De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1890 23 november pagina 5

23 november 1890 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Marfa had zeker niet goed geïnformeerd vóór ze hem haar jawoord gaf. Toen hy dat eenmaal had, werd hij dan ook geheel waanzinnig. Eerst Terloor zij nog haar hoofd in een brand (?In tastb'ren, blonden gloed ging 't hoofd verloren" blz. 13); daarna bracht h\j haar in een tooneelachtig bruidsTertrek met changements a vue" (?Het bruidsvertrek veranderde in alkoof" blz. 25). Hiervan schrok het bruidje zoo, dat ze precies.... een pistool werd (?Als een revolver, dreigend in't foe draal, Stond ze in het kantwerk, dat haar hield omsloten" blz. 29.) Door een kunstige mekaniek veranderden de beelden, die in het bruidsvertrek stonden eveneens en Verkeerde 't beeld des Toorns in beeld der Trouw" (blz. 30.) Op de huwelijkssponde zingt vorst Wronsky dat hooren en zien vergaat (?In hem schallen wilde minnezangen" blz. 31). Eenige oogenblikken later neemt hij een van zijn vrouwtjes haarvlechten en zegt haar dat als hij haar eens ontrouw mocht worden, zij hem die vlecht moet zenden, waarmee hij dan zich zelf om hals zal brengen. Waar haalt, dus zou men zeggen, deze snoeshaan van een Wronsky de dolzinnige invallen vandaan! Hoe het afloopt met deze twee behoeft men nauwelijks meer te vragen. Eerst schrijft de dichter nog deze wijsgeerige gedachte neder: En wie zal zeggen hoeveel tranenzeeën De prijs zijn van n enkel ridderlint? Ja, wie zal dat zeggen? Het best zal wezen een prijsvraag uit te schrijven onder diplomaten en tentoonstelling-organisateurs, ter oplossing van deze questie. Verder hooren wij hoe de snoode Wronsky al heel spoedig zijn vrouw ontrouw wordt; maar als ze hem dan de vlecht stuurt, geeft hij die aan zijne maitresse en gooit den kruyer Marfa's brief in zijn gezicht. Een gemeene kerel, die Wronsky. Het ongelukkige jonge vrouwtje wordt nu, voor zoover dat nog mogelijk is, ook krankzinnig. Eerst vernielt ze, met een soort van baldadige berekening, eiken dag n portret uit de portretzaal" van haar huis en daarna maakt ze de door Wronsky geroofde geweren stuk. Eindelijk gaat ze hem opzoeken in zijn oorlogstent; gewillig laat hij zich door haar vermoorden; en zij vlucht weg over de grenzen. Het zal duidelijk zijn geworden, dat de opzet van het gedicht, zoowel als de bewerking der karakters en hartstochten den lezer omringt met onbegrijpelijkheden, waartoe niet weinig bijdragen de foutieve bestanddeelen van de dichterlijke taal. De hr. v. Hamel verklaart gedeeltelijk het onbe grijpelijke op wel wat te gemakkelijke wijze. Van de zonderlinge Wronsky figuur sprekend, laat hij zich in dezen trant uit: ja, ja, die Russische heeren zijn inderdaad onbegrijpelijke lieden. Bij nader inzien is deze verklaring echter niet slechts gemakkelijk, zij is onjuist. De talrijke realistische Russische romans der laatste twintig jaar hebben ons de Russische wereld doen kennen als eene samenleving, waarin veel dingen wel ge heel anders toegaan dan in Westelijk Europa, maar waarin toch geen plaats is voor een drama dat alleen, met al den blvf en de iet-wat onbe holpen hartstochtelijkheid der eerste jeugd, door iemand die van poëzie weinig studie heeft gemaakt kon worden ontworpen. Nov. '90. A. J. DE HISTOIRE D'ISRAEL. Toen Ernest Renan, drie jaar geleden, het eerste deel van zijn Hütoire du peuple d'ïsraël deed verschijnen, schreef hij : Schaakspel. 2'« Jaargang. 23 November 1890. Redacteur: RUD. LOMAN, te Londen. Adres : Mira Lodge, 49 Deronda Road, Herne Hill, Londen (S. E.) Probleem No. 51 van Ph. Klett. ZWART 8 stukken. abcdefg K WIT 7 stukken. Wit geeft in 3 zetten mat. Goede oplossingen ontvangen van No. 48 (Shinkman) van den heer Termos te Rotterdam, van No. 49 (Kohts en Kockelkorn) van W. v. te Delft. Oplossing van No. 50 (L. N. de Jong) l D c2, dc2 : 2 d5;j: met varianten. CORRESPONDENTIE- PARTIJEN. Evansgambiet. Tschigorin. Steinitz. Petersburg. New- York. 12Lez D f8 Tweepaardspel. Steinitz. Tschigorin. 13 f5 14 c 3 L d 7 15 d 4 Voor de openingszetten zie vorig nummer. Michael Ivanovitch Tschigorin, Rusland's grootste schaker, werd 31 October 1850 te Gatchina gebo ren. Reeds als schooljongen leerde een zijner onderwyzers hem den loop der stukken. Zijn »Sedert zes jaren heb ik al mijn ijver aan dit uitgebreide werk besteed ; op dit oogenblik is het opstellen ervan gevorderd tot het tijdvak van Ezra, dat wil zeggen tot aan de definitieve ves tiging van het judaïsme. Als ik kwam te ster ven, zou men dit geheel, dat drie deelen zou vormen, kunnen uitgeven. Als ik in leven blijf zal het tweede binnen een jaar, het derde over twee jaar verschijnen. Ingeval ik daarna nog krachtig genoeg was, zou ik, in n deel, de ge schiedenis van den tijd der Asmoneeën schrijven. Zoo zou ik tot aan het Leven van Jezus komen, en der geheelen cyclus dien ik mij had voorge steld te doorloopen, hebben voltooid. Misschien zal ik niet den tijd hebben om dien te schrijven, maar ik beken, dat de vreugde na ij a werk te zien vorde ren, mij zoo stemt, dat ik hoop het te voltooien. Dan zal ik met genot den lofzang van den ouden Sinaeon zingen: Nunc dimittis servum tuum, Domine, secundum verbum tuum in pace." Op dezelfde wijze, met evenveel kalmte en vertrouwen, zeide Victor Hugo op dertigjarigen leeftijd, toen hij ernstig ziek was : »Ik kan nog niet sterven, ik heb nog te veel te zeggen." »Ernest Renan", zegt AndréMaurel, die deze woorden aanhaalt, »doet heden het derde deel verschijnen, dat hij beschouwt als het hoogtepunt van zijn arbeid; en voor wie de wijze van wer ken van den meester kent, is het gemakkelijk na te gaan, dat op dit oogenblik het laatste deel, dat over de Asmoneeënj dat den schakel vormt tot het Leven ?Kan Jex,ust opgesteld moet zijn. De schrijver van de Apostelen toch gaat in het uitgeven van zijn werken met een zeldzame nauwgezetheid te werk. Zonder te spreken over de jaren onvermoeiden arbeid, die het voorbereiden van werken zoo vol bronnen, documenten en redeneeringen vereischt, draagt Renau ieder zijner werken een half jaar, een jaar met zich om, alvorens op te schrijven hetgeen hij toch reeds geheel in het hoofd heeft. En deze gedachtenwerking duurt voort tot dien dag waarop de geleerde zijn koffer pakt en, bijna zonder boeken, bijna zonder notitiën, naar zijn dierbaar buiten te Rosapamon vertrekt, en daar de bladzijden opschrijft, die hij te Parijs, in de salons, op straat, heeft rondgeleid, ze telkens in hun philosophie wijzigend. In Bretagne wordt, in een tijd van vier maanden, het werk van vijf honderd pagina's op het witte papier gezet. Naar Parijs teruggekeerd, ziet hij het manuscript na, controleert de passages, die zijn nauwgezetheid hem als twijfelachtig doet voorkomen, zet de uoten onderaan en zendt het pak aan zijn uit gever. Dan is Renan's arbeid echter nog niet afgeloopen; nauwelijks voor de helft. Hij ziet zijn werk eerst goed, als het in pagina is, in den vorm van het boek zelf, op het innaaien na. Op deze proeven gaat hij aan het nazien en corrigeeren. En hoe nazien, hoe corrigeeren [ Hij vraagt niet driemaal revisie, maar zeven, acht, twaalf maal soms. De zetters van de Revue des D-.UX Mondes denken niet zonder ontzetting terug aan het jongste artikel van deu professor, waarvan men hem successievelijk zeventien-m&al proef heeft moeten zenden! Zooveel artistieke nauwgezetheid waarborgt althans volkomen oprechtheid, zooal niet abso lute waarheid, want hiervan te spreken zou met 's meesters wijsbegeerte slecht overeenkomen. Deze woorden toch zijn de zijne: ? Oordeelen over menschen zijn slechts mogelijk in tijdstippen vol historische bescheiden en zeer dicht bij ons. En dan nog hoeveel poorten geoleermeester was, hoewel zelf een zwak speler, een vurig bewonderaar van het edele spel en onver moeid in het vertellen van anecdotes over den beroemden en excentrieken schaakmeester Kieseritsky, dien hij persoonlijk gekend had. Het duurde niet lang of de leerling was spoedig den meester te sterk en toen Michael de school verliet, had hij het reeds tot een aanzienlijke hoogte gebracht. Het schaakspel moest echter spoedig voor ernsti ger bezigheden plaats maken, want als ambtenaar aan het ministerie bleef er voor hem weinig tijd tot dergelijke liefhebberijen over. Na zijn glans rijk debuut op het Internat. Congres te Berlijn 1881 legde hij zijn ambtenaarsbetrekking neder en wijdde hij zich van dien tijd af aan de studie van het schaakspel. Zijn grootsten triomf be haalde hij het vorige jaar op den grooten wedstrijd te New-York, waar hij met den Weener schaker, Max Weiss, de beide hoofdprijzen, ten bedrage van f 1700 (f 4250) deelde. Den uitslag van zijn match met Steinitz in Havana deelden \vij in ons vorig nummer mede. De correspondentie-match is bijzonder belangrijk, doordat de speeltrant der beide meesters zeer uiteenloopt. Steinitz is de stichter der moderne school en zijn spel, evenals dat zijner voornaamste volgelingen Weiss, Tarraseh, Burn, Mason en von Bardeleben, onderscheidt zich meer door groote denkkracht en een onge venaarde positiekennis, waaraan zich taaiheid en voorzichtigheid paren, dan wel door schoone com binaties. Geen speler verstaat beter de kunst zich kleine voordeden ten nutte te maken dan Steinitz. Tschigorin daarentegen is de attaque speler par excellence. Zijn spel voert ons terug naar de dagen van Anderssen en Morphy, toen schitterende offer-combinaties regel en lang ge rekte remise-partijen uitzondering waren. In de beide correspondentie-partijen komt het verschil lend karakter der spelers ten duidelijkste uit. Tschigorin is in beide openingen de aanvallende partij; maar.... een pion in het nadeel en dat zegt veel tegenover een zoo hardnekkigen tegen stander. Dat de geheele schaakwereld den afloop dezer match met spanning tegemoet ziet, is niet te verwonderen. Gunsberg vertrok j.l. Woensdag van Liverpool naar New-York. Het begin van zijn match met Steinitz in de Manhattan Club aldaar is op aan vraag December bepaald. De hier volgende consultatie partij werd in 1884 in het Vereenigd Amsterdamsch Schaakgenootschap gespeeld. Daar de partij vol schoone mo pend voor gezichtsbedrog! In zulk een geval nog moet iedere zin vergezeld zijn van »migschien"; ik meen voldoende gebruik te maken van dit woordje ; vindt men het te weinig, laat men zich dan voorstellen dat de pagina's er mee bezaaid zijn. Dan weet. men hoe ik erover denk." Het derde deel van de geschiedenis van Israël begint natuurlijk daar, waar het tweede deel geëindigd was, op het oogenblik waarop de strijd tusschen de beide volken, Juda en Israël, die sedert twee eeuwen het land Palestina had ge teisterd, met de onderwerping van het eene volk eindigt. Samaria, de hoofdstad van Israël, is ver nietigd ; het koninkrijk Juda, met de hoofdstad Jeruzalem, lieeft dit volbracht. Alleen Jeruzalem, Juda is dus over. In Jeruzalem, in den stam van Juda, zal dus voortaan het hart van het Joden dom kloppen ; daarin zal zich al de kracht concentreeren van het wonderbare volk, dat de schepper werd van den algemeenen godsdienstzin, het medelijden, de zedeleer, dat de profeten zou voortbrengen, deze voorloopers van de socialisten. Maar hoeveel lotswisselingen vóór de volkomen ontplooiing, die Jezus' komst voorafging! Jeru zalem zou nog duizend martelingen lijden, en de godsdienstige en zedelijke formule welke Christus samenvatte, zou nog lang gestameld worden door het kleine volk. Jeruzalem toch onderging hetzelfde lot als Samaria. Deze stad, door Juda vernederd, was verwoest geworden en hare bevolking in balling schap weggevoerd naar Ninivé; Jeruzalem werd eveneens verwoest en hare bevolking, de stam van Juda, naar Babyion gesleept. Want tege lijkertijd dat de hegemonie in Palestina van Samaria op Jeruzalem overging, moest Niniv de heerschappij in het Oosten aan Babyion af staan. Het was Babyion dat Jeruzalem ver woestte en de bevolking naar Chaldaea over bracht. Renan schildert de geschiedenis van die ge vangenschap. Het was de Oostersche gewoonte dat men met de overwonnen volken zijn eigen door den oorlog braakgelegde landen weer be volkte. Jeruzalem, of liever Juda, onderging het algemeene lot. En ver van zijn verwoeste steden nam het Joodsche volk in de ballingschap het geloof aan de toekomst mede, het vertrouwen op Jehova, die het eens naar het land zijner keuze zou terugvoeren. Deze ballingschap was, in zekeren zin, aan het judaïsme voordeelig. Zegevierende volken ver slappen in hoogmoed en gerustheid; overwin nend had Juda misschien de grootache denk beelden, door Jesaja gestrooid, laten verkwijnen, en de groote bronnen van medelijden en gods dienst waren wellicht opgedroogd. De balling schap hield de zedelijke energie van Juda wakker. De ballingen, die genomen uit de elite der natie men liet den »boer" maar waar hij was hun geloof in het roemrijk Jeruzalem zouden vergeten hebben, bewaarden in de ballingschap dat geloof frisch en krachtig. De begeerte om naar Jeruzalem terug te keeren verhief hunne ziel en hun vertrouwen op God, verhoogde dus hun geloof. Zoo was dan dat tijdperk pok bij uitstek het tijdperk der profeten, die bij Israël de geest drift van den heiligen ijver onderhielden. lederen dag werden in het land der vervloeking de lie deren gezongen, die de verwoesting van Babyion en den herbouw van den tempel van Jeruzalem voorspelden. De dwepers wekten, door hun ge schreeuw en hun profetieën, de moede menigte op, de dwepers, zoover van alle philosophie, menten is, doen wij onzen lezers zeker geen ondienst haar thans een plaatsje in te ruimen, vooral daar zij tot dusver niet niet in Holland gepubliceerd werd. TWEE PAARDSPEL IN DE NAIIAND. Wit. B. Meijer en R. J. Loman. 1. e4 e5 2. P.föP.cG 3. L.c4 P.fG 4. P.g5 d5 5. ed5: P.a5 6. L.b5f cG Zwart. Jhr. D. van Foreest en H. J. Sohlberg. 7. dc6: bc6: 8. L.e2 hG 9. P.föe4 10. P.e5 L.dG 11. f4 D.c7 12. df» 0?0 Stand na den 32sten zet van zwart. ZWART f g a bed e WIT De stand is aan een probleem gelijk. De vraag is: hoe kan wit in 8 zetten mat geven ? Slechts op óne wijze. En die te vinden laten wij aan onze lezers over. De volgende week publiceeren wij het slot der partij benovens de namen van hen die een volledige oplossing hebben ingezonden. Alles komt op de eerste 2 zetten aan, geschieden die niet in de juiste volgorde clan maakt zwart minstens remise doch wint in de moeste varianten. maar zoo nuttig in die tijden van crisis, waarin de energie van een volk vaak door voorzichtigheid wordt ontzenuwd. Ook ten opzichte van dogma en moraal kon den de denkbeelden van het Jodendom niet an ders dan profiteeren bij de vervolging. Het her halen van de profetieën voerde tot eene wijziging der formules, welke, progressief, tot den noodzakelijken concreten vorm leidde. De profeten moesten, om den ijver der ballingen te prikke len, hun eigen geest dwingen tot het vinden van den krachtigen, juisten vorm. tot het samenvat ten der verspreide vage denkbeelden, die in Juda verspreid waren, de erfenis der eerste stammen, onder de regeering van David, Salomon en Josaphat zorgvuldig aangekweekt. Langzamerhand, door het dikwijls prevelen en herhalen, vestigt zich het Joodache beginsel in zuiveren vorm, en als Juda Jeruzalem weer bin nentreedt, is het werk van organisatie reeds ge heel voltooid. De gedachte, bij Jesaja's dood nog verspreid, zal te Babyion tot juistheid komen, om zich met de Asmoneeën te Jeruzalem te ont wikkelen. Zoodat, wanneer in den worstelstrijd tusschen Israël en Juda, het denkbeeld van het Joden dom een grootschheid, n wereldkracht, eene goddelijke eenheid en een zedelijk beginsel heeft verkregen, zeker heeft de Babylonische gevangen schap er toe bijgedragen deze denkbeelden,. waartoe Amos, Hosea, Micha en Jesaja den grondslag gelegd hadden, tot de vastheid van een leerstelsel te brengen. En wanneer het volk van Juda, gebruik makende van de overwinnin gen van Cyrus, in opstand zal komen tegen zijn onderdrukkers, en weer naar Jeruzalem zal tij gen, zal het in het oude vaderland een gansene constitutie meebrengen, gevormd uit de denk beelden, waarvan de kiem in dat vaderland zelf gelegen had, maar wier ontspruiten en wier le venskracht het aan zijne tirannen verschuldigd was. Bij den terugkeer van de Israëlieten in Jeru zalem eindigt dit derde deel. Op dit tijdstip, omstreeks 450 voor Christus, omvat het Judaïsme den gansenen godsdienstigen arbeid der menschheid. Het vierde deel, waarvan Renan reeds de belangrijkste hoofdstukken geschreven heeft (dezen zomer te Perroz Guirec) zal nog slechts »eene brug zijn tusschen Babyion en Jezus". Men kan de geschiedenis van Israël met dit tijdvak als geëindigd beschouwen ; het verhaal van het tijdvak van Jozias, van de tijdgenooten van Zerubbabel, en de hervormingen van Ezra, zijn niet anders meer, dan de bevestiging door de dweepzucht der secten, van eene reeds voltooide organisatie. Over een paar maanden kan dus Erneet Renan zijn »Nunc dimittis" uitspreken. Maar als hij leeft en gezond is, zooals nu nog, zal hij dan ophouden te werken ? Er is zeker geen sprake van. Wel zal men dan allicht weer eerst een van die uitspanningen kunnen verwachten, drama of dialoog, waarmede hij sedert jaren de historischtheologische studiën afwisselt. Maar in dat ge val heeft hij dan zijn taak volbracht, de Geschie denis van den oorsprong van het Christendom, uitgaande van de zwervende stammen der BeniIsraël, om bekroond te worden met Marcus Aurelius. AndréMaurel legt hem dan deze woor den in den mond, tegenover degenen die hem van goddeloosheid beschuldigen : »Het rechtvaardige, het goede, het ware werden gewild door eene hoogere macht. De vorderingen 17. P.dl P.d5 18. L.d2 P.cG l». P.cG: D.cG: 20. c4 e3? .... Hierdoor bezorgt zich zwart een zwakken pion. 21. L.a5 P.bG 22. d5 D.c7 23. D.h4 Te8 24. f5 L e5 25. f6 Wit is van plan de qualiteit op te offeren, om den aanval vol te kunnen hou den. 25. . . . L.fG: 26. T.f6: gfG: 27. D.hG: D e5 28. h4 Om D.g5 eu afruil te verhinderen. 28. . . . P.a4 29. P.c3! T.b2: 30. L.d3 L.iB Zwart heeft schijnbaar liet betere spel. Op den volgenden zet was echter niet gerelceud l 31. L.c7üD.c7: 32. Lf5: P.c3: Wij laten nog eene partij van het Manchestertournooi volgen. ZWART 13. P.c3? aG! .... om co voor te be reiden, dat thans niet gaat wegens 14 P.b5. 14. 0?0 Td8 15. Le3 c5 1G. D.el Tb8? .... zwart kon hier een voordeel behalen door: cd4: 17. L.d4:, L.a3 ]8. ba3:) T.d4: Wit Zwart Taubenhaus. Schallopp. 1G .... T.h2:), 19 K.fl D.h3f 17 T.f5 T.d2:)' 20 K.e2 D.g4f 18 D.d2: D.g3+ 21 K.fl D.f5? wit geeft op.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl