De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1890 23 november pagina 7

23 november 1890 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 700 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Intusschen ging de groote stalen driehoek weer omhoog, geheel rood, gereed om opnieuw neer te schieten. Op dit oogenblik richtten mijne blikken zich onwillekeurig op den voorn aamsten persoon in het walgelijk drama. Hij stond onbewegelijk, den duim aan den trekker van de guillotine. De schok dien ik ondervond op het zien van zijn gelaat en het ontmoeten van zijn blik, die .zonderling op mij . gericht was, was zoo sterk, dat ik, zonder het eiude der terechtstelling af te wachten, midden door het cordon der troepen wegijlde en in galop het veld inrende. Wat afschuwelijk avontuur. Ik had aan de tafel van den beul ontbeten! Ik liep nog lang door, met waanzinnige be wegingen, door het veld, dat zich nu als een doodsche eenzaamheid voor mij opende; steeds werd ik achtervolgd door het gegrijns van den geguillotineerde, door de voorstelling van het bloedige mes en den strakken blik vau den beul, wiens bewogen stem ik nog altijd aan mijn oor hoorde fluisteren : »Tot weerziens, hoop ik, mijn waarde heer". VOOR DAMES. Prinses Victvria. Paletots, Custuum. Kapsels. Paar lemoer en bont. Parfume rieën. Het bekijken en bepraten van prinses Victoria'» intiemen trousseau heeft zek»r de ontevredenheid ten hove gewekt, althans er is verboden, de an dere toiletten ten toon te stellen. ledere japon moet terstond afgeleverd worden, zelfs aan hare gewone klanten hebben de firma's geen uitnoodigingen mogen zenden. Alleen de bruidsjapon is voor eenige intiemen ter bezichtiging gesteld, bij de Gezusters Frischeisen, die hem geleverd heb ben. Hij bestaat uit een onderjapon van crème satijn, met een rand van breede stolpplooien van satijn en tulle, en touffes myrten en oranjebloesem. De tablier bestaat uit Honiton lace," oude En.gelsche crèmekleurige kant, afkomstig van de bruidsjapon van de moeder der prinses. Ook deze kant is hier en daar opgenomen met touffes oran jebloesem en myrten, terwijl twee groote slingers van bloemen aan beide zijden naar beneden loopen; de prinses schijnt wel van veel bloemen te houden. Het gedecolleteerde corsage is van satijn met zilver borduursel, en ook met kant bezet. Van den linker schouder tot het middel weer een guirlande van myrten en oranjebloesem. De aan gezette sleep is indertijd tentoongesteld geworden, hij is nu ook met een breeden rand van oranje bloesem, myrten, plooien van tulle en satijn voorzien. Het toilet dat prinses Margaretha op den trouw dag van hare zuster zal dragon, is ook bij dezelfde firma gemaakt. Het onderkleed is daar van crème faille met quilles van wit krip, deze zijn omzet met blauwachtig witte struisveeren, welke ook het ?corsage versieren. De sleep is van zwaar brokaat, met breede witte en lichtblauwe strepen, in de lengte, waarover zilveren rozentakken zich kruisen. De zoom van den sleep is met een breeden rand van struisveeren versierd, gelijk aan die van het ?onderkleed. * * # Eene der meest practische onder de Parijsche ?mode-correspondenten doet opmerken, dat men in de provincie en in het buitenland zoo vaak hoort: dit of dat neem ik niet, want het gelijkt te veel op hetgeen ik gehad heb. De Parisienne van smaak zal veelal juist zoeken hetgeen niet te veel verschilt van het costuum waarmede men gewoon was haar te zien; iets al te uiteenloopends zou disharmonie geven. En het meest smaakvolle blijkt in dit opzicht ook het voordceligst te zijn, want ?op deze wijze kan, bij slecht weer of 's morgens, een overgehouden stuk van den vorigen winter nog vaak bij het nieuwe gedragen worden. Wat niet aan het vorige jaar kan ontleend wor den, zijn de jacquettes. Zij zijn nu inderdaad lang tot aan de knie, en toch staat dat niet ieder een goed. Vooral de basquinex en paletots van astrakan of zeer dikke stoffen, die dan ruim ge?nomon worden, hebben haast iets belachelijks; ?dertig jaar geleden, toen men ze op de groote crinolines uitspreidde, hadden ze iets majestueus, maar nu cp de nauwe, sluike, slappe rokken veel eer iets plomps; het is alsof men er een paar rokken onder verloren had. * * * In de japonnen is het op dit oogenblik iets karakteristiek», dat zij schijnbaar geen baleinen, geen h'guurnadüii, niets aansluitende meer hebben. Eene losse, gracieuse draperie, waarmede de draagster, naar men zeggen zou, wol gymnastiek kon doen. Het is echter alleen schijnbaar ; onder het losse kleed is hot corset des te strakker, zoodat er niets m^e gewonnen is. De streep is, gelijk te voorzien was, bij avondjaponnen reeds weer een conditie. De mouwen zijn nog steeds hoog aan de schouders, zoodat, met de Mediciskraag en veerenruche, hals en schouders al heel onevenredig bedekt zijn. Men had van de Cléojuitre van Sarah Bernhardt een nieuw model mouw gewacht, maar dit is niet terecht gekomen, want de mouwen die haarzelf zoo gracieus staan, vallen in de navolging tegen, hetgeen wel met meer details van haar vroegere toiletten het geval was. Om sorties en theater mantels maakt men dubbele kragen, een liggend en een opstaand, collier Medicis; ook het halfdécolleté, hetzij vierkant of en coeur, wordt veel van zulk een kraag voorzien. Het dun laken voor costumes en jacquettos is inderdaad doorgedrongen en wel in lichte kleu ren, niet alleen voor balcostuum, maar ook voor straat- en visitekleeding. Bij gris-porie, lilas, mauve Elysée, geel of zelfs wit laken wordt de Medicis kraag gevoerd met struisveeren in de kleur, of ook, zoowel van binnen als van buiten, met kleine edele steeuen, cabochons. Een dinertoilet van wit laken, gedecolleteerd, met randen van kleurige ?broderie d'arr, een col Medicis gevoerd met struis veeren en van buiten met kleurige cabochons be zet, is een der smaakvolste en prachtigste costu mes, die men dit seizoen dragen kan. Ook eenkleurige zijde, soie cotelée, wordt op dezelfde wijs aangewend, voorts krip en mousseline-chiffon, waarbij men den sleep van fluweel afzonderlijk neemt, maar in de kleur van het krip. Steenen, zilver, goud, staal, git, zijn nog steeds gewild; maar ook in deze dingen is overdrijving schadelijk; de grens tusschen hetgeen op het tooneel en in een salon goed staat, wordt niet steeds zelfs door de couturiers in het oog ge houden. Een der geliefdste nieuwe toevoegsels tot het toilet is een lange dunne ketting, waaraan men het een of ander, flacon, horloge, handspiegeltje, zelfs den zakdoek bevestigt en deze dan in de ceintuur steekt; de oude kettingen van dukatengoud, hier te lande in families nog wel bewaard, kunnen daarvoor dienen. Men draagt zelfs wei twee of meer van deze dunne kettingen te gelijk. * * In het kapsel is nog geen revolutie aangebroken, en over 't geheel draagt ieder wat hem het beste staat, maar toch is eene nieuwe mode ingevoerd. Zij bestaat daarin, dat men alles kort en glad opsteekt, met even boven den nek, een kleinen caignon die onder den hoed uitkomt en. met een Theodora-naald doorpriemd is. Alles moet dan echter licht gegolfd zijn, en dit heeft het eigen aardige, dat men f uiterst elegant is, of er uit ziet alsof men het haar een paar dagen vroeger in elkaar gedraaid en er sedert niets meer aan ge daan heeft. * # * Te Weenen heeft de mode dezen winter twee eigenaardigheden: paarlemoer en bont. Voiles en j sluiers met paarlemoer-pailletten, veeren boa's j met paarlemoeren plaatjes, paarlemoeren mantelhaken, hoeden met rijen van paarlemoeren knop jes; zelfs zijn tablie.'s van paarlemoer borduursel in het atelier van de Modeclub" tentoongesteld. ! Juist met bont komt het paarlemoer zeer voor- j deelig uit, bij voorbeeld in smalle randen tusschen breede strepen bont; het staat alleen een weinig zwaar. Ook op velvet costumes, of kruiselings over fluweelen pofmouwen gelegd; een fraaie toepassing is: op zwart fluweelen robes schijfjes bont van de grootte van een gulden te appliceeren, omlijst met een randje paarlemoer. Over 't geheel is het bont niet zoo duur ge worden, als gezegd werd. Er is zoo reusachtig veel aangevoerd, dat het aanbod de vraag nog overtreft. Daar komt bij, dat men wijs geworden is, en het pelsmozaiek" heeft uitgevonden, ge- j maakt van allerlei lapjes en overschotjes, en toch j uitmuntende versiering. Men omzet er mantels , mede, pelerines, japonnen, mouwdoffen. Deze j week was te Weenen een trousseau tentoonge steld, waarbij verscheiden paren afzonderlijke j mouwen, onder deze vier paar hooge bonten , mouwen. liet eene, van bruin castor, behoort bij de fluweelen toiletten, een van astracan bij laken jacquetten, een van sabelbont bij een lang harige bruine redingote, een van hermelijn bij ge kleed toilet. Bij ieder paar mouwen behoorde een boa on een groote mof. i * i * & j De kunst van den partumeur, beweert men, gaat een grootsche toekomst te gemoet. W7ie de j romans der nieuwere artisten nagaat, De (jon- | court en Daudet als voorloopers, Huysmans, Loti, Bourget als volgers, is getroffen door de groote ! plaats welke daarin de odeurs innemen, bij Zola is dit eveneens, maar in omgunstigen zin en de mannen der wetenschap, pbysiologen, psy chologen, zoowel als chemici, maken er speciale studie van. De parfümeurs hebben, te Londen en Parijs, eene dubbele clientèle, zeer onderscheiden, die der heeren en die der dames. Met uitzondering van eenige ziekelijke personen, voor wie elke odeur vergif is. partümeeren zich bijna alle vrouwen die zich kleeden." Dit is echter, naar beweerd wordt, niet voor genoegen, maar uit ccq ictterie, want de geleerden hsbben het geconstateerd en de parfümeurs weten het wel," zegt Maurice de Fleury, de reukzin der vrouw is weinig ontwikkeld, dikwijls geheel verstompt, soms afwezig. Zij heeft weinig verstand van geuren en onderscheidt een middel matige odeur zelden van een kunstig samenstel. Daarentegen weet z'j zeer goed dat de man uiterst gevoelig is voor odeurs; zelfs is het eerst j van de mannen dat zij gewoonlijk leuren, welke odeur bij haar karakter van schoonheid past. Van- ; daar ook zijn odeurs, ondanks al de uitvindingen der fabrikanten, veel minder snel uit de mode dan kleuren: Jocl'ey-club. dat vijf-on-twintig jaar geleden ni uw was, wordt nog door coiii-jen boven alles verkozen. 0[) dit oogenblik worden nieuwe odeurs genoemd Boitfi/iet du Czar. Iinpénal Mitste, zelfs Eau de colof/nc Ilttsse; maar dit zijn slechts voorbijgaande namen voor producten waarvan er wellicht geen enkel als karakter zal blijven bestaan. Dit is heel iets anders dan de geprononceerde odeurs, die l haast de bloemenspraak zouden kunnen vervangen. Men beweert zelfs dat een bekende actrice, op den neus van hare aanbidders vertrouwend, haar ' correspondentie enkel uu witte blaadjes, met haar i handteckcning, doet bestaan. Is bet briefje ge parfumeerd met den zaehtcn. kalmecrcnden 'J'tlutgeur, dau beteekent dat: wees gerust, wacht ge- ; duldig"; ademt het bedwelmende '/(/i<;i'<"(xc- of C'/typj'c-geuren, dan beteekent het eone belofte, waaraan alleen de aanwijzing van het uur ont breekt; Wltile HOKC, verwelkte bloemen, betee kent afscheid; maar muskus, het onvergankelijke, is trouwe liefde. Begrijpt de geadresseerde deze taal niet, dan is hij niet waard met deze aethe- { rische godin Ie corresponneeren. i De eenigzins gcraflineorden onderscheiden zelfs j de fabrikaten der verschillende leveranciers en zullen niet den lléliolrupc hlnnc van Kirnmel met dien van Gherlain verwarren. De morst geliefde onder de laatst uitgevonden geuren zijn Chyi/re en Peau d'EfWxine. Allerlei. De optocht van den Lurd-Jlnyor. Van 10 dezer wordt uit Londen geschreven: De bekende oude dame, die op de vraab, hoevele Lord-Mayorsoptochten zij gezien had, antwoordde: verschei dene honderden, is ook nu weder aan een venster in Moorgatesstreet te zien, en bekijkt door een tooneelkijker de verbazende menschenmassa, die de straat aan beide zijden bezet houdt, terwijl de burgerlijke maskerade zich door dénrooknevel beweegt, die den lOen November tot alle eer strekt. Wat de menschen op zulk een dag naar Londen trekt, is onbegrijpelijk. De Lord-Mayor Savory, is zeer zeker een fatsoenlijk man en bovendien een goudsmid; hij heeft bij het aannemen der benoeming de leuke opmerking gemaakt, dat hij rijk genoeg was, om niet de positie van Lord-Mayor tot het oprich ten van handelsvennootschappen te exploiteeren, zooals zijn voorganger in het ambt, sir Henry Isaacs deed; hij stamt van vaderszijde van kwa kers, van moederszijde van hugenoten af, het geen hem niet verhindert, een anglikaanseh ijveraar van de allerergste soort te zijn. Maar Savory ziet er precies uit als honderdduizend andere goeddoorvoede, met zich zelf en de wereld tevreden menschen, en de koets, waarin hij aan het einde der processie rijdt, heeft de bovengenoemde oude vrouw al in 1757 gezien, toen zij door het akademielid Catton werd ge bouwd en door den Florentijnschen schilder Cipriani gedecoreerd werd. Maar ons damperig Londen biedt aan kleurrijke, schilderachtige, aantrekke lijke openbare optochten zoo weinig, dat ook een armzalige Lord-Mayors-vertooning ten slotte als verkwikking voor de oogen eene welkome afwisseling biedt in het treurige alledaagsche leven der cockneys. En armzalig was de optocht. Men had van den sheriff Gus Ilarris, die in een galarijtuig aan den optocht deel nam, toch wat beters ver wacht. De zeshonderd brandweermannen, die met blank gepoetste helmen den optocht met twee stoomspuiten openden, zijn een jaarlijksche verschijning. Wat beter was eene reddingsboot, met een dozijn zeelieden bemand. Daar juist in den laatsten storm de aan de kust gestationneerde reddingsbooten bij het redden van verongelukte matrozen zich zoo goed hadden gedragen, werden de manschappen stormachtig begroet. Weinig bijval vonden en verdienden drie wagens, door achtspannen van vurige paarden ge trokken, die in zinnebecldigen vorm do markten, door de city-corporatiën bestuurd, voor stelden. Een wagen, met zeer gebrekkig, maar we! smaakvol, gekleede meisjes bezet, was met vruchten en bloemen beladen, in welker midden op een hoog voetstuk de godin Poraona zat te waggelen, alsof zij zich aan vruchtenwijn te buiten gegaan was. Grappig vooral van achter gezien, was de wagen, die de tropeeën van jacht en visscherij be vatte. Daar troonde op een zegekar, door zilveren paarden getrokken, vader Neptunus: het achterste gedeelte van zijn paarden was met groen gaas bedekt. Geen wonder, dat de toeschouwers daar over lachten. De citycorporatie plundert door middel van haar marktrnonopoliën in Billingsgatc en Smithtield het publiek zoo schandelijk uit, dat het een gewaagde onderneming was, de mark ten tot een voorwerp van speciale voorstelling in den optocht te maken. Het populairste deel der processie waren de Veteranen van Balaklava, Inkermann en de andere bij Sebastopol gedu rende den Krirnoorlog geleverde veldslagen. Zij reden in twintig open landauers in het midden van den optocht: elke wagen was met een lau werkrans versierd en in den laatsten zag men de trompetters Landfried en I'erkins, die bij do door Tennyson verheerlijkte cavalerie-charge bij Balaklava onder lord Cadogan tien aanval bliezen. Deze oude heeren worden als ongeveer alle veteranen van het Engelsche leger door het ministerie van oorlog hoogst onbe hoorlijk behandeld. Toen zij dezer dagen, hon derd in getal, op den verjaardag van den slag bij Inkermann voor de Wellingtonkazerne para deerden, om het deliléder troepen met hun vlag aan flarden mee te maken, werd hun door den majoor de toegang tot de kazerne geweigerd. Men heeft geld bijeen moeten brengen, om de handvol mannen, die de roemvolle charge hadden overleefd, voor hongerdood te bewaren. Het dank bare vaderland bood bun?het stedelijk armhuis! Nog moet gezegd worden, dat onder de onterf den vau Londen'', voor welke generaal lioolh van bet leger des Heus arbeidt, zich naar de zorgvul dige berekening van Arnold White 20 percent gewezen soldaten bevinden. De oude snorrebaarden met hunne verweerde gezichten kregen van het publiek een verbazende ovatie. Xa deze landauers kwamen weer twee zinnebeeldige wa gens, waarvan de eene de kur.stcn, de tweede de koloniën voorstelde; wat hadden de arme meisjes het koud, eenige in bontgekleurde kleederen! Men knoopte, als men hen aanzag, zijn overjas dichter toe. En toen weder mimekkorpsen er moeten in het geheel meer dan twintig voorbijge!rokken zijn en ten laatste de muziek van de gardes-du corps te paard, in hunne met goud bezette uniform, achter ben de koets van den vo rigen, en dan die van den tegenwoordigen LordMayor. Huzaren en policcmon te paard besloten den optocht, (.lm de stedelijke, grootheden, den theater-directeur Ilarris eu anderen, bekommerde zich het publiek opmerkelijk weinig. Het bad zich bij de veteranen de handen moe geklapt en. de kelen schor geschreeuwd. Zoo d/r/// bij df i/and en Inrli onbereikbaar. Kruidenier: Wel, kleine meid. wat zal het wezen'?'' K. M.: :-Een pord strooi), asjeblieft." Kruidenier (na <!e verlangde hoeveelheid te hebben afoewogei);: ^Ziedaar, kind; waar zijn de centen'.'" A'. J/.: :.Onder in de kan!" Een likdoonistiiiiler vermeldt op zijn aclreskaaitjp. «lat bij eksteroogen beeft verwijderd van de voornaiimsLO gekroonde hoofden vau Europa. is eu denkt, dat een vies gezicht: »Uw zoontje deugt niet voor het begrafenisvak., juffrouw", antwoordde de ondernemer op de vraag van diens moeder, waarom de jongen was weggezonden. »Wat is er dan met hem gebeurd?" »Hij heeft geen flauw begrip van den ernst, die in ons vak te pas komt en spot met de hei ligste gevoelens van droefheid. Eergisteren liet mevrouw Verslijdse haar vierden man begraven. Ik stuurde uw zoon naar het sterfhuis, om te informeeren op welk uur zij de plechtigheid wilde laten beginnen en hoe denkt u dat hij het vroeg ?... Op welken tijd zij altijd gewoon was haar mannen onder den grond te stoppen! Op die manier raak ik natuurlijk gauw mijn klan ten kwijt." Grisser: »Ah, daar komt uw man aan, me vrouw. Wacht! We zullen hem eens beetnemen. Ik zal met mijn vrouw achter deze gordijn krui pen en dan moet u Waarsma zeggen, dat wij niet zijn gekomen. Dan zullen wij opeens voor dei) dag komen en hem verrassen." Mijnheer Waarsma treedt binnen. Meerouio Waarsma, volgens order: »Nu, Jan onze gasten hebben ons teleurgesteld. Mijn heer en mevrouw Grisser zijn niet verschenen." Jan, van harte: «Goddank!" Bidders, (cholerisch van aard) tot Jan Prop, die voor een open raampje in den spoorwegcoup zit Pardon, mijnheer, maar dat open raam is onverdraaglijk." Jan Prop (leuk als altijd). Het spijt me, maar ik vrees dat u het zult moeten uithouden." Bulders.: Ik wou dat u het dicht deed, mijn heer." l Jan Prop : Ik zou u gaarne van dienst zijn, maar dat is me onmogelijk !" Bulders (driftig): .,Weigert u dat raam te slui ten, mijnheer ?" Jan Prop : »Zeker, mijnheer." Bulders : (doldrifüg) »Dan zal ik het doen." Jan Prop : (kalm) »U zult het wel laten." Bidders (opstuivend) »Wat let me ...!" Jan Prop (doodbedaard): »Ik zou het u wel eens willen zien doen." Bidders (ach met geweld bedwingend) «Mijn heer, ik vraag u voor de laatste maal: wilt u dat raam sluiten." Jan Prop (kortaf). »Neen, mijnheer." Bidders (opspringend met een vloek): »Dan zal ik g. v. d. dat ding optrekken." Jan Prop : »Ik wed van neen." Bidders (met beide handen aan den boven kant van het raatn rukkend en brieschend van woede) «Daar, ziedaar! nu zal ik je toonen wie hier...." Jan Prop (hem in de reden vallend, met belancstelliug): »Nu, lukt het?" Bidders (met een hoofd als vuur) : «Dat ellen dige ding schijnt vast te zitten..,." Jan Prop : »Schijnt.... Toen u hier in kwam, had ik al vijf minuten vergeefs zitten morrelen om het dicht te krijgen.... neen! 't zit vaat, dat weet ik allang," In het Ned. Panoptieum is sedert Donderdag iets nieuws en wel iets zeer interessants te zien, n.l. een Oosterscho dwaaltuin ; wanneer men er eenmaal in is, weet men waarlijk niet wat men ziet. Onafzienbaar lange gangen, in Oosterschen stijl, uitloopend op een fraaien tuin of in den Harem lokken u tot binnengaan. Ge treedt voorwaarts en stuit op een spiegel ; ge gaat terug door een andere gang en weer lokt de j schoone Oosterscbe n van verre ge nadert schoorvoetend, langzaam ja! nu zult ge er komen mis! ge staat plotseling in de zaal van de beel den. In cén woord, de Oostersche dwaaltuin is het non plus ultra van verrassingen en illusie. Beschrijven gaat slecht, men overtuige zich door te zien. Op de Brerner tentoonstelling van dit jaar was deze dwaaltuin de great attraction." Reclames 40 cents per regel. Speciale inrichting voor Schoenen naar maat, in gips afdruksel voor gevoelige, pijn lijke, gebrekkige voeten, knobbels. etc. etc. ANTON HUF Jr., Kaherslraat 200. HOOFUÜICP'OT van Dr. JAECiER's Orig. Norm. Wolartikelen, K. F. OEUSCHLE-BENGER, Kaherstraat 157, Amsterdam. Eenige specialiteit in deze artikelen in Nederland. R OELOF KalwstraatHU (Jroote sortecrinsj. C Billijk ")',?. die een bee _ zij over het weer praat, met -Ja, erg smerig ITROEN Fabrieken Magazijn VAN Juweelen, Gouden Zilver werken en Horloge s. La i'Iaison YVE. W. VAJN DER HULST, Foiirnisseiir de la Cour, a l'honneur d'informer sen honorable clientèle (ju'elle a recu un choix considérable d'objets ri('nes. légants et artistiques pour cadeaux; elle sollicïte vivement l'honneur d'une visite dans ses magasins. 67 K AL VERSTE A. A.T 67, A M S 'FJiJi D A M. Kunstzaal Pictura". Tentoonstelling eener fraaie collectie MODERNE SCHILDERIJEN. PKETEE & Co., opvolgers van VAX PAPFELEXDAil & SCHOUTEN.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl