De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1890 16 november pagina 6

16 november 1890 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DÉAMSTËBÖAHltfEB, WEEKBLAD TOOE NEDERLAND. No. 699 W iel! Alleea maap moet het goed staan op 'vier pooten. Och, God", voegde_.. en dafttbp liep. haar een rilling door d» ^ "^alfl ik ex nog aaa denk, boa de glaasjes aan rammelden. " l wag bang voor eene herhaling van het vorige en om die te voorkomen, ging ik gauw > meubeiaiagazijn en zorgde voor een stevig tafeltje, eenvoudig, maar modem, een boerentafeltje. Dit kwam nu op de i van het gevaarlijke ronde, terwijl het oude aan gevaren blootgestelde- plaats aan zjjde van het buffet kreeg. De twee Hen ?waren in veiligheid. Maar dit kon toch niet verhelen, dat de- twee tafeltjes, t beide zyden van het buffet stonden, door verschil van stijl geen volmaakt harmonischen maakten. Ia het begin hield ik mijn waar voor mg, maar toen ik uit de toespelin gen mya«r vrouw merkte, dat zij ook niet geheel Over do- nieuwe schikking tevreden was, bestond «t voor m\j: geen reden meer tot zwijgen. sla . ieder geval," merkte mijne vrouw op, nat'jdat wij daarover onze wederzijdsche meenicgen , ito kennen gegeven hadden, in ieder geval zouw4j het verschil in styl van de twee tafeltjes daarmee kunnen bedekken, dat wij over beide hing, afhangende kleedjes legden. Maar ?Ofldea peluchen kleedjes moeten zijn; en. het toeh eea erg groote uitgave zijn om die aan " niet waar, Robert ?" L Zeker!" zeide ik, niet zonder eenige scherpte. ook toen mijne vrouw de zaak herhaaldelijk op het tapijt bracht, bleef ik consequent. ; beent geen peluchen kleedjes, maar alleen een boerentafeltje. Nu was alles in denzelfden ^tfSfl. AaiKweerskanten van het buffet stonden twee |j djjksoriaige tafeltjes, op het eene het likeuratel *fm-'~ Mevrouw Knietsch; op het andere zetten het tot nu toe op het buffet geplaatste .,..?» stel met tatito's likeurglaasje. -I De leeggeworden plaats op het buffet werd na, benige» tijd aangevuld door een mooie bowl, die ?Gust* «oor haar verjaardag weuschte, omdat (zij liad niet volkomen ongelijk) het oog iets miste -In het midden der groep in de eetkamer. Doch het nu verbannen ronde tafeltje verschafte WJH geen genoegen. In de eetkamer wae er geen plaatemeer voor, daarom kwam het in de huiskamer, maar daar stond het in den weg, als men de bloe men buiten wilde begieten. Toen kwam het aan den achterkant van d» kamer; d»ar werd het geregeld door de meid omgegooid, als zij de kachel aanmaafate. Toen bij de piano, waar ik het voormu liektafeltje wilde gebruiken; maar daarvoor was bet niet groot genoeg. Veertien dagen lang stond het in mijne studeer kamer; na verloop van dien tijd overtuigde mijne Vrouw zich er van, dat de eeuwige tabaksrook in zes maanden het mooie politoer heelemaal zou hebben vernield. Het ronde tafeltje begon nu werkelnk door ons huis te wandelen; ik ont moette het, zooals men bijvoorbeeld kennissen kan eene badplaats op de morgenwandeling in de allee- ontmoet, nu eens aan het begin, dan heele maal aan 't einde, dan weer in het midden. Eindelijk ontmoette ik het eens in de gang, en wel, daar de gang op winterdagen donker is, en ik bijziend ben, ontmoette ik het met mijn been. Eenig gekraak en gestommel en een krachtige vloek volgden, want het tafeltje was op mijn linkervoet gevallen. Mijn vrouw snelde toe en trachtte my te kalmeeren, maar toen dit verschei den minuten lang niet hielp, werd zij boos en riep: Mijn- God, ik kan er toch niets aan doen, dat het huis niet voor ons geschikt is!" * * * Dit gebeurde zeven maanden geleden. Tegen woordig staan de drie tafeltjes, het oude ronde en de twee nieuwe met de twee stellen en tante's Ukenrglaasje er op, in een nieuw huis, dat wij ?edert drie maanden hebben betrokken. Wel is waar is het 200 mark duurder dan het oude, inaar daarvoor heeft het ook gas in alle kamers en oneindig veel meer ruimte dan de vorige wonicg. Eerst was het zelfs wat al te ruim voor Onze meubels; er waren eenige half leege muren «n een overtollig kamertje. Maar sedert er een half dozijn stoelen, twee tafels en een alleraar digst boekenkaetje (een buitengewoon koopje) zijn bijgekomen, gaat alles uitstekend. Het stel met tante's likeurglaasje heeft ook in - de nieuwe inrichting een eerepiaats gekregen. Maar de goede tante zal dat, helaas! wel niet te cien krygen. Sedert eenigen tijdt lijdt zij aan 'duizelingen en kan niet meer tegen sporen. Doch Oj» een brief, dien ik haar van uit het nieuwe huis schreef, kreeg ik het volgende antwoord: Beste neef! Het heeft mij zeer veel genoegen gedaan, te hooren, dat gij u weer zoo mooi hebt ingericht. Bij mijne oprechte deelneming in het ? gelnk, dat gij vindt, in de verfraaiing van uw ? gezellig tehuis, voel ik mij gedrongen, een zeer bescheiden aandeel daartoe bij te dragen, eu ?.?daarom stuur ik u met dezelfde post een mooie herderin van Saksisch porcelein, die ik, oude vrouw, gemakkelijk kan missen op mijn tagère, en waarvan gij het pendant (het mijne is al lang gebroken) gemakkelijk zult kunnen vinden in een grooten porceleinwinkel. Neem mij niet .kwalijk, dat ik niet uitvoeriger schrijf; inijne oogen worden tegenwoordig ook sleclr. Uwo U liefhebbende Tante. P. S. Eigenlijk behooren er ook consoles bij de beeldjes." Ik ontving dien brief tijdens de afwezigheid m\jner vrouw. Onmiddelijk :iadat ik hem had 'ge lezen, bracht de pakket-postbodo een klein, stevig gelakt en vastgebonden kistje met een adres van de hand mijner tante. Ik mompelde, nog oprechter dan toen aan het station: O, die goede tante!" Toen sloot ik den brief weg in een geheime lade van mijn schrijflessenaar en bracht het kistje on geopend naar boven, naar een zolderkamertje, waarin pnze pakkisten en koffers en andere zelden gebruikte zaken worden bewaard. Nadat ik met froote inspanning een. hoek van do kamer ad vrijgemaakt, liet ik het kistje daarin neer dalen en verstopte het onder een grootere kist en een stapel oude, door de zon verschroeide jalousieën. Toen daalde ik, diep ademhalend, weer af in onze woning. Toen mijne vrouw thuis kwam, ontving ik haar, altof er niets was gebeurd-, en zy zside alleen: Maar, man netje-, geloof je hausah, dat je kamergymnastififc je meer versteekt, dan ze je aangrijpt?" Tegenwoordig sfcaat het kistje nog- ongeopend, onbernerkt in den hoek der zolderkamer. En mettertijd zal ik ook wel afleeren, er 's nachts van te droomen. VOOR DAMES. Een. trousseau, Vrouwelijke detectives. Inspectrifes van het lager onderwijs. Gten, huwelyk&reiiye meer? . Costtiumverandering. De hertogin d'Uzès. ILunst. De firma Goschenhofer en Rosicke te Berlijn heeft vergunning verkregen, om den trousseau van prinses Victoria van Pruisen, in haar ateliers vervaardigd^ ten toon te stellen. De verzameling moet bijzonder prachtig zijn. Het lijfliiinen is voor het grootste deel van chiiieesche zijde, cru-kleur. De hemden zijn met echte valenciennes omzet, er. met de hand met den fl&nelsteek afgewerkt; de pantalons hebben zijden entre-deux eu rand, alles a jour geborduurd, en de geborduurde strooken zijn nog met kant omzet. Voor rijcostuum zijn er dikke zwartzijden pan talons bij, met licht kripflanel gevoerd. Het wer kelijk linnen, dat bij den uitzet behoort, is een soort batist, dat de firma zelf vervaardigt. Alles is met het monogram F, door keizerin Friedrich zelf gekozen, geborduurd; de zakdoeken alleen, van linnen met borduursel en kanten rand, dragen de V met een kroon erboven en met bloemen omgeven. Het tafelgoed is uit een Saksische damastfabriek; een deel heeft een varenpatroon) e«n ander oen sneenwbalpatroon, alles natuurlijk met ingeweven wapenschilden en gekroonde F's en A's. Al het bedlinnen is met de hand gewerkt; de sloopen met plissés en echte kant omzet. * * * Men heeft in Engeland de handigheid en scherp zinnigheid der vrouw te hulp geroepen, oui hot zoo vaak onvoldoende vernuft der detectives aan te vullen. De eerste dame die officieel daartoe aangesteld werd, was trouwens een werkelijke virtuose in het vak, het naïeve, onschuldig ir ne mende gelaat van Desdemona, hemelblauwe oogen, korenblonde haren, en daarbij de listigheid deislangen. Zij was reeds op de schoolbanken eene ijverige lezeres van alle justitieromans en begon het beroep uit liefhebberij, tot het verlies van haar vermogen haar zich deed aanmelden bij den staf der Londensche politie, en zij, na korten proeftijd, onmiddellijk in de hooge rangen werd opgenomen. Deze da/me is eene smaakvol gekleede, zeer goed opgevoede vrouw. Tegenwoordig echter houdt de politie er ook een heirleger van min dere vrouwelijke beambten op na, straatveegsters, bedelaarsters, vensters, lucifervrouwen, en al deze personen worden op post gesteld voor de huizen die men bewaken wil. Eenigen tijd geleden had ik een zeer belang rijk geval te onderzoeken", vertelt de dame; voor een huis in het Westend werd dus eene vrouw geplaatst, om de dame na te sporen die er woonde. Maar de dame vertoonde zich niet. Toen plaatsten wij er eene straatveegster, met gekromden rug, in treurige lompen, en met eon hoest die haar de borst en een ander het hart verscheurde. Dag op dag, soms in stortregens, wachtte zij vergeefs; ein delijk op een dag zag men voor het raam achter het gordijn een elegante dame; hare slanke gestalte toekende zich op den donkeren achtergrond af: zij opende het venster een klein weinig, en liet er een koperstuk en een blikken doosje uitvallen. De dame was niet te zien geweest, maar het bukken doosje was juist het voorwerp dat ons als bewijs diende, en tot ontdekking leidde." De vertelster is kellnerin in een bierhuis goweest, kamermeisje in een groot hotel, zelfs heeft zij als eigenares van een boarding-house gefungeerd, alles om misdaden na te sporen. Eenmaal moest zij, om een kassier te vatten, ecu paar maanden in een der duurste hotels van Brighton wonen, toilet maken, den man naderen en met hom coqnetteeren, <»n had reusachtige kosten te maken. Maar gewoonlijk is op het ont dekken van groote verduisteringen een aanzienlijke premie gesteld, zoodat de detective gaarne wat kosten maakt. Ten slotte schijnt toch het beroep meer nuttig, dan eervol of sympathiek. # De vrouwe n quaestie in Frankrijk heeft eene groote schrede voorwaarts gedaan. Sollicitanten werden opgeroepen voor de betrekking van inspectrice van het lager onderwijs" in het district Toulouse, en van alle kanten wordt de maatregel toegejuicht. Dat hiermede werkelijk een ernstige maatregel bedoeld is, blijkt daaruit, dat in de Recue de l'entieignement de directeur van onder wijs zelf een artikel geschreven heeft, waarin hij de betrekking omschrijft. Hij haalt daarin eenige zinsneden aan uit een brief van Mad. Kergomard, die wel met de betrekking belast zal worden. Mad. Kergomard schreef, na de administratieve taak der aanstaande inspectrice behandeld te hebben : Dat is het materieel?, allcdaagsche deel der opdracht. Maar de inspectrice moet iets beters zijn dan dat. Zij moet in de school het, helaas nog al te nieuwe denkbeeld brengen, dat de intellectueele opvoeding niets is zonder de zedelijke opvoeding; dat do wetenschap uit de boeken ge put niets is, wanneer zij niet door de overdenking wordt verhelderd; en dat de school eene heilige plaats is, waar alle stoffelijke goede gewoonten moeten worden aangenomen, die het lichaam zijn gezondheid geven of doen behouden, en alle gees telijke goeilc gewoonten, die karakters vormen. De insyei.'trice moet. in de lagere scholen, de opvoeding gronden der vrouw vrij van vooroordeelen, maar bewust van hare waardigheid eu hare plichten ; zij moet de opvoeding gronden der vrouw van het volk, den geest gericht op al wat nuttig is, het hart gevuld met een ideaal van eenvoud, toewijding en eergevoel." De aanstelling dezer eerste inspectrice zal, vanneer haar invloed in dat gedeelte des lands, waar naar het schijnt, mannelijk toezicht niet veel uit werkt, van eenig nut blijkt te zijn, zeker door meerdere gevolgd worden. Is het huweJijksreioje", sedert vyftig jaar in onze gsbruiken opgenomen, wel zoo aan te be velen als men uit de algemeenheid der gewoonte zou zeggen ? Men begint in Fraukryk te vinden van niet, en in Engeland hebben eenige der aan zienlijlisten de gewoonte nooit opgevolgd. Er komt in Frankrijk iets anders voor in do plaats. Men begint te vinden dat de verlovingen wel wat kort duren» en de jongelieden elkaar, zooals uit menig huwelijk blijkt, wel wat beter mochten leeren kennen alvorens zich voor goed te verbinden. Verstandige moeders hebben daarom ingesteld na de verloving met haar dochter een reisje te maken door Italië, door Zwitserland, endenjongman uit te noodigen, zich bij het het gezelschap aan te sluiten. Niets leert zoo goed humeur en karakter kennen, als samen reizen, terwijl het bezoeken van musea en gedenkteekenen aan de de jongelieden eene gelegenheid geeft om samen kunst, litteratuur, smaak en opvattingen te be praten, die zij later vaak versmaden, en zich nu steeds met genoegen herinneren. Is het huwelijk dan gesloten, dan is het veel verkieslijker, de wittebroodsweken in een huisje | buiten, to midden van bosschen en tuinen, in dichterlijke eenzaamheid door te brengen, dan juist de eerste gelukkige dagen in aanraking te zijn met de banale belangstelling van keliners en herbergiers. Maar de- verlovingsreis is voor den jongman alles behalve een sinecure. In onzen tijd zijn de meisjes veel beter op de hoogte van litteratuur en kunst dan de hoeren; de tocht door de musea kan dan wel eens een examen worden over Botticelli en Poinpeji; zonder nog te rekenen dat hij een examen is in goed humeur;onderhoudendheid en handigheid. De jongman moet een on feilbare, welsprekende, gevoelige, geestige gelei der zijn; 's avonds wordt er natuurlijk, na het buona notie, in de stille slaapkamer van den albergo, door de dames gericht over hem gehou den. Kn den volgenden dag komt men, gewapend, twee tegen een, om eeno kleinigheid, die opge merkt werd, in hem te verbeteren. Gelukkig dan voor allen, als het meisje zijn partij trekt. Hij zal het apprecieeren on het is een waarborg voor later geluk. Die proefreis" heeft een grootsche toekomst. * * * Naar aanleiding van een nieuw plan van den Bond voor de emancipatie der vrouw in Frankrijk, om het vrouwencostuum te veranderen, deelt de Temps een paar bijzonderheden niede. lii den regel geeft de prefectuur van politie geen verlof tot het aannemen van de klecding der andere i sekse, dan wanneer de aanvraagster een me disch attest indient, dat de noodzakelijkheid der verkleeding aanwijst. Van zulk een attest was de aanvraag vergezeld van Mevr. Dieulafc-y, voor hare zwerftochten als oudheidkundige met haar man in Syrië, die van Rosa Bouheur, de schilderes, voor haar jachtpartijen, en die van Mad. Marguérite Bellanger, in den tijd van Napoleon III. Op dit oogenblik zijn er te Parijs tien vrouwen, die zulk een verlof hebben. Daaronder is de direc trice van eene boekdrukkerij, dio geheel voor man doorgaat; eene schilderes, eene huis- en plafondverfster, ee;.e dame met een baard die vroeger op kennissen reisde, twee misvormden en eene vrouw die in haar eigen kleeren belachelijk zou zijn, zoozeer gelijkt zij op een man. Daarentegen heeft een appelenkoopman ergens in de voorstad, ook wegens eene kwaal, verlof om vrouwenkleeren te dragen. * * * De hertogin d'Uzès, de beschermster van gene raal Boulanger, heeft zich in den laatsten tijd met iets dankbaardere dan de boulangistische po litiek bezig gehouden. Op haar kasteel Dainpierre is een drama in drie bediijven gespeeld, Le coeur et Ie aunij, waarvan zij de schrijfster is. De acteurs waren de hertog de Luynes, de graven de Contades, de Gonidec en Koziebrodsky, en de dames de Lnynes en de Banuelos. liet stuk is meer krachtig en dramaj tisch, dan fraai gestyleerd ut dichterlijk; de analyse j ervan doet het bijna ruw schijnen, men ziet er ! weer de energie der krachtige vrouw uit. i * Aan de dames dio op mooie dagen shopping gaan en iets voor kunst gevoelen, bevelen wij het bezoeken c-ener kleine expositie aan, die door de II.H. Scheltema & Holkcma (Hokin 7-1) in een paar salons boven hun winkel gehouden wordt. 0[) dit oogenblik is er eene collectie teekeningen van den heer Gerard Muller, uit de Koninklijke Fabriek van Stoom- en andere Werktuigen" ten toongesteld, -waaromtrent de kunstverslaggevers van dit blad allicht iets te zeggen hebben; maar ook behalve dit eigenaardig genre, hebben de H II. Scheltema & Holkema heel v.at fraaie aqua rellen en schilderijen. Mooie waters en luchten in doorschijnende, echt, Hollandschc tint van ! Weissenbruch en Xeuhnys, een paar tijgerkoppen i van Jan van Essen, een stuk zee met een schip l van Mesdag, een kerk van Bosboom, een vrouwen figuur van Bi.-.schop, echt jui'.uu'eüig behandeld, schapen van Termcnlon. bloemen van Van der Maarel, vullen, met het een en ander van Breitner, de Marissen, Toorop. de portefeuille; ook onder de tentoongestelde schilderyen zijn er eeniye zeer aantrekkelijke. E?e. Allerlei. De grootste soldaat ran Uut Dinttche lei/er. Kapitein von PliUkow va:i het 1ste yarde-reyimcnt te Polsdam was, zooal.s bekend is, sedert jaren de grootste soldi-.at van hot Duit.vcho leger. Sedert eenige dagen is dit echter veranderd, want bij de ItjiVoinpagnic vau het Iste garde-regiment te voet is thans een vrijwilliger aangekomen, die belangrijk grooter is dan kapitein v. Plii-kow. Terwijl laatstgenoemde de ler.gtc heeft van ~1 M. 5 cM , heelt de nieuwe vrijwilliger, een Kliijniander, de reuxergroottc van ml M. J5 c.M. Sedert hot janr 1S.V.) heelt hot 1ste gavdc-regiisieut mot weer zóo'n grooten soKlaat gouad. Destijds was daar een houtvtsterslcorlinfr, die innar de oude maat, de grootte van (I Zo" had. Wegens die lengle kwam de mau niet bij hot garde-jage:sbataillon, maar in hut 1ste gardo-regiment, maar moest nu -l jaren dienen. Hen moest voor hem niet enkel een extra monteering laten- maken% maar ook aen bijeonder ledekant, eigen bank,, eigen gereedschap, enz. De reuzenlaaraen van den man worden nu nog- in de monteeringkamer- van het 1ste garde-regiment bewaard. Gewoonlijk werd de reus slechts voor ordonnancedienst ge bruikt, en enkel ibij parades trad hij mee in het gelid en maakte, op den rechtervleugel staande, met den hoogen historischen helm, verbazend op zien. Op eene parade in den slottuin te Potsdnot gebeurde het eens, dat de groote man de op merkzaamheid van den keizer van Rusland trok. Deze liet zich hem voorstellen en prins Karet' van Pruisen lichtte daarbij den voet van den man in de hoogte, om den Czar de verbazende grootte daarvan to toonen. Daarbij verloor déreus het evenwicht, sloeg achterover en sleurde ook zijne boide achtermannen met zich mee, want destijds stonden bij parades de troepen nog in drie ge lederen. Trots de zorgvuldigste verpleging do reus kreeg extra eten en alle dagen eenige pin ten bier stierf hij nog gedurende zijn dienst tijd aan de tering. Voor den thans aangekomen Rhijnlander is het niet noodig dergelijke bijzon dere zorgen te hebben, daar hij bij zijne grootte een zeer krachtig lichaam bezit. De dochter van Emin-Paclia. In het hoek Emin-Pacha en de muiterij in Aequatoria" doet Mounteney Jephson eenige mededeelingen omtrent Erain's dochterje Ferida, wier moetier eene Abyssmische was. Uit haar huwelijk met Emin waren twee kinderen geboren, een jongen en een meisje; de eerste was terstond na degeboorte gestorven, terwijl de moeder niet lang na Ferida's geboorte aan eene inwendige kwaal bezweken was. Zijn eerste ontmoeten met de kleine Ferida schil dert Jephson mot de volgende woorden: Emin, die zeer aan het kind gehecht scheen, nam het op den arm, en vertelde mij toen van den dood zijner Abyssinische, waarover hij, ofschoon het drie jaar geleden was, nog zeer bedroefd scheen. De kleine Ferida.1', zoide bij. is alles wat ik nu nog op de wereld heb." Ferida is een klein, lief meisje, van niet donkerder kleur dan Emin, en zeer op dezen gelijkend; zij was zeer schilderachtig ge kleed op zijn Arabisch en zag er uiterst zacht uit." Dat het kind ook zeer aan haar vader gehecht had, blijkt uit het volgende, dat ten tijde toen Emin te Dnfilédoor de rebellen gevangen ge houden werd, voorviel: Vóór mijn vertrek kwam Ferida bij mij, om van mij afscheid te nemen, en gaf mij een collier van kralen, dien zij om den hals droeg, met verzoek, die haren baba te geven. Zij had gehoord dat de lieden in Dnfiléhem niets te eten gaven, ik moest daarom de kralen voor hem meenemen, en hem zesgen, dat hij daar kippen voor koopen moest. Het arme klein e kind i' Zouden alle vierjarige Europeescho kleintjes daaraan gedacht hebben?" De gunsteling van den Sluih. Engelsche berich ten uit Teheran vertellen van de algemeene on tevredenheid, welke daar heerscht wegens de buitengewone gunst, welke de elfjarige favoriet van den Shah, die hem ook op zijne reis in Europa meenam, geniet. Algemeen beklaagt men zich over de wijze waarop Azizi wordt bedorven; bij heeft een eigen hofhouding, stal met paarden, enz.; een mollah, die den Shah altoos op de vrijmoe digste wijze schrijft, heeft aan zijn jongsten brief eene ernstige vermaning in den stijl der oude profeten toegevoegd. Het eenige gevolg was, dat de Shah zijn ouden correspondent het verder briefschrijven verbood, en zijn jongen gunsteling nog overdrevener bedierf. Op de Tentoonstelling van Gastoestellen te Utrecht, in de zaal Tivoli, wordt de aandacht ge trokken door de uitstalling van de firma James Stott & Co. Zij zonden een gasregulateur in, die eene besparing geeft van 15?40 pCt., en het walmen der pitten voorkomt. Ten einde dit alles duidelijk zichtbaar te maken is eene buis geplaatst, waarvan de eene helft 7 lichten draagt en de andere eveneens; beide staan in verbinding met eon gashouder, maar aan de eene helft is de r gulateur aangebracht en aan de andere niet. Op oen gegeven oogenblik worden beide gashouders even sterk gevuld en onder gelijke drukking ge bracht. Door het openzetten der gaspitten aan elk dor beide buishelften (die in 't midden gescheiden zijn), is de uitstrooming uit beide gashouders ge lijk, zij zouden dus tegelijk leeg moeten zijn, maar nu blijkt dat, terwijl de 7 pitten aan elke zijde even belder branden, het licht aan de zijde van den régulateur niet alleen helderder en vaster is, maar ook de gashouder aan die /ijtlo nog voor ',r, gevuld is als du andere reeds leeg gebrand is. De IIII. Morkelbach & Ca., Nieuwendijk 57?59, specialiteit in toovorlantaarns, sciopticons, dissolving-views, photographië.n op glas voor de projectie, model stoom en electrische machines. salon- en tuin vuurwerk, vclocipèdes, enz. hebben een aardige reclame bcdac'ht. Hun circulaire hoeft den vorm van een certificaat met coupons en talo:1. De kleur, de ondergrond en randen van fijn smoutwerk, de vorm en indeeling van het b!ad hebben geheel den schijn van een werkelijk couponblad, terwijl hierbij toch niet, zooals indertijd bij de sigaren-bankbiljetten, do vrees van misbruik be staat. Een der coupons geeft recht op een toovcrlantaarn, een ander op een hobbelpaard, een |)hotogrf»phietoestcl, een barometer, een locomobiel, alles jiatnnrH.il; tegen betaling van den prijs. liet magazijn trouwens, dat zijn vaste klanten heeft, die alle nieuwe vindingen op het gebied van stoom of licht, bijhouden, behoefde nauwelijks zulk ceii reclame te maken. In het laatste jaarverslag der Vercenigins! tot aanleg van een rij- en wai;;!e';>.>rk te Amsterdam werd gevraagd: V\':c gooit hut Vondelpark eeno mooie fontein V" Door de Vere-ordging tot bevordoi'ir.g van hot Vreemdelinge1.!-Vtrketr iu Amsierdaui, is in eene algemeen verspreide circulaire deze vraag onder de aandacht harer stadgcnooten gebracht, met het verblijdend gevolg, dat haar voor dit doel eene aanzienlijke som in Iiijdragen werd toegezegd. DCÜO som echter is nog- slechts ongeveer de helft der tienduizend gulden, door

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl