Historisch Archief 1877-1940
Veer bet overige kan v»n deze voorstelling veel
nods ge«egd worden, ai was er ook in de
ensemMBi sog veel wat toeter kon. Als men echter
bedenkt dat de koren ia de Rotterdamsche opera
Vtwr e«ft paar jaren alleen in staat waren den
kefelwt op te wekken, dan moet men erkennen
dat met prijzenswaardige spoed dit geheele corps
frf laat ik liever zeggen : zoodje) door den heer
Siwlbom is afgedankt.
Mej. Haebermann was een Oriritd rol kracht en
wwtrtatid; met machtige stemmiddelen wist zij deze
wschriklselïike figuur tot h«t laatst toe vol te
houden. Zulk een rtrud moeten alle theaters
aan de Rotterd*msche Opera benijden. Mej. Szende
h*4 ook goede momenten als Jtlsa.
Van de heeren prijs ik in de eerste plaats den
heer Kaufmann als Tellrainund. De heer Piitter
had als Lohengrin zeer goede oogenblikken, doch
kan alleen heroïsch, nooit week zingen, en dat
was vooral in de 3e acte hier en daar storend.
Verder was de heer Miihlmann een zeer goede
Bèerrufer, hetgeen deze partij, die dikwijls door
een utilité" wordt gezongen , zeer ten goede
kwam. De koren waren hier en daar zeer goed en
het orkest speelde zoo goed als een orkest spelen
kan, dat op denzeltden dag de eerste en eenige
repetitie voor zulk een werk gehouden heeft,
solisten en koor.
Maandagavond hadden twee concerten plaats,
B.T. hft eerste concert van de Ncd.
Organistenvereeniging, met medewerking van de dames Chr.
Vrftman en Lina Wijgers (zang) en de heeren:
Rogmans (zang), Maarten de Vries (vioo!) en M.
H. v»n 't Krnys, C. F. Hendriks Jr. en B A.
Hendriks (Orgel) benevens een koor onder leiding
vmn den heer Verheijen. Deze uitvoering, waarvan
ik d» eerste helft bijwoonde, mag wel geslaagd
heet en, terwijl het goede doel van deze
vereenifpng, n.l. opwekken tot belangstelling voor goede
orgel- en kerkelijke muziek en een
onderstenningsfemds scheppen voor zieke en hulpbehoevende
organisten, benevens een pensioenfonds, h»*r de
sympathie van alle kunstenaars en kunstminnaars
moet verzekeren. Natuurlijk begeven wij ons nog
niet in kritiek, omdat men deze vereeniging ge
legenheid moet geven zich te ontwikkelen en dan
haar volle kracht te toonen.
Bg den heer Van Loenen hoorde ik Brahms'
pianokwartet in A dur. De concertgever toonde
weer een zeer consciëntieus pianist te zijn, die
rhythmisch en technisch voortreffelijke eigen schap
pen ontwikkelde en op zeer muzikale wijze werd ge
assisteerd door de H.H Timmner. van Adelberg en
Antoon Bouman uit Utrecht. Bij de volgende
soirees kom ik uitvoeriger op een en ander terug.
Van Mevr. Nevada, en de Italiaansche heeren
die in Lncie medewerkten, woonde ik de twee
laatste akten bij. Men krijgt van een Italiaan
sche Opera veel beter indruk, nu men die door
Italianen ziet spelen. Vele ongerijmdheden ver
klaren zich betor, en ook de jolige muziek bij
het sterven van Lucia's minnaar lijkt ons nu na
tuurlijker, en de heer Dante del Papa stelde zeer
natuurlijk in het licht dat als men zich eenmaal
met een dolk doorstoken heeft, het zingen niet
zoo vlot meer gaat als vóór dien tijd. Mevr.
Nevada behaalde weer groot en welverdiend succes.
De Maatschappij Cecilia geeft hedenavond
haar halfjaarlijksche concert. Eergisteren woonde
ik de repetitie bij, die bijzonder slaagde. In
den heer Viotta leerde ik een dirigent kennen
di primo cartello. Daar de uitvoering echter nog
niet heeft plaats gehad en mijn artikel, als ik
morgen eene uitvoerige bespreking wilde geven
te laat zou komen voor dit nummer, wacht ik
hiermede tot de volgende week.
VAN MILIJTCEN
EENE AUTOBIOGRAPHIR VAN ANÏON
RUBINSTEIN.
Rubinstein, e» n der mf est bezielde van de th:in s
levende componisten, verschilt van het grootste
gedeelte der hedendaag-che musici, niet alleen
daarin, dat hij geweigerd heeft zich te
ondenverpen aan den invloed van Wagner, maar ook in
zijn afkeer de pen te gebruiken voor eenig ander
doel dan om de punten, lijnen en s!re[>en te
schrijveu, welke een muziekstuk vormen. /Ajae werk
zaamheid als componist is verbazend geweest
de catalogus van zijn uitgegeven composiliën
bevat acht en veertig kwarto bladzijden ter
wijl ziji, e bijdragen tot de muzikale literatuur
tot duiver hoofdzakelijk bestaan hebben in ee'.ise
opstellen over Russische muziek en de gewijde
opera of wereldlijk oratorium. En. zocals hij zelf
oiis vertelt, zijn .«toekomstige levensbeschrijf! r
zal zelfs het ger.oegeu i.iet smaken, mijne cor
respondentie te verzamelen, dewijl er volstrekt
geei e bestaat. Ik ben geen vriend van de pon,
en bovenal heb ik een afkeer van brieven
schiijVtn." Toch stemde Kubinstein een jaar of l wee
jteledeu erin toe, de geschiedenis. van zijn leren
te vertellen, en een stenograaf werd ontboden
om dezeautobiographi-che interview neer te schrij
ven. De ui'.slaa; is het thans verschenen ver
haal, dat hoe sc.hetsachtig en mager liet ook op
vele plaatsen is, waar wij zoudtn wer.sehen
nadere inl;,chn"::en te hebben, toch overvloeit vau
belangwekkende eomn.ei.tareu en suggesties.
liet kan i.iet anders dan een reilen van i'.e'f
voldoen!» g voor de Amerikanen zijn, dm zoo
nut dm virtumn dwrp-ji, van Kubie.s'.eip, te
vernemen dat /ij n e kunstrek in dat. land den
grondslag tot zij u fortuin legde. In zijn vroege
jeuid gaf bij zeer goedkoop lessen, eu
ar,'l>-rhalf jaar wo inde hij op een zolderkamertje te
Weeneu dikwijls de kwellingen van den
bouger verdurende tot Liszt zieli zijner om
trok. Het. was Lis/f, die lluhinstein's l
ussischen onderwijzer Yii!oin;r aanried, hun rneufc
naar Duitschlan.l te i.emtn om zijne niu 'ik;<h>
opleiding te voltooien. »I;i dien tij ', ' zei IK hij.
»was ik een getrouw volgeling vsn Li-v,!", van
zijue manieren en gebaren, zijn gewooute otn
zijn haar naar achteren te werpen, zijne manier
om zijue handen te houden, van al de eigenaar
dige bewe-dugen vau zijn spelen. h^t:/e«-n uatuiülijk
eeu glimlach te voorschijn bracht bij beo die
Liszt gehoord haddei', en misschien ook de
b3langstelling vermeerderde voor den jongen vir
tuoos." Toch, toen hij wat later Li«zt te
Weenen een bezoek bracht, werd hij eenigszins koel
ontvangen, en vernam daar d»t bij moest
bed*nken, dat een talentvol man het doel vaa
zijn ijver moet bereiken door zijne eigeue in
spanning, zonder hulp. «hetgeen." zegt
Rubinslein, »mij van hem vervreemdde." Twee
m-aanden later echter bezocht Liszt hem, schrikte
van de klaarblijkelijke armoede in zijue kamer,
»en op de vriendelijkste wijze verzocht hij mij
denzelf i?n dag bij hem te komen dineeren
een zeer welkome invitatif, daar de honger reeds
verscheidene dagen aan mij geknaagd had. Hierna
stond ik altijd, tot zijnen dood toe, op goeden
voet met hem."
Gedurende dit tijdperk brachten zijne
compositiëu hem met noemenswaardig op, en als menig
jong poëet kon hij zichzelf gelukkig achten als
hij maar een uitgever vond, die ze voor niet voor
hem wilde drukken. Zelfs later, toeu zijne lessen
beter betaald eii zijne concerten goed bezocht
werden, leidde hij bet leven van een
artiste-bohème, in den zin van »feest houden, wanneer er
overvloed van geld was, eu honsjeris; rondloopen
wanneer dit gevlogen was." In 18-i7 was hij
op het punt naar Amerika te trekken met twee
muzikale vrienden, maar werd door Dehn, ziju
onderwijzer in de theorie der muziek, terugge
houden. Vijf en twintig jaar daarna werd hem
40,000 dollar» aangeboden om ten concertreis,
met Wieuiawcki, door Amerika te maken Hij
nam het aan, en gaf 215 concerten in dit
land.
»Eenigen tijd," zegt hij, »was ik in volkomen
onderworpenheid bij den impresario. Moge de
hemel ons voor zulke slavernij behoeden .... De
ontvangsten en het succes waren onveranderlijk
aangenaam, maar het was alles zoo vervelend,
dat ik begon mijzelven en miju kunst te verach
ten. Zoo innig was mijne ontevredenheid, dat,
toen ik verscheidene jaren daarna, aangezocht werd
om mijne reis in Amerika te hervatten, met 100,000
dollars gegarandeerd, ik roiidweg weigerde".
Op eeue andere bladzijde, waar hij aandringt
op het invoeren van muziekonderrieht op Russi
sche scholen, doet hij Amerika de eer aan, het
met Duitschlrtnd ia n adem te noemen : »zie
naar Duits-chland en Amerika," zegt hij, »en kijk
hoe zij in die landen de dingen doen." En op
blz. 118 zegt hij zijue ineetiiog, dat »van het
Duitsche volk minstens 50 procent muziek ver
staat ; van het Frai.sche niet meer dau 10 pro
cent ; terwijl onder de Engel.-chen het minst
muzikale volk niet meer dan twee pr >cent
kan gevonden worden, die eenige kema.s van
muziek hebben. »Zelfs de Amerikanen," zegt hij,
»be,bben eene hoogere waardeering voor muziek
dan d« Engelschen."
Het was zijne bewondering vo>r de Duitsche
muziek, gsvoegd bij zijneu Duitsclien naam, die
Rubinstein, vreemd genoeg, in Rusland f! oei l be
schouwen als een Duitscher. terwijl hij in
Duitschlaud voor een Rus aangezien wen) In de kunst
is hij een ware cosmopoiiet en terwijl zij te orkest
muziek wortelt in Beethoven, Scbumanu en
Mendelssohu. en zijne piano compositiën iu Chopin,
is zijn geest Russisch, en zijne rhythuius en
it.tervallt-n dikwijls Oostersch. Zelfs voor Itaiiaa'ischen
invloed was hij ontvankelijk, ten minste in zijne
vroegere jaren, want hij zegt dat het zingen van
Rubini zoo krachtig op zijne zinnen werkte, dat
hij het geluid van diens stem in zijn spel trachtte
na te bootsen. Zijne bijzondere afVod schijnt
tegenwoordig Chopin te zijn : Eén ding is on
loochenbaar ail«s wiit ons bekoorde, al wat
wij beminden, eerbiedigden, vereerden, is met
Chopiu geëindigd."
Rubinsteia was, zooals Liszt, a!tij l gezind de
armen te ondersteunen eu behoeftige leerlingen
voort t» helpen, en in twintig jareu bedroeg de
opbrengst vau zijn liefdadigheidscoijcerteu niet
minder dan tot 3<j(),ÜO!J roebels. Maar nevens
zijn werk als componist, ziju zijue kostbaarste
diensteu auu de kunst bewezen, aan zijn vader
land gewijd geweest. Der i is jaren geled'u werd
de Rus-i.-chc muziek in de I'eter-burgsehe wereld
nauwelijks anders dau in dr u zin van volk.-dmn
erkend, eu de toestand van de publieke ot.ii i :
daaromtrent kau opgemaakt wordeu uit de op
merking icner dame, die h'ire dochter na,;r
Rubinsteiu bracht om i:i het conservatorium
opgenomen te worden, dat hij had helpen
oprichten. Rubinstein xude baar dat al de le-scu
iu 't Russisch gegeven weri'en, waarop zij
uitj liep: Wat! mu/.iek in 't Russisch! V\ at een
? origineel denkbeeld !" H?t cimr-ervaiorium werd
l spoedig pupulüir te populair, inde:1.laad. vol ?
| geus Hubinstfiii, die, toen het aantal leerlh-gen
i tot 700 w;-.s gisïirgriJ, vond, dat het
coiiservutoi riuiu gevaar liep een muziekfabriek te worden
' in plaats vau eene iiHuieksi'hool. Ook de ouders
tellenen het te bonden vnor eeu s? >ort var, toe
vlucht voor kinderen die zwak van gerst ware u
i en iiergei s anders voor deugden, i-en ifyl voor
jongelieden, die verlangden vrijstelling 'e
\\-rkrijknjgen VH'Ït.\et' \i<u\ n nnlilairen 'litn-t \lov»i' :\i!
i?? d t! van ec-n i eniukkelijk verkregen diploma. M^inr
thans xijn ilus.-i-cho luu/.ii-k en lïu.-siM'iie musici
overal i;; oer. in hun land f n d:i-j.rbuit(ju, <-n ti.t
deze vtrwiuiciiiig initi''. !ïul>i;.siein hed veei bij
: geilragcii. Op b'ü'iz. ii:i---!il geeft lui <-L-;J lij.Tt
van l/eto'-ui'_u- ii (.--sisr'ie IU.--A'! ei; o^id<h]">v ijzeis, en
lif-t b..-.-liik vau dit liocAl-luic z:i! den v.n'joT.'li.
rW IJ il! ra u''l:,;,
door ivoningi
bedorven : ,»,i.
te i-eguen wi
di« .vt:fds
dut /,'; lulu ste:ïmi<u ln-b'ieu
het ziva>:i aaug.'uii:. is i mot-iiljk
de b<Me tn 'vie de .-le> hv-te on ?
i!(;r;vi:zu;s zij;:. Zij k ui) ('n lu-t doi;iers '. crge!<'ke;i
worden ze: Is idel de knapst.- oncUr hen V nu
voor het leven i; staat', en (ie be.-'.e meister iu
de wend l kan d" st,c:u \ au /.;:;; Ie: i !i;;g bedtnei',
terwijl hij ei'ri;Cl\ ha.U' U' ,.;(?]' lltll.''
GKUKGE MOOKE OVLll l'KGAS.
Ter eere \a\\ hot verschenen, van /'O'ciuve gaf
Emiie Zola een dir.cr w:;.ir idiccii ile a
orii.tiemsto vrienden ge:iooni:;d waien liet gesprek
liep natuurlijk voornamelijk over het bock. M\i
de ko'iiu ontstond er ecu ievenume discussie over
l de kv.'übtie of umi zich Clauj'j Lautier had \ooi'
te stellen als een wezenlijk talent of o iet. Vooral
madame Charpentier hield stellig vol dat hij dit
niet was, dat hij veel minder, zelfs niet te ver
gelijken was met Eitouard Manet, ea door haar
heftige beweringen wint zij de meesten voor haar
partij. Zola echter verklaart zich vierkamt tegen
haar, en beweert dat iemand als Claude Laniier
veel meer moet zijn dan Manet. Allen worden
kwaad en willen eerst niet luisteren, maar einde
lijk laten zij Zola toch rustig aan het woord. Ik
wil'' zeide hij Manet niet verkleinen, maar ik houd
vol dat niemand van onze moderne schilders, noch
Manet, noch zelfs Degas, datgene hebben gepro
beerd wat minstens drie onzer moderne schrijvers
niet alleen hebben geprobeerd, maar wat hun ook
is gelukt, de voorstelling van het geheele moderne
leven. Zelfs de beste en meeste moderne, Degas,
kan zich niet met hen meten, hij beperkt zich
zijn geheele leven tot het schilderen van ballet
danseressen, maar Elaubert, Daudet en de Goncourt
f/even het geheele moderne leren."
Vier jaar later stond een van de bezoekers dezer
soiree, na gescheld te hebben, te wachten of de
deur van Degas' appartement in de Ilue Pigalle
door het onzichtbare iraptouw zou worden geopend.
En werkelijk viel hern die zeldzame eer te beurt.
Hij wordt door Degas in zijn atelier ontvangen,
waar bij mer. hem dejeuneert, het uitzicht hebbend
op eeu binnenplaats met bloeiende kastanje-boomen
zooals uien die alleen in Parijs in de maand Mei
kan zien. Degas dejeuneert zoo tegenwoordig
altijd, daar hij gedurende de laatste dagen het
café-leven geheel beeft vaarwel gezegd.
Het atelier van Degas heeft niets van een ge
woon schilder-atelier. Geen Perzische tapijtjes, geen
mooie lappen, geen antieke meubelen, alleen enkele
croquis of studies, geschenken van andere artisten.en
daaronder op de eereplaats een roodkrijt teekening,
niets dan een schets van een vrouwenhand. Op
de vraag van den bezoeker wat dit was, zeide
Degas: Dat is van Ingres, een van de interes
santste dir.gen, die ik van hem heb. En dat is
ook juist mijne voorstelling van een genie, iemand
die een hand zoo mooi, zoo beminnelijk, zoo won
derlijk vindt, dat hij zich zijn beele leven zou
willen opsluiten, om niets anders dan die hand
weer te geven."
Zijn dit niet de twee uiterste polen
waartusscheu zich de kunst kan bewegen: Zola die van
deti artist verlangt (en het ook zelf ten uitvoer
brengt), dat hij zich mot de geheele maatschappij
bezig houdt en het geheele leven weergeeft
Degas, die zich ook maar met n hand zou te
vreden stellen, als hij er maar alles wat er in zit,
zou kunnen uithalon.
* $
Manpassant zegt in zijn voorrede tot de brieven
van Flaubcrt aan George Sand: Bijna ieder artist
heeft een geheime ambitie buiten de kunst om.
Meestal is het de begeerte naar den roem, de
roem die u doet toejuichen, die de harten der
vrouwen verovert. Anderen begeeren naar acid,
hetzij om liet geld zelf, hetzij om de bevrediging
die het (reeft, nl. een weelderig leven en
tafelgenot. G. Flaubert had de letteren iief. zoo volstrekt
onbeperkt, dat geen andere ambitie daarnaast een
plaats in ziju hart kon vinden"'.
Veranler bet woord letteren'' in schilder
kunst'' en bet bover.iiangehaalJe is geheel vau
Degas \\ aar.
Hij leeft geheel voor zijn werk. Geen eerzucht,
geen geldzucht heeit vat op hem. Eeu van zijn
aardigste verhalen is, boe Maret zelf den draak
stak met, zijn eigen kinderlijke ijdelheid en
roemzucht: Wanneer ik in eeu omnibus stapte", zeide
Maner, was ik altijd oeuigszins ontevreden a's niet
een der passagiers mij aansprak met Hoe vaart u,
mijnheer Manet V' of waar gaat de reis naar
toe, mijnheer Manet ?''
Niets is hem ergerlijker dau menschen die hem
komen interviewen, die hem kotnen vra.;en over
zijn leven, ziju levenswijze, zijn werk, zijn kunst,
die zijn atelier komen opnemen. Laat mij met.
rust," zegt hij dan. ij kwaamt toch niet om te
zien 'Hoeveel hemden ik iu mijn kast, heb liegen."
Neen, maar ik kom om wat van tuv kunst t<; weten
re komen." Maar wat wil!" ge daarover schrijven?
Menschen die haar niet begrijpen kunt s/ij toch niet,
vertellen, wat er bet mooie van is. En zo!i's voor
den verkoop grRo.tïuw geschrijf niets Men koopt,
geen schilderij omdat men er vau leest dat het
goed is. Men koopt slechts al.s men van eeu
kennis, die men voor een kenner houdt, hoort
dat bet over dertii jaar driemaal zooveel waard
is al.s men er nu voor geeft."
Ouder de weinige dnsireu dien er op zijn afe!ier
te zien zijn. behalve het werk waar hij m"e bezig
is. zijn twee stukken uit ziju j"u._;d. waar men
nog solicel den lenriinir van dyn kl issieken ln:rres
in herkent, n.l Seniirarais do wallen van
Bahylon houwende'' en Snartaausche jongelingen die
wors'elon." Manet zeide, dikwijls tot hem waarom
exposeer je die niet. het zou eous eenige variatie
in je werk brenyen.''
Vroeger ging l)e;;as gerej-eld zijn déjeuoer
trebruïkon en zijn avond doorbrengen in de
Xouvello A'hènes''. waar bij Mam-t, I'issaroen Dnrantv
ontmoette. Z"er van elkaar verscheiden waren
deze vii-r schilders, l'issaro altijd droompriir on
vaa/:. M.met luidruchtig, declanicerend, fel op
medailles m decoraties Do.sras scherp, diepzinnig
eu sarcastisch. Iiumnty w,v< beider va.", hoofd,
droo^. vo] verbeten teleurstelling.
Na M:ii;oi's dood verplaatsten zich hunne
hni^bijeenkoinsten naar het cafédo ha Uocholoucauld.
Daar kwam hij ook iedoren avond, en daar kwam
hij ooi; geregeld déjeni:oeren. Dexe biieonko.nsten
heeft hij nu l,-iten \aren. naar hij dineert alt' d
ni'-'t l.ndovir Ilaiévy en sommige andere oud;;
vrienden. Vervolgens bezoekt bij do opera of de
thealres, orn te kijken rn te teekenen en te
vergp.liiken. Het is zooals hij tot i eu
landschapschilder zeide dien hij in het Ciripte Feniando
onioioetto: A vous i! faut !a vie naturelle, a mol
la vie factice."
* ?:?>
Van hot particuliere leven van Deens is zeer
weinig bekend, alleen meent men te weten dat
hij een aanzienlijk deel van het door werken
veri:re^en vermogen hoeft aebiuikt orn ziju broodor
te helpen, die zijn geid heeft verloren met spe
culaties in Anierikaansche sporen.
Hij is de leerling van Ingres. Niet geheel ten
onrechte zou men kunnen beweran dut
staat tot die van Ingres, als het week vaa BnC
Harte tot dat van Dickens. Hij is geca divwte
voortzetter vam Ingres, hij heeft iets wat «düi
reeds in Ingres zat, verder uitgebreid en ontwik
keld dat zich reeds in embryo vertoowie spoedig
na do bovengenoemde klassieke stukken.
Hij heeft niet alleen een nieuw sujet gezocht,
het moderne theaterieren, maar bij heeft aoic
voor dat nieuwe sujet een geheel nieuwe- wijaa
van doen gevonden, en de wijze van dueti liet tuj
zich geheel voorschrijven door hetgeen hij zag, niet
door zeker maniertje dat hij gevetiden had of «toor
een stijl waar hij zich aan houden wilde. Zoo kwam
het ook dat Degas; een zoo geheel persoonlek
artist, altijd zei: wat spreekt gij van
persoonlyk-; beid, van oorspronkelijk temperament, probeer hot
j te maken zoo als gij het ziet !"
Hoe hij altijd naar beter zocht en ilat hij dxt
dikwijls ook trachtte te vinden door van materiaal
te veranderen, blijkt ook hieruit, dat er stukken
van hem bestaan, begonnen met waterverf, vast
gezet met dckvcrf, bijna voltooid met olieverf,
terwijl de laatste hand er aan is gelegd met pen
en inkt.
Toen hij pas zijn eigen weg was opgegaan, be
gon hij met danseuses (u al het merkwaardig!
dat er voor en achter de coulisses te zien is.
Daarna wijdde hij rneer zijn aandacht aaa de
waschvrouwen en een van zijn merkwaardigste
stukken is een mutsenwinkel, gezieu door de win
kelruit, verkoopsters en koopsters. Een van zij»
eerste proeven van de studie, die hij gemaakt
had vau bet zware leven der arbeidende vrouwen^
is eeu stuk met strijksters aan haar werk betsig.
Ook in het naakt is hij een geheel nieu*en weg
opgegaan. Hij brak met de oude voorsteltingett
van nymfen en go-tinnen, hij gaf het eerst den
ontkleoden modernen monsch, niet een onbestaan
baar mythologisch naakt. Wat portretten betreft,
bij wilde nooit anders maken dan portretten va»
menschen die hij intiem kende en die hij be
studeerd bad. Hij liet nooit poseeren, maar hij
wtrkte naar raenschen die hij dagelijks ontmoette
en bestudeerde.
Er zyn heel wat kleine gezegden van hem be
kend gebleven, die hern ook als homilie d'espiit
doen kennen. \Vhistler bij voorbeeld, de gevierde
causeur, durfde niet tegen hem op en wist niet
anders dan te zwijgen de weinige keeren dat bjj
hern ontmoette.
Men vertelt bijv. dat iemand het hem zei. iUfe
Manet zich zoo goed hield onder de ongunstige
beoordeeling der pers. Ab," zeide Degaa: ManAt
est bun l'arisieu, il coinprend la plaisRilterïe.1'
Bij bet zien van een landschap te Bougiïal
zeide hij: Wat eeu mooie boschpartijen. wat
jammer dat Corot ze niet heeft kunnen maken."
Erj bet zien van een schilderij van Roll, getiteld
Work, waarop een menigte was afgebeeld : Ik zie
wel vijftig man, maar geen foule; en toch kac
men een foule wel voorstellen mot 5 man."
BAUDL'LAIllE OVER BELGIË.
Indien er voor den Franscber, dichter Bïudel»ire
standbeelden worden opgericht, zal het eerste
! allicht niet in Belgiëvn rijzen. De poëet van Let
li'lf.im tin, M'd beeft tien jaar met zijne moeder
te Brussel gewoond en bet plan gevormd om eea
boek over Bïigie te schrijven, waarvan hij reed*
den korten inhoud, het argumeuttim" heeft
opgete ken d; dit geschrift is in ziju nagelaten pa
pieren gevonden.
Hij heeft liet reeds in hoofdstukken ingedeeld,
aldus:
1. licmiouwinijen al* iiilti'Unrj. Frankrijk ziet er
vau dichtbij gezien, vrij harbaarsch uit. Maar gaat
naar Belgiëeu «;ij zult minder streng worden voor
uw vaderland. Er steekt groote verdienste in. eea
boek over lielgiëte schrijven, i let geldt daar toch:
op amusante wijs over verveling te schrijven,
belaiigwekkei.d over >i,ieli te spreken. België, verzot of)
complimenten, neemt ze altoos ernstig op.
'2. Brunei. Eerste indrukken Men zegt, dat iedere
stad, ieder land ziju reuk heeft. Brussel riekt
naar groene zeep. Dn kamers ia de hotels rieken
naar groene zeep. Gevels en trottoirs worden
gewasscheii, ze.U's als hei stortregent ; dit is een
nationale, aigemeene manie. Flauwheid van hot,
geheeie loven. Alles is er flauw. laf. droevig, sma
keloos, slaperig. De gezichten der nienschen zijn
er dof, somber, dormuclig. Brussel is veel meer
rammelend dan Parijs, liedenen waarom. Het
lichte en gclioorïgo der huizen, de. nauwe straleti;
het ruwe on-jetemperde accent der meni^to, d«
algemoei.e onhandigheid; het nationale gefluit
(wat dat is). Geen leven op straat. Veel bilcons,
niemand op de balcons. Droevig uitzicht vau e«R
stad zonder bloemen Het ihuieeren, zoo gulieftl
hij een volk dat verbeeldingskracht bezit, is te
Brussel onmogelijk. liet Bnissclsch gezicht w
zonder uitdrukking, vormloos, boibleek of
drantrood. Kwaadaardig; bui beid. De tred der Beigexw
zwaaiend en zwaar.
.'!. }ji'iL-,at l. De levenswijs: tabak, keuken, wijn. l'^j
de lr:>eedo leugens, de Belgische zindelijkheid PU
de Belgische vrijheid. S.ehooi't bet, Belgische uoede
leven. Alles is hier duur, behalve ue huishuur.
.Schildering van de Belgische keuken en hygiëne..
De wijuq'iae- tie. De wijn is er een voorwerp vaii
cusiositcit eu verzamel woede. Merinv.uirdige kelder»
uiterst rijk <>o,',iid, uile eender. Do BJgon la tut
hun w ij u kijken. Faro en jenever.
?i. lic. i'i'oiiti'i'u rii de lU'/uc. Geen galanterie
bij de mannen. i.ree;i heschroomdherd bij de vrouwen.
Portret der VI mns.'he in 't algemeen. Type van
het gelaat, gelnkend op dat van schaap- en ranj.
Gele ha:'"n. Enorme heenen en boezems:
\etoiitwikkciiug; leelijko voeten. Iti 't. a'genieea
vroege zwaarlijvigheid: moeratachtige
gezwellenht'id. Wïiijes. geen vrouwen.
r>. Zt1::, ii- Belgische grofheid. Liefelijkheden.
der conliéres in de bladen. Toon van de Belgische,
kritiek en dat'Ma<'pers. Laacheid en slaafscliheid.
(i. /i'i'ni l.vervolg). Bcb.'iscbo hersens en conver
satie. Llskoud, atstooïem! Icarakte?-. Doodsche stilte.
Altoos een gee.^t \au gelijkvormigheid. Xe;i
a;nui teert zich aileou bij (ropjijes
| 7. Zcili'ii (vervolg) Kl(-insteedschheïd. Jn'oeïW.
Laster. Achterllap, Xieuwsgiei'ioiioid naar dn za
ken vau anderen. Genot in het leed van anderen.
| Gevolsen van ledigheid en onbekwaamheid.
8. Zvdeii (vervolg). Geest vau gchoorzaaruhcia