende groen \an don weg en ht'tnalte blauwtje va:i (ie schuit, -.vaarachter het verschiet in de van water verzadigde atmosfeer al onzekerder wordt. De iiju grijze lucht maakt dit alles tot n. Aan het scranj" brengt o:is in enn geheel andere steminiüg. Ken groot gevoel van rust komt over ons bij deze kalme vlakte van za'id en water, door het breken der lichtstralen in een bijna paarsen toon gekomen. No, ?'> geeft ons oen landHchap in de onzeker heid van het door wolken onderbroken maanlicht waaruit do vage vormen van het jagerfje naar voren dringen. Ijrcitner. die het diehtot bij do Marissen staat, exposeert ditmaal sciii t terend. Z;j:i Plein bij avur.d" kan niemand hem iipuloen. Elke penseel streek is met liet sp-iiitane van het genie op het (leek gezet, alles is hem hier gehikt Toch is hij i.iot altijd als de Marissen comjjloet. Artillerie in eeu laan'' is een magr.Hiek stuk kleur; bron zen en bruinen, groei;en eji "rijzen en geen ei.kele kieur die niet raak is of een wanklank. l'.'ijk, (i;a te zien hoe uitvoerig in zijn breedheid hij wezen ka:1, naar dien artiüerist die staat achter het goel-brnïno paan!, of naar zijn derde schil derij Kanonschot'1 hoe hij de vormen weef. Eeiïii'.ieressante liguur oieler ouxe schilders is van Looy. Niet omdat wij zijn werk voluit mooi kunnen noemen, maar omdat in hem het sterkst de worsteling is waar te nemen van den artist die groote dingen wil. Zijn groote schilderij Orar-je-feest" is niet waai' genoeg, die vrouwen met al hun beestach tigheid /ijn te chic. Ook zijn de witte klecron te koel van kleur onder zoo'n belichting. De com positie achten wij uitstekend, alleen wat meer leven en volheid zou er niet aan geschaad heb

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl