De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1890 30 november pagina 4

30 november 1890 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DB AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 701 Nu weef hy wel, dat het nageslacht gelyk zal geren, maar aan de reputatie dellijk na de dood komt is hem toch te jen. Daarom gaat Prof. Beukhof voor zitten 'en verbrandt blad voor blad het ilde handschrift, waaraan hij zy'n vy'f laatste rusteloos heeft gearbeid. Als er nog ;*én blad over is, is Beukhof bezweken. novelle behandelt een merkwaardig geval dus interessant. Wat wij er echter tegen a, is de onwaarschynlykheid der handeling. L tot een exceptioneel psychologisch geval waarmede men ons bezighoudt, zou 't zeer rdig zy'n; maar dat is het niet, bestuvan zeer geprononceerde krankzinnigheidsi behoort niet tot de litterarische psyhet is een pathologisch geval, in de i beteekenis van het woord, en daarmede onze belangstelling grootendeels. ' Geen niet-krankzinnige zal zulk een daad be" dry'ven, want zulk soort roemzucht bestaat bij -normale menschen niet, en of prof. Beukhof, een, maal krankzinnig zijnde, nu met brandende peteolenimlampen jongleert, of zijn nachtspiegel voor 'ajjn hoed houdt, óf dat hy zy'n handschrift verkomt vrij wel op 't zelfde neer. f» »ïn den Phonograaf van Wijbrand Longus plprdt onze aandacht voor een ander geval van ppfeÉokzinnigheid gevraagd. In dit stukje is eenig '«roei niet te miskennen. Ook zijn het hier niet U* lamdelingen door den lijder bedreven ten gezyner krankzinnigheid, die de hoofdzaak , maar de oorzaak der krankzinnigheid en ziekte zelve. Wybrand Longus, die altijd geheeft voor zy'n instrumenten, laat gehuwd «n zich overgelukkig voelt met zy'ne vrouw, al niet mooi, en krankzinnig wordt door haar "gen dood, zoodat hy alleen nog maar mag met zy'ne toestellen, die voorzichtigheidsmet water worden gevuld, hij brengt kleine ontroering van medelyden in ons teweeg, de lectuur der novellen tot iets aangenaams Q de lypen, die op de Problemen volgen, vin, den w\j, altyd naar de door ons voorgestelde :-1>erdeeling, vooreerst De molen D'Geélvinck Dit i IB de meest Hollandsche van 's heeren Lapidoth's schetsen. Het is de geschiedenis van. een opge wonden schoolmeester met socialistische redenaarsaspiraties, die door een van eene tante in de ?Zaanstreek geörven houtzaagmolen, langzaam gepnetamorfoseerd wordt in een eerzaam kapitalistisch molen-eigenaar en liefhebberij-hengelaar. Dit ? -Stukje is, door de verpersoonlijking van den molen, enz., uit de Zola-school. Er komen wel aardige molen-, water- en ijsvermaak-tafereeltjes, vol vriend schap en vryagie, in voor. Een Soulangist en Leliën en Rozen zijn eveneens verdienstely'ke, onderhoudende opstellen, hoewel met goedkoope effekten, terwijl Een laatste liefdeAroom zwak en gerekt is en Te onbeduidend voor -'t Allerlei, ook te onbeduidend voor een boek. ; Nov. 1890. A. J. VARIA. " PLASTISCHE KUNST. ? De heer E. Brandsma, Kal verstraat 115 te -Amsterdam, heeft een belangrijke prijsvraag uit geschreven; het geldt een ontwerp voor eene .reclamekaart, die hoofdzakelijk moet dienen om '"In winkels te worden opgehangen. De ontwerpen moeten zy'n oorspronkelijke teekeningen, en de afmetingen, daaraan te geven, mogen niet meer dan 46 X 35 cM. en niet minder dan 35 X 25 cM. tbedragen. In elke teekening moet op zeer duidely'ke w(jze zy'n uitgedrukt, dat het handelsartikel, ! waarop door deze winkelkaart de aandacht zal worden gevestigd, is de thee. Dit moet in letters dnidelyk zijn aangegeven en de kaart moet tevens op duidelyke wyze vermelden den naam en de .woonplaats van de firma. i Twee pryzen worden uitgeloofd: een Ie prijs i«to ? 500 en een 2e van f 300. Tóór 15 Februari moeten de teekeningen bij den heer Brandsma zijn ingediend. , De beoordeeling der ingezonden ontwerpen zal plaats hebben te Amsterdam door een jury van acht leden, n.l. de heeren: Aug. Allebé, hoogleeraar directeur der Bijks- Academie van Beeldende __ Kunsten te Amsterdam, dr. P. J. H. Cuypers, s architect der Ryksmuseum- gebouwen te Amsterdam, Jozef Israëls, kunstschilder te 's Gravenhage, ,,A. J. der Kinderen, kunstschilder te 'sHertogenbosch, J. R. de Kruyff, directeur der Rijksschool voor kunstny'verheid te Amsterdam, Ferd. Leenhoff, hoogleeraar aan de Kijks-Academie van .Beeldende Kunsten te Amsterdam, W. B. G. Molkenboer, directeur der Rijks-Normaalschool voor teekenonderwijzers te Amsterdam en Jan Veth, kunstschilder te Bussum. , Na de uitspraak der jury doet de heer Brandsma nog voor zich een keuze uit alle ingekomen wer ken. Hy zal daarbij in de eerste plaats letten op .de bruikbaarheid als reclamekaart, maar tevens ,4e werken van mindere kunstwaarde ter zijde leggen. Aan den vervaardiger van het, naar zijne meening, best geslaagde werk, wordt toegekend een pry's van f 500, zoodat aan een zelfde ont werp twee prijzen van / 500 ieder of een van ? 800 en een van ? 500 kunnen ten deel vallen. Afgescheiden van bovenstaanden wedstrijd wordt er voor dit zelfde doel ook een prijsvraag uitge schreven in Duitschland. Ook daar worden prijzen uitgeloofd van ? 500 en f 300 (830 Mark en 500 Mark). De beoordeeling zal plaats hebben te Berly'n door een jury, bestaande uit de heeren; Woldemar Friedrich, hoogleeraar aan de Koninkl. hoogeschool voor beeldende kunsten te Berlijn, prof. Friedrich Geselschap, lid van den senaat der Koninkl. kunstacademie te Berlijn, Hans Herrmann, kunstschilder te Berlijn, Dr. Julius Lessing, hoogleeraar-directeur van het Koninkl. kunstnyverheids-museum te Berlijn, Max Lieberman, kunstschilder te Berlijn, W. B. G. Molkenboer, directeur der ryks-normaalschool voor teekenonderwyzers te Amsterdam, J. C. Raschdorff, hoog leeraar aan de technische hoogeschool, geheim regeeringsraad te Berly'n en Franz Skarbina, hoogleeraar aan de Koninkl. hoogeschool voor beeldende kunsten te Berly'n. Houtmozaiek. Een zekere heer Bougarel te Parijs heeft onlangs, naar bericht wordt, een middel uitgevonden, om, door naast elkaar liggende kleine gekleurde stukjes hout, de meest verschillende teekeningen en patronen te vormen, die er deels als tapytwerk, deels als mozaïek uitzien. De op pervlakte van zulk houtmozaiek is zoo glad, dat men het voor de fijnste tapijtbewerking houden kan. De samenstelling is zoo fijn, dat er 400 000 stukjes hout op een vierkanten meter gaan Eene nog fijnere wyze vordert zelfs 1,600,000 stukjes op den vierkanten meter. Beide vervaardigingswy'zen kunnen of afzonderiyk of in hetzelfde schildery naast elkaar in toepassing gebracht wor den; als men bv. den achtergrond, de lucht, het looiwerk en den grond met de groote, de figuren daarentegen, en alles, wat verder eene fijne be werking vereischt, met de kleine stukjes hout vervaardigt. Wat het kleuren betreft, beschikt de kunstenaar over 52.600 verschillende kleuren, als in een catalogus geschikt, hij kan dus de meest verschillende genres uitvoeren: bloemen, stillevens, landschappen en zelfs portretten. De geverfde houtblokjes worden door een procédévan samendrukking bijeen gehouden, zoodat noch warmte, noch koude, noch vochtigheid, noch droogte ze kan scheiden. De plank, waarop het mozaïek aan gebracht wordt, bestaat uit vier houten platen, in tegenovergestelde richting van de vezels op elkander bevestigd, om ieder inkrimpen naar eene zy'de te verhinderen. Daar de houtjes geheel doortrokken zijn met kleur, kan de mozaiekbekleeding afgekrabt en geschaafd worden, zonder, in teekening of kleur, de geringste verandering te ondergaan. Wanneer dus zulk een portret beschadigd is of de frisscheid der kleuren verloren heeft, behoeft men de oppervlakte slechts af te schaven, om het zijn oorspronkelijken kleurenglans terug te geven. Over het procédéworden nog de volgende bijzonderheden medegedeeld: Het eerste werk is het vervaardigen van het voorbeeld, het karton, dat men voor elke reproductie van een patroon noodig heeft. Het hout wordt met ma chines van buitengewone nauwkeurigheid gesne den, langs chemischen weg van oliën en harsen gezuiverd, en aan een druk van verscheidene atmospheren blootgesteld. De bewerker kiest dan de houtjes der gewenschte kleuren en doet ze in eene classificeringsmachine, waaruit zij op de ge wenschte plaats vallen. Zij worden geheel automa tisch met eene soort lijm onttrokken, de machine vat ze nu om ze op hun plaats te brengen, en drukt ze gelijktijdig met een voldoende kracht aan, om hun de noodige vastheid te geven. Op het Museum van kunstnijverheid te Haarlem zijn eenige Chineesche kostumen ten (oon gesteld, die door dr. J J. M. de Groot, tolk voor de Chi neesche taal te Amsterdam welwillend in bruik leen werden afgestaan Twee kostumen zijn bij zonder merkwaardig ten opzichte van het borduur werk waarmede ze zijn versierd, het eene is van een Mandarijn, het andere van eene Chineescbe bruid van de voornaamste en rijkste klasse der bevolking; beide geven ons een nauwkeurig beeld der kleederdracht bij de hoogere standen in het Hemelsche rijk in gebruik. * Zondag is te Rouaan het monument van Gustave Flaubert onthuld. De r*>de is door Edraond de Goncourt gehouden; men had gemeend dat Zola, Flaubert's meest rechtstreeksche leerling, er toe aangewezen was, maar Zola heeft bedankt, daar de Goncourt Flaubert beter gekend had, en daar hij zelf niet den schijn wilde hebben, nu hij candidaat voor de Académie is, reclame voor zijn persoon en zijne richting te maken. Pierre Loti heeft zijn candidatuur voor de Aca démie teruggetrokken. Hij schrijft dat hij het als officier, niet gepast acht, zijn candidatuur vol te houden, nu de heer De Freycinet, die minister van oorlog is, mededingt. TOONEEL EN MUZIEK. Bij den uitgevers Abrahamson & Co. alhier verscheen dezer dagen van de hand van den Heer Willem van Leer de Biographie van den weibekenden tooneelspeler C. P. T. Bigot die op l December a. s. den dag hoopt te herdenken, waarop hij voor dertig jaren zijn tooneelloopbaan begon. In zeer aangenamen verhaaltrant vertelt de Hr. van Leer hoe Bigot afstamt van een Fransch lakenfabrikant, die tijdens de Fransche Revolutie in Holland een -wijkplaats kwam zoeken, en te Elburg eene positie als onderwijzer vond. Hij doet een blik slaan in Bigots jongensjareu, in zijn ontwikkelingstijdperk en verder op zijn loopbaan als acteur. Tal van aardige anecdotes uit Bigot's kunstenaarsleven en herinneringen aan overleden en nog levende tijdgenooten maken van het kleine werkje een belangrijke bijdrage tot de tooneelgeschiedenis onzer dagen. Pauline Lucca's definitief afscheid te Miinchen heeft deze week plaats gehad; nu zal zij nog concerten geven te Erfurt, te Posen en te Brom berg, dan te Warschau de nieuwe Opera openen met Carmen, en zich eindelijk te Weenen, waar zij hare loopbaan begon, op twee liefdadigheidsconcerten het laatst doen hooren. Junkermann, de Reuter-voordrager, is toch weer hersteld en heeft te Berlijn eene voordracht ge houden, die evenveel succes had als de vroegere. Vlugheid is geen hekserij," schrijft een Duitsch blad, maar toch, zooals de dichters tegenwoordig de gebeurtenissen bijhouden, dat grenst aan het tooverachtige." Van prof. Koch's ontdekking, de teringbacil, is al een dramatische bewerking ver schenen. Het stuk wordt te Arad in Hongarije opgevoerd, en is, om den gelukkigen afloop, een blijspel, maar er komen veel tranen in. Te Frankfort is met veel sympathie het orato rium tranciscus, van den Belgischen componist Edgar Tinel, opgenomen. Het behandelt de le gende van St. Franciscus van Assisi. De compo nist was bij de uitvoering tegenwoordig en werd met geestdrift toegejuicht. Te Frankfort werd als nouveautéeen operette, Page Fritz, van den Weener componist Weinzierl opgevoerd, die men buitengewoon onbeduidend vond. Zij is slechts eenmaal gegeven. Men heeft nu de reprise van Paladilhe's Vaterland! (Patrie) vervroegd, die met groot en luister gemonteerd is. Het Gymnase te Parijs heeft gegeven Dernier Amour, drama van Georges Ohnet; het is, in tegenstelling met de vorige roman-drama's van Ohnet, niet bijzonder in den smaak gevallen. Gwendoline, lyrisch drama in twee bedrijven, van Emmanuel Chabrier, is Donderdagavond in de Opera te München opgevoerd geworden. Dit werk, voor de eerste maal in 1886 te Brussel gespeeld, daarna te Carlsruhe in 1889, heeft een zeer groot succes behaald ; men heeft de machtige orchestratie en de echt dramatische inspiratie zeer bewon derd. Het orkest werd goed door den heer Levi geleid. De voornaamste rollen werden door mlle. Ternina, de heeren Bruck en Mikorey vervuld. De componist is aan het einde van de voorstel ling viermaal op het tooneel moeten verschijnen. Men zegt, dat het Théatre-Lyrique te Parijs nu ook Gwendoline zal opvoeren; het is zeker wel wat onbehoorlijk, dat na vijf jaar succes in den vreemde, de Parijzenaars van dit werk nog niet anders kennen, dan hetgeen er door het orkest Lamoureux van gegeven werd. *% BOEKAANKONDIGING. Tjeenk Willink's Nederlandsche Almanak voor het jaar 1891 bevat weder als gewoonlijk, behalve tal van opgaven en aanwijzingen, die hem tot een kleinen Staats-Almanak" maken, vele portretten van beroemde land- en tijdgenooten en tal van fraaie illustratiën. * * * Onder den titel Lichtstralen, gaven Blankenberg en Co. te Leiden een aantal opstellen en gedichten uit van mej. Helene Swarth en de hh. E. Laurillard, P. Hugenholtz Jr., J. A. Beyerman, B. ter Haar Bz?P. M Keiler van Hoorn, Jo. de Vries, J. W. Lieftinck en H. P. Schim van der Loeft'. Ongetwijfeld is dit boek eene welkome feestuitgave voor hen, die de moderne richting op Protestantsch-religieus gebied zijn toegedaan. Het is versierd met een tiental plaatjes, waarschijnlijk van Engelschen oorsprong, en met een lichtdruk naar Israëls schilderij Eene verkwikking". * * -* Een huishouden van Jan Steen" en eenige andere novellen en schetsen heeft Is. van Rennes bij Tj. van Holkema alhier uitgegeven. De heer van Rennes heeft een scherpen blik en een pret tige en aangename manier van vertellen, die meestal een gullen lach opwekt en vaak ook door een gevoelig trekje treft. Zijn bundeltje zal menigeen een genoegelijken avond bezorgen. * * * Van Vrijen en Trouwen is de aanlokkelijke titel, dien de Amsterdamsche archivaris Mr. N. de Roever heeft gegeven aan zijne bijdrage tot de geschiedenis van onze oud-vaderlandsche zeden, welke bij de Erven F. Bohn te Haarlem het licht heeft gezien. De minne wet het brein, en zet de zinnen schrap", heefïVondel indertijd terecht gezegd. Het werk van den heer de Roever levert bewijzen in overvloed voor deze bewering voor zoover het ons voorgeslacht betreft, en geeft tevens de verklaring van menig gebruik dat van vroegere eeuwen dagteekent en tot op onzen tijd in eere is gebleven. Met grooten tact heeft de heer de Roever in de behandeling van zijn onderwerp het scabreuse vermeden, zonder het eerlijke, maar soms wat ruwe en ongegeneerde voorgeslacht te plaatsen in het valsche licht van moderne senti mentaliteit en hedendaagsch fatsoen. * * * Johanna Spyri is voor onze kinderen eene ge liefde schrijfster geworden, en zij verdient dat ten volle. Van haar Gornelli is bij L. J. Veen te Am sterdam eene Hollandsche bewerking verschenen. De schrijfster noeiat haar boekje Een verhaal voor kinderen en voor hen, die van kinderen hou den." Aan deze beide kategoriecn durven wij het gerust aan te bevelen. Dezelfde uitgever heeft nog een aantal andere geschenken voor de St. Nicolaastafel gereed ge maakt. Tot Nut en Genoegen van J. C. Bouw meester geeft aardige lectuur met enkele prentjes, maar in De Drie Biggetjes, Onze Huisdieren en Kruipt door, Sluipt door, spelen de prentjes de hoofdrol, ofschoon niet verzwegen mag worden, dat de heer A. L. de Rop er heel aardige bij schriftjes bij heeft gemaakt. Ons kleine Volkje en wat het gaarne ziet en De Wmterkoninr/ zijn bij denzelf'den uitgever ver schenen. Hier zorgde de heer F. H. van Leent op verdienstelijke wijze voor de bijschriften. * Een mooi kinderboek is het door Blankenberg en Co. te Leiden uitgegeven Voor Oog en Hart. De dames M. E. Pijnappel, Christina Doorman, Marie Soer, Elisabeth, Virginie Loveling, Mar^aretha en Titia van der Tuuk zorgden voor een goed gesc breven tekst en de platen zijn beter dan men ze in de meeste kinderboeken vindt. * * . * Wie herinnert zich niet de genoegelijke historie van llelen's balies en van de slachtoffers hunner onschuldige tyrannie? John Habberton, die zoo menigeen met de geschiedenis var. die twee kleine jongens het hart gestolen heeft, vraagt nu een plaats in dat hart voor de kleine Alice Hope, die in zes dagen de ietwat knorrige school juffrouw tot een gelukkig mensch maakt. Eindelijk vacant ie, of ses dagen uit het leven cener scliaoljuffrouw, is door Albertine" vloeiend vertaald hetgeen hier en daar niet gemakkelijk was en door den uitgever G. C. Vonk te Haarlem in een net pakje gestoken. * * Warendorff's Geïllustreerde Familie Kalender handhaaft zijn reeds verworven goeden naam. Hij bevat goede novellistische bijdragen, o. a. Eene verkoudheid" van Justus van Maurik Jr., fraaie illustratiën en daarenboven als bijlagen een por tefeuille en een album van Nederland. Alles te zamen veel moois voor weinig geld. * * Goudsbloemen, geplukt door A. M. Eldar" (uitgave van H. C. A. Thieme) is een verjaardags album, of zooals een korte voorrede meldt Un livre d'or, oüma reconnaissance inscrit les noms de ceux dont la vie, les paroles ont agi puissamment sur mon ame." In de keuze der motto's is de auteur zeer gelukkig geslaagd; de door citaten-jagers sedert jaren plat getreden paden zijn vermeden, en de rijkdom van gedachten, die hier wordt aangeboden, wordt door dit meer of min ongewone niet minder interessant. De druk is goed verzorgd en de kleine teeke ningen n voor elke maand verraden eene bekwame hand. * * Voor den uitgever H. Pijttersen te Sneek be werkte Dr. P. C. Margadant, aan het Gymnasium, te 's Hage, een fraai Engelsch jongensboek, Herodotus, verhalen uit het Oosten, door de Rev. A. J. Church. Het is met eonige platen in kleuren druk naar oude monumenten fraai geïllustreerd, en moet een nuttig en interessant cadeau zijn. Bij Tj. van Holkema te Amsterdam kwam uit: By dag en nacht op het telegraaf kantoor, door Willem Otto. De bekende novellist en voordrager heeft zich in deze schetsen overtroffen; het oprechte en zelf-geziene spreekt uit iedere bladzijde. De eene schets is amusant, (zooals Het examen en Eerste indrukken) de andere spannend, bijna tragisch, zooals De oorlogsjaren 1870/1871; eenige, zooals Het Publiek, uiterst komisch. De uitgave, met een aardig plaatje van Wilm. Steelink op den omslag, is keurig. * * * Tot de werken, waarvan de firma Bolle te Rot terdam eigenares is, behooren de nieuwe Encyclopaedie van Kepper, de uitgave van Mevr. Bosboom-Toussaint's werken in 25 deelen, de dichtwerken vanBeets in 4 deelen, de compleete werken van Oltmans, de nieuwe uitgave van Fritz Eeuter, in 8 deelen, de Nederlandsche Letterkunde van J. P. de Keyser, het groote werk van Von Hellwald De werelddeelen in drie prachtbanden, de zes bundels van Neerlands Bibliotheek (no vellen en schetsen), de vroegere Guldens-Editie, (thans 60 cents-editie) en eenige prachtwerken, als Gerard Keller's Europa, Schweiger-Lerchenfeld's Het Oosten, Oppel's Het wonderland der pyramiden, enz. In de kinderboeken-serie ontmoet men de namen Mayne-Reyd, Spyri, Stahl, Lucien Biart, Hector Malot en anderen van goeden klank. Dit alles vormt echter slechts een klein gedeelte van den grooten catalogus van goedkoope boeken, ver scheidene honderde werken van gevestigden naam, die op aanvraag franco gezonden wordt. De .FVi<z--Re«ter-editie, hierin, is een nieuwe vertaling uit het Platduitsch, ouder toezicht van den heer Velderman bewerkt. Zij zal in acht deelen in fraai geïllustreerde omslagen verschijnen of in vier luxe-banden. Eene biographie van Fritz Reuter en critisch overzicht van zijn werken, gaat er aan voaraf. ZIJ WILDE HEM ONTROUW ZIJN. Een geschiedenis uit Stiermaken door P, R ROSEOOEK. Diie weken na het huwelijk was het ongeluk er al. Het huwelijk van een jongen smid en zijne vrouw uit het Mürtzthal wordt hier be doeld. Rujjert heette hij Clopatl zij en ver lief-i, boven alle btschrij vitig op elkander verliefd, waartegen als het beste middel de heilige echt aanbevolen was. Drie weken na den trouwdag begon het mid del te werken. Het eerste was, dat Rupert op een morgen de koffie aangebrand" vond. Alsof niet iedere koffieboon aangebrand moest zijn! Op een anderen morgen was het de geschiedenis met de sokken. Rupeit vond in het bed en daar omheen de tweede sok niet, waarop Clopatl de volgende opmerking had: Er is toch een paar! Jij en je kous, dat is een paar!" Daar wierp hij haar den eenen sok voor de voeten, stapte blootsvoets ia de laarzen en ging heen. Het derde geval was, dat hij met Marianne van den wagenmaker oogjes wisselde. Ja werke lijk oogjes wisselde, op de kermis, in de herberg, terwijl zijne vrouw er bij zat! Zij moeten toch al vroeger eens iets gehad hebben, die twee. Nu wisselden zij woordjes, alsof' de echte getrouwde huisvrouw in 't gditel niet bestoud [ Eu tegen over zijn vrouw versteende onverschilligheid ! Hij keek baar zelfs deu meesten tijd volstrekt niet aan. Dat was te veel' Vrouw Clopatl was de on gelukkigste vrouw op Gods aardbodem. In toornigen trots stond zij van de herbergtafel op, ging naar huis en weende den gansenen nacht. Zij had tijd daarvoor, want hij kwam niet naar huis. En terwijl zij zich voorstelde hoe ia het verloopen der uren, door den wijn verwarmd, de oude vriendschap tusscben die twee zich ont wikkelen kon, waarvoor zij het veld geruimd had, kwam in het hart der arme jonge vrouw die helsche pijn, die met geen lijden ter wereld te vergelijken is. En toen Rupert ook den volgenden morgen niet naar huis kwam en de smidse gesloten was, alsof het vandaag kermis was evenals gisteren, hield de verlaten vrouw het niet meer uit. Alles trilde en sidderde aan haar, het huis was haar te benauwd, het was haar, alsof haar lichaam moest uiteenbarsten van louter woede. Zij maakte een bundelije van eenige kleeren, nam een stok en ging heen. Nu was alles uit. Zij ging het dal door. Zij martelde haar her sens om te verzinnen wat zij toch wel aanvangen moest, om den trouweluozen, den gehaten man, genoeg te straften. Hare afwezigheid doet hem wellicht alleen genoegen, want: wanneer de kat niet thuis is vieren de muizen kermis. Wanneer zij zich van het leven berooft, dan doet dat hem juist pleizier, dan kan hij die andere nemen. Zij moet zich anders wreken ! Nu heeft zij bet ! Ontrouw wil zij hem worden, ontrouw ! om het hem dan toe te roepen: «het een voor het ander!" Maar hoe moet men dat dan aan leggen, zijnen man ontrouw te worden '? Het handspiegeltje uit het pakje. We hebben toch het mooie gezichtje nog, dat vroeger zoo begeerd werd, als het maar voor iemand te koop was geweest. Sedert drie weken is het er niet leelijker op geworden, integendeel! de oogen waarin zich.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl