De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1890 23 november pagina 1

23 november 1890 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

'til Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTÜS VAN MAÜRIK Jr. Ieder nemmer bevat een Plaat. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). Verschijnt eiken Zaterdagavond. Tj. VAN HOLKEMA, te Amsterdam, Keizersgracht 436. Zondag 23 November. Abonnement per 3 maanden f 1.125, fr. p. post ? 1.27' Voor Indiëper jaar n mail 10. Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . . . ttW Advertentiën van 1?5 regels ?1.10, elke regel meer . . . , 0.28' Reclames per regel 0.40 I N H O V D: VAN VEEEE EN VAN NABIJ.. FEUILLE TON: Eene Absage," door Jaoottwlie Vos. (Slot). KUNST EN LETTEREN: Teoneél te Amsterdam, dow Fr. Muziek n 6e -hoofdstad, door Van MïHigen. Eene autobiogre^hie van Anton Rubins*ein. George Moore'Over'Degas. Baudelaire «over België. A-ao'teeteningen Schilder kunst, 'door G. T. Frite Lnpidoth, I, door A. J. _ '»e hittoire d'Istaël. SCHAAKSPEL. VAMA. De spekpannefcwèk, naar Armand D»y#t. Voor Dames, door 'E-e. ALLERLEI. RECLAMES. PEN- EN'POTLOODKRAS-BEïf. ADVERTENTIE». Van verre en van nabij. 'Morgen (Zow&agi) 'bobben de algemeen* ?verkiezingen in IDtaïlië; plaats. De heer Grispi heeft ia 4e laatste weken het ko ninkrijk van bot noorden ' tot het zuiden bjj 1 herhaling dooiroeisd, om ^zijnerzijds de v«r?kiezingen voor %e 'bereiden. Eerst hield hij >%e Florence d« 'bekende ; philippica tegen 'de 'irredentisten en de nwdicalen, de vijan«ien ?<der triple alliantie. 'IWn had hij te Milaan ? fle samenkomst met «den heer Von Caprivd, '?welke mede een -onmiaSbaar bedrijf in de ver ? fctiezingskomedïe luitmaakte. Daarna begaf hij ?«eich weder naar zijn .geboorteland, Sicilië, ?oom te Palern>G ite 'veïkiaren, dat men zulke .-onjuiste voorstellingen '«mtrent zijn persoon ?«en zijne bedoelingen : in "Omloop bracht, maar -dat zijn goede fSiciliamcn wel niet aai» hem eouden twijfelen, <en -eindelijk besloot hij de >wor een mam >van -zijn ' leeftijd zeer ver moeiende camjaagne uoet een lange rede '©p ? een feestmaal *e Turij». Wat men ook op «iflen Italiaansehen premier moge hebben aan 'Ée merken, niemand <&&.? ontkennen, dat hij ffeij gelegenhedea .-als .dase een ijver en eene ?.veerkracht aam 'den .dag legt, die menig jonger staateman zou beschamen. "Te Turijn v.e»dedigde , zich de premier in ijfcs eerste plaats itegen de > beschuldiging, dat Feuilleton. Eene (Eene sekei» /uét'^ fflOOB JACOBUS DE WOS. (Slot). Sntltje zit rustig ingedommeld op zijn kamentje. 't Woord »Afosa.ge" ,doet hem uit een zoeten droom ontwaken. Veeschrikt vliegt hij op «en opent de deur,. »Wie daar 1" »Ikke." »Wie ikke ?" »Arie, van den gasfitter." »Wat naot je ?'' «?Absage, dadelijk komen!" VWat gaat er?" »De Proyêiet." fProphet, dat kan niet zijn. Ik Jieb de trioots van .de figuratie in den verfjpot ge stoken." »Hoor die asou ! 't Kan niet. Kom. maar gauw., anders zit er wat op." » Wacht, ik ga mee." Smijje is in een oogwenk beneden en vliegt ventre-'a-terre naar den schouwburg. Doranus staat reeds op hem te wachten. »Waar blijf je, «Recht voor allen" ? Allo, vooruit. De Propliet uitleggen en Lohengrin inpakken." »Wel ja, doe er nog wat bij. Lohengrin laat ik hangen tot morgen. Je helpt toch ook een handje mee ?" »Allo, kromme, vooruit !" Mozes, Sam, Willem, Bertus, de jongens, zijn intusschen bij allen rond ge weest. Overal verwenschingen, overal een gejaag, geloop en geschreeuw van »wacht evenj mijn profeet ligt hier, daar. boven, be neden. " Bij den een was hij te droog, bij den ander te nat. Wulf ondervraagt een ieder. Allen geven ten antwoord, geen bezwaar hij aan zijne vroegere partij verraad zou hebben gepleegd, of 'dat hij, zooals hij zich uitdrukte, om den -steun te verwerven nu van dezen, dam van genen staatsman, als aanvoerder de paKfcij zou hebben verloochend, tot welke hij «il-s -soldaat had behoord. »Wij hebben" zoo -verklaarde hij in den pluralis tnaj'&si/cMs »d-ie partij (de radicale) geëer biedigd i®hare denkbeelden voor zoover deze voor ons geheiligd waren en wij hebben ons vereenigd met die uitnemende persoon lijkheden in 'de partij, welke ons hebben wil len helpen." iDat wil dus zeggen : ik ben radicaal geweest, als het mij in mijn kraam te pas kwam. Op die wijze heeft de heer Oispi, naar ;hij zegt, zijn ideaal willen ver?wezenlijken 'van »eene monarchie omgeven ?door (democratische instellingen." In de tweede .plaats kvsam Crispi op tegen de dwaze be wering, 'dait /zijne collega's en de Kamer ge'boakt waren gegaan onder zijne dictatuur. Zulk 'ee»e 'beschuldiging was niet in over eenstemming te brengen met de talenten en den ijver 'zijner ambtgenooten. En wat de Kamer feetreft mocht men de door de meer derheid ^betoonde getrouwheid aan het "een maal :aangenomen programma niet met «laafstMieid verwarren. Vervolgens besprak de premier de koloniale ^politiek en verzekerde, dat de onderhande lingen -met Engeland over de grensregeling in Afnifca'tot een bevredigend resultaat zou?den voeren. Daarna kwam de financieële <quaestie 'ter sprake. Voor het toenemend deficit wees hij de verantwoordelijkheid af, om die '<jp zijne voorgangers over te brengen. Onwaar was het, dat de triple alliantie, die trouwens ? ook niet zijn werk was, aan Itali zulke 'groote lasten had opgelegd. Ook zonj 'der die ^alliantie zou Italiëzijn leger heb'ben moeten ^verdrievoudigen en zijn versterkingen -ontzaglijk hebben moeten uitbreiden. Thans te 'Ontwapenen, zou eene dwaasheid ea eene «nisdaad zijn. Met -den financieeleia en eeonomlsehen toestand -staat het lang niet zoo slecht als Ij -de 'Oppositie beweert, en bet «minder gunstige'' 'j >van dien toestand is alw«er niet de schuld l ^van 'Crcispi. Eigenlijk ia, zooals de Temps ;-! -doet opmerken, Frankrijk de schuld van alles ;j i ?!| --voor -den frophet. »Dan blijft 't zoo", en de 'j-directiekamer openende roept hij.: »Herr j iOirector, van avond der P/repliet." «Vooruit jongens, spoedig op 't tooneel." De bedienden vertrekken, alleen Sam felijft. »Wat moet jij, Sam?'' Werexcfcseer, meheir, rcn-aar v-ader van vijf kinderen. Ik wou OM m'n -centen 'k-omen." «Waarachtig niet. In de pauze, «erst 'kelpen, | «Overal 'geweest; een ieder .thuie gej \v<on<ïen.?" »Ja meheir, behalve eentje." »Wie was «kt?" »F'ralein Cahnan, maar de moeder was er, en die heb ik 't gezeit, maar die kreeg een halve toeval <toen ze 't van de Prefeet hoorde. Ze zei me, dat haar dochter geen costuutm voor 'het eerste acte had, en toea heb ik gezeit, dat ze dan maar zonder costuum Hiost kammen. De Prefeet zal er zonder dat toch wel uitkomen. Wat zegt u? Ik zal gaed helpen, meheir, maar denkt uwés dan .ook om me." Wulf kon even een kleinen glimlach niet onderdrukken. Op ibet tooneel vloekt, raast en tiert alles dooreen. Wulf staat op 't punt zijn zinnen te verliezen. Een ieder stuift op hem af. De een vraagt dit, de ander dat. Wulf zweept een ieder met woorden en ge baren voort. Aan 't bespreekbureau heerscht een gelijke opstand. AHe min zachte uit drukkingen aan 't adres der prima-donna worden den bureaulist naar 't hoofd geslin gerd. Deze wil zijn geld terug, een ander verlangt van plaatsen te verwisselen. De reeds gekochte programma's worden kwaad aardig in 't bureau geworpen. Daar luiden de schellen, ten teeken van den aanvang. Ella komt even op 't tooneel en met bedrukt gelaat brengt zij haar Edmoud een paar wit glacéhandschoenen en een wit dasje. »Edmond, je moet zeker annonceeren ?'' »Dat is waar ook." Zij strikt zijn wit dasje vast. wat men aan de Italiaansche regeering wil ten laste leggen. Hoe kan men aan ont wapening denken, zoolang Frankrijk stout moedig genoeg is om zich, met het oog op de geïsoleerde positie, waarin het door het drievoudig verbond is gebracht, in staat van verdediging te stellen ? En hoe kan men ontkennen, dat Frankrijk de schuld draagt van den tarievenoorlog? Het is waar, dat Italiëde onderhandelingen heeft afgebroken en een tarief van differentïeele rechten heeft ingevoerd ; maar op dit laatste is het alweer teruggekomen en nu had Frankrijk ook concessiën moeten doen. Doch de Fransche regeering heeft nu weder een ontwerp-tarief bij de Kamers ingediend, dat ieder handelstractaat met Italiëonmo gelijk maakt. Volgens di n heer Crispi zal het deficit in het loopende jaar slechts 25 millioen lirebedragen. Nieuwe belastingen zullen niet worden voorgesteld, maar wel zal de regee ring zooveel mogelijk bezuinigen, onder an deren door de uitvoering uit te stellen van ontworpen of reeds aangevangen werken ten openbaren nutte. De radicale oppositie heeft een zeer on handig vriend gevonden in den Parijschen bankier Cernuschi, die haar, ter bestrijding der verkiezingskosten, eene som van 100.000 francs heeft toegezonden. Cernuschi is van ge boorte Italiaan, doch genaturaliseerd Franschman, en de regeeringsorganen verkondigen nu natuurlijk den volke, dat de radicalen door geld van vreemden worden gesteun^. Intusschen zou ook zonder dat incident de overwinning der regeeringspartij bij de stem bus hoogstwaarschijnlijk zijn geweest. In Engeland is de vraag aan de orde, of de heer Parnell leider zal kunnen blijven van de lersche nationalistische partij. Het is nog betrekkelijk kort geleden, dat de Times dezen staatsman, aan wien de Home Jii(/e-beweging zoo ontzaggelijk veel te dan ken heeft, onschadelijk trachtte te maken door hem te beschuldigen van medeplichtig heid, zoo al niet feitelijk, dan toch zedelijk, aan den moord in Phoenix-park. Men zal »Maak je van avond niet te driftig, Edmond ; en laat wat halen, je hebt niets ge geten." »Ik heb al genoeg, Ella. Kom, we begin nen." »Van 't tooneel," klinkt het luide uit Wulf's mond. Het doek gaat omhoog, Wulf komt op, buigt en maakt den volke bekend dat door plotselinge ziekte van Frau Prash in plaats van de aangekondigde voorstelling, »Der l'fophef gegeven zal worden. De voorstelling begint. Herr Director vraagt nog eens aan Wulf of alles in ?regel is. Wulf antwoordt toestemmend. Plot seling komt de tooneelmeester met bleek ge laat aangeloopen. »Ik heb me vergist, heeren. Het winterzeststuk heb ik de vorige week verschilderd voor 't Goldene Kreuz " »God in den hemel!" klinkt 't unisono uit de monden van Herr Director en Wulf. »Wat te doen ? Tien minuten e« het be drijf i-e uit. Schaatsen rijden met een groen achterdoek. Onmogelijk ! »Bunnink, schaf raad !" »Stil, ik weet wat. Hier jongens, haal m'n potten met wit van 't atelier, en een groote kwast." De tooneelmeester-decorateur roept »de kromme", die vóór zijn tegenwoordig ambt, zich op de decoratieve schilderkunst had toegelegd. »Hier, recht voor allen, ga aan den over kant in 't jodenwinkeltje twaalf pak watten halen. Hier is geld." Het zetstuk wordt neergezet. Bunnink smeert, \vat hij smeren kan. Smitje komt terug. »Allo, help nog eens kromme." »Wanr is de lijmpot ?" »Hier." Fluks worden de watten vaneengetrokken en hier en daar vastgeplakt. Het jeug| dig groen verdwijnt. j Bunnik met zijn kwast en verfpot, de kromme met zijn watten en lijm tooveren sneeuw. Den volgenden dag kon men in een zich de bijzonderheden herinneren van dit proces, waarbij de Times, om niets ergers te zeggen, de al te gewillige dupe is gewordea van een doortrapten falsaris. De uitslag van het proces was voor den heer Parnell zeer gunstig, maar zijn vijanden hebben den moed niet opgegeven. Had Parnell het zesde ge bod niet overtreden, dan zou men hem WO ' overtuigen van eene schending van hét zevende. En dit is inderdaad gelukt. ' Het is niet te ontkennen, dat de motie* * ven, die hebben voorgezeten bij de aan klacht van kapitein O'Shea tegen zijn vrouw wegens echtbreuk, meer van politieleen dan van moreelen aard waren; dat de beacholdiging van eene ongeoorloofde verhouding meer tegen den lerschen staatsman dan te gen den persoon van den heer Parnell waren gericht, en dat de beleedigde echtgenoot, die zijn beproeving tien jaren lang geduldig heeft gedragen, in deze zaak een alles bahalve gunstig figuur maakt. Maar het blijft desniettemin waar, dat het door den rech ter uitgesproken echtscheidingsvonnis dfln heer Parnell zedelijk veroordeelt Bleef hij onder de gegeven -omstandighe den als leider der lersche partij openlijk werkzaam, dan zouden zijne politieke tegen standers niet in gebreke blijven, de persoon lijke tekortkomingen van den leider te be schouwen als een bewijs van de zedelijke verdorvenheid der partij. Dat hierbij al te weinig wordt gedacht aan de gelijkenis van den splinter en den balk is duidelijk; het pharizaeisme speelt in Engeland een groote rol, zooals nog dezer dagen in de geschiedenis der Stanley-expeditie is gebleken. Maar de schuld van Parnell is bewezen en hij zal er voor moeten boeten, al kan de wet hem niet bereiken. De vrienden der lersche zaak doen allesbehalve verstandig, wanneer zij met allerlei spitsvondigheden over het ver schil tusschen politieke en persoonlijke mora liteit trachten aan te toonen, dat de heer Parnell op zijn post moet blijven. Mogelijk zal hij aan hun raad gehoor geven, maar dan zal hij het in dubbele mate aan zich zelf hebben te wijten, wanneer het aantal der argumenten tegen de zaak, aan welke hij zijn leven heeft gewijd, wordt vermeer der dagbladen lezen, dat niettegenstaande de plotselinge verandering, de voorstelling niets te wenschen overliet, en vooral het decoratief van het winterlandschap uitmuntte door trouwe nabootsing der Natuur. De voorstelling is ten einde. Edmond spoedt zich van het tooneel en begeeft zich naar de koffiekamer. »Arend, een glas bier, 'n groot glas l" »Als 't u blieft mijnheer Wulf. 't Is zeker een heel werkje geweest niet die Absage ?*' Wulf mompelt iets onverstaanbaars en le digt zijn glas. »Zou ze nu heufch ziek zijn, menheer?" Wulf ontsteekt een sigaar, mompelt op nieuw iets onverstaanbaars, en laat den nieuwsgierigen kastelein te midden van zijn. bedienden, die hunkerend naar hunne afre kening en fel op een théaternieuwtje zioh met de vrijpostigheid gargons uit een theater caféeigen, in halven kring om Wulf en den kastelein geschaard hebben. In de vestibule wandelt hij langzaam op en neer. Kees staat bij den uitgang van de bezoekers, die per rijtuig huiswaarts keeren. Donderend klinkt zijn stem: «Menheer Van der Molen vóór ! Vooruit koetsier !" »Dames Dougan voor!" Kees, die zijn klanten kent en het zwak geslacht gaarne een handje toesteekt, is het drietal oude jongejuffrouwen bij het instijgen behulpzaam. Met het »dag Kees" voelt hij een kwartje in zijn hand glijden, dat oogenblikkelijk in den zijzak van zijn duffel ver dwijnt. Als een bewijs zijner dankbaarheid buldert hij den koetsier toe: «Zachtjes rijden Piet, 't is glad." De rijtuigen, onder 't aanhoudend geroep van »mijnheer sus en zoo vóór," zijn in korten tijd verdwenen. Het licht in de ves tibule wordt uitgedraaid, 't Zijn nog maar artisten die komen moeten en naar het oor deel van de Directie bevinden er zich zooveel lichten onder, dat zij den weg wel in het donker vinden kunnen. Kees tast in zijn zijzak en telt de fooitjes. De dienstdoende agent neemt afscheid van

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl