Historisch Archief 1877-1940
'til
Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTÜS VAN MAÜRIK Jr.
Ieder nemmer bevat een Plaat.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
Verschijnt eiken Zaterdagavond.
Tj. VAN HOLKEMA, te Amsterdam,
Keizersgracht 436.
Zondag 23 November.
Abonnement per 3 maanden f 1.125, fr. p. post ? 1.27'
Voor Indiëper jaar n mail 10.
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . . . ttW
Advertentiën van 1?5 regels ?1.10, elke regel meer . . . , 0.28'
Reclames per regel 0.40
I N H O V D:
VAN VEEEE EN VAN NABIJ.. FEUILLE
TON: Eene Absage," door Jaoottwlie Vos. (Slot).
KUNST EN LETTEREN: Teoneél te
Amsterdam, dow Fr. Muziek n 6e -hoofdstad, door
Van MïHigen. Eene autobiogre^hie van Anton
Rubins*ein. George Moore'Over'Degas.
Baudelaire «over België. A-ao'teeteningen Schilder
kunst, 'door G. T. Frite Lnpidoth, I, door A. J.
_ '»e hittoire d'Istaël. SCHAAKSPEL.
VAMA. De spekpannefcwèk, naar Armand
D»y#t. Voor Dames, door 'E-e. ALLERLEI.
RECLAMES. PEN-
EN'POTLOODKRAS-BEïf. ADVERTENTIE».
Van verre en van nabij.
'Morgen (Zow&agi) 'bobben de algemeen*
?verkiezingen in IDtaïlië; plaats. De heer
Grispi heeft ia 4e laatste weken het ko
ninkrijk van bot noorden ' tot het zuiden bjj
1 herhaling dooiroeisd, om ^zijnerzijds de
v«r?kiezingen voor %e 'bereiden. Eerst hield hij
>%e Florence d« 'bekende ; philippica tegen 'de
'irredentisten en de nwdicalen, de vijan«ien
?<der triple alliantie. 'IWn had hij te Milaan
? fle samenkomst met «den heer Von Caprivd,
'?welke mede een -onmiaSbaar bedrijf in de ver ?
fctiezingskomedïe luitmaakte. Daarna begaf hij
?«eich weder naar zijn .geboorteland, Sicilië,
?oom te Palern>G ite 'veïkiaren, dat men zulke
.-onjuiste voorstellingen '«mtrent zijn persoon
?«en zijne bedoelingen : in "Omloop bracht, maar
-dat zijn goede fSiciliamcn wel niet aai» hem
eouden twijfelen, <en -eindelijk besloot hij de
>wor een mam >van -zijn ' leeftijd zeer ver
moeiende camjaagne uoet een lange rede '©p
? een feestmaal *e Turij». Wat men ook op
«iflen Italiaansehen premier moge hebben aan
'Ée merken, niemand <&&.? ontkennen, dat hij
ffeij gelegenhedea .-als .dase een ijver en eene
?.veerkracht aam 'den .dag legt, die menig
jonger staateman zou beschamen.
"Te Turijn v.e»dedigde , zich de premier in
ijfcs eerste plaats itegen de > beschuldiging, dat
Feuilleton.
Eene
(Eene sekei» /uét'^
fflOOB
JACOBUS DE WOS.
(Slot).
Sntltje zit rustig ingedommeld op zijn
kamentje. 't Woord »Afosa.ge" ,doet hem uit
een zoeten droom ontwaken. Veeschrikt vliegt
hij op «en opent de deur,.
»Wie daar 1"
»Ikke."
»Wie ikke ?"
»Arie, van den gasfitter."
»Wat naot je ?''
«?Absage, dadelijk komen!"
VWat gaat er?"
»De Proyêiet."
fProphet, dat kan niet zijn. Ik Jieb de
trioots van .de figuratie in den verfjpot ge
stoken."
»Hoor die asou ! 't Kan niet. Kom. maar
gauw., anders zit er wat op."
» Wacht, ik ga mee."
Smijje is in een oogwenk beneden en
vliegt ventre-'a-terre naar den schouwburg.
Doranus staat reeds op hem te wachten.
»Waar blijf je, «Recht voor allen" ? Allo,
vooruit. De Propliet uitleggen en Lohengrin
inpakken."
»Wel ja, doe er nog wat bij. Lohengrin
laat ik hangen tot morgen. Je helpt toch
ook een handje mee ?"
»Allo, kromme, vooruit !"
Mozes, Sam, Willem, Bertus, de jongens,
zijn intusschen bij allen rond ge
weest. Overal verwenschingen, overal een
gejaag, geloop en geschreeuw van »wacht
evenj mijn profeet ligt hier, daar. boven, be
neden. " Bij den een was hij te droog, bij den
ander te nat. Wulf ondervraagt een ieder.
Allen geven ten antwoord, geen bezwaar
hij aan zijne vroegere partij verraad zou
hebben gepleegd, of 'dat hij, zooals hij zich
uitdrukte, om den -steun te verwerven nu
van dezen, dam van genen staatsman, als
aanvoerder de paKfcij zou hebben verloochend,
tot welke hij «il-s -soldaat had behoord. »Wij
hebben" zoo -verklaarde hij in den pluralis
tnaj'&si/cMs »d-ie partij (de radicale) geëer
biedigd i®hare denkbeelden voor zoover
deze voor ons geheiligd waren en wij hebben
ons vereenigd met die uitnemende persoon
lijkheden in 'de partij, welke ons hebben wil
len helpen." iDat wil dus zeggen : ik ben
radicaal geweest, als het mij in mijn kraam
te pas kwam. Op die wijze heeft de heer
Oispi, naar ;hij zegt, zijn ideaal willen
ver?wezenlijken 'van »eene monarchie omgeven
?door (democratische instellingen." In de tweede
.plaats kvsam Crispi op tegen de dwaze be
wering, 'dait /zijne collega's en de Kamer
ge'boakt waren gegaan onder zijne dictatuur.
Zulk 'ee»e 'beschuldiging was niet in over
eenstemming te brengen met de talenten en
den ijver 'zijner ambtgenooten. En wat de
Kamer feetreft mocht men de door de meer
derheid ^betoonde getrouwheid aan het "een
maal :aangenomen programma niet met
«laafstMieid verwarren.
Vervolgens besprak de premier de koloniale
^politiek en verzekerde, dat de onderhande
lingen -met Engeland over de grensregeling
in Afnifca'tot een bevredigend resultaat
zou?den voeren. Daarna kwam de financieële
<quaestie 'ter sprake. Voor het toenemend
deficit wees hij de verantwoordelijkheid af,
om die '<jp zijne voorgangers over te brengen.
Onwaar was het, dat de triple alliantie, die
trouwens ? ook niet zijn werk was, aan Itali
zulke 'groote lasten had opgelegd. Ook
zonj 'der die ^alliantie zou Italiëzijn leger heb'ben
moeten ^verdrievoudigen en zijn versterkingen
-ontzaglijk hebben moeten uitbreiden. Thans
te 'Ontwapenen, zou eene dwaasheid ea eene
«nisdaad zijn.
Met -den financieeleia en eeonomlsehen
toestand -staat het lang niet zoo slecht als
Ij -de 'Oppositie beweert, en bet «minder gunstige''
'j >van dien toestand is alw«er niet de schuld
l ^van 'Crcispi. Eigenlijk ia, zooals de Temps
;-! -doet opmerken, Frankrijk de schuld van alles
;j i
?!| --voor -den frophet. »Dan blijft 't zoo", en de
'j-directiekamer openende roept hij.: »Herr
j iOirector, van avond der P/repliet."
«Vooruit jongens, spoedig op 't tooneel."
De bedienden vertrekken, alleen Sam
felijft.
»Wat moet jij, Sam?''
Werexcfcseer, meheir, rcn-aar v-ader van
vijf kinderen. Ik wou OM m'n -centen
'k-omen."
«Waarachtig niet. In de pauze, «erst 'kelpen,
| «Overal 'geweest; een ieder .thuie
gej \v<on<ïen.?"
»Ja meheir, behalve eentje."
»Wie was «kt?"
»F'ralein Cahnan, maar de moeder was er,
en die heb ik 't gezeit, maar die kreeg een
halve toeval <toen ze 't van de Prefeet
hoorde. Ze zei me, dat haar dochter geen
costuutm voor 'het eerste acte had, en toea
heb ik gezeit, dat ze dan maar zonder
costuum Hiost kammen. De Prefeet zal er
zonder dat toch wel uitkomen. Wat
zegt u? Ik zal gaed helpen, meheir, maar
denkt uwés dan .ook om me."
Wulf kon even een kleinen glimlach niet
onderdrukken. Op ibet tooneel vloekt, raast
en tiert alles dooreen. Wulf staat op 't punt
zijn zinnen te verliezen. Een ieder stuift op
hem af. De een vraagt dit, de ander dat.
Wulf zweept een ieder met woorden en ge
baren voort. Aan 't bespreekbureau heerscht
een gelijke opstand. AHe min zachte uit
drukkingen aan 't adres der prima-donna
worden den bureaulist naar 't hoofd geslin
gerd. Deze wil zijn geld terug, een ander
verlangt van plaatsen te verwisselen. De
reeds gekochte programma's worden kwaad
aardig in 't bureau geworpen. Daar luiden
de schellen, ten teeken van den aanvang.
Ella komt even op 't tooneel en met
bedrukt gelaat brengt zij haar Edmoud een
paar wit glacéhandschoenen en een wit
dasje.
»Edmond, je moet zeker annonceeren ?''
»Dat is waar ook."
Zij strikt zijn wit dasje vast.
wat men aan de Italiaansche regeering wil
ten laste leggen. Hoe kan men aan ont
wapening denken, zoolang Frankrijk stout
moedig genoeg is om zich, met het oog op
de geïsoleerde positie, waarin het door
het drievoudig verbond is gebracht, in
staat van verdediging te stellen ? En hoe
kan men ontkennen, dat Frankrijk de
schuld draagt van den tarievenoorlog? Het
is waar, dat Italiëde onderhandelingen
heeft afgebroken en een tarief van
differentïeele rechten heeft ingevoerd ; maar op dit
laatste is het alweer teruggekomen en nu
had Frankrijk ook concessiën moeten doen.
Doch de Fransche regeering heeft nu weder
een ontwerp-tarief bij de Kamers ingediend,
dat ieder handelstractaat met Italiëonmo
gelijk maakt.
Volgens di n heer Crispi zal het deficit in
het loopende jaar slechts 25 millioen
lirebedragen. Nieuwe belastingen zullen niet
worden voorgesteld, maar wel zal de regee
ring zooveel mogelijk bezuinigen, onder an
deren door de uitvoering uit te stellen van
ontworpen of reeds aangevangen werken ten
openbaren nutte.
De radicale oppositie heeft een zeer on
handig vriend gevonden in den Parijschen
bankier Cernuschi, die haar, ter bestrijding
der verkiezingskosten, eene som van 100.000
francs heeft toegezonden. Cernuschi is van ge
boorte Italiaan, doch genaturaliseerd
Franschman, en de regeeringsorganen verkondigen
nu natuurlijk den volke, dat de radicalen
door geld van vreemden worden gesteun^.
Intusschen zou ook zonder dat incident de
overwinning der regeeringspartij bij de stem
bus hoogstwaarschijnlijk zijn geweest.
In Engeland is de vraag aan de orde, of
de heer Parnell leider zal kunnen blijven
van de lersche nationalistische partij. Het
is nog betrekkelijk kort geleden, dat de
Times dezen staatsman, aan wien de Home
Jii(/e-beweging zoo ontzaggelijk veel te dan
ken heeft, onschadelijk trachtte te maken
door hem te beschuldigen van medeplichtig
heid, zoo al niet feitelijk, dan toch zedelijk,
aan den moord in Phoenix-park. Men zal
»Maak je van avond niet te driftig,
Edmond ; en laat wat halen, je hebt niets ge
geten."
»Ik heb al genoeg, Ella. Kom, we begin
nen."
»Van 't tooneel," klinkt het luide uit
Wulf's mond. Het doek gaat omhoog, Wulf
komt op, buigt en maakt den volke bekend
dat door plotselinge ziekte van Frau Prash
in plaats van de aangekondigde voorstelling,
»Der l'fophef gegeven zal worden.
De voorstelling begint. Herr Director
vraagt nog eens aan Wulf of alles in
?regel is. Wulf antwoordt toestemmend. Plot
seling komt de tooneelmeester met bleek ge
laat aangeloopen.
»Ik heb me vergist, heeren. Het
winterzeststuk heb ik de vorige week verschilderd
voor 't Goldene Kreuz "
»God in den hemel!" klinkt 't unisono
uit de monden van Herr Director en Wulf.
»Wat te doen ? Tien minuten e« het be
drijf i-e uit. Schaatsen rijden met een groen
achterdoek. Onmogelijk !
»Bunnink, schaf raad !"
»Stil, ik weet wat. Hier jongens, haal m'n
potten met wit van 't atelier, en een groote
kwast."
De tooneelmeester-decorateur roept »de
kromme", die vóór zijn tegenwoordig ambt,
zich op de decoratieve schilderkunst had
toegelegd.
»Hier, recht voor allen, ga aan den over
kant in 't jodenwinkeltje twaalf pak watten
halen. Hier is geld."
Het zetstuk wordt neergezet. Bunnink
smeert, \vat hij smeren kan.
Smitje komt terug.
»Allo, help nog eens kromme."
»Wanr is de lijmpot ?"
»Hier."
Fluks worden de watten
vaneengetrokken en hier en daar vastgeplakt. Het
jeug| dig groen verdwijnt.
j Bunnik met zijn kwast en verfpot, de
kromme met zijn watten en lijm tooveren
sneeuw.
Den volgenden dag kon men in een
zich de bijzonderheden herinneren van dit
proces, waarbij de Times, om niets ergers te
zeggen, de al te gewillige dupe is gewordea
van een doortrapten falsaris. De uitslag van
het proces was voor den heer Parnell zeer
gunstig, maar zijn vijanden hebben den moed
niet opgegeven. Had Parnell het zesde ge
bod niet overtreden, dan zou men hem WO '
overtuigen van eene schending van hét
zevende. En dit is inderdaad gelukt. '
Het is niet te ontkennen, dat de motie* *
ven, die hebben voorgezeten bij de aan
klacht van kapitein O'Shea tegen zijn vrouw
wegens echtbreuk, meer van politieleen dan
van moreelen aard waren; dat de
beacholdiging van eene ongeoorloofde verhouding
meer tegen den lerschen staatsman dan te
gen den persoon van den heer Parnell waren
gericht, en dat de beleedigde echtgenoot,
die zijn beproeving tien jaren lang geduldig
heeft gedragen, in deze zaak een alles
bahalve gunstig figuur maakt. Maar het blijft
desniettemin waar, dat het door den rech
ter uitgesproken echtscheidingsvonnis dfln
heer Parnell zedelijk veroordeelt
Bleef hij onder de gegeven -omstandighe
den als leider der lersche partij openlijk
werkzaam, dan zouden zijne politieke tegen
standers niet in gebreke blijven, de persoon
lijke tekortkomingen van den leider te be
schouwen als een bewijs van de zedelijke
verdorvenheid der partij. Dat hierbij al te
weinig wordt gedacht aan de gelijkenis van
den splinter en den balk is duidelijk; het
pharizaeisme speelt in Engeland een groote rol,
zooals nog dezer dagen in de geschiedenis
der Stanley-expeditie is gebleken. Maar de
schuld van Parnell is bewezen en hij zal er
voor moeten boeten, al kan de wet hem niet
bereiken. De vrienden der lersche zaak
doen allesbehalve verstandig, wanneer zij
met allerlei spitsvondigheden over het ver
schil tusschen politieke en persoonlijke mora
liteit trachten aan te toonen, dat de heer
Parnell op zijn post moet blijven. Mogelijk
zal hij aan hun raad gehoor geven, maar
dan zal hij het in dubbele mate aan zich
zelf hebben te wijten, wanneer het aantal
der argumenten tegen de zaak, aan welke
hij zijn leven heeft gewijd, wordt vermeer
der dagbladen lezen, dat niettegenstaande
de plotselinge verandering, de voorstelling
niets te wenschen overliet, en vooral het
decoratief van het winterlandschap uitmuntte
door trouwe nabootsing der Natuur.
De voorstelling is ten einde. Edmond spoedt
zich van het tooneel en begeeft zich naar
de koffiekamer.
»Arend, een glas bier, 'n groot glas l"
»Als 't u blieft mijnheer Wulf. 't Is zeker
een heel werkje geweest niet die Absage ?*'
Wulf mompelt iets onverstaanbaars en le
digt zijn glas.
»Zou ze nu heufch ziek zijn, menheer?"
Wulf ontsteekt een sigaar, mompelt op
nieuw iets onverstaanbaars, en laat den
nieuwsgierigen kastelein te midden van zijn.
bedienden, die hunkerend naar hunne afre
kening en fel op een théaternieuwtje zioh
met de vrijpostigheid gargons uit een theater
caféeigen, in halven kring om Wulf en den
kastelein geschaard hebben. In de vestibule
wandelt hij langzaam op en neer. Kees
staat bij den uitgang van de bezoekers, die
per rijtuig huiswaarts keeren.
Donderend klinkt zijn stem: «Menheer Van
der Molen vóór ! Vooruit koetsier !"
»Dames Dougan voor!"
Kees, die zijn klanten kent en het zwak
geslacht gaarne een handje toesteekt, is het
drietal oude jongejuffrouwen bij het instijgen
behulpzaam. Met het »dag Kees" voelt hij
een kwartje in zijn hand glijden, dat
oogenblikkelijk in den zijzak van zijn duffel ver
dwijnt. Als een bewijs zijner dankbaarheid
buldert hij den koetsier toe:
«Zachtjes rijden Piet, 't is glad."
De rijtuigen, onder 't aanhoudend geroep
van »mijnheer sus en zoo vóór," zijn in
korten tijd verdwenen. Het licht in de ves
tibule wordt uitgedraaid, 't Zijn nog maar
artisten die komen moeten en naar het oor
deel van de Directie bevinden er zich zooveel
lichten onder, dat zij den weg wel in het
donker vinden kunnen.
Kees tast in zijn zijzak en telt de fooitjes.
De dienstdoende agent neemt afscheid van