De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1890 14 december pagina 3

14 december 1890 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

jl*t .|jjj.;»oo iets nooit souden durven doen. De Jpdester -beveelt daarop dat .alle priesteressen beurtelings op den noodlotsleen moeten .gaan Staan, want daardoor mllen de Goden openba ren, «ie .de tchuldige is. Zoodra EdLtha op den «t een j staat, roept zij om.hulp en .daarop bekent tjj de schuldige te zijn. Zij zal de-i volgenden .morgen .ter dood gebracht worden. Op .dat jOOgeohlik .komt echter Eu; olf, die met den (reeds genezen) koning , de .heidenen al heeft o verwon.nen, vertelLen.dat zij.niets meer te zeggen .heb ban; 'dat Editha vrij is en dat hij haar huwen zal. .Het heidendom ia vernietigd en het.kruis .Kal. overal geplant worden. Het koor (waaronder de .priesteressen, die al van opinie veranderd zijn, Waarschijnlijk .omdat zij voortaan .beminnen mqgen) .zingt ten slotte een juichlied voor den overwinnaar. .HoffuiaTi is ajs componist geen onbfkende njeer. Zijne vroegere werken hebben bij velen *ïl groot succes door de zoete en weeke melo dieën, die wel van weinig oorspronkelijkheid getnigen, doch voor het oor veel aantrekkelijks .hebben. In dit laatste werk is gedetltelijk eerie andere richtirg waar te nemen. In harmonisatie en kleur volgt hij thars op vele plaatsen getrouw Wagner. Toch is dit niet precies als een voor uitgang te be.-chouwen. Blijkbaar zit hem dat .nieuwe gewaad niet gemakkelijk en beweegt bij er zich moeielijk in. Ook is het »Leitmotiv" dat in het geheele werk een hoof 1rol speelt, il. het motief dat op het. christendom betrekking heeft, geheel genomen in een motief uit Liszt's »L-s Préludes." l>it moet hem dus onbewust door het hoofd heeft hebben ge-peeld. Alles .klinkt echter vloeiei.d en de componist .toont veel vaardigheid, routine en kennis van Jtoor en oikest te bezitten en weet van allehulpmiddelen gfb'uik te maken. De 2 eerste deelen zijn vrij mat, uitgezonderd het lief.lcduet want hierin is veel climax; de twee laatste deelen echter zijn veel warmer geti. t en daar wordt het culmi- atiepunt op het juiste oogenblik dik wijls bereikt. Eene «persoonlijkheid'' is Hoffinann echter Biet, doch wel iemai d die veel gezien en gehoord heeft en zrer practisch weet te schrijven. Het intermezzo van de woud en watergeesten vormen het derde deel. l it gedeelte stiiat in geen ver band tot de handeling; doch dit nummer is uit «en mu/^kaal oogpunt zeer te roemen. Waarom echter bij het koor van watergeesten die tere liefdes verklaring van de woudgeesten (bassen) oi-tvangen, ook tet.oren medezingen, is mij Liet recht duidelijk. .De uitvoering heeft terecht .groot succes sehad. De koren waren vast en hadden «en frisschen klank. Er was blijkbaar goed gestudeerd en vooral in het 2e, 3e en 4e Heel was mem* schoon ongenblik aan te wiizen Drie van Je vier solisten hadden eveteens veel succes Mej. Louise Mulder, uit Ui r. ebt. verraste mij in de titelrol door een zeer warme en goed uitgedrukte wedergav, terwijl hare schooue stem van veel off< ning getuigde. Zij wist veel gloed *« ontwikkelen en spreekt zeer duidelijk uit M-j. Ketntees h»A op het laatste oo^eubiik de 10! vau ThorhiH Ovejvei'Oinen. D«t zij die dus met zooveel zeg gingskracht zonjr, moet haar aU dubbele ver dienste aangerekend worden. Haar geluid klouk juist in het lagere reaister ?epr goed. De heer Anton S'stermans u!t Frankfort had ?eveEeens ve^l succ»s als Kunolf M"t zijn schoon en krachtig geluid wist hij vee] in !r«k te m»ken. Hij gaf blijk goede stud.an gemaakt te hebben en zeer muzikaal te zijn. Voor een te gevoel'ge voordracht, die wel eens in een vibrato ontaardt, wachte hij zich echbr. Als men dit bij alle te zingen frawm aanwendt, . maakt het op het geschikte ooget.blik niet meer zooveel indruk. Wij hopen dezen landgenoot meermalen bier te hooren. De heer Herm. Gérald, .mede uit Frankfort, heeft iedereen verbaasd door zijn droge, onver kwikkelijke voordracht, en men kan zeer terecht vragen of men niet in een van onze kleine steden een beter zanger had kunnen vinden voor deze partij. Het orkest van den heer Coenen uit Ut,recht werkte mede. Alles was niet even geacbeveerd in bet orkest, doch zulke werken moeten ge woonlijk met n of twee repetities ingestudeerd worde». Vooral in de houten blaasinstrumenten w*s de stemming nogal eens onzuiver, echter moet de fraaie toon van den Ie') clariuettist in een paar solotrekjpg vermeld worden. De heer Brandts B'.iys heeft dit werk met veel liefle en zorg ingestudeerd en men m&s hem dankbaar zijn dat hij de gelegenheid gaf met dit werk kennis te maken, terwijl de ver eeniging Musis Sacrum met hem als directeur kan worden gelukgeive'.scht. De uitvoering van Fidelio op denzelfden avond door de Duitsche Opera kon ik niet bijwonen Daar Editha een. Lieuw werk is, moest dit nauurlijk voorgaan. AANTEEKENINGEN. SCHILDERKUNST. Da verzameling van kunstwerken dooi- Nederlandsche schilders, die verloot zul'en worden ten bate van het burgerziekenhuis van Dr. Berns, zal in Januari worden tentoongesteld. Ds heer Tessaro, van de firma Buffa en Zoon in de Kalverstvaat, hoeft op het oogenblik een groote schilderij van Monticelli, zoo kompleet als men er maar zelden een vindt van dien bewonderenswaardigen en veel te weinig gcsciiatten meester: een zeer doorwerkt schilderij uit zijn beste periode. In .Engeland zal tegen Kerstmis een nieuw groot eïllustreerd weekbla l onder den titel Black and White" worden opgezet. In de Magazine of Art zal binnenkort een groot artikel over Mauve, van de hand van een Hol.landsch kritikus, verschijnen' In Januari zal men te München eene belang rijke tentoonstelling van vele wsrken van Max Libermann, uit .alle, perioden van zijn werkzaam leven, hebben. De bekende Parijsche kunstkopper, DurandRuel, .heeft l'Homme a la houe", een der machtigste schilderyen van Millet, aangekocht voor de som van 200,000 franc*. De kunstkooper Bernheim heeft pas twee teekeningen van Millet aangekocht, waarvan de-eene, twee herderinneu met schapen aan den kant van een boscbje, «en van Millét's mooiste teekeniogen is. HU vraagt daarvoor 25.000 francs. De etser Charles Koepping, die in ons land zoo veel naar oude schilderijen gewerkt heeft en vooral door zijn ets naar Da Staalmeesters, zich vele naain maakte, is te Berlijn tot professor in het etsen benoemd. Een locaal betaamd graveur zon der talent, Eilers genaamd, is daardoor gepas seerd, en dientengevolge worden door den mi nister pogingen in het werk gesteld om dien heer ook een positie te bezorgen, door het oprichten van een Rijks-gesubsidieerde vereeniging van Berlijnsche graveurs, waarvan hij zooveel als di recteur zou worden. Dit plan heeft echter door do krachtige tegenwerking van invloedrijke per sonen veel kans op mislukken. Een nieuw kunstweekblad, wa'arvan de eerste nummers er zeer goed uitzien, is verschenen, ge titeld l'Art des Deux Mondes. In het eerste num mer vindt men een repro Inctio naar een zeer fraaie droge-naald-ets van Miss Cassatt, en een croquis naar John Lewis Brown, den pas gestor ven talentvollen sport-schilder, door Marcellin Desboutin. Het volgend jaar zal te Berlijn een groote in ternationale kunst-tentoonstelüng worden georga niseerd. Van de medewerking van vele Engelsche artisten schijnt men door den invloed van keizerin Friedrich verzekerd. De Hollandsche artisten, die in Berlijn nooit heel goed ontvangen zijn, zullen waarschijnlijk niet veel inzenden. Mon rekent echter ook op inzending van Italianen. Het meesr. benieuwd er naar is men echter, of de Franschen zullen exposeeren. In New Bond Street te Londen is op het oogenblik eene tentoonstelling van werken van den grooten Japansclien kunstenaar Hoknsaï. gehou den door de altijd werkzame vereeniying: The fine art Society. Evenals de tentoonstelling van Japansche kunst in het voorjaar te Parijs gehou den, is deze vooral door de bemoeiingen van den heer S. Bing tot stand gekomen. Maar a.nders dan die tentoonstelling, welke een aper<;u gaf van alles wat er in .Japan wordt voort gebracht, de producten van eene gchoole bescha ving, a!le het karakteristieke en artistieke ken merk van hun landaard dragend, geeft deze het werk te zien van n enkel hoogstaand individu, even zeldzaam in Japan als in alle andere landen. Wel bezit Japan andere misschien even gro<>to artiesten, maar geen die zoo veelzijdig en zoo kompleet is. Hij heeft zich geïnteresseerd voor alles. Hij is klaarblijkelijk een van de wonder baarlijkste onder de scheppers van vormen en mouvementen. Het is te hopen dat eenmaal zijn geheele werk worde geëxposeerd. Dan eerst zal men, zooals nimmer te voren, weten wat het zegt een gansrh bestaan, gewijd aan het zien der dingen. Dan zal de teekenaar aan liet licht komen in zijn haast en in zijn vreugde om alles te zien en alles weer te geven. Dan zal men begrijpen dien koortsachtigen toe stand, waarin hij zich heeft moeten bevinden, die aan het einde van zijn leven deze woorden schreef: Sedert ik zes jaar was, had ik de manie om de vormen van de voorwerpen te teekenen. Van af mijn vijftigste jaar heb ik een ontzachelijk groot aantal teekeningen de won-ld in gestuurd, maar ik ben ontevreden over alles wat ik gemaakt hel» vóór mijn 70ste jaar. Op mijn T.'lste jaar heb ik tennaastebii den vorm van vissdien, vogels enz. begrepen. Wanneer ik 110 jaar oud zal zijp, dan zal alles wat ik op het papier zet, elk lijntje, eik puntje JCKPM. Hij hoeft dien leeftijd wel niet bereikt, maar men kan toch gorust zeggen dat hij volvoerd heeft, wat hij zich voorgesteld had. Hij heeft, geteekond tot zijn laatstcn dag; in het jaar 1850 is hij op DO.jarigen leeftijd gesforvon. Door altijd te vereenvoudigen, is hij er inderdaad toe geko men om door de inflectie van een lijn. door de plaats aan een pnnt gegeven, het essentieele der verschijning van wezens of voorwerpen en hunnen bouw te resnmeeren Hokusai is een illnstrafenr van boeken, brochu res, enz geweest, samen 50 deelen uitmakende; hij heeft verzamelingen uitgegeven bestemd voor het teekcnonderwijs en de beoefening van hand werken; hij heeft aanplakbilletton geteekond en zijn penseel voor allerlei indnstrieele doeleinden gebezigd. Hij is tosrolijk een geraffineerd dilet tant en een handwerksman geweest. In het land en den tijd. waarin hij leefde, was de kunst voortdurend in COT tact met het gewone leven. Japan heeft, evenals Griekenland, als Frankrijk in de middeleeuwen en in de 17de eenw, als Holland in de 17de eenw haar artistieke vol heid gehad. Iloknsai is de opperste incarnatie geweest van dien toestand der geesten en die begeerte naar schoonheid. Maar hij is een uit zondering en heeft nu zijn plaats ingenomen on der de groote artiesten van alle eeuwen G. T. II. DE VEER. Donderdag overlee l te Haarlem de heer II. de Veer, hoofdredacteur van Het Nieuws i;nn den l)ci(j. Eene sleepende kwaal, die hem sedert maan den reeds van zijn bureau verwijderd hield, maakte een einde aan zijn leven. De Veer's letterkundige beteekenis, in De tronriiif/h voor het Joti/:c Holland het best ver tegenwoordigd,is sedert het redacteurschap van het Nieuw*, dat hij in Octoher 1871 aanvaardde niet toegenomen; zijr.e romans Hul/ bloed, Fmt/s Holst, i'eitro/fen, en de Moderne Schaduwbeelden, of schoon er veel flink, geschreven bladzijden,in -voorko men, staan zoo hoog niet; ook van de Ottdejaars-acond-schetsen, verleden jaar idoor.hem ver zameld, eene reeks van Sylvester.artikelen voor zijn blad geschreven, waren de eerste in 'datum, zich .bij een verouderend genre aansluitend, de beste. Maar aan het leven der hoofdstad, ook in letterkundigen zin, nam De Veer jarenlang een ?werkzaam aandeel; presideeren, vergade ren, belangstelling toonen .voor hetgeen -goed en nuttig was, zijn tijd .en raad voor .ieder over hebben die ze inriep, een echt humaan en een toegankelijk man zijn, populair in den degelijken zin, deze eer kan hem met volle recht gegeven -worden. Aangenaam causeur, vlug en gemakkelijk schrijver, bezwaren licht tellend, on dernemend en gereed om zich moeite te gever, zal bij veel, wat thans in Amsterdam geschiedt, zijn sympathieke figuur gemist worden. EEN AANGENAAM BOEKJE. Kleine en Groote Menschen. Novellen en Schetsen door Jo VAN SLOTUN". Am sterdam, Jan Leundertz & Zoon. Dit werkje is het eerste van een schrijfster, die zich mag verheugen in drie benijdenswaardige eigenschappen: een goed hart, talent en eene volkomen afwezigheid van aanmatiging. De lezing van dit deeltje is op dubbele wijze aangenaam: Voor eerst, en voor het publiek in 't algemeen, omdat de lectuur er van voortdurend onderhou dend blijft en er geen enkel vervelend stukje in voorkomt; ten tweede, en voor den criticus in 't bijzonder, omdat er een aan leg in gevonden wordt, die, mits de groei van het talent zekere wending neme, tot nog veel betere productie zal kunnen leiden. In de keuze der onderwerpen van het meerendeel dezer novellen herkent men een goede school: de realistische school, waarvan Dickens een der voornaamste vertegenwoordigers is geweest. Hier mede wil niet gezegd zijn. dat Dickens in de novellen op schoolsche manier zou zijn nagevolgd. Het woord school" is nu eenmaal de gemakke lijkste en duidelijkste term, om een vereeniging, een groep auteurs, wier werken onderling eene algemeenc overeenkomst hebben en zich onder scheiden van de voortbrengselen van andere auteursgroepen, naar tijd- en rangorde aan te duiden. Oe auteur, die tot geen school zou willen behooren, behoort dan toch, in weerwil van zich zelf, tot de school der. .. stukjesdraaiers. Naast dien, welke op het gonro der onderwerpen gewerkt heeft, wordt in den stijl der novellen, meer bijzonder in de beschrijvingen, in het vertolken der iniirukker, van stad.s- straat- en binnenhuisaspekten door den auteur ontvangen, een andere invloed be-peurd, namelijk die van het Fransche. meer i.og die van het Russische, naturalisme. Vooral in de eerste novelle. Nu. dtrlitj jaar"', en in de laatste, welke tevens de cenige is zonder onderwerp eigenlijk gezegd en geheel, uit impressie bestaande, Norembe.rlii;lit'\ is doze invloed merkbaar. Er wordt daarin eene nauwkeurigheid van waarneming en een juistheid van benaming der verschijnselen aan getroffen, die in onze letteren niet zoo veel voor komen en op de mogelijkheid een er mooie toe komst voor het talent der auteur wijzen. Na dei'tit/ j'inr is ongetwijfeld de best geslaagde der novellen. Zonder eenige overdrijving, zondtr een spoor van huilerigheid, en integendeel geheel geschreven in dien soberen trant, waarin een groot gedeelte van do kracht deser schrijfster gezocht moet worden, is deie novelle getint met den zachten weemoe l, die de ecrsto deugd der schrijfster is. Het is eene eenvoudige historie, eene alte Goschichte" in de door Heii.e aan die woorden ge geven beteekenis en waarvan hij zingt; Doch bleibt sie immer neu, Und \vemsie jnst passieret,I)em bricht das Herz entzwei" : Juffrouw Bruinings namelijk is een ou'Ie vrijster, en in tegenstelling tot andere oude vrijsters, die wol vele, maar meest fictieve liefdesgeschiedenissen hebben doorleefd, heeft zij er eene echte doorgemaakt, die, hoewel ook zeer eenvoudig en hoegenaamd niet bijzonder zijnde, zijn stempel voor altijd in haar ziel en op haar leven heeft gedrukt. Ifet is een militair, een luitenant, met zijn altijd bekoorlijk uniform, die haar in haar jeugd heeft gecourtisoerd. en dien zij, als argeloos meisje, ernstig is gaan bemin nen, terwijl de betrekking voor hem niet meer dan spel en tijdverdrijf was. Bijzonder goed heeft de auteur de kennisma king dier twee, door een regenbui veroorzaakt, beschreven: hoe zij schuilt niet haar teêre parasollerje onder een boom aan den weg, en hoe ze lang zaam, heel langzaam, uit de verte een wandelaar onder een regenscherm ziet naderen, zonder nog te kunnen onderscheiden of het een man of een vrouw i<. Maar allengs onderscheidt zij een man, on zij denkt: zou hij t kunnen wezen! En dan haar vreugde als haar vurige honp daar waarlijk verwezenlijkt wordt! Hierna volgt hunne verkee ring, maar.... zij is arm en hij laat haar zitten, om later een ander te huwen. Haar gansche leven, ook na dat zij later een erfenis hoeft ge daan, die haar instaat stelt onbekrompen te leven, volhardt jufvrouw Brninings, in weerwil der aanzoe ken, in liaar voornemen om nooit to trouwen, en met een ietwat bitteren en ironischen .glimlach wijst