De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1890 30 november pagina 5

30 november 1890 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 701 BE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. een bruidegom gespiegeld heeft, schit teren oog helderder, branden nog vuriger en ste ken licht de Btrookoppen aan, waarmede de man nen, die fraaie heeren der schepping, rondwandelen. Het is toch stuitend, van den luim van een man afhankelijk te zijn, zich onder zijn willekeur weerloos te gevoelen ! Hij veroorlooft zich alles. Wij zullen nu eens zien hoe het hem bevalt, wanneer de vrouw zich datzelfde recht ook toeeigent. Jawel, mijn strenge echtgenoot, jij licht zinnige deugniet! Men zal je uu eens toon en, dat je je eene passende vtouw gekozen hebt. Men zal je ook toonen, dat vrouwen smaak hebben, en wanneer zij ruilen, niet iets leelijkers kiezen, omgekeerd als bij de mannen, die voor hun mooie jonge vrouw een akelige, trotsche meid de voorkeur geven! Onwillekeurig leidden hare schreden naar het station. Toen zij voor het raampje stond, vroeg de beambte: »Waarheen?" »Wel, God, dat weet ik zelf' niet eens," was haar antwoord. Zij had nog geen plan en was enkel vol gramschap. >Naar Mürzznschlag ? of Semmering ?" »Ja, ja, den Semmering op wil ik." De Semmering is een badplaats, dus een plaats waar men avonturen vinden kan. En vrouw Clopatl zocht dat juist. Onderweg kwam zij in een rookcoupémet veehandelaars terecht. Dat waren onaangename kerels; dan hoopte zy op den Sem mering toch wat aangenamere te vinden. Daar boven klommen fatsoenlijke stedelingen rond, voornamelijk uit Weenen, en dat moeten heel vroolijke menschen zijn. Toen zij echter aan het station Semmering uitstapte, ging het haar daar te bont toe. Menschen zooveel als op een kermis; deftige rijtuigen, die op de gladde, sneeuwwitte straten voorbijrolden, als reden ze op stadsplaveisel; Clopatl was vroeger ook eens in Graz ge weest; daar op de hooge alm en midden in het bosch was het niet minder »rijkeluiachtig". Het was haar echter te druk, en wanneer Rupert haar achterna komt en haar onder die menigte vindt, dan geeft dat niets; in het bosch, met weinigen, of beter maar met n, moet hij haar aantreffen; dan kan hij zien, dat het haar heilige ernst is, hem ontrouw te worden. Nu komt het haar te binnen: op den Sonnwendstein kon zij gaan. Dat is de hooge berg daar, waar op den top die witte steenen liggen. Men hoort wel, dat ze daar een groot logement op gebouwd hebben, en dat het daarbinnen dikwijls vroolijk toegaat. Een oude vrouw aan wie zij den weg vroeg, gaf haar knor rig een onverstaanbaar antwoord ; daar loopt een slanke heer op haar toe, en biedt zich als weg wijzer aan naar den Sonnwendstein. Hij bevalt haar echter niet, ofschoon hij er keurig, alsof hij uit een doosje kwam" uitziet, zijn zwart kneveltje, in puntjes opgedraaid en zelfs een gouden lorgnet heeft. , Scheel kijkt hij," en dat kan zij niet velen. Zij geeft den beleefden heer dus ietwat bits ten antwoord: Ik dank u wel, ik heb geen wegwyzer noodig, ik kan den weg wel alleen vinden." En zij vond hem waarlijk, want de weg is niet te missen. Maar lang is hij, hij loopt ein deloos door het woud naar boven, en als men zoo'n berg van onderen aankijkt, kan men niet gelooven dat hij zoo hoog is. Het is een stille, koele herfstnamiddag; vrouw Clopatl denkt: »waarom zou ik niet eens rusten ? Wie jaagt mij ?" en zij ging zitten op het koele mos. Op dezelfden morgen was 't geweest, dat in de keizerstad Weenen een jonge man naar het Prater reed, om zich daar dood te schieten. Want hij was de zoon van een zeer rijken beursSehaakspel. 2" Jaargang. 30 November 1890. Redacteur: RUD. LOMAN, te Londen. Adres : Mira Lodge, 49 Deronda Road, Herne Ilill, Londen (S. E.) Probleem No. 52 van Fritz Hofmann teMiinchen. ZWART 2 stukken. d e ' WIT G stukken. t' B Wit geeft in ;i zetten mat Oplossing van No. 51 : l I) h2, T h5, 2 L.h3, ad lib. 3 D.a JT.g5, 2 D.gl, 3 D.al^m. lar Goede oplossing ontvangen van probleem No. 51 van W. v. H. te Delft. Slot der consultatie-party: (zie vorig nummer) 33 L.hTf K.h8 37 K.h3! D.d7f 34 dG P.e2f 38 L.föf K.g8 35 K.hl P.g3f 39 D.h7 K.f 36 K.h2 P.flf 40 D.h84 W. v. II. te Delft. Uw eerste zet ia verkeerd, zooals u uit bovenstaande duidelijk zal blijken. Uw idee was goed, maar volgorde verkeerd en daar komt het op aan. Volgens zooeven ontvangen kabeltelegram uit New-York zy'n in de correspondentie-partyen nog de volgende zetten geschied. In het Evansgambiet: 14 P.bG, T.b8. In het Tweepaardapel: 1G P.e7, 17 P.c3. man en had alles reeds genoten, wat als begeer lijk» op de markt des levens te koop is. Nu was hij verzadigd en verveelde zich zoo doodelijk, dat hem een kleine zelfmoord de eenige pikante verstrooiing scheen te zijn, die hij tot nu toe nog niet genoten had. Toen hij echter midden in de stille dreven van het paard gestegen was, dit met een zweepslag weggejaagd had en den revolver tegen het voorhoofd zette, ontbrak hem eene kleinigheid; hem ontbrak noch kruit noch lood, alleen ontbrak hem het beetje moed, dat er toe behoort om den vinger om den haan te buigen. Hij slingerde daarom den revolver in het zand en slenterde mismoedig verder, zonder er ook maar het minste denkbeeld van te hebben, hoe deze dag, die zoo akelig zonnig aanving, weder doodgeslagen moest worden. Toen de jonge man hij was eigenlijk heel knap, maar zag er treurig onuitgeslapen uit over de Donaubrug ging en zijne oogen toevallig de vrien delijk door de zon bestraalde Leopolds- en Kahlenberg opmerkte, kwam hij op het idee, dat hij wel in het gebergte een toertje kon gaan doen, in het gebergte kon men wel eens een grap hebben. Een half uur later zat hij in een trein van de Zuidbahn. Eerst wou hij voor zich alleen een salonwagen hebben, maar daar er geen bij gevoegd werd, begeerde hij in een coup nietrooken derde klasse te stappen. In een coup niet-rooken derde klasse zit soms allerlei vrouw volk. En ook in deze zat vrouwvolk, namelijk eene oude grootmoeder met een jong kind, dat voortdurend schreeuwde en zich niet altijd zeer netjes gedroeg. Dus steeg de jonge heer er einde lijk weer uit, en dat was aan het station Sem mering. In het hotel at hij, nogal aardig kies keurig, een deel der spijskaart door, en dronk champagne. Na het diner probeerde hij het met een sigaar; toen die echter na eenige trekken op den grond >iel, liet hij haar liggen. Daarna bleef hij op zijn stoel een tijdlang liggen, de Deenen uitgespreid, de handen in de broekzakken, het hoofd tegen de leuning achteroverhangend, de oogen dicht en den mond open. In den namiddag monsterde hij met zijn monocle het gezelschap, gaapte het eenige malen aan en drentelde toen weg. Hij liep den hoogen weg op, naar de Almmatten, en een weinig later beklom hij den Sonnwendstein. Twee Almerinnen kwamen den berg af, hij wilde met haar een gesprek aanknoopen, was echter in zijne aardig heden te familiaar, zoodat de beide landelijke schoonen giggelend wegliepen. Mismoedig ging hij verder en had een soort van voorgevoel, alsof deze dag, dien hij zonderling aanvangen wilde, hem ook iets zonderlings eri nieuws aanbrengen moest, zoo iets dat het de moeite waard maakt een dag langer te leven. Plotseling zag hij naast den weg een vrouw liggen. Eene jonge, knappe vrouw. Zij slui merde zacht als een kind. De ronde wangen waren rood, alsof' men haar juist in den droom een teeder aanzoek had gedaan; de volle lippen bogen zich een weinig naar buiten, als dorstten zij naar iets. De steedsche heer voelde eene war men stroom door zijn aderen trillen. Daar hij het schoone beeld aanbiddelijk vond, knielde hij er naast neder. Op hetzelfde oogenblik ont waakte vrouw Clopatl, en toen zij naast zich den vreemdeu man zag, sprong zij op, maakte snel haar haar In orde en klom vlug naar bo ven. Hij liep haar na en maakte eenige veront schuldigingen, indien hij haar soms in haar rust gestoord had. Hij had haar slapend gevon den en gedacht, bij haar te waken, opdat noch mensch, noch dier, haar onaangenaam verraste. Dat de jonge man eigenlijk sierlijk en knap CORRESPONDENTIE. Stolp, te Broek op Langedijk. Met genoegen beantwoorden wij uw vragen. Voor hetgeen de rubriek gedurende de maanden Sept. en Oct. bevatte zijn wy niet aansprakelijk. De zetten zy'n toen verkeerd opgegeven ; want het is ondenkbaar dat Steinitz ooit plan heeft gehad P.h3 te spelen terwy'l zy'n looper op b5 genomen kan worden. Het maakt weinig verschil of in het Kvansgambiet de rochade voor ot na d4 geschiedt, daar het volstrekt niet bewezen is dat zwart na 5 o o, P.fG 6 d4, o o het betere spel heeft ; speelt wit by'v. 7 P.e5 : (van Richardson afkomstig) dan heeft zwart een zwaren aanval te doorstaan. Over het Evansgambiet loopen de meoningen der autoritei ten het meest uiteen. BUITENLANDSUH NIEUWS. De uitslag van Simpson's handicap is als volgt : Lee en Muller deelen Ie en 2e prijzen, in de overige prijzen deelen Ournock, Mortimer, van Vliet en Oossip. CORRESPONDENTIE-WEDSTRIJD. Kvansgambiet. Tschigorin. Steinitz. Tweepaardspel. .Steinitz. Tschigorin. l e4 :> I'.t:! 3 L.cA 4 P.g!. !. E.d5 : u L.b5 1 7 D.cG : 8 [,.et; 9 P.b.'i 10 ('13 n IV:; 12 P.a4 13 P g l e5 l'.rG l'. (f, (15 P.a5 1:1; H.cG : o n l'.dr. e4 e5 y P.f3 P.cG 3 b4 L.b4 4 c3 L.a5 5 o?D.fG i; d4 p.h<; 'i L.g5 O.dt; 8 d5 P.d8 JiD.a4 L.bG H)P.a3 ei; 11 L.o2 i..c7 12P.c4 D.f 13 dlJ! L.dt: : 13 P g l f5 14 c3 L.d7 15 d4 t-4 IC c,4 Wegens een kleine fout in do volgorde der zet ten in ons vorig nummer publiceeren wij beide partyen nogmaals in haar geheel. Beide spelen zijn een interessant stadium in getreden en een ernstige studie ten zeerste waar dig. Onzes inziens heeft de Russische meester in beide openingen een overwegend positievoor deel; wanneer hy in het Evansgambiet 14 P.bG speelt, zien wij niet in hoe Steinitz zy'n spel kan redden. In het Twee-paardspel zal Steinitz even eens groote moeite hebben zich uit zijn benarde positie te bevryden. Van den beginne af aan hielden w\j de door Steinitz ingevoerde zetten was, had zij reeds gezien. Dat zij op den rand van het avontuur stond, waarmede zij haren man wilde straffen, vermoedde zij. Zij zou den vreem den man terstond aan den arm hangen, opdat hij haar den steilen berg op zou geleiden, wan neer Rupert maar achter hen was en haar zien kon. Maar die goddelooze onverschillige kerel zal er wel niet over denken, haar spoor te achter volgen, hoe lief zij ook van hem droomde, zoo gauw als haar de oogen toevielen. Hij verdient het bepaald niet, dat zij zooveel liefde aan hem verkwist, zij zal daarom haar plan doorzetten. Aan den arm van den sierlijken heer ging zij nu wel niet hangen; zij liep echter zeer vroolijk met hem mee en begou een gesprek met haren geleider. Of hij misschien ziek geweest was, omdat hij er zoo bleek uitzag ? vroeg zij hem. Neen, hij was zeer gezond, het bleeke kwam alleen uit de liefde voort, die al het bloed van de wangen naar het hart doet vloeien. «Dan moet ik wel volstrekt niet verliefd zijn," merkte zij op, »want mij stijgt het bloed juist naar de wangen." Bij de vrouwen was dat ook in den regel zoo, meende de stedeling; mannen worden door de liefde bleek, vrouwen rood. Over deze geestige opmerking was hij zelf ver rast Hij bad nooit veel gehecht aan 'het gees tige, dat heeft een mensch zooals hij niet noodig, maar de zooeven gezegde aardigheid, deed hem plezier, omdat zij de jonge vrouw inderdaad nog blozender maakte, dan zij reeds was. Het werd haar toch wel een beetje benauwd, zij bracht daarom het gesprek op het schoone uitzicht dat zich voor de wandelaars langzamer hand opende. »Dat er toch zooveel bergen op de wereld zijn!" riep zij uit; nog beter beviel haar echter het vergezicht naar beneden in het vlakke land. Zulk een schoone streek, waar alles vlak is, had zij van haar leven nog niet gezien; daar wilde zij wel eens zijn. Dan moest zij met hem naar Weenen gaan! sloeg hij voor. Dat wou ze wel. Hij wilde haar trouwen. Dat was ook heel vriendelijk van hem. Het trouwen stond de vrouwen nooit tegen. Maar alleen voor een poosje. Dat is heel verstandig, zeide zij; er komt toch altoos een tijd, dat twee getrouwde lieden weder van elkaar willen. Hij had nog zelden een meisje aangetroffen, merkte hij op, dat bij hare schoonheid ook nog zoo slim was. Wanneer ik een man was, zeide nu vrouw Clopatl, ik zou geen slimme vrouw willen hebben. Mooi wel, maar niet slim. En waarom ? Omdat ik door niemand bedrogen zou willen worden. De slimme vrouwen laten zich niet ver schalken, volstrekt niet. Wanneer haar de man ontrouw wordt, dan wordt zij het hem insgelijks, en waimeer zij een verliefde 'ontmoeten, dan fop pen zij hem, dat wil zeggen wanneer hij niet al te voornaam daarvoor is, (Slot volgt) VOOR DAMES. Ken amazonen-regiment. Meeren naaimeisjes. ' TreMU. JionsJlirsch. Judic's lingère. Winkels. Mrs. Langtry. Mantels. Microscopische patro nen voor weefsels. Te Simferopol is een standbeeld voor keizerin 5.. . D.fG en 9 P.h3 op hoogst onpractisch. Partij gespeeld op het Kransche Gunsberg, Wit. l e4 e(J 2 (14 (15 3 P.c3 P.fG 4 L.g5 L.e7 5 e5 P.d7 G L.e7 D.e7 7 D.d2 o?o Lee speelde iji /.ijn match met Blackbnrne a(i en k\\am spoedig in het gedrang. De rochade in deze positie dateert van het l'Vaiikt'urtrr tountooi 1885. 8 14 cf. 9 P.b5 l') c3 11 P.C! de!'. P.dG L.e o?o zijn minst genomen, voor Manchester congres 1890. verdediging. Tinsley. . /wart. P.e4 D,f7 P.e7 P.f5. 19 I).e3 20 g3 21 L.c2 /wart wint allengs terrein; hij Jaat zijn gcdnehten tcgenstandei geen enkel knnsjf! HUI te ont glippen. 22 Del 23 rd4: 24 L.e425 P.d2 wit 12 13 U l,r> P.ct; t'G! fe5: c4 P.c5 bG P.b7! een verstandige ?/et, tiie LiToole strategische keunis verraadt. Het witte paard moest vroeg of laat op ilfi voor ivart «vaarlijk worden, l G P.bf> Ud7 17 P 1x14 P. c5 18 L.dl niet nemen . . . . n.Jf,! 2G D.e3 27 P.c,4 28 D.d4: 29 P.dG 30 T.fdU 31 1.3 32T.ac1 33 T.el 34 T.c3 3-r, T.d3 3G a.", 37ab3:V 38 T.fl: 39 K.g2 P.d4 : Let; de4D.d7! mi r4 mag wegens 2(j . D.d4F.d4 Kb4 ! e3! g;"> oii L.fii I,g4 T.ilt gh2-f tl Lieste middel uiu tiru en (Innsberg [i:nJ looncr in werking Ir genoeg van. brengen. Gebrek aan ruimte verhindert ons de lezers op al de tinesses, die deze partij bevat opmerkzaam te maken. Om de schoonheden van een dergelijke ingewikkelde partij ten volle te beseffen, dient men zich bij het naspelen van iederen zet reken schap te geven; het practische nut zal dan niet uitbly'ven. De volgende partij is minder diepzinnig en kan als een aangename ontspanning dienon. EVANSGAMBIET, onlangs gespeeld in de Vercenigde Staten Wit. Zwart. Col. Showalter. prof. E. Logan. l 64 e5 Wit heeft gelegenheid zijn 2 P.f3 P.cG torens te ontwikkelen, ter3 It.('4 L.c,5 wijl zwart niet zijn ko~ Katharina van Rusland onthuld. Mea _ , daarbij in herinnering, hoe zich, toen keizecin Katharina de Krim bezocht, daar een amazonenregiment had gevormd, de zoogenaamde Amazo nen van Balaklava, onder bevel van kapitein Helena Iwanowna Schidlanski Sarandoff; vele oud» inwoners van Simferopol weten nog dat hunne moeders er toe behoorden. Graaf Potemkin had het laten samenstellen uit de dochters van Grieksche inwoners van de Krim; het bestond uit 101 dames, en vergezelde de keizerin in Maart en. April 1787, toen zij hare tochten door het schier. eiland ondernam. De uniform der jonge dames bestond uit een kort rokje van ponceaurood flu weel, rijk met gouden tressen versierd; een jakje van groen fluweel met gouden brandebourgs. Op het hoofd droegen zij een witzyden tulband, met goud geborduurd, waarvan een struisveer afhing. Haar wapen was een karabijn; ieder had drie patronen kruit by zich. Mevrouw Helena Sarandoff was de vrouw van den kommandant van het garnizoen van Balaklava. In 1848, dus 61 jaar later, reikte zy aan den gouverneur van Taurii; een verzoekschrift over, met memorie van toelichting, waarin het geheele verhaal van de ontvangst van keizer Jozef van Oostenrijk was opgenomen. «Het was bepaald, dat wij de keizerin bij het derp Kodylowka zou den ontvangen, en het amazonencorps was opge steld aan het eind van eene laan j die uit oranje-, citroen- en laurierboomen bestond, vier werstea lang; de geheele steek daaromheen was met lau rierboomen bezet. Eerst verscheen keizer Jozef te paard, om de baai van Balaklava en de ruïnen der vesting te bezichtigen. De amazonen ziende, reed hij op mij toe, en kuste mij op den mond, hetgeen onder het corps eene groote opschudding veroorzaakte. Ik stelde mijne ondergeschikten gerust, met de woorden: Houdt u rustig! waarover zjjt gy ver schrikt'? Gij ziet immers, dat de keizer my'n lip pen niet heeft meegenomen en mij de zyne nie< gelaten heeft V" Het woord Keizer" werkte ver rassend op de amazonen, want zij hadden niet geweten, wie de stoutmoedige ruiter was. Nadat de keizer de baai en de vesting geziei had, keerde hij terug naar de keizerin, en w\ zagen hem toon in de equipage met de keizerir en prins Potemkin. Bij het dorp werd dekeizerii door de geestelijkheid ontvangen. Zonder di equipage te verlaten, riep zij mij tot zich, reikti mij de hand, kuste mij op den mond, en terwij zij mij op den schouder klopte, zeide zy: B wensch u geluk, amazonen-kapitein! Uw escadroi is uitmuntend, ik ben er zeer tevreden over." De amazonen-kapitein overleed, 95 jaar oud in 1849 te Simferopol; men heeft haar daar eei monument opgericht. De firma Kirsch, Leidscheplein, heeft voor h St. Nicolaasfeest iets nieuws ingevoerd. Het ge beurt vaak, dat men dames als surprises mode artikelen geeft, welke minder in den smaak vallei terwijl men hetzelfde geld, met meer satisfactii aan een ander artikel had kunnen besteden. Me neemt nu bij de firma Hirsch een bon, waaro men een zekere som betaalt en laat boeken, e zendt dezen bon met den naam der dame en h< nummer der boeking ingevuld, als surprise. I dame kan dan een parapluie, handschoenen, ruch waaier, hoed, bont, lingerie of wat ook by' de flrn gaan uitzoeken, tot het bedrag op het boeking schreven. De bons zijn geldig tot 31 Januari 189 4 1)4 L.b4: 5 c3 L.c5 (J d4 ed4: 7 o-o dG 8 cd4: L.bG 9 P.c3 In de laalste jaren wordt deze zet meer aangewend dan L.b2 en du. i) ... P.a5 /wart kun hier ook Ii.gi spelen., het ineerendeel \ der meesters geeft echter aan P.aüde voorkeur. 10 L.g5 11 L.g8: 12 L.h4 13 e5 14 T.el 15 D.f3: Het ware beter f»; Tg8: L.g4? de5: L.f3: D.d4:'? geweest niet den looper te nemen. De geheele partij i,s speeld, vooral het slot. ningiu weder in veilighi te breDgen onnoodig t verliest. l G T.e4 D.d 17 T.dl D.f 18 D.g4! h 19 D.f5 P.c 20 Tc4:[ Een prachtig qualitei ofl'er, zooals wij van S walter gewoou zijn. kolonel is thans in ; element. 20 . . . D.c4 21 P.d5 D.ct .... D.c6 was oneis beter. 22 D.eGf R. 23 L.f6:ÜT.t Wit kondigt mat i. zetten aan, beginnende i P.e7! door wit raeesterlyk ZWABT d e WIT f g h Wit Thorold. 3G T.g8! D.g8: 37 T.b5+ K.gG 38 D.ff.f K.g7 Zwart Blackburne. 39 D.g4+ K.h8 40 D.f4 D.d8 41 Ld5 T.b2 42 D.f7:enzwarta donneert.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl