De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1890 16 november pagina 1

16 november 1890 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). Verschijnt eiken Zaterdagavond. Uitlevert Tj. VAN HOLKEMA, te Amsterdam, Keizersgracht 436. Zondag 16 November. Abonnement per 3 maanden f 1.12*, fr. p. post ? Voor Indiëper jaar B mail I Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . . . , Advertentiën van l?5 regels ?1.10, elke regel meer . . . , Reclames per regel I N H O 17 D: VAN VERRE EN VAN NABIJ:?FEUILLE TON : Eene Absage," II, door Jacobus de Vos. KUNST EN LETTEREN: Tooneel te Amster dam, door Fr. Een nieuw drama van Hermann Sudermann. Muziek in de hoofdstad, door Van Milligen. César Franck, door VanMilligen. Dr. Pieter Bernagie, door F. Z. Mehler. (Slot). VARIA. SCHAAKSPEL. Tante's likeurglaasje, eene variatie op een oud thema. Voor D.ames, door E-e. ALLERLEI. RECLA MES. BEURSOVERZICHT. ADVERTENTD3N. Van verre en van nab^j. «Europeesche wilden in Afrika" die titel voor onze plaat, welken wij aan een artikel in het Berliner Volksblatt ont leenden, is waarlijk niet overdreven. Wat in de laatste dagen aan het licht is ge bracht over de gruwelen der Stanley-expe ditie, spot inderdaad met alle beschrijving. De achterhoede van Stanley's expeditie, overgelaten aan de zorg van den half krank zinnigen majoor Barttelot, die zijn ongeluk kige zwarte volgelingen met stok- en zweep slagen laat afmaken en hun bij wijze van aardigheid met de stalen punt van een knup pel gaten in het naakte lijf boort, die een ongelukkigen negerjongen in een oogenblik van razende drift doodschopt, vrouwen bijt en trapt en ten slotte het slachtoffer wordt Van zijne woeste razernij, zij moet een waar pandaemonium zijn geweest. Hoe an ders kan men het verklaren, dat een ander der «officieren", zekere Jameson, steeds ?»& la recherche du document humain" en altijd bereid om hetgeen hij ziet, door zijn teekenstift te vereeuwigen, alleen om zich te over tuigen, dat er werkelijk nog menscheneters bestaan, een ongelukkig negermeisje van tien of elf jaren koopt voor twaalf bonte zakdoeken! dit slachtoffer in zijne tegenwoordigheid aan een paal laat binden, Feuilleton. Eene Afcsage". (Een schets uit de Tooneelwereld) DOOK JACOBUS DE VOS. Ella, Edmond en de hospita komen met bedrukte gezichten de kamer weer in. «Een mooie boel, wat moeten we geven ?" » Tannhauser.''' »Neen, dat kan niet." iMartha!" «Niets voor den Zondag!" »Hans Heiling!" «Dat gaat. Der Prophet kan misschien ook. Stil, de Zigeuner-Baron." «Neen Edmond, zie dat de Zigeuner-Ba ron niet gaat: m'n Zigeuner-Baron is in de Wasch." Hij had zijn hoed reeds op, zijn j as reeds aan. «Maar eet toch eerst wat," riep Ella met klagende stem. «Neen Ella, ik kan niet, onmogelijk!'' »'t Is over zes." «Toe, hier, n hapje dan." Zij had de vork reeds in de goelash gestoken en reikte hem een hapje toe. Eén hapje en hij zou er zoo van smullen. Edmond vliegt de trappen af. «Laat je me spoedig weten, wat er gaat ?" «Ja dadelijk." Zij had geen kus gekregen, zelfs geen hand. Ella huilde, de zilte tranen vloeiden in den schotel met goelash. «Vreeselijk, juffrouw, ik dacht hem zoo'n pleizier te doen en nu ... nu komt er niets van. Ik wenschte dat die vrouw nooit hier gekomen was, 't is ieder oogenblik zoo. Hij heeft er de meeste drukte van." «Ja, jelui hebben geen pleizierig leventje. Maar kom, juffrouw, uwémoet er niet om huilen, eet u nu ten minste," met messteken iaat dooden, toeziet hoe een wilde horde het lijk vaneenrijt en de stuk ken onder elkander verdeelt om ze daarna te verslinden, terwijl hij zelf rustig in zijn schetsboek de verschillende phasen van dit gruweltooneel weergeeft. Maar zal men zeggen Stanley was daarbij niet tegenwoordig. Was hij er dan niet aansprakelijk voor? Waarom liet hij deze bende van geweldenaars en roovers, van zwakken en hulpeloozen achter, onder het bevel van een waanzinnige, terwijl hij zelf verder trok om, zooals het heette, Emin te bevrijden, of, zooals het in de wer kelijkheid het geval was, om Emin's ivoor machtig te worden en, zoo mogelijk, de Aequatoriaal-provincie voor Engeland te winnen ? Heeft Stanley misschien van al die gru welen niets geweten? Kort na zijne terug komst in het kamp van Yaboeya, waar hij de achterhoede had achtergelaten, schreef hij aan zijn zeer vroom en menschlievend comitéin Schotland, dat de heeren toch vooral geen geloof moesten slaan aan de af schuwelijke geruchten, die over Barttelot en Jameson waren verspreid. En bij zijne te rugkomst in de beschaafde wereld schreef hij, na zijn metgezellen ten plicht te hebben gemaakt, hunne eigene aanteekeningen niet binnen de zes maanden ffe publiceeren, een uiterst stichtelijk boek, waarin van die gruwelen geen woord voorkomt, en waarvoor zijn uitgever hem eenige honderd duizenden guldens heeft betaald. En thans, nu de ooggetuigen en metgezellen hunne herinneringen hebben openbaar gemaakt, herinneringen die voor hem juist niet vleiend zijn, bevestigt hij met het kalmste gezicht ter wereld de waarheid der namelooze wreedheden, der beestachtige hande lingen, waaraan zich de leden zijner expeditie hebben schuldig gemaakt. Aan Stanley's ondernemingsgeest, aan zijn energie, aan zijn talent om als heerscher der menschen op te treden der zwarte menschen namelijk, die hij in zijn boeken zoo gaarne met den eerenaam van »man en broeder" versiert hebben wij nooit ge twijfeld. Des te meer aan zijn karakter. »Neen, nu eet ik ook niet. Alle moeite voor niemendal! Wat zal ik toch blij zijn, als we eens voor goed van die komedie af zijn." Edmond was intuschen aan den schouw burg gekomen. De groeten van portier en knechts, die reeds op zijn komst te wach ten stonden, bleven onbeantwoord.Hij stormde de directiekamer in. Herrn Director parelde het angstzweet op 't voorhoofd. »Zoo, ben je daar, Wulff! Een mooie boel. 't Is alweer zoo." »Beboet haar voor een maand gage, dan zal zij die kuren wel afleeren.'1 »Beboeten, beboeten! dan zingt ze in 't geheel niet meer, en buitendien heeft ze 'n attest van den dokter gezonden. Maar dat is nu de hoofdzaak niet. Wat zullen we geven ? Daar zijn maar drie opera's mogelijk. Tannhauser met Fraulein Ernst, de Prophet met de coloratuurzangeres, als die ten minste kan, of de Zigeuner-Baron." «Wat is uw opinie?" Wulf verzette zich tegen den ZigeunerBaron. De woorden dat de Zigeuner-Baron van zijn Ella in de waschkuip wentelde, waren hem niet ontgaan. Herr Director was zeer tegen Tannhauser. Eerst kort geleden gegeven en »keine Kasse" gemaakt. Prophet, Prophet! dat was zoo kwaad niet. Men overwoog en besloot »dcr Prophel" te geven, ten minste te probeeren of dat lukken kon. »En nu aan 't werk, Herr Wulf.'' »Willem, binnenkomen." Willem komt binnen, nijdig aan zijn knevel draaiende en min gedistingeerde termen aan 't adres der prima donna mom pelende. »Willem, dadelijk naar den heldentenor de Prophet aanzeggen/' «Hier Bertus, jij naar de coloratuurzan geres, vragen of zij van avond Prophet zingen kan. Als zij tegenstribbelt en iets moppert van geen repetitie gehad, dan zegt je dat zij een extra speelhonoraar krijgt. Vooruit, dadelijk weer terug." »Hier, Mozes, heb je een lijstje van 't anZijn geheele expeditie is de meest weerzin wekkende toepassing van de leer, dat het doel de middelen heiligt. Zulk eene heilig heid kan niet anders dan schijnheiligheid zijn. De Pruisische Landdag is door keizer Wilhelm II geopend met eene rede, waarin een zeer duidelijk uitgesproken vredelievende geest doorstraalt. Die vredelievendheid bleek nog minder uit de stellige verzekering, dat de goede betrekkingen van het rijk met alle buitenlandsche mogendheden in het laatste jaar weder waren bevestigd, dan uit het bij uitstek omvangrijke programma van werk zaamheden, dat aan de vertegenwoordiging werd voorgezet. De nieuwe minister van financiën, Miquel, is voor den dag gekomen met een omvangrijk plan tot verbetering van den financieelen toestand. Niet, dat de in komsten der schatkist op dit oogenblik be paalde behoefte aan vermeerdering hebben, maar de verdeeling der lasten laat, volgens den minister, veel te wenschen over, vooral wat de directe belastingen betreft. De heer Miquel wil de bestaande klassenbelasting vervangen door eene inkomstenbelasting met verplichte aangifte en met verbeterde schat ting ; hij wil verder de successiebelasting uitbreiden tot de rechte opklimmende en af dalende lijn ; maar hij wil zoowel de kleine inkomens als de kleine erfenissen vrijlaten. Reeds daaruit blijkt intusschen, dat de minister wijziging wenscht in meer of minder demokratischen zin, en men mag zich afvragen, of hem dat zal gelukken in eene Kamer, welker samenstelling de demokratische ele menten bijna onvermijdelijk uitsluit. Verder is bij den Landdag eene wijziging ingediend van de schoolwet, ten einde het beginsel van kosteloos lager onderwijs meer consequent door te voeren. Tevens worden aan de kerkelijke partijen belangrijke concessiën gedaan wat het godsdienstonderwijs op de scholen betreft en het toezicht, door de geestelijke autoriteiten op dit onderwijs uit te oefenen. Geheel in den geest des keizers is de zinsnede in de troonrede, die waarschuwt tegen het van buiten leeren van formules en aandringt op betere zorg der personeel dat van avond niets te doen had. Alles »Prophet"> aanzeggen. Neem des noods een rijtuig." »Ja meheir, maar hoe mot 't met de kof fers gaan, 't ompakken. Alles is al binnen." »Dat weet ik niet, dat moet jij weten," antwoordt Wulf driftig. »Je zorgt alles voor half acht binnen te hebben. We kunnen een kwartier later beginnen, maar meer ook niet. Vooruit, of ik beboet je voor een maand, en jij zult betalen." Mozes vliegt de kamer uit, in de gang weerklinken eenige hebreeuwsche verwenschingen, welke vertaald, ontzettend zullen geweest zijn. Nu moet 't koor nog aangezegd worden. »He, is daar nog iemand ?" »Wat blief, meheir ?" «Wat Moos, ben je nog niet weg ?" »Ga dadelijk, maar ik heb m'n schoon zoon meegebracht, als u wat voor hem te verdienen hebt, ook een huisvader met kin deren en hij heeft goeie beenen." »Jij weg en je schoonzoon binnen." »Hoe heet hij ?" »Sam." »Goed." »Sam binnen!" »Even wachten." Wulf schrijft driftig een aantal namen en adressen op. »Sam hier heb je een lijstje, naam en adres. Overal aanzeggen »van avond Prophet.'' Wacht, ik zal 't onderteekenen. Zoo. Voor uit ! Marsch!" Sam blijft bevend staan, Sam verbleekt. »Wat heb je vent ? Krijg je een be roerte?'' Sam kijkt diep bedroefd op 't lijstje, dat tusschen zijn vingers tremolo's uitvoert. Wulf wordt steeds driftiger. Wie zou met een ledige maag niet driftig worden ? «Kerel, ben je door den donder getroffen ? Spreek !" «Meheir ikke kan niet lezen." Terwijl hij 't lijstje op de tafel neerlegt vervolgt hij, »maar ik weet ze allemaal te weunen, en wat ik niet weet zal m'n schoonvader me voor de ontwikkeling van den zedelijke»«fa der leerlingen. Ook wenscht de keizer, dal het onderwijs in de geschiedenis, voorkfc*'in de vaderlandsche geschiedenis, zoowel lagere als op de middelbare scholen, tot^ den huldigen tijd worde voortgezet, opda kinderen leeren, dat het juist de koni van Pruisen zijn geweest,van welke de zorg$j de maatschappelijk misdeelden is uitgeg- 'r^'' die den stoot hebben gegeven tot dei politieke wetgeving der laatste tien Den onderwijzers wordt de studie der huishoudkunde op het hart gedrukt, in staat moet stellen, de leerlingen voor d socialistische dwalingen te behoeden. Eene derde groep van wetsontwerpen heeft betrekking op de verbetering van het bff stuur der plattelandsgemeenten, in welke tot nu toe de adel eene al te groote roj speelde. Het is te betreuren, dat de regee ring in dit opzicht niet consequent is ge weest, men had van haar ten minste Jwt voorstel mogen verwachten tot opheffing VRii het onzinnig privilegie, dat aan een deel van den adel, de zoogenaamde Reiehswtmütelbaren, vrijdom van belasting veraakert. Intusschen straalt in al de ingediende ontwerpen, al zouden zij op menig punt gansch anders moeten luiden om waarlijk demokratisch te kunnen heeten, eene ernstige gezindheid door, om in de bestaande toe standen eene afdoende verbetering te bren gen. De heer Von Caprivi heeft met dan meesten nadruk verzekerd, dat het der re geering ook hierbij om sociale hervormingen en verbeteringen te doen is, en dat zij Te kent op de medewerking van alle partijen, om die wetgeving tot stand te doen konten, teneinde de positie der regeering te verster ken tegenover de «vijanden des rijks" waar onder tegenwoordig alleen nog de sociaal democraten worden verstaan. Een hoogst opmerkelijk feit is het ontslag, aan den al te bekenden hofprediker Stöcker verleend. Sedert jaren was het voor velen eene ergernis, dat deze anti-semitische agi tator en politieke stokebrand werd gehand haafd in eene betrekking, die aan zijne han delingen een soort van nimbus verleende, wel uitduiden. Hij staat buiten nog op me te wachten." »KereI, vent, je maakt me dol. De deur uit, maak dat 't in orde komt, of ik beboet je schoonvader voor twee maanden." Sam stuift sidderend weg. »Ja, Herr Director wat denkt u van *t orkest ? Niet noorlig, wel ?" »Gott bewahre, die moeten toch spelen, maar de kapelmeester moet gewaarschuwd worden, wellicht heeft Frau Scnwarz coupu* ren in hare partij.' »HoIa, is daar nog iemand?" Geen antwoord. »Kees, is daar nog iemand ?" »Ja, menheer, m'n twee jongens, als u wat voor ze te verdienen hebt, ze loopen beter dan ik." »Hier met de jongens !" Twee snuiters komen binnen. »Kun jelui lezen ?" Unisono klinkt het: »ja menheer!" «Goddank, dat is ten minste al iets." »Hier, ventje, dadelijk naar mijnheer Bunnik, den tooneelmeester. Oogenblikkelijk hier komen, en dit briefje bij den kapelmeester Blumenthal. Marsch!" »Jij kereltje, ken jij die blonde Janssen,-dat meisje dat altijd mee figureert ?" »Zeker, meh<er." »Weet je ook waar ze woont ?" »Zeker, meheer. Hier over in de '.Jaan. Haar moeder doet in water, vuur en snoep goed." »Mooi zoo. Ga zeggen dat van av%nd de Prophet gaat en dat zij voor acht meisjes moet zorgen, dezelfden die altijd schaateen gereden hebben." De jongen vliegt weg. »Hier, wachten! Ik heb nog meer. Ala er eene Absage is, eerst afwachten tot ik Marsch roep!" De jongen blijft stokstijf staan. »Ken je Dorp, den figurantenbaas ?" »0ok al, menheer." »Weet je waar hij woont ?" »Ja, menheer, want als er jongensfiguratie is, neemt hij mij ook altijd aan, en dan koia

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl