De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1890 14 december pagina 2

14 december 1890 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

Brf3f!ï* -. b *én ik moet bij cte ontwikliep voor mijn» bestrijding mocratië. Doch: difc. neemt K^C keizer in hoofdzaak gelijk ; wil breteir mat een haif'heid, uden} Btelset in eere houdt «n "fvoïdoen aan de eischen van den in de lersche parlementaire gewerden. Parnell heeft hand en tand vastgeklampt aan doch slechts 31 zijner zijn. hem getrouw gebleven, hem.als leider hebben afgezet en .c Catthy in-zijne plaats hebben verstrijd tussehen de beide partijen na het Parlement op Kerstreces is in Ierland zelf voortgezet en . ijnlijki uiterst heftig worden. is-.te Dublin met groote geestdrift maar de- redevoering, die hij op BW aankomst heeft gehouden, zal enfeele van zijne vereerders als de '" 'ift is> bekoeld, wat kalmer stemidigtng'Van zijne houding was N*iet' hij, zoo beweerde hij, oorc&ak dor crisis- geweest, maar »j die acht dagen had geMrr toee eerst' gezegd had, dat hij met» den leider der lersehe fractie ?ken. Had Gladstone maar i' dat hf- zoo' over de zaak dacht, iel! zijne- ambtgenooten kunnen voop'hij zich door hen liet her niet slechts een jammerlijke uitma&r zelfs eene bepaalde onwaarifraell heeft vóór de vergadering, t lïij werd herkozen, kennis gedragen jjfl«Bv inhoud van Gladstone's schrijven hot'hem daarin gestelde alternatief. Tt- die medèdeeMng van Justin Mac i'ontvangenv En nu juist in de laatste zoo- herhaaldelijk is gebleken, dat Imet de-waarheid op zeer gespannen a*t, is' er ? geen ^reden om aan zijne tüt' waarde te hechten dan aan verklaringen van Mac Carthy. aöti-Parnellisten sluiten de oogen niet "dé- groote diensten, gedurende eene van jaren door Parnell aan de lersche i bewezen, maar zeggen, dat zij, door rals- leider te handhaven, aan die zaak ;zouden hebben gepleegd, daar Home alleen verkrijgbaar is door de mede van de Engelsche democratie, die Paraell heeft afgewend. flinville kreeg het opeens benauwd. ,>Verlaat u Parijs T' vroeg hij, »zij moet de provincie?'' . in de Vogezen.... en ik blijf, zooals lf spreekt, bij Claudette Ik ben jpMtsreeTen»,tachtig mijn waarde heer, en voor korten tijd, die mij nog gegund is, willen elkaar blijven.'1 vertrekt u spoedig ? d« eerste week van Januari.. . En nu mijnheer, u is goed voor ons ge en Claudette heeft mij op het hart u ook voor haar dank te zeggen ..." 't onderdirecteur, ontsteld en afgetrokken, en geschikt antwoord vinden. Toen dame vertrokken was, bleef hij getijd met de handen onder het hoofd n bureau zitten. Hij bracht den nacht ode door, en den volgenden morgen was tnerrig en onhandelbaar tegenover zijne schikten. Hij kon het werk niet bemea. Toen het drie uur was, kreeg zijn een buitengewone beurt, en verliet hij t.mhfisterie, een voorbijgaand rijtuig aanOnze Nederlandsche ministers zijn, volgens officieel»- mededeeling, door. H. M. de konin gin-regentes in het gezag bevestigd. Of" hieraan het gebruikelijke verzoek om ontslag. is voorafgegaan, wordt niet gemeld. Zulk een verzoek zou, in de gegeven omstandig heden wel niets anders zijn geweest dan eene formaliteit, maar er zijn vormen die men ongaarne veronachtzaamd ziet. Wellicht zou de koningin-regentes, ook al droeg het regeeringsbeleid van de tegenwoor dige raadslieden der Kroon niet in alle op zichten, hare goedkeuring weg, hen toch heb ben behouden, om daardoor hare adhaesie en haren zedelijken steun te verleenen aan de houding, door het Kabinet aangenomen in de Congo-quaestie, of, zooals de heer JRutgers van Rozenburg het in de Kamer kort en krachtig uitdrukte, aan het Congo-schandaal. Sedert eenige dagen zijn de zonderlingste geruchten over deze zaak in omloop. Nu eens komt een telegram uit Brussel de RotterdamscheAfrikaansche vennootschap, wier belangen en rechten door onze regeering tot nu toe kloek zijn verdedigd, beschuldigen van het invoeren van geweren, waarmede de inboor lingen