Historisch Archief 1877-1940
Brf3f!ï* -.
b *én ik moet bij cte
ontwikliep voor mijn» bestrijding
mocratië. Doch: difc. neemt
K^C keizer in hoofdzaak gelijk
; wil breteir mat een haif'heid,
uden} Btelset in eere houdt «n
"fvoïdoen aan de eischen van den
in de lersche parlementaire
gewerden. Parnell heeft
hand en tand vastgeklampt aan
doch slechts 31 zijner
zijn. hem getrouw gebleven,
hem.als leider hebben afgezet en
.c Catthy in-zijne plaats hebben
verstrijd tussehen de beide partijen
na het Parlement op Kerstreces is
in Ierland zelf voortgezet en
. ijnlijki uiterst heftig worden.
is-.te Dublin met groote geestdrift
maar de- redevoering, die hij op
BW aankomst heeft gehouden, zal
enfeele van zijne vereerders als de
'" 'ift is> bekoeld, wat kalmer
stemidigtng'Van zijne houding was
N*iet' hij, zoo beweerde hij,
oorc&ak dor crisis- geweest, maar
»j die acht dagen had
geMrr toee eerst' gezegd had, dat hij
met» den leider der lersehe fractie
?ken. Had Gladstone maar
i' dat hf- zoo' over de zaak dacht,
iel! zijne- ambtgenooten kunnen
voop'hij zich door hen liet
her
niet slechts een jammerlijke
uitma&r zelfs eene bepaalde
onwaarifraell heeft vóór de vergadering,
t lïij werd herkozen, kennis gedragen
jjfl«Bv inhoud van Gladstone's schrijven
hot'hem daarin gestelde alternatief.
Tt- die medèdeeMng van Justin Mac
i'ontvangenv En nu juist in de laatste
zoo- herhaaldelijk is gebleken, dat
Imet de-waarheid op zeer gespannen
a*t, is' er ? geen ^reden om aan zijne
tüt' waarde te hechten dan aan
verklaringen van Mac Carthy.
aöti-Parnellisten sluiten de oogen niet
"dé- groote diensten, gedurende eene
van jaren door Parnell aan de lersche
i bewezen, maar zeggen, dat zij, door
rals- leider te handhaven, aan die zaak
;zouden hebben gepleegd, daar Home
alleen verkrijgbaar is door de mede
van de Engelsche democratie, die
Paraell heeft afgewend.
flinville kreeg het opeens benauwd.
,>Verlaat u Parijs T' vroeg hij, »zij moet
de provincie?''
. in de Vogezen.... en ik blijf, zooals
lf spreekt, bij Claudette Ik ben
jpMtsreeTen»,tachtig mijn waarde heer, en voor
korten tijd, die mij nog gegund is, willen
elkaar blijven.'1
vertrekt u spoedig ?
d« eerste week van Januari.. . En nu
mijnheer, u is goed voor ons ge
en Claudette heeft mij op het hart
u ook voor haar dank te zeggen ..."
't onderdirecteur, ontsteld en afgetrokken,
en geschikt antwoord vinden. Toen
dame vertrokken was, bleef hij
getijd met de handen onder het hoofd
n bureau zitten. Hij bracht den nacht
ode door, en den volgenden morgen was
tnerrig en onhandelbaar tegenover zijne
schikten. Hij kon het werk niet
bemea. Toen het drie uur was, kreeg zijn
een buitengewone beurt, en verliet hij
t.mhfisterie, een voorbijgaand rijtuig
aanOnze Nederlandsche ministers zijn, volgens
officieel»- mededeeling, door. H. M. de konin
gin-regentes in het gezag bevestigd. Of"
hieraan het gebruikelijke verzoek om ontslag.
is voorafgegaan, wordt niet gemeld. Zulk
een verzoek zou, in de gegeven omstandig
heden wel niets anders zijn geweest dan eene
formaliteit, maar er zijn vormen die men
ongaarne veronachtzaamd ziet.
Wellicht zou de koningin-regentes, ook al
droeg het regeeringsbeleid van de tegenwoor
dige raadslieden der Kroon niet in alle op
zichten, hare goedkeuring weg, hen toch heb
ben behouden, om daardoor hare adhaesie en
haren zedelijken steun te verleenen aan de
houding, door het Kabinet aangenomen in de
Congo-quaestie, of, zooals de heer JRutgers van
Rozenburg het in de Kamer kort en krachtig
uitdrukte, aan het Congo-schandaal. Sedert
eenige dagen zijn de zonderlingste geruchten
over deze zaak in omloop. Nu eens komt
een telegram uit Brussel de
RotterdamscheAfrikaansche vennootschap, wier belangen
en rechten door onze regeering tot nu toe
kloek zijn verdedigd, beschuldigen van het
invoeren van geweren, waarmede de inboor
lingen de autoriteiten van den Congo-staat
bestrijden. De beschuldiging blijkt eenvoudig
een leugen te zijn. Dan weer wordt ver
teld, dat Nederland verlenging heeft
gevraagd van den bedenktermijn: ook dit
bericht blijkt »onjuist'' te zijn. Vervol
gens verneemt men, dat eenige groote
mogendheden zich hebben vereenigd om
op Nederland een drang uit te oefenen, ten
einde zijne onderteekening te verkrijgen van
de additioneele bepalingen betreffende de in
voerrechten. Een paar dagen later neemt
het gerucht een stelliger vorm aan : Enge
land, Italië, Oostenrijk en Diiitschland zouden
eene collectieve nota hebben ingediend,die door
den Duitschen gezant te 's Hage aan onze
regeering is overhandigd; weer een dag later
wordt uit Londen geseind, dat Nederland
heeft toegegeven. En dit alles blijkt alweer
»onjuist" te zijn.
Heeft men hier te doen met zoogenoemde
ballons d'essai, opgelaten om te zien van wel
ken kant de wind der openbare meening
komt ? Wij houden deze verklaring voor de
meest waarschijnlijkste en wij hopen van
gaiischer harte, dat zij ook de juiste is. Het
zou een hoogst betreurenswaardige zwakheid
van onze regeering zijn, indien zij zich, zelfs
door bedreigingen, liet dringen om Nederland's
ontwijfelbaar goed recht prijs te geven.
i' half uur later, kwam hij huiverend
len tuin van N o. 12 van de Rue de la
.-en klopte hij aan de deur van de
«wd. Blouet.
Claudette opende de deur. Toen zij den
?oderdirecteur zag. schrikte zij geweldig, en
fcweg een hoog roode kleur, terwijl een
glim(teh baar blauwe oogen verhelderde.
»Gröotmoeder is uit'', zeide ze, »maar ze
temt spoedig terug, en u te zien zal haar
jjaaoegen doen."
'»H«t is eigenlijk niet mevrouw Blouet, die
iïc^wenschte te zien, maar u, juffrouw."
»Mij?" fluisterde zij in verwarring.
. »Ja! u, vervolgde hij met drift . . . zijn
teel werd als dichtgenepeii, en woorden kon
fcij^nauwdijks vinden:
xüiiU nog. altoos voornemens met Januari
Ta» hier te gaan ?
Zij gaf een toestemmend knikje.
»En spijt het u niet, dat u Parijs verlaat."
ȕNu! Ja .... Het valt mij hard . .. maar
t» moet zoo. Voor ons is de aanstelling
fortuin, en grootmoeder zal daardoor
laatste levensjaren zonder zorg kunnen
ftowrbrengen/'
»Eft wanneer ik u. nu eens in staat stelde
«B'in Parijs te blijven, en tevens mevrouw
BJöfleb rust en welvaart verzekerde?"
»0; mijnheer!' kreet het meisje, met een
Uut Waarin gelukkige verwachting
door?ftra&lde.
Kunst en Letteren.
Maar daarvoor wordt een heldendaad
van u geëischt; mogelijk schat u die boven
uwe krachten .. .
»Ik ben moedig mijnheer.... spreek maar."
»Welnu! juffrouw...." Hij moest even
adem scheppen; toen zeer rad, bijna ruw
'vervolgde hij: »Wilt gij mijne vrouw worden?"
»Mijn God ! .. ." stamelde zij de aandoe
ning belette haar te spreken. Ofschoon he
vig verrast, was het geen blik van veront
waardiging die den onderdirecteur kon af
schrikken. Haar boezem zwoegde, haar lip
pen waren half geopend en met haar blauwe
oogen, waaruit een zachte gloed straalde,
zag zij hem aan.
En Bainville bevreesd voor een bescha
mende weigering, dorst ternauwernood haar
aanzien. Eindelijk angstig door het ge
rekt stilzwijgen vroeg hij: Ȇvindt me zeker
te oud, u schijnt verschrikt te zijn !. . ."
«Verschrikt?'' antwoordde zij eenvoudig,
»neen, maar verrast en tevreden 't is te
gelukkig om het te geloovcn !"
»Licve Claudette!"' riep hij uit en vatte
haar beide handen. »Geloof er aan, en ge
loof' niet minder dat ik hier de ware geluk
kige ben, want ik heb je lief!"
Zij bleef sprakeloos, maar uit haar blik
sprak een wereld van dankbaarheid en
teederheid, en hierin kon Bainville zich niet
vergissen.
Hij las in die oogen, dat zij zich gelukkig
achtte, en toen hij haar tot zich trok en geen
tegenstand ontmoette, werd hij moediger, en
haar handen aan zijn lippen brengende, kuste
hij ze met jeugdigen gloed.
»Heilige moeder Gods!" riep de oude
dame, die juist op dat oogcnblik binnen
kwam.
Zij richtten zich tot de goede oude vrouw,
hij niet weinig confuus, en zij niet een
purper-rooden blos.
«Mevrouw Blouet," sprak ITuhert Bain
ville eindelijk; «Mevrouw Blouet, denk er
geen kwaad van! Toen ik bij u gegeten
had heb ik 's avonds, evenals toen ik kind
was, een bezoek gehad van Sint Nicolaas.
eii die bracht mij een vrouwtje als geschenk
hier is ze, het is uw kleindochter ; geef
ons uw toestemming, en het huwelijksfeest
is aanstaande."
TOONEEL TE AMSTERDAM.
Kon, Vereeniging Het Ned. Toöneel": Leeuwerikje.
Ptantageschouwburg v. Lier: Meester en Knecht.
Parkschouwburg: Uevant l'entieim.
Frascatischouwburg: Hr. Ms. Knafore.
Eenige weken geleden, toen de première van
Die Hawbenlerche te Berlijn plaats had; werd in
dit blad uitvoerig verslag van het stuk gegeven;
met verwijzing hiernaar kan het volgende omtrent
het spel der Nederlandsche vertolkers gezegd
worden.
Het stuk zooak het door' het Ned. tooneel werd
gespeeld, werd geheel gedragen door de heeren
Clous ^ugust) en Tourniaire (Hermann). De
laatste was uitmuntend als de jonge losbol, maar
den eerste komt de meeste lol toe, omdat hij van
een rol, die bij onachtzaam spel vervelend zou zijn
geweest een zeer goed te begrijpen en te waar
deeren persoonlijkheid heett gemaakt. Deze August
preekt niet, maar verdedigt stellingen.
Leent je is in handen gegeven van mej. Sophie
de Vries, en het moge waar zijn dat een meer
volleerde actrice meer pakkend spel zou te zien
geven, het onnoozel kippetje, dac mej. de Vries
vertoont, is een verdedigbare opvatting. Zij nebbe,
ik schrijf het nogmaals neer, echter vooral op haar
stem te letten. Beweging kan zij aanleerent maar
telkenmale als zij optreedt zonder werk van haar
geluid te maken, gaat zij achteruit. Den bloemkorf
dien ik haar zag aanbieden, had zij nog niet
verdiend.
De heer v. Zuijlen had beter rol in de Eer.
Paul liefeld is in goede handen bij den heer
de Jong. Deze figuur is ook niet mooi bewerkt
door den schrijver.
Stel u een werkman voor, die 's nachts om het
huis van zijn aangebedene dwaalt. Enfin! hij moest
tegenwoordig zyn in het laatste bedrijf', en toen
heeft de schrijver gewerkt volgens de leer: het
doel wettigt de middelen.
Het ijs schijnt de menschen uit de schouwburg
te lokken. Het Leeuwerikje is een drukker bezoek
anders wel waard.
Er zijn nog altijd Engelsche auteurs die ons in
hun tooneelwerken allerzeldzaamste toestanden
laten zien. Een geheim huwelijk is voor hen een
onmisbaar iets, een onschuldig veroordeelde een
troetelkind, en een moordaanslag een genotvol
pretje. Dit is niet zoozeer omdat een Engelsch^
maii zulk een vrouwenverleider is, of zoo gaarne
een medemensen eenige jaren laat brommen, even
min omdat hij het 3u gebod zoo licht telt, neen,
driemaal reen, het is hem alleen om de vergel
ding te doen.
U! dat laatste bedrijf, als de boosdoener ont
maskerd wordt, maar nog zal ontvluchten; als dan
de inspecteur van politie met zijn twee trouwe
dienaren eensklaps binnentreedt en zegt:
Niet zoo haastig, mr. Dieëndie, ik heb nog een
woordje met L' te spreken !" en koelbloedig hem
laat gevangen nemen; als dan de hij en de zij
in eikaars armen vallen en zweren slechts voor
elkaar en voor hun geluk te zullen leven zie!
dat is du wellust van het meerendeel van het
Engelscue .schouwburgpubliek.
En de schrijvers kennen hun volkje en om aan
den smaak te voldoen hebben zij een justitie en
een politie volgens eigen model, en een paar brave
arme menscheii als helpers achter de hand.
Daar is b.v. het drama Meester en Knecht, nu
vertoond in den Plantage Schouwburg Van Lier,
vroeger onder den titel Master and Man in het
l'rincess theutre te Londen.
Ilier is de tjuaestie, dat zekere Frank Carlton
een geheim huwelijk heeft aangegaan, waaruit een
dochtertje geboren is. Frank is gestorven, zijn
vrouw ook, en nu wordt eenvoudig verteld, dat zij
in het geheel niet gehuwd zijn geweest. De ge
boorteacte van het jonge meisje is gestolen en nu
kan liobert Carlton, haar oom, zich meester maken
van haar geld en goed. Zoo is het ook geschied
en l Leste r verdient als onderwijzeres een schamel
stukje brood, wat niet belet dat zij er heel aardig
uitziet in een lichtblauw kleedje met witte kant,
met haar blonden krullebol, gedekt door een
fantasie-herderinnehoed met bloemen en lange blauwe
linten. Haar aanstaande is machinist (niet in
genieur, zooals Ii3t programma zegt) op do fabriek
van Curllon, en als zij weigert den fabrikant te
huwen, die zich aldus het bezit van het onrecht
matig verkregene wil verzekeren, wordt natuurlijk
de jonge man weggejaagd. Dat er dua wrok in
het hart van den jongen man ontstaat, is te ver
klaren. Minder duidelijk is weder de uitspraak
van den Engelschen rechter, die den macuinist
tot zeven jaren gevangenisstraf veroordeelt voor
een moordaanslag, door een ander op Carlton.
bedreven
Het ging zoo toe. Ilester was Carlton wat
komen vragen, alleen en 's avonds laat en deze
had haar nogmaals, ofschoon zij nu reeds gehuwd
was, zijn liefde verklaard. Hij nam haar zelfs in
zijn armen, op haar geroep komt haar man aan
snellen, maar ook zekere Jtin Burgleigh, wiens
vrouw door Carltott verleid was. Terwijl de
machinist zijn vrouw ontzet, vuurt Jim op den
fabrikant en Jack Walton wordt nu gevangen ge
nomen en veroordeeld op getuigenis van den
gewonde en diens meesterknecht, niettegenstaande
Jtin zich als de dader aangeeft, en \\ralton's
vrouw toch ook de waarheid had kunnen getuigen.
Enfin, de wegen dezer heeren zijn onnaspeur
lijk, maar men heeft nu wat men wilde: het
geheime huwelijk, den moordaanslag en den on
schuldig veroordeelde.
IS'u komt het er op aan alles weer in het reine
te brengen. Hiertoe dienen nu een paar arme,
maar altijd opgeruimde menschen, het echtpaar
Honywood, die samen een caféhouden waar
niemand komt, die dus allen tijd hebben zich
met een anders mans zaken te bemoeien ,en on
gebruikte borrels genoeg om dezen en genen een
hartversterking aan te bieden.
Deze vinden het natuurlijk een eer en een
genoegen, kost en huisvesting te verstrekken aan
Ilester en haar kind. De vrouw vindt het verder
een buitenkansje, aan Carlton onaangename waar
heden te zeggen, en de man heett het ver ge
bracht in het voor den mal houden der politie.
Carlton laat Hester niet met rust, omdat hij
gaarne zou zien dat zy naar Australiëof Amerika
ging, en hy laat zelfs haar kind stelen, om haar
er toe te dwingen",
Maar" nu komt' ook de vergeldtog. Het'kiad
en de gcboorteacte worden teruggevonden;- Jaek
Walton- ontvlucht; en Carlton wordt, overtuigd
van zijn misdaden, gevangengenomen.
Walton is dus weder met vrouw en kind ver
eenigd en omhelst ze onder het applaus der toe
schouwers, en onder de neuzen der politiebeamb
ten, die er echter niet aan denken het huwelijks
geluk te verstoren en den ontvluchten gevangene
weder mee te nemen.
Het toejuichende publiek 'moet wel een vreemd
denkbeeld krijgen < van ordenen recht in een be
schaafden staat; vooral door de houding der
tooneelpolitie, die voortdurend op de hand schijnt te
zijn van ontvluchte gevangenen en hunne vrouwen,
en temeer, ale d& vertooning er van met zulk
een ernst en succes geschiedt als in den Plantage
schouwburg.
Want ik heb aldaar in lang niet zulk een goed
samenspel gezien. Met een paar opmerkingen
kan ik volstaan.
De heeren Lageman spanden de kroon, vooral
door hun eenvoud en natuurlijkheid, en hun zuiver
en duidelijk spreken.
De heer C. Lageman, die voor Jim Rmleigh
speelde, sprak zelfs mooi. Hij deed mij aan Henri
de Vries denken als Hanna's broer in Vorsten
school. De heer Veltman is als de valsche meester
knecht natuurlijk zoo valsch als iemand maar zijn
kan. Zijn meester, Bobvrt Carlton, werd voorge
steld door den heer Verhagen, en m.i. niet fijn
genoeg. Hij had meer heer moeten zijn. Verhagett
is een echte tooneelbaron. De heer Potharst., die
zijn rol zeer juist als machinist had opgevat, staande
even boven den werkman, kan soms zoo iets zoets
in zijn uitspraak hebben, dat het hindert, en
mevr. André, die zijn vrouw voorstelde, was te
coquet op heur haar. In alle levensomstandigheden,
in vreugd en nood, vertoonde zij zich met
hetzelde mooi opgemaakte haar, van achter
saamgehouden door een lichtkleurig lintje. Zelfs toen
aij op de markt haar kind bij reizende kunste
naars vond, was zij blootshoofds met haar mooie
pruik. Trouw werd zij hierin nagevolgd door mevr.
Potharst, haar vriendin en steun. Op zulke dingea
moet de regie letten, die ook niet had mogen
toestaan, dat de heer Jurgens bij zijn geruite
pak een dito hoed droeg. Dit wordt chargeeren.
De regie was. overigens zeer voldoende en het
decoratief juist' gekozen. De smeltoven zal na
tuurlijk ieders aandacht trekken.
In den Parkschouwburg is een Fransch
tooneelgezelsehap opgetreden met een drama, getiteld
Uevant CEnnemi en spelende gedurende den
Fransch-Duitschen oorlog. Ik heb de voorstelling
niet bij kunnen wonen, maar verneem dat de ver
tooning hier niet zulk een succes had als te
Parijs, om de eenvoudige reden, dat het stuk ge
heel werkt op de vaderlandsliefde der Franschen;
en die aanleiding tot toejuiching hier ontbreekt.
Hot decoratief moet echter somtijds bijzonder
fraai zijn.
Ia den Frascati-Schouwburg wordt vertoond.
Ilr. JXs-, Pinafore, een operette in twee bedrijven
van den schrijver en den componist van De Mtkado.
Uver deze voorstellingen een volgenden keer.
Fa.
MUZIEK IN DE HOOFDSTAD.
Lucie und kei'n Ende. Nogmaals heb ik over
de/e opera te schrijven, die njij (het sextet in de
tweede acte uitgezonderd) zeer weinig belang in
boezemt en die toch steeds met groute voorliefde
door alle coloratuurzangeressen wordt gekozen.
Waarom ? omdat men in deze rol een aantal
kunststukken, salto-mortales en andere
aerobatische toereu met de stem kan doen bewonderen.
Hoort men nu in deze opera een zangeres die
al deze moeielijkheden met groot meesterschap
overwint, dan kan dit een betrekkelijk genot
oplereren, doch ook dan alleen.
Men mag het dus mej. Piazza niet als een
verwijt a;iurekeuen dat deze partij boven hare
macht is, doch wel dat zij die partij op zici
nam.
Wij hopen dus spoedig, evenals over bare in
terpretatie van Lakmé, van een volgende rol weer
veel goeds te kunnen zeggen. De heeren Pauwels
en Albers voldeden mij zeer en ook het sextet
slaagde zeer goed. Dit was het glanspunt van
den avond.
Dinsdagavond voerde de Zangvereeniging
Musis Siicrum een nieuw werk van Heiurich
Hoffman : Editha op. Daar dit werk (voor zoover
ik weet) pas voor het eerst iu Holland werd
uitgevoerd, moet ik hierover wat uitvoeriger zijn.
In het kort geef ik een verhaal van den inhoud.
Editha is eene priesteres in den tempel van
Hertha. Deze priesteressen mogen nouit bemin
nen doch moeten zich geheel aan de Godheid
wijden. Terwijl het koor den lof van de Goden
bezingt, verscb'ij it Thorhild, e^ne waanzinnige
zieneres. Zij heeft een visioen gehad en voor
spelt oorlog en ondergang. De opperpriester
Helgi heeft echter vertrouwen in de toekomst.
Tnans verschijnt Kunolf, die voor een gewonden
krijgsrnakker* (die blijkt de koning der Denen
te zijn) een genezendeti drank komt vragen, die
de priesteressen alleen kunnen bereiden. Hij
verklaart een christen te zijn en de Hoogepriester
beveelt Editha heni in plaats hiervan een gif.
drank te geven.
Editha, die voor 'sjongelings uiterlijk niet on
gevoelig is, moet gehoorzamen, doch vraagt hem
fluisterend om eene nachtelijke samenkomst aan
bet Hertha-meer.
(Het was toen zeker schrikkeljaar I)
Daar geeft zij hem den authentieker) drank en
tevens ontspint zich daar eene lieflescène. Hier
krijgt men eveneens de verrassende mededeeling
dat Editha eigenlijk al lang christin is. De zie
neres Thorhild heeft het paartje bespied en roept
allen wakker. Kunolf vlucht en Editha begeeft
zich, alsof zij van den prins geen kwaad weet,
weer onder de priesteressen.
Helgi vraagt wie de schuldige is ? Allen be
tuigen in kojr dat zij onschuldig zijn en zingen