Historisch Archief 1877-1940
? «.,,
kleurde tuiten. De jonge vrouw stond buiten
voor de deur, en toen de huisknecht haar bet
pakje afnam, wendde tij haar gelaat af; zij
durfde vandaag niemand in de oogen te zien.
Van uit een open venster hoorde zij de beschik
kingen en bevelen, die Arthur juiso op meester
achtige manier den kelner gaf; hij scheen niet
-onpraktisch te zijn. De vrouw slo >p haastig om
den hoek van het huis, en klom vlug de laatste
hoogte op.
Daai zette rij zich op ren hoop gteenen neder
en keek uit in de streek bfneden; wat diepen
kuil, had de wereld daaronder. Zij beschouw
de de kloven in de diepte. In de verste verte,
waar bergen en gouden wolkjes ineensmolten,
ging kalm en rood de zon onder. In het M
rzthal lag reeds een flauwe schemering, en daar
was het, als waaide er zachter en zachter een
klokgelui omhoog uit het dal, bijna te verstaan,
alsof iemand daar zalde: «Kom t' huis ! Kom
t' huis!" Hoe Rupert het nu toch maken
zal. Of hij nog bij die vaUche zijn zal. Of hij thuis
voor de huisdeur zit en de straat langs ziet ?
Of bij niet eenigszins over zijne vrouw be
angst ie ? Want in den grotd is hij een goede
kerel, en het zou alleen de schuld van die helsche
valsche meid zijn, wanneer hij op den slechten
weg kwam Verstandig is het toch eigenlijk ook
niet, als eene huisvrouw dadelijk zoo van huis
?wegloopt; hij kon immers iets ouvoorzichtigs
begaan, en die meid zou erover lachen.
Kijk l zeide de jonge vrouw tot zichzelf
wat is de wereld toch mooi. Moeten dan de men
tenen zoo boos op elkander zijn ?" En daar,
evenals nu in het gezicht der grootsche natuur
heilige avondstilte rondom was, hield vrouw
Clopatl haar wit doekje voor het gelaat en
weende.
Van uit het hotel daarboven naar de rotsen
hoorde zij voetstappen. Dat is mijnheer
Baraberger. Vrouw Clopatl sprong op, Ifcp over de rotsen
als een gems, echter niet naar den kant van het
hotel, maar naar de tegenovergestelde zijde
naar beneden langs de steile, bo-chachtige hel
ling. Zij ijlde ademloos, als was zij op de vlucht.
Het werd donker, zij kwam in het dichtste
dtr dem e", /ij brak er doorheen en liep aldoor
-dieper naar beneden. Daar beiieden, dacht zij,
moet toch de rijksweg zijn, waarom zou ze dien
langeu «eg over de rotsen maken, daar naar be
neden is het 't kortste, en zij heeft ook geen lust
?om iemand te ontmoeten. Van uit een open
plek keek zij naar den Sonnwendstein boven haar,
die zijn rotsachtigen kop verheft tot duizelende
hoogte. Nog bemerkte zij in de schemering, dat
op den top een zwarte i-tip zich heen en weer
bewoog. Dat was zeker die mooie mijnheer
Arthur Hamberger. Zoo ondeugend was zij toch
nog dat het haar genoegen deed, te denken, dat
zij vandaag twee mannen te gelijk gefopt had.
Plotseling hoorde zij in 't dennenbosch een
gedruiscb, een onheilspellend brullen. Vele run
deren zaten en stonden daar, en daaronder een
zwarte stier, die met de voorpooten de aarde om
woelde, en met logge schreden, maar dreigend,
?op de hulpelooze vrouw afkwam. Vol van ont
zetting schoot zij in het ruigste struikgewas
?daarnaast, drong zich daarin met onbeschrijfelijke
?moeite voort, waarbij iedere elzetak, iedere
braamstruik haar een stuk goed van het lijf wou rij
ten, toen kwam zij in moera^grond terecbt, waarin
aij tot aan de knieën inzakte; eindelijk stond zij
voor een rotswand. Nu kon zij niet verder. En
.?zoo was zij alleen, midden in een onbekend bosch
-«n in den donkeren nacht. Zij zette zich op een
?omgevallen boomstam neer en ging na, wat zij
uu beginnen moest. Uit de diepte drong menig
maal het fluitje van een locomotief naar boven,
Schaakspel.
3de Jaargang. 7 December 1890.
Redacteur: RUD. LOMAN, te Londen.
Adres: Mira Lodge, 49 Deronda Road, Herne Hill,
Londen (S. E.)
Probleem No. 53 van Cheney.
ZWART
2 stukken.
b c d e f g K
WIT
5 stukken.
Wit geeft in 4 zetten mat.
Wit: K.c8, L.g4 en h4, P.f3, pion b6. Zwart:
K.a8, P.c5.
Bovenstaand probleem wordt algemeen beschouwd
als de mooiste en tevens lastigste opgave in 4
zetten. Den heeren probleem-liefhebbers, met name
W. v. H. te Delft, raden wij dan ook sterk aan
hunne beste krachten aan dit probleem te beste
den; het is de moeite dubbel en dwars waard.
Goede oplossingen vaa no. 51 (Klett) ven W. v.
H. te Delft en G. Lapieskat te Rotterdam.
In probleem no. 52 moet de witte pion op dG
in plaats van B6 staan.
CORRESPONDENTIE.
Raaymaakers te Arnhem. Probleem no. 50 is
aldus: wit K.gl, D.cl, T.dl en h7, L.c8, P.a6 en
fö, pion d4.
Zwart K.c6, L.g7, P.c4 en e8, pionnen b5, b6,
in den top van een boom kraste een uil. Nu
kwam het de slimme smidsvrouw in de gedachte,
dat zij zeer dwaas geweest was, en dat zij daar
voor haar verdiende loon kreeg. Daardoor werd
zij nog droeviger te moede. Om echter temaken
dat zij uit het onheil nut trok, nam zij zich voor:
wanneer ik nog eens gelukkig thuis kom, dan
zal ik mjj anders gedragen. Niet met trots
zal ik mijn man aaa mij verbinden, maar met
vriendelijkheid. Dan kunnen honderd buurmeisjes
komen: mijnen Rupert krijgen ze niet van me
vandaan.
Onderwijl bad zij wat uitgerust, en nu be
proefde zij het nogmaals, eene afstijging te vin
den. Maar kreupelhout, afgebrokkelde steenen
en kloven en dan weer rotswanden, het was niet
mogelijk voorwaarts te komen. Als ik hier
sterven moet, dacht zij, dan vinden ze mijn lijk
tot op den jongsten dag niet. Dommer kan geen
mensch verdwalen. Bijna verrast was zij, toen
nu een groote massa voor haar stond, die zij
langzamerhand als een halfvervallen herdershut
herkende. Zij onderzocht het gebouwtje van buiten
en van binnen, en daar zij er niets verdachts in
bespeurde, grendelde zij den ingang en legde
zich op een houten bank te rusten.
Bij het «erste krieken van den dageraad begaf
zij zich weer op weg en een uur later bevend
zij zich op den breeden, gladden straatweg, die
van Scbottwien naar den Semmering omhoog
voert. Nu zag zij echter met nieuwen schrik,
hoe zij toegetakeld was, en dat zij in zulk een
toestand niet voor de oogen van alle menschen
op straat kon loopen. Langs zij- en omwegen
kwam zij in de streek van Spital. Hier wou zij
zich toch in eene herberg wagen, om wat eten
te krijgen, want zij voelde in hare maag eene
groote leegte. Nu bleek het echter, dat zij geen
geld bij zich had. Het geldtaschje zat in 't
butidfltje, dat haar gisteren in het hotel op den
Sonnwendstein de knecht afgenomen had. Vrouw
Clopatl ging dus niet in 't kroegje, maar trok
een paar knollea uit een land, om zich daaraan
te vergasten. Nauwelijks had zij den eersten beet
in de zoete vrucht gedaan, of zij hooide ook
reeds de ruwe stem van een boer, die dat
«landloopersgespuis" eens zou laten zien, wien
de knollen toebehoorden.
En hij floot zijn jachthond. Haastig wierp de
smidsvrouw hare knollen weg en ijlde heen.
Het plaatsje Mürzzuschlag wist zij te vermij
den, door haren weg achter den Gansstein om
te nemen. In Langennang had zij eeue vriendin ;
daar zou zij aangaan, er was iiiets meer aan te
doen. Maar hoe nu een goede leugea te ver
zinnen.
«Mijne lieve Kathrin!" met deze woorden viel
zij de vriendin om den hals, schrik niet van
mijn voorkomen, het is nut zoo erg als het
schijnt. Gij zult lachen. Ik heb een bedevaart
naar Maria Schutz gemaakt. Gij weet wel, als
men getrouwd is, is dat de gewoonte Nu heeft
me op den terugweg over den Semmering een
booze hond aangevallen, mij de kleederen in stuk
ken gescheurd, mij in de struiken en in bet
moeras gejaagd, en daardoor ben ik zoo toege
takeld. Om duizend Godswillen bid ik je, leen
me een pakje van je, opdat ik huiswaarts keeren
kan. En vooral, wees zoo goed en getf ine een
lepel warme soep. O God, deze bedevaart zal
mij hf-ugn,!"
Voortreffelijk kon zij het. Waar kwaad gedaan
ij, daar komt het liegen vanzelf. De vriendin
waa vol blijdschap en ij ver, om de smidsvrouw
kunnen helpen.
»Maar", zeide zij, toen vrouw Clopatl bij de
koffie zat, ,.zoo kom je nu van Maria-Sc'iut/. ?
En was je gisteren niet tbui» ? En Rupert ligt
d3, e4 en f6. Oplossing l D.c'2, dc2: 2 d.r>£ met
varianten.
Correspondentie wedstrijd om 1000 dollars.
Evansgambied. Tweepaardspel.
Tschigorin. Steinitz. Stcinitz. Tschigorin.
15 D.a7: P.e7! 17 .. L.e
18 t>3
Het zooeven verschenen Breslauor congresboek
beschrijft het spel van den eersten prijswinner
aldus: Het spel van Tarrasch is karakteristiek
door zijn diepe en onvermoeide denkkracht, tüe
hem geen rust laat, tot hij de meest ingewikkelde
positie grondig en helder heeft doorzien. Daarbij
komen nog zijn strenge zelfkritiek, zijn conse
quente logica en een bijna onfeilbaar doorzicht
dat hem in staat stelt, onmiddellijk de kleinste
zwakheden van zijn' tegenstander op te merken
en zich ten nutte te maken. Ofschoon hij niet
schroomt zich op een gegeven oogenhlik in al
zijn vernietigende kracht te openbaren, is hij toch
een vijand van ruw geweld.
Eenvoudig en logisch, als een organisch geheel,
schijnt zich de partij to ontwikkelen; onverbiclde
lijk en onweerlegbaar juist nadert zij haar einde.
Aan deze schijnbaar droge, en toch geniale, een
voudige en toch zoo uiterst moeilijk vol te honden
strategie, heeft Dr. Tarrasch zijn' roem te dan
ken. Er.st -wilgen, dann wagen," was het motto
van een groot Duiti-ch veldheer, liet is mijn
ernstig pogen, misgrepen te vermijden", zoo spreekt
Tarrasch, de Moltke van het schaakspel, den
grooten man ra."
Wij laten hier eene par!ij van het Breslauer
congres volgen, waarin de bovenvermelde ken
merkende eigenschappen van dr. Tarrasch's
speeltrant het duidelijkst zich openbaren.
FRANSCIIE VERDEDIGING.
E. Schallopp,
Wit.
l e4
2 d4
3 P.c3
4 e5
5 f4
G dc5:
e6
<I5
P.ffi
P.d7
c.
P.c5:
Dit is sterker dan
L.cö, waarop 71). f -t-! volgt
Nog beter dan P.cfi, de
pion cökun zwart in
geen geval ontgaan. De
witte zetten 4, 5 en 6
worden door Steiuilz
aanDr. Tarrasch,
zwart.
bevolen. Het reni^e
doe] voor wit aan
aanval verbonden i
levendig en afwis:
spel.
7 P.f3
8 L.«2
9 T.bl
ilczcn
;: een
voorkomen.
10 L d2
11 ef
12P.a4
P.c6
D.bli
P.d7
om L.e3 te
f6'.
P f6
Dc7
alleen met zijn wonden ?"
»Met welke wonden ?" vroeg de smidsvrouw.
»Je doet, alsof je er niets van af wist ? Het
moet een woelige nacht geweest zijn, de
kermisnacht bij jelui van 't jaar. Wat ze gevochten
hebben l"
«Gevochten ? Wie ? Dat zou wat moois zijn l"
»Het verwonderde me al dat je uitgingt ter
wijl er zoo wat was!" zeide de vriendin Kathrin.
«Nu, draai er zoo niet om heen, en zeg me
al wat je weet!" riep vrouw Clopatl en wierp
den lepel weg.
«Het was over Marianne van den steenhouwer."
»Om die trotsche meid?"
»Zij moet iets leelijks van je gezegd hebben,"
zeide de vriendin, «daarop had Rupert geant
woord, dat ze baar leugenachtigen mond moest
houden, en jou kUine teen was meer waard dan
zij, die Mariana met huid en haar."
«Heeft hij dat gezegd, mijn Rupert ?" riep de
vrouw uit. »heeft hij dat gezegd ? '
«Daarna moet de lange Mentel opgestaan zijn,
dat is degeen die naar Maiiana vrijt, en moet
tegen je man er op los getrokken zijn; die heeft
zich verdedigd, nu en toen is er ver-chrikkelijk
gevochten. De een moet zoo gotd als de ander
zijn deel er van gehad hebhen. Je man moet gis<
teren in den namiddag wel ztlf naar huis ge
gaan zijn, maar dadelijk in bed zijn gaan
liggen."
Vrouw Clopatl was reeds bij de deur. Een
kort »Wel bedankt!" en «Behoede je God!" en
weg liep ze, den straatweg op. Het was, alsof ze
vleugtls aan de teenen had, aan die teenen, waar
van een enkele Rupert liever was als de geheele
Mariana met huid en haar.
Toen zij nog maar een kwartier van haar dorp ver
wijderd was, stond zij stil en luisterde of in de
smederij de hamer klopte. Niets. Doodstil,
Doodstil! Stervend ! 't Is goed, dan gaat zij
de beek in. Als maar dat eene niet gebeurd is,
dat eene niet-, dat ze nu maar op den Sonn
wendstein geen dwaasheid begaan heeft! Al 't
andere zij, zooals God het wil!
Toen zij dichter bij het huis kwam, zag zij
hoe daar een man met de bijl aan een plank
hakte. «Timmerman ? Doodkist ? Maria, sta
me oij!''
Zij riep het luid, toen keerde hij zich om, f n
zij herkende Rupert. Een doek om het hoofd ge
wonden, sloeg hij flink in het hout en rookte
daarbij zijne pijp. Zonder van zijn werk verder
op te zien, zeide hij op vroolijken toon : »Daar
komt er een."
»Rupert!" riep zij hem toe, ben je beter?"
Hij lachte luid en keek op. In den beginne
had het vreemd in zijn htrsens geklonken, maar
verder betcekende het niets. Mentel zou het wel
slimmer hebben."
»Naar Ma>ia Schutz ben ik geweest!" loog zij
hem ook voor, want de waarheid kwam hier minder
te pas. Het was alles zoo plotseling ineengestort,
waarmede zij hare dwaasbtid had kuunen ver
ontschuldigen.
»Zoo," zeide hij, »en hier is vandaag de goot
stuk gegaan. In den namiddag zal ik de smederij
weder in orde maken "
»En heb je mij volstrekt niet gemist ?" vroeg
zij hem half vriendelijk, half pruilend.
Waarom T' vroeg bij. »Dat je wegliep heb ik
gezien; dat je weder zou komen wist ik wel."
»En dat me iets overkomen kon ? Dat er met
mij iets kon gebeuren ?"
»Dat ve'hoede God"
Als mij nu woedende honden eens verscheur
den of wilde stieren me op de horens droegen
of booze menschen me bedrogen, is je dat dan
onve-schillig?"
13 o?o L.d6
14P-g5?
Dit maakt de positie
van wit nog slechter dan
zij reeds is.
14 ... 0?0
15 c4 h6
16 Ci' h^:
17cdG: D.d6:
18 f,5: P.e4
23 P.d7 :
Gedwongen. De d pion
kan niet genomen woj den
wegens 23 . . . P.di:
~-i D.cl-1: D.cö: en wit is
ecn stuk achter
23. . . de3
24 L f3 P cl2
25 T cl Pd4'
21 M Ld7
^'
. . . Een uitnemend
antwoord op wit's
/wakkeu zet.
27 K.h3
geeft
D.f4f
P.13:
e2
De volgende twee partijen werden door don
redacteur eenige jaren geleden blindelings gespeeld.
SICILIAANsCHE VERDEDIGING.
l
Wit.
II. L. (blindelings.)
el
Pi3
(14
1M4;
Le.'S
Pc3
Ld.'i
0-0
cd5:
Dd2
14
h3
13 De3:
14 Pe2
15 c3
16 D1'2
17 b-1
,'!
4
5
6
7
8
9
10
11
12
c5
t<;
cd4:
1Y6
Pfii
Le7
O - O
d5
cd5:
LeG
Pg4
Pe3:
Lc5
UfO
Tf'eS
Paf)
Ld4:
Zwart.
Dr. J. C. C. Loman.
18 cd-1: Pc4
b5
aG
Ld7
Dd8
19 Tel
20 Pc3 !
21 i'5
'22 IM5:
23 16
24 Pe7f
25 PgO-f
20 17
27 Lc4:
28 d." l
29 Dd4f
30 Tf6
g4
hg4:
31
32
3-5
31
g5
Kt2!
Kh8
I..6
Tt'8
bc4:
h5
Kh7
Li5
hg-1 !
Ld3
ThS :
opgegeven.
CENTKUM-OPEXING
gespeeld in het voorjaar van 1886 te Groningen,
met 5 andere partijen gelijktijdig blindelings.
Wit.
R. Loman.
e4
(14
I).d4:
D.e3
L. d2
P.c3
e5
e<14:
P.c6
Lb4f
P.e7
o?o
W
7
8
9
10
11
Zwart
F. N. Meijer.
o- o?o
f4
L.c4f
P.f3
D.e2
12 P.d4 :
dS
15
K 1.8
L c5
ij ,14
L d4 :
»Dat zou mij volstrekt niet on*
antwoordde hij kalm, klopte en.!
»Dat je toch zoo koel tegen:. ,
riep ze bijna knorrig. Ik wil ooi ?
lief woordje hooren. Andere meatt
vriendelijker tegen me dan jij,«
getrouwde man. Wat zou je zeggen," i
me eens vergeten mocht en jfli
worden ?" .A'S
Hij liet den arm met het gereedecnapja
keek haar aan en zeide: >Jij ontrouwt
'dat kan je niet, al wilde je ook. Daarrooi
je te braaf."
Zij sprong hem om denhals. D8t woord :
kan je niet, je bent er te braaf voorl" Zi
belde luid uit. Zij voelde het, dat alle yri
lijkheden en Mefdesbestuigingen der wereld
dit eene woord niet opwogen.
Hij kent haar beter dan zij zich zetf
En zij had hem eerst leeren kennen na het
geluk", na het avontuur drie weken n«
huwelijk.
VOOR DAMES.
Hervorming der Kleeding.
derkkeding in de» winte.
Oude en nieuwe menu's
Waaiers.
Te Parijs heeft zich, na een weinig twi
afval en desorganisatie, de bond tot hervor
van het vrouwencostuum weer geconstitueerc
bedoeling i?, aan de vrouw eene kleeding ti
zorgen, die meer in verhouding is tot hare b
heden.
Een dagbladredacteur is naar het centrum
beweging gegaan, het bureau van het Mac
Citoyenne, dat vijftien jaar geleden door Hube
Aucierc werd opgericht. De oprichtster is
echter getrouwd en met haar man naar Al|
vertrokken; hare opvolgster is mejuffrouw JN
Martin, die den reporter zeer vriendelijk on<
gen heeft.
Onze bedoeling is niet, zooals men bew
heeft", zeide zij, het vrouwencostnum doori
nenkleeding te vervangen, maar w$ wUlen
vrouwenkleeding van de conventie bevrijder
haar geschikt maken om er mee te werken en o\
mee te gaan. Wat een overgang tot het man:
costuum betreft, indien dat noodig was, zg'n
ook een stap verder gekomen; de prefectuur
politie namelijk heeft in afwijking van hare v
gere jurisprudentie, ons gezegd: kleed u z(
gij wilt, als het maar geen schandaal geeft."
De hervorming zou in het begin maar heel
scheiden zijn. De rok zou eerst verkort woi
tot boven den enkel; dan zou men de knie
reiken, en lange pijpen onder den rok uit dra
Het corset zou dadelijk afgeschaft worden, i
er wordt aan de leden der ligue niets bepa
voorgeschreven.
Terwijl de reporter met juffrouw Martin pras
kwam er een heel knappe ligueuse" binnen
rok naar oud- Elzasser model, elegante rijgla
jes, kort haar en een grooten vilten hoed.
droeg een soort veston, waaruit een w\jd
plastron te voorschijn kwam; het stond zeer g
te meer omdat zij alle kleinigheden van het
dern costuum, armbanden, broches, etc. er b\j dr
Eene correspondente van de Citoyenue had \\
heel iets anders voorgesteld, namelyk het costi
dat Mad Rose Caron in Ftdelio draagt; W
pantalon, aan de knie sluitend, zwart zijden k
sen, schoenen met gespen, ruim overhemd
batist met kanten kraag en manchetten, half la
haren, krullend en op de schouders vallend, scht
Rubenshoed, handschoenen in de kleur van
costuum.'!
13
14
15
16
17
18
19
T.hel
L.e3
bc3 :
L.c5 !
D.e4 : !
T.d8 :
L.e7:
c6
L.c3:
fe4 :
d5
de4 :
T.dS :
T.e8
Toen wit L.c5 speelde
bad bij berekend dat op
den l "u zet de toren s echts
2 plaatsen had. Het ver
kregen positie voordeel
weegt volkomen op tegen
het verlies der kwaliteit.
20 T.e4 : L.f'5
21 T.eöL.g6
f5 L.h5
f6 ! T.adS
24 f7 T.
25 K.b2 L
26 L.f7: 'J
27 h4! 1
28 T.e2
29 h5
30 h6
31 K.a3: T.
zwart spaat
den blindspeler een vals
32 L.t
c'énige zet om mat te _
hinderen.
32 ....
33 K.b4 l
34 L g5 1
35 T e5 1
36 g4 opgege\
Partij gespeeld in Australiëop een wedst;
onlangs gehouden in de Schaakclub te Melboui
CENTRUM-OPENIKG.
Wit.
Mr. Crewe.
Zwart.
M.Clezy.
e5
ed4:
P.c
P.f6
l e4
2 d4
3 D.d4;
4 D.e3
5 e5 V
L.e i is hier de
aangewe/eii zet en het Dcste
antwoord van Zwart daarop
is: 5 At'}, niet L.b4f
zooals vaak geschiedt.
5 . . ." . . P.g4
6 I).c4 d5
7 eü6:t>p¥L.e6
8 L.e-J
Speelt Wit 8 dc7 : dan
behaalt Zwart een voordeel
door 8. ..D.dlf! 'J Kdl:,
P.i2 | te spelen.
8 P.fG
9 dc7:? D.c7:
10 D.a4 L 06
11 L.eS
P.f3 is, onzes inziens,
de eenige zet die Wit een
dragelijk spel bc.-o'gt.
11 o?o
12 P.aS
AVit blijft voortdure
het spoor bijster. Jlet
een dergeliJKe positie c
o?o?o te spelen loo
hij zijn verderf te gemoi
12
13 c3
14 D.c2 P
15 L.d2 ?
Wit ziet het gevaarlij
vaii zijn toestand niet i
P.f3 was dringend noo
zakelijk.
15 T.ft
16 o?o?o T.a
17 L.d3
18 P.bl? D.c
Z'.vart dreigt ra
P.cb-1 de Koningin te va
gen.
19 c4 t
20 L c4:
20 L.fl, P.cb4 21
D.eL.1'5 en Zwart wint d
Koningin.
20 P.c
21 D.b3 T.c4
22 P.c3 P.c
23 L.c3: T.c3
Wit geeft op.