de autoriteiten van den Congo-staat bestrijden. De beschuldiging blijkt eenvoudig een leugen te zijn. Dan weer wordt ver teld, dat Nederland verlenging heeft gevraagd van den bedenktermijn: ook dit bericht blijkt »onjuist'' te zijn. Vervol gens verneemt men, dat eenige groote mogendheden zich hebben vereenigd om op Nederland een drang uit te oefenen, ten einde zijne onderteekening te verkrijgen van de additioneele bepalingen betreffende de in voerrechten. Een paar dagen later neemt het gerucht een stelliger vorm aan : Enge land, Italië, Oostenrijk en Diiitschland zouden eene collectieve nota hebben ingediend,die door den Duitschen gezant te 's Hage aan onze regeering is overhandigd; weer een dag later wordt uit Londen geseind, dat Nederland heeft toegegeven. En dit alles blijkt alweer »onjuist" te zijn. Heeft men hier te doen met zoogenoemde ballons d'essai, opgelaten om te zien van wel ken kant de wind der openbare meening komt ? Wij houden deze verklaring voor de meest waarschijnlijkste en wij hopen van gaiischer harte, dat zij ook de juiste is. Het zou een hoogst betreurenswaardige zwakheid van onze regeering zijn, indien zij zich, zelfs door bedreigingen, liet dringen om Nederland's ontwijfelbaar goed recht prijs te geven. i' half uur later, kwam hij huiverend len tuin van N o. 12 van de Rue de la .-en klopte hij aan de deur van de «wd. Blouet. Claudette opende de deur. Toen zij den ?oderdirecteur zag. schrikte zij geweldig, en fcweg een hoog roode kleur, terwijl een glim(teh baar blauwe oogen verhelderde. »Gröotmoeder is uit'', zeide ze, »maar ze temt spoedig terug, en u te zien zal haar jjaaoegen doen." '»H«t is eigenlijk niet mevrouw Blouet, die iïc^wenschte te zien, maar u, juffrouw." »Mij?" fluisterde zij in verwarring. . »Ja! u, vervolgde hij met drift . . . zijn teel werd als dichtgenepeii, en woorden kon fcij^nauwdijks vinden: xüiiU nog. altoos voornemens met Januari Ta» hier te gaan ? Zij gaf een toestemmend knikje. »En spijt het u niet, dat u Parijs verlaat." »ïNu! Ja .... Het valt mij hard . .. maar t» moet zoo. Voor ons is de aanstelling fortuin, en grootmoeder zal daardoor laatste levensjaren zonder zorg kunnen ftowrbrengen/' »Eft wanneer ik u. nu eens in staat stelde «B'in Parijs te blijven, en tevens mevrouw BJöfleb rust en welvaart verzekerde?" »0; mijnheer!' kreet het meisje, met een Uut Waarin gelukkige verwachting door?ftra&lde. Kunst en Letteren. Maar daarvoor wordt een heldendaad van u geëischt; mogelijk schat u die boven uwe krachten .. . »Ik ben moedig mijnheer.... spreek maar." »Welnu! juffrouw...." Hij moest even adem scheppen; toen zeer rad, bijna ruw 'vervolgde hij: »Wilt gij mijne vrouw worden?" »Mijn God ! .. ." stamelde zij de aandoe ning belette haar te spreken. Ofschoon he vig verrast, was het geen blik van veront waardiging die den onderdirecteur kon af schrikken. Haar boezem zwoegde, haar lip pen waren half geopend en met haar blauwe oogen, waaruit een zachte gloed straalde, zag zij hem aan. En Bainville bevreesd voor een bescha mende weigering, dorst ternauwernood haar aanzien. Eindelijk angstig door het ge rekt stilzwijgen vroeg hij: »Üvindt me zeker te oud, u schijnt verschrikt te zijn !. . ." «Verschrikt?'' antwoordde zij eenvoudig, »neen, maar verrast en tevreden 't is te gelukkig om het te geloovcn !" »Licve Claudette!"' riep hij uit en vatte haar beide handen. »Geloof er aan, en ge loof' niet minder dat ik hier de ware geluk kige ben, want ik heb je lief!" Zij bleef sprakeloos, maar uit haar blik sprak een wereld van dankbaarheid en teederheid, en hierin kon Bainville zich niet vergissen. Hij las in die oogen, dat zij zich gelukkig achtte, en toen hij haar tot zich trok en geen tegenstand ontmoette, werd hij moediger, en haar handen aan zijn lippen brengende, kuste hij ze met jeugdigen gloed. »Heilige moeder Gods!" riep de oude dame, die juist op dat oogcnblik binnen kwam. Zij richtten zich tot de goede oude vrouw, hij niet weinig confuus, en zij niet een purper-rooden blos. «Mevrouw Blouet," sprak ITuhert Bain ville eindelijk; «Mevrouw Blouet, denk er geen kwaad van! Toen ik bij u gegeten had heb ik 's avonds, evenals toen ik kind was, een bezoek gehad van Sint Nicolaas. eii die bracht mij een vrouwtje als geschenk hier is ze, het is uw kleindochter ; geef ons uw toestemming, en het huwelijksfeest is aanstaande." TOONEEL TE AMSTERDAM. Kon, Vereeniging Het Ned. Toöneel": Leeuwerikje. Ptantageschouwburg v. Lier: Meester en Knecht. Parkschouwburg: Uevant l'entieim. Frascatischouwburg: Hr. Ms. Knafore. Eenige weken geleden, toen de première van Die Hawbenlerche te Berlijn plaats had; werd in dit blad uitvoerig verslag van het stuk gegeven; met verwijzing hiernaar kan het volgende omtrent het spel der Nederlandsche vertolkers gezegd worden. Het stuk zooak het door' het Ned. tooneel werd gespeeld, werd geheel gedragen door de heeren Clous ^ugust) en Tourniaire (Hermann). De laatste was uitmuntend als de jonge losbol, maar den eerste komt de meeste lol toe, omdat hij van een rol, die bij onachtzaam spel vervelend zou zijn geweest een zeer goed te begrijpen en te waar deeren persoonlijkheid heett gemaakt. Deze August preekt niet, maar verdedigt stellingen. Leent je is in handen gegeven van mej. Sophie de Vries, en het moge waar zijn dat een meer volleerde actrice meer pakkend spel zou te zien geven, het onnoozel kippetje, dac mej. de Vries vertoont, is een verdedigbare opvatting. Zij nebbe, ik schrijf het nogmaals neer, echter vooral op haar stem te letten. Beweging kan zij aanleerent maar telkenmale als zij optreedt zonder werk van haar geluid te maken, gaat zij achteruit. Den bloemkorf dien ik haar zag aanbieden, had zij nog niet verdiend. De heer v. Zuijlen had beter rol in de Eer. Paul liefeld is in goede handen bij den heer de Jong. Deze figuur is ook niet mooi bewerkt door den schrijver. Stel u een werkman voor, die 's nachts om het huis van zijn aangebedene dwaalt. Enfin! hij moest tegenwoordig zyn in het laatste bedrijf', en toen heeft de schrijver gewerkt volgens de leer: het doel wettigt de middelen. Het ijs schijnt de menschen uit de schouwburg te lokken. Het Leeuwerikje is een drukker bezoek anders wel waard. Er zijn nog altijd Engelsche auteurs die ons in hun tooneelwerken allerzeldzaamste toestanden laten zien. Een geheim huwelijk is voor hen een onmisbaar iets, een onschuldig veroordeelde een troetelkind, en een moordaanslag een genotvol pretje. Dit is niet zoozeer omdat een Engelsch^ maii zulk een vrouwenverleider is, of zoo gaarne een medemensen eenige jaren laat brommen, even min omdat hij het 3u gebod zoo licht telt, neen, driemaal reen, het is hem alleen om de vergel ding te doen. U! dat laatste bedrijf, als de boosdoener ont maskerd wordt, maar nog zal ontvluchten; als dan de inspecteur van politie met zijn twee trouwe dienaren eensklaps binnentreedt en zegt: Niet zoo haastig, mr. Dieëndie, ik heb nog een woordje met L' te spreken !" en koelbloedig hem laat gevangen nemen; als dan de hij en de zij in eikaars armen vallen en zweren slechts voor elkaar en voor hun geluk te zullen leven zie! dat is du wellust van het meerendeel van het Engelscue .schouwburgpubliek. En de schrijvers kennen hun volkje en om aan den smaak te voldoen hebben zij een justitie en een politie volgens eigen model, en een paar brave arme menscheii als helpers achter de hand. Daar is b.v. het drama Meester en Knecht, nu vertoond in den Plantage Schouwburg Van Lier, vroeger onder den titel Master and Man in het l'rincess theutre te Londen. Ilier is de tjuaestie, dat zekere Frank Carlton een geheim huwelijk heeft aangegaan, waaruit een dochtertje geboren is. Frank is gestorven, zijn vrouw ook, en nu wordt eenvoudig verteld, dat zij in het geheel niet gehuwd zijn geweest. De ge boorteacte van het jonge meisje is gestolen en nu kan liobert Carlton, haar oom, zich meester maken van haar geld en goed. Zoo is het ook geschied en l Leste r verdient als onderwijzeres een schamel stukje brood, wat niet belet dat zij er heel aardig uitziet in een lichtblauw kleedje met witte kant, met haar blonden krullebol, gedekt door een fantasie-herderinnehoed met bloemen en lange blauwe linten. Haar aanstaande is machinist (niet in genieur, zooals Ii3t programma zegt) op do fabriek van Curllon, en als zij weigert den fabrikant te huwen, die zich aldus het bezit van het onrecht matig verkregene wil verzekeren, wordt natuurlijk de jonge man weggejaagd. Dat er dua wrok in het hart van den jongen man ontstaat, is te ver klaren. Minder duidelijk is weder de uitspraak van den Engelschen rechter, die den macuinist tot zeven jaren gevangenisstraf veroordeelt voor een moordaanslag, door een ander op Carlton. bedreven Het ging zoo toe. Ilester was Carlton wat komen vragen, alleen en 's avonds laat en deze had haar nogmaals, ofschoon zij nu reeds gehuwd was, zijn liefde verklaard. Hij nam haar zelfs in zijn armen, op haar geroep komt haar man aan snellen, maar ook zekere Jtin Burgleigh, wiens vrouw door Carltott verleid was. Terwijl de machinist zijn vrouw ontzet, vuurt Jim op den fabrikant en Jack Walton wordt nu gevangen ge nomen en veroordeeld op getuigenis van den gewonde en diens meesterknecht, niettegenstaande Jtin zich als de dader aangeeft, en \\ralton's vrouw toch ook de waarheid had kunnen getuigen. Enfin, de wegen dezer heeren zijn onnaspeur lijk, maar men heeft nu wat men wilde: het geheime huwelijk, den moordaanslag en den on schuldig veroordeelde. IS'u komt het er op aan alles weer in het reine te brengen. Hiertoe dienen nu een paar arme, maar altijd opgeruimde menschen, het echtpaar Honywood, die samen een caféhouden waar niemand komt, die dus allen tijd hebben zich met een anders mans zaken te bemoeien ,en on gebruikte borrels genoeg om dezen en genen een hartversterking aan te bieden. Deze vinden het natuurlijk een eer en een genoegen, kost en huisvesting te verstrekken aan Ilester en haar kind. De vrouw vindt het verder een buitenkansje, aan Carlton onaangename waar heden te zeggen, en de man heett het ver ge bracht in het voor den mal houden der politie. Carlton laat Hester niet met rust, omdat hij gaarne zou zien dat zy naar Australiëof Amerika ging, en hy laat zelfs haar kind stelen, om haar er toe te dwingen", Maar" nu komt' ook de vergeldtog. Het'kiad en de gcboorteacte worden teruggevonden;- Jaek Walton- ontvlucht; en Carlton wordt, overtuigd van zijn misdaden, gevangengenomen. Walton is dus weder met vrouw en kind ver eenigd en omhelst ze onder het applaus der toe schouwers, en onder de neuzen der politiebeamb ten, die er echter niet aan denken het huwelijks geluk te verstoren en den ontvluchten gevangene weder mee te nemen. Het toejuichende publiek 'moet wel een vreemd denkbeeld krijgen < van ordenen recht in een be schaafden staat; vooral door de houding der tooneelpolitie, die voortdurend op de hand schijnt te zijn van ontvluchte gevangenen en hunne vrouwen, en temeer, ale d& vertooning er van met zulk een ernst en succes geschiedt als in den Plantage schouwburg. Want ik heb aldaar in lang niet zulk een goed samenspel gezien. Met een paar opmerkingen kan ik volstaan. De heeren Lageman spanden de kroon, vooral door hun eenvoud en natuurlijkheid, en hun zuiver en duidelijk spreken. De heer C. Lageman, die voor Jim Rmleigh speelde, sprak zelfs mooi. Hij deed mij aan Henri de Vries denken als Hanna's broer in Vorsten school. De heer Veltman is als de valsche meester knecht natuurlijk zoo valsch als iemand maar zijn kan. Zijn meester, Bobvrt Carlton, werd voorge steld door den heer Verhagen, en m.i. niet fijn genoeg. Hij had meer heer moeten zijn. Verhagett is een echte tooneelbaron. De heer Potharst., die zijn rol zeer juist als machinist had opgevat, staande even boven den werkman, kan soms zoo iets zoets in zijn uitspraak hebben, dat het hindert, en mevr. André, die zijn vrouw voorstelde, was te coquet op heur haar. In alle levensomstandigheden, in vreugd en nood, vertoonde zij zich met hetzelde mooi opgemaakte haar, van achter saamgehouden door een lichtkleurig lintje. Zelfs toen aij op de markt haar kind bij reizende kunste naars vond, was zij blootshoofds met haar mooie pruik. Trouw werd zij hierin nagevolgd door mevr. Potharst, haar vriendin en steun. Op zulke dingea moet de regie letten, die ook niet had mogen toestaan, dat de heer Jurgens bij zijn geruite pak een dito hoed droeg. Dit wordt chargeeren. De regie was. overigens zeer voldoende en het decoratief juist' gekozen. De smeltoven zal na tuurlijk ieders aandacht trekken. In den Parkschouwburg is een Fransch tooneelgezelsehap opgetreden met een drama, getiteld Uevant CEnnemi en spelende gedurende den Fransch-Duitschen oorlog. Ik heb de voorstelling niet bij kunnen wonen, maar verneem dat de ver tooning hier niet zulk een succes had als te Parijs, om de eenvoudige reden, dat het stuk ge heel werkt op de vaderlandsliefde der Franschen; en die aanleiding tot toejuiching hier ontbreekt. Hot decoratief moet echter somtijds bijzonder fraai zijn. Ia den Frascati-Schouwburg wordt vertoond. Ilr. JXs-, Pinafore, een operette in twee bedrijven van den schrijver en den componist van De Mtkado. Uver deze voorstellingen een volgenden keer. Fa. MUZIEK IN DE HOOFDSTAD. Lucie und kei'n Ende. Nogmaals heb ik over de/e opera te schrijven, die njij (het sextet in de tweede acte uitgezonderd) zeer weinig belang in boezemt en die toch steeds met groute voorliefde door alle coloratuurzangeressen wordt gekozen. Waarom ? omdat men in deze rol een aantal kunststukken, salto-mortales en andere aerobatische toereu met de stem kan doen bewonderen. Hoort men nu in deze opera een zangeres die al deze moeielijkheden met groot meesterschap overwint, dan kan dit een betrekkelijk genot oplereren, doch ook dan alleen. Men mag het dus mej. Piazza niet als een verwijt a;iurekeuen dat deze partij boven hare macht is, doch wel dat zij die partij op zici nam. Wij hopen dus spoedig, evenals over bare in terpretatie van Lakmé, van een volgende rol weer veel goeds te kunnen zeggen. De heeren Pauwels en Albers voldeden mij zeer en ook het sextet slaagde zeer goed. Dit was het glanspunt van den avond. Dinsdagavond voerde de Zangvereeniging Musis Siicrum een nieuw werk van Heiurich Hoffman : Editha op. Daar dit werk (voor zoover ik weet) pas voor het eerst iu Holland werd uitgevoerd, moet ik hierover wat uitvoeriger zijn. In het kort geef ik een verhaal van den inhoud. Editha is eene priesteres in den tempel van Hertha. Deze priesteressen mogen nouit bemin nen doch moeten zich geheel aan de Godheid wijden. Terwijl het koor den lof van de Goden bezingt, verscb'ij it Thorhild, e^ne waanzinnige zieneres. Zij heeft een visioen gehad en voor spelt oorlog en ondergang. De opperpriester Helgi heeft echter vertrouwen in de toekomst. Tnans verschijnt Kunolf, die voor een gewonden krijgsrnakker* (die blijkt de koning der Denen te zijn) een genezendeti drank komt vragen, die de priesteressen alleen kunnen bereiden. Hij verklaart een christen te zijn en de Hoogepriester beveelt Editha heni in plaats hiervan een gif. drank te geven. Editha, die voor 'sjongelings uiterlijk niet on gevoelig is, moet gehoorzamen, doch vraagt hem fluisterend om eene nachtelijke samenkomst aan bet Hertha-meer. (Het was toen zeker schrikkeljaar I) Daar geeft zij hem den authentieker) drank en tevens ontspint zich daar eene lieflescène. Hier krijgt men eveneens de verrassende mededeeling dat Editha eigenlijk al lang christin is. De zie neres Thorhild heeft het paartje bespied en roept allen wakker. Kunolf vlucht en Editha begeeft zich, alsof zij van den prins geen kwaad weet, weer onder de priesteressen. Helgi vraagt wie de schuldige is ? Allen be tuigen in kojr dat zij onschuldig zijn en zingen

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl