De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1890 23 november pagina 3

23 november 1890 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

Veer bet overige kan v»n deze voorstelling veel nods ge«egd worden, ai was er ook in de ensemMBi sog veel wat toeter kon. Als men echter bedenkt dat de koren ia de Rotterdamsche opera Vtwr e«ft paar jaren alleen in staat waren den kefelwt op te wekken, dan moet men erkennen dat met prijzenswaardige spoed dit geheele corps frf laat ik liever zeggen : zoodje) door den heer Siwlbom is afgedankt. Mej. Haebermann was een Oriritd rol kracht en wwtrtatid; met machtige stemmiddelen wist zij deze wschriklselïike figuur tot h«t laatst toe vol te houden. Zulk een rtrud moeten alle theaters aan de Rotterd*msche Opera benijden. Mej. Szende h*4 ook goede momenten als Jtlsa. Van de heeren prijs ik in de eerste plaats den heer Kaufmann als Tellrainund. De heer Piitter had als Lohengrin zeer goede oogenblikken, doch kan alleen heroïsch, nooit week zingen, en dat was vooral in de 3e acte hier en daar storend. Verder was de heer Miihlmann een zeer goede Bèerrufer, hetgeen deze partij, die dikwijls door een utilité" wordt gezongen , zeer ten goede kwam. De koren waren hier en daar zeer goed en het orkest speelde zoo goed als een orkest spelen kan, dat op denzeltden dag de eerste en eenige repetitie voor zulk een werk gehouden heeft, solisten en koor. Maandagavond hadden twee concerten plaats, B.T. hft eerste concert van de Ncd. Organistenvereeniging, met medewerking van de dames Chr. Vrftman en Lina Wijgers (zang) en de heeren: Rogmans (zang), Maarten de Vries (vioo!) en M. H. v»n 't Krnys, C. F. Hendriks Jr. en B A. Hendriks (Orgel) benevens een koor onder leiding vmn den heer Verheijen. Deze uitvoering, waarvan ik d» eerste helft bijwoonde, mag wel geslaagd heet en, terwijl het goede doel van deze vereenifpng, n.l. opwekken tot belangstelling voor goede orgel- en kerkelijke muziek en een onderstenningsfemds scheppen voor zieke en hulpbehoevende organisten, benevens een pensioenfonds, h»*r de sympathie van alle kunstenaars en kunstminnaars moet verzekeren. Natuurlijk begeven wij ons nog niet in kritiek, omdat men deze vereeniging ge legenheid moet geven zich te ontwikkelen en dan haar volle kracht te toonen. Bg den heer Van Loenen hoorde ik Brahms' pianokwartet in A dur. De concertgever toonde weer een zeer consciëntieus pianist te zijn, die rhythmisch en technisch voortreffelijke eigen schap pen ontwikkelde en op zeer muzikale wijze werd ge assisteerd door de H.H Timmner. van Adelberg en Antoon Bouman uit Utrecht. Bij de volgende soirees kom ik uitvoeriger op een en ander terug. Van Mevr. Nevada, en de Italiaansche heeren die in Lncie medewerkten, woonde ik de twee laatste akten bij. Men krijgt van een Italiaan sche Opera veel beter indruk, nu men die door Italianen ziet spelen. Vele ongerijmdheden ver klaren zich betor, en ook de jolige muziek bij het sterven van Lucia's minnaar lijkt ons nu na tuurlijker, en de heer Dante del Papa stelde zeer natuurlijk in het licht dat als men zich eenmaal met een dolk doorstoken heeft, het zingen niet zoo vlot meer gaat als vóór dien tijd. Mevr. Nevada behaalde weer groot en welverdiend succes. De Maatschappij Cecilia geeft hedenavond haar halfjaarlijksche concert. Eergisteren woonde ik de repetitie bij, die bijzonder slaagde. In den heer Viotta leerde ik een dirigent kennen di primo cartello. Daar de uitvoering echter nog niet heeft plaats gehad en mijn artikel, als ik morgen eene uitvoerige bespreking wilde geven te laat zou komen voor dit nummer, wacht ik hiermede tot de volgende week. VAN MILIJTCEN EENE AUTOBIOGRAPHIR VAN ANÏON RUBINSTEIN. Rubinstein, e» n der mf est bezielde van de th:in s levende componisten, verschilt van het grootste gedeelte der hedendaag-che musici, niet alleen daarin, dat hij geweigerd heeft zich te ondenverpen aan den invloed van Wagner, maar ook in zijn afkeer de pen te gebruiken voor eenig ander doel dan om de punten, lijnen en s!re[>en te schrijveu, welke een muziekstuk vormen. /Ajae werk zaamheid als componist is verbazend geweest de catalogus van zijn uitgegeven composiliën bevat acht en veertig kwarto bladzijden ter wijl ziji, e bijdragen tot de muzikale literatuur tot duiver hoofdzakelijk bestaan hebben in ee'.ise opstellen over Russische muziek en de gewijde opera of wereldlijk oratorium. En. zocals hij zelf oiis vertelt, zijn .«toekomstige levensbeschrijf! r zal zelfs het ger.oegeu i.iet smaken, mijne cor respondentie te verzamelen, dewijl er volstrekt geei e bestaat. Ik ben geen vriend van de pon, en bovenal heb ik een afkeer van brieven schiijVtn." Toch stemde Kubinstein een jaar of l wee jteledeu erin toe, de geschiedenis. van zijn leren te vertellen, en een stenograaf werd ontboden om dezeautobiographi-che interview neer te schrij ven. De ui'.slaa; is het thans verschenen ver haal, dat hoe sc.hetsachtig en mager liet ook op vele plaatsen is, waar wij zoudtn wer.sehen nadere inl;,chn"::en te hebben, toch overvloeit vau belangwekkende eomn.ei.tareu en suggesties. liet kan i.iet anders dan een reilen van i'.e'f voldoen!» g voor de Amerikanen zijn, dm zoo nut dm virtumn dwrp-ji, van Kubie.s'.eip, te vernemen dat /ij n e kunstrek in dat. land den grondslag tot zij u fortuin legde. In zijn vroege jeuid gaf bij zeer goedkoop lessen, eu ar,'l>-rhalf jaar wo inde hij op een zolderkamertje te Weeneu dikwijls de kwellingen van den bouger verdurende tot Liszt zieli zijner om trok. Het. was Lis/f, die lluhinstein's l ussischen onderwijzer Yii!oin;r aanried, hun rneufc naar Duitschlan.l te i.emtn om zijne niu 'ik;<h> opleiding te voltooien. »I;i dien tij ', ' zei IK hij. »was ik een getrouw volgeling vsn Li-v,!", van zijue manieren en gebaren, zijn gewooute otn zijn haar naar achteren te werpen, zijne manier om zijue handen te houden, van al de eigenaar dige bewe-dugen vau zijn spelen. h^t:/e«-n uatuiülijk eeu glimlach te voorschijn bracht bij beo die Liszt gehoord haddei', en misschien ook de b3langstelling vermeerderde voor den jongen vir tuoos." Toch, toen hij wat later Li«zt te Weenen een bezoek bracht, werd hij eenigszins koel ontvangen, en vernam daar d»t bij moest bed*nken, dat een talentvol man het doel vaa zijn ijver moet bereiken door zijne eigeue in spanning, zonder hulp. «hetgeen." zegt Rubinslein, »mij van hem vervreemdde." Twee m-aanden later echter bezocht Liszt hem, schrikte van de klaarblijkelijke armoede in zijue kamer, »en op de vriendelijkste wijze verzocht hij mij denzelf i?n dag bij hem te komen dineeren een zeer welkome invitatif, daar de honger reeds verscheidene dagen aan mij geknaagd had. Hierna stond ik altijd, tot zijnen dood toe, op goeden voet met hem." Gedurende dit tijdperk brachten zijne compositiëu hem met noemenswaardig op, en als menig jong poëet kon hij zichzelf gelukkig achten als hij maar een uitgever vond, die ze voor niet voor hem wilde drukken. Zelfs later, toeu zijne lessen beter betaald eii zijne concerten goed bezocht werden, leidde hij bet leven van een artiste-bohème, in den zin van »feest houden, wanneer er overvloed van geld was, eu honsjeris; rondloopen wanneer dit gevlogen was." In 18-i7 was hij op het punt naar Amerika te trekken met twee muzikale vrienden, maar werd door Dehn, ziju onderwijzer in de theorie der muziek, terugge houden. Vijf en twintig jaar daarna werd hem 40,000 dollar» aangeboden om ten concertreis, met Wieuiawcki, door Amerika te maken Hij nam het aan, en gaf 215 concerten in dit land. »Eenigen tijd," zegt hij, »was ik in volkomen onderworpenheid bij den impresario. Moge de hemel ons voor zulke slavernij behoeden .... De ontvangsten en het succes waren onveranderlijk aangenaam, maar het was alles zoo vervelend, dat ik begon mijzelven en miju kunst te verach ten. Zoo innig was mijne ontevredenheid, dat, toen ik verscheidene jaren daarna, aangezocht werd om mijne reis in Amerika te hervatten, met 100,000 dollars gegarandeerd, ik roiidweg weigerde". Op eeue andere bladzijde, waar hij aandringt op het invoeren van muziekonderrieht op Russi sche scholen, doet hij Amerika de eer aan, het met Duitschlrtnd ia n adem te noemen : »zie naar Duits-chland en Amerika," zegt hij, »en kijk hoe zij in die landen de dingen doen." En op blz. 118 zegt hij zijue ineetiiog, dat »van het Duitsche volk minstens 50 procent muziek ver staat ; van het Frai.sche niet meer dau 10 pro cent ; terwijl onder de Engel.-chen het minst muzikale volk niet meer dan twee pr >cent kan gevonden worden, die eenige kema.s van muziek hebben. »Zelfs de Amerikanen," zegt hij, »be,bben eene hoogere waardeering voor muziek dan d« Engelschen." Het was zijne bewondering vo>r de Duitsche muziek, gsvoegd bij zijneu Duitsclien naam, die Rubinstein, vreemd genoeg, in Rusland f! oei l be schouwen als een Duitscher. terwijl hij in Duitschlaud voor een Rus aangezien wen) In de kunst is hij een ware cosmopoiiet en terwijl zij te orkest muziek wortelt in Beethoven, Scbumanu en Mendelssohu. en zijne piano compositiën iu Chopin, is zijn geest Russisch, en zijne rhythuius en it.tervallt-n dikwijls Oostersch. Zelfs voor Itaiiaa'ischen invloed was hij ontvankelijk, ten minste in zijne vroegere jaren, want hij zegt dat het zingen van Rubini zoo krachtig op zijne zinnen werkte, dat hij het geluid van diens stem in zijn spel trachtte na te bootsen. Zijne bijzondere afVod schijnt tegenwoordig Chopin te zijn : Eén ding is on loochenbaar ail«s wiit ons bekoorde, al wat wij beminden, eerbiedigden, vereerden, is met Chopiu geëindigd." Rubinsteia was, zooals Liszt, a!tij l gezind de armen te ondersteunen eu behoeftige leerlingen voort t» helpen, en in twintig jareu bedroeg de opbrengst vau zijn liefdadigheidscoijcerteu niet minder dan tot 3<j(),ÜO!J roebels. Maar nevens zijn werk als componist, ziju zijue kostbaarste diensteu auu de kunst bewezen, aan zijn vader land gewijd geweest. Der i is jaren geled'u werd de Rus-i.-chc muziek in de I'eter-burgsehe wereld nauwelijks anders dau in dr u zin van volk.-dmn erkend, eu de toestand van de publieke ot.ii i : daaromtrent kau opgemaakt wordeu uit de op merking icner dame, die h'ire dochter na,;r Rubinsteiu bracht om i:i het conservatorium opgenomen te worden, dat hij had helpen oprichten. Rubinstein xude baar dat al de le-scu iu 't Russisch gegeven weri'en, waarop zij uitj liep: Wat! mu/.iek in 't Russisch! V\ at een ? origineel denkbeeld !" H?t cimr-ervaiorium werd l spoedig pupulüir te populair, inde:1.laad. vol ? | geus Hubinstfiii, die, toen het aantal leerlh-gen i tot 700 w;-.s gisïirgriJ, vond, dat het coiiservutoi riuiu gevaar liep een muziekfabriek te worden ' in plaats vau eene iiHuieksi'hool. Ook de ouders tellenen het te bonden vnor eeu s? >ort var, toe vlucht voor kinderen die zwak van gerst ware u i en iiergei s anders voor deugden, i-en ifyl voor jongelieden, die verlangden vrijstelling 'e \\-rkrijknjgen VH'Ït.\et' \i<u\ n nnlilairen 'litn-t \lov»i' :\i! i?? d t! van ec-n i eniukkelijk verkregen diploma. M^inr thans xijn ilus.-i-cho luu/.ii-k en lïu.-siM'iie musici overal i;; oer. in hun land f n d:i-j.rbuit(ju, <-n ti.t deze vtrwiuiciiiig initi''. !ïul>i;.siein hed veei bij : geilragcii. Op b'ü'iz. ii:i---!il geeft lui <-L-;J lij.Tt van l/eto'-ui'_u- ii (.--sisr'ie IU.--A'! ei; o^id<h]">v ijzeis, en lif-t b..-.-liik vau dit liocAl-luic z:i! den v.n'joT.'li. rW IJ il! ra u''l:,;, door ivoningi bedorven : ,»,i. te i-eguen wi di« .vt:fds dut /,'; lulu ste:ïmi<u ln-b'ieu het ziva>:i aaug.'uii:. is i mot-iiljk de b<Me tn 'vie de .-le> hv-te on ? i!(;r;vi:zu;s zij;:. Zij k ui) ('n lu-t doi;iers '. crge!<'ke;i worden ze: Is idel de knapst.- oncUr hen V nu voor het leven i; staat', en (ie be.-'.e meister iu de wend l kan d" st,c:u \ au /.;:;; Ie: i !i;;g bedtnei', terwijl hij ei'ri;Cl\ ha.U' U' ,.;(?]' lltll.'' GKUKGE MOOKE OVLll l'KGAS. Ter eere \a\\ hot verschenen, van /'O'ciuve gaf Emiie Zola een dir.cr w:;.ir idiccii ile a orii.tiemsto vrienden ge:iooni:;d waien liet gesprek liep natuurlijk voornamelijk over het bock. M\i de ko'iiu ontstond er ecu ievenume discussie over l de kv.'übtie of umi zich Clauj'j Lautier had \ooi' te stellen als een wezenlijk talent of o iet. Vooral madame Charpentier hield stellig vol dat hij dit niet was, dat hij veel minder, zelfs niet te ver gelijken was met Eitouard Manet, ea door haar heftige beweringen wint zij de meesten voor haar partij. Zola echter verklaart zich vierkamt tegen haar, en beweert dat iemand als Claude Laniier veel meer moet zijn dan Manet. Allen worden kwaad en willen eerst niet luisteren, maar einde lijk laten zij Zola toch rustig aan het woord. Ik wil'' zeide hij Manet niet verkleinen, maar ik houd vol dat niemand van onze moderne schilders, noch Manet, noch zelfs Degas, datgene hebben gepro beerd wat minstens drie onzer moderne schrijvers niet alleen hebben geprobeerd, maar wat hun ook is gelukt, de voorstelling van het geheele moderne leven. Zelfs de beste en meeste moderne, Degas, kan zich niet met hen meten, hij beperkt zich zijn geheele leven tot het schilderen van ballet danseressen, maar Elaubert, Daudet en de Goncourt f/even het geheele moderne leren." Vier jaar later stond een van de bezoekers dezer soiree, na gescheld te hebben, te wachten of de deur van Degas' appartement in de Ilue Pigalle door het onzichtbare iraptouw zou worden geopend. En werkelijk viel hern die zeldzame eer te beurt. Hij wordt door Degas in zijn atelier ontvangen, waar bij mer. hem dejeuneert, het uitzicht hebbend op eeu binnenplaats met bloeiende kastanje-boomen zooals uien die alleen in Parijs in de maand Mei kan zien. Degas dejeuneert zoo tegenwoordig altijd, daar hij gedurende de laatste dagen het café-leven geheel beeft vaarwel gezegd. Het atelier van Degas heeft niets van een ge woon schilder-atelier. Geen Perzische tapijtjes, geen mooie lappen, geen antieke meubelen, alleen enkele croquis of studies, geschenken van andere artisten.en daaronder op de eereplaats een roodkrijt teekening, niets dan een schets van een vrouwenhand. Op de vraag van den bezoeker wat dit was, zeide Degas: Dat is van Ingres, een van de interes santste dir.gen, die ik van hem heb. En dat is ook juist mijne voorstelling van een genie, iemand die een hand zoo mooi, zoo beminnelijk, zoo won derlijk vindt, dat hij zich zijn beele leven zou willen opsluiten, om niets anders dan die hand weer te geven." Zijn dit niet de twee uiterste polen waartusscheu zich de kunst kan bewegen: Zola die van deti artist verlangt (en het ook zelf ten uitvoer brengt), dat hij zich mot de geheele maatschappij bezig houdt en het geheele leven weergeeft Degas, die zich ook maar met n hand zou te vreden stellen, als hij er maar alles wat er in zit, zou kunnen uithalon. * $ Manpassant zegt in zijn voorrede tot de brieven van Flaubcrt aan George Sand: Bijna ieder artist heeft een geheime ambitie buiten de kunst om. Meestal is het de begeerte naar den roem, de roem die u doet toejuichen, die de harten der vrouwen verovert. Anderen begeeren naar acid, hetzij om liet geld zelf, hetzij om de bevrediging die het (reeft, nl. een weelderig leven en tafelgenot. G. Flaubert had de letteren iief. zoo volstrekt onbeperkt, dat geen andere ambitie daarnaast een plaats in ziju hart kon vinden"'. Veranler bet woord letteren'' in schilder kunst'' en bet bover.iiangehaalJe is geheel vau Degas \\ aar. Hij leeft geheel voor zijn werk. Geen eerzucht, geen geldzucht heeit vat op hem. Eeu van zijn aardigste verhalen is, boe Maret zelf den draak stak met, zijn eigen kinderlijke ijdelheid en roemzucht: Wanneer ik in eeu omnibus stapte", zeide Maner, was ik altijd oeuigszins ontevreden a's niet een der passagiers mij aansprak met Hoe vaart u, mijnheer Manet V' of waar gaat de reis naar toe, mijnheer Manet ?'' Niets is hem ergerlijker dau menschen die hem komen interviewen, die hem kotnen vra.;en over zijn leven, ziju levenswijze, zijn werk, zijn kunst, die zijn atelier komen opnemen. Laat mij met. rust," zegt hij dan. ij kwaamt toch niet om te zien 'Hoeveel hemden ik iu mijn kast, heb liegen." Neen, maar ik kom om wat van tuv kunst t<; weten re komen." Maar wat wil!" ge daarover schrijven? Menschen die haar niet begrijpen kunt s/ij toch niet, vertellen, wat er bet mooie van is. En zo!i's voor den verkoop grRo.tïuw geschrijf niets Men koopt, geen schilderij omdat men er vau leest dat het goed is. Men koopt slechts al.s men van eeu kennis, die men voor een kenner houdt, hoort dat bet over dertii jaar driemaal zooveel waard is al.s men er nu voor geeft." Ouder de weinige dnsireu dien er op zijn afe!ier te zien zijn. behalve het werk waar hij m"e bezig is. zijn twee stukken uit ziju j"u._;d. waar men nog solicel den lenriinir van dyn kl issieken ln:rres in herkent, n.l Seniirarais do wallen van Bahylon houwende'' en Snartaausche jongelingen die wors'elon." Manet zeide, dikwijls tot hem waarom exposeer je die niet. het zou eous eenige variatie in je werk brenyen.'' Vroeger ging l)e;;as gerej-eld zijn déjeuoer trebruïkon en zijn avond doorbrengen in de Xouvello A'hènes''. waar bij Mam-t, I'issaroen Dnrantv ontmoette. Z"er van elkaar verscheiden waren deze vii-r schilders, l'issaro altijd droompriir on vaa/:. M.met luidruchtig, declanicerend, fel op medailles m decoraties Do.sras scherp, diepzinnig eu sarcastisch. Iiumnty w,v< beider va.", hoofd, droo^. vo] verbeten teleurstelling. Na M:ii;oi's dood verplaatsten zich hunne hni^bijeenkoinsten naar het cafédo ha Uocholoucauld. Daar kwam hij ook iedoren avond, en daar kwam hij ooi; geregeld déjeni:oeren. Dexe biieonko.nsten heeft hij nu l,-iten \aren. naar hij dineert alt' d ni'-'t l.ndovir Ilaiévy en sommige andere oud;; vrienden. Vervolgens bezoekt bij do opera of de thealres, orn te kijken rn te teekenen en te vergp.liiken. Het is zooals hij tot i eu landschapschilder zeide dien hij in het Ciripte Feniando onioioetto: A vous i! faut !a vie naturelle, a mol la vie factice." * ?:?> Van hot particuliere leven van Deens is zeer weinig bekend, alleen meent men te weten dat hij een aanzienlijk deel van het door werken veri:re^en vermogen hoeft aebiuikt orn ziju broodor te helpen, die zijn geid heeft verloren met spe culaties in Anierikaansche sporen. Hij is de leerling van Ingres. Niet geheel ten onrechte zou men kunnen beweran dut staat tot die van Ingres, als het week vaa BnC Harte tot dat van Dickens. Hij is geca divwte voortzetter vam Ingres, hij heeft iets wat «düi reeds in Ingres zat, verder uitgebreid en ontwik keld dat zich reeds in embryo vertoowie spoedig na do bovengenoemde klassieke stukken. Hij heeft niet alleen een nieuw sujet gezocht, het moderne theaterieren, maar bij heeft aoic voor dat nieuwe sujet een geheel nieuwe- wijaa van doen gevonden, en de wijze van dueti liet tuj zich geheel voorschrijven door hetgeen hij zag, niet door zeker maniertje dat hij gevetiden had of «toor een stijl waar hij zich aan houden wilde. Zoo kwam het ook dat Degas; een zoo geheel persoonlek artist, altijd zei: wat spreekt gij van persoonlyk-; beid, van oorspronkelijk temperament, probeer hot j te maken zoo als gij het ziet !" Hoe hij altijd naar beter zocht en ilat hij dxt dikwijls ook trachtte te vinden door van materiaal te veranderen, blijkt ook hieruit, dat er stukken van hem bestaan, begonnen met waterverf, vast gezet met dckvcrf, bijna voltooid met olieverf, terwijl de laatste hand er aan is gelegd met pen en inkt. Toen hij pas zijn eigen weg was opgegaan, be gon hij met danseuses (u al het merkwaardig! dat er voor en achter de coulisses te zien is. Daarna wijdde hij rneer zijn aandacht aaa de waschvrouwen en een van zijn merkwaardigste stukken is een mutsenwinkel, gezieu door de win kelruit, verkoopsters en koopsters. Een van zij» eerste proeven van de studie, die hij gemaakt had vau bet zware leven der arbeidende vrouwen^ is eeu stuk met strijksters aan haar werk betsig. Ook in het naakt is hij een geheel nieu*en weg opgegaan. Hij brak met de oude voorsteltingett van nymfen en go-tinnen, hij gaf het eerst den ontkleoden modernen monsch, niet een onbestaan baar mythologisch naakt. Wat portretten betreft, bij wilde nooit anders maken dan portretten va» menschen die hij intiem kende en die hij be studeerd bad. Hij liet nooit poseeren, maar hij wtrkte naar raenschen die hij dagelijks ontmoette en bestudeerde. Er zyn heel wat kleine gezegden van hem be kend gebleven, die hern ook als homilie d'espiit doen kennen. \Vhistler bij voorbeeld, de gevierde causeur, durfde niet tegen hem op en wist niet anders dan te zwijgen de weinige keeren dat bjj hern ontmoette. Men vertelt bijv. dat iemand het hem zei. iUfe Manet zich zoo goed hield onder de ongunstige beoordeeling der pers. Ab," zeide Degaa: ManAt est bun l'arisieu, il coinprend la plaisRilterïe.1' Bij bet zien van een landschap te Bougiïal zeide hij: Wat eeu mooie boschpartijen. wat jammer dat Corot ze niet heeft kunnen maken." Erj bet zien van een schilderij van Roll, getiteld Work, waarop een menigte was afgebeeld : Ik zie wel vijftig man, maar geen foule; en toch kac men een foule wel voorstellen mot 5 man." BAUDL'LAIllE OVER BELGIË. Indien er voor den Franscber, dichter Bïudel»ire standbeelden worden opgericht, zal het eerste ! allicht niet in Belgiëvn rijzen. De poëet van Let li'lf.im tin, M'd beeft tien jaar met zijne moeder te Brussel gewoond en bet plan gevormd om eea boek over Bïigie te schrijven, waarvan hij reed* den korten inhoud, het argumeuttim" heeft opgete ken d; dit geschrift is in ziju nagelaten pa pieren gevonden. Hij heeft liet reeds in hoofdstukken ingedeeld, aldus: 1. licmiouwinijen al* iiilti'Unrj. Frankrijk ziet er vau dichtbij gezien, vrij harbaarsch uit. Maar gaat naar Belgiëeu «;ij zult minder streng worden voor uw vaderland. Er steekt groote verdienste in. eea boek over lielgiëte schrijven, i let geldt daar toch: op amusante wijs over verveling te schrijven, belaiigwekkei.d over >i,ieli te spreken. België, verzot of) complimenten, neemt ze altoos ernstig op. '2. Brunei. Eerste indrukken Men zegt, dat iedere stad, ieder land ziju reuk heeft. Brussel riekt naar groene zeep. Dn kamers ia de hotels rieken naar groene zeep. Gevels en trottoirs worden gewasscheii, ze.U's als hei stortregent ; dit is een nationale, aigemeene manie. Flauwheid van hot, geheeie loven. Alles is er flauw. laf. droevig, sma keloos, slaperig. De gezichten der nienschen zijn er dof, somber, dormuclig. Brussel is veel meer rammelend dan Parijs, liedenen waarom. Het lichte en gclioorïgo der huizen, de. nauwe straleti; het ruwe on-jetemperde accent der meni^to, d« algemoei.e onhandigheid; het nationale gefluit (wat dat is). Geen leven op straat. Veel bilcons, niemand op de balcons. Droevig uitzicht vau e«R stad zonder bloemen Het ihuieeren, zoo gulieftl hij een volk dat verbeeldingskracht bezit, is te Brussel onmogelijk. liet Bnissclsch gezicht w zonder uitdrukking, vormloos, boibleek of drantrood. Kwaadaardig; bui beid. De tred der Beigexw zwaaiend en zwaar. .'!. }ji'iL-,at l. De levenswijs: tabak, keuken, wijn. l'^j de lr:>eedo leugens, de Belgische zindelijkheid PU de Belgische vrijheid. S.ehooi't bet, Belgische uoede leven. Alles is hier duur, behalve ue huishuur. .Schildering van de Belgische keuken en hygiëne.. De wijuq'iae- tie. De wijn is er een voorwerp vaii cusiositcit eu verzamel woede. Merinv.uirdige kelder» uiterst rijk <>o,',iid, uile eender. Do BJgon la tut hun w ij u kijken. Faro en jenever. ?i. lic. i'i'oiiti'i'u rii de lU'/uc. Geen galanterie bij de mannen. i.ree;i heschroomdherd bij de vrouwen. Portret der VI mns.'he in 't algemeen. Type van het gelaat, gelnkend op dat van schaap- en ranj. Gele ha:'"n. Enorme heenen en boezems: \etoiitwikkciiug; leelijko voeten. Iti 't. a'genieea vroege zwaarlijvigheid: moeratachtige gezwellenht'id. Wïiijes. geen vrouwen. r>. Zt1::, ii- Belgische grofheid. Liefelijkheden. der conliéres in de bladen. Toon van de Belgische, kritiek en dat'Ma<'pers. Laacheid en slaafscliheid. (i. /i'i'ni l.vervolg). Bcb.'iscbo hersens en conver satie. Llskoud, atstooïem! Icarakte?-. Doodsche stilte. Altoos een gee.^t \au gelijkvormigheid. Xe;i a;nui teert zich aileou bij (ropjijes | 7. Zcili'ii (vervolg) Kl(-insteedschheïd. Jn'oeïW. Laster. Achterllap, Xieuwsgiei'ioiioid naar dn za ken vau anderen. Genot in het leed van anderen. | Gevolsen van ledigheid en onbekwaamheid. 8. Zvdeii (vervolg). Geest vau gchoorzaaruhcia

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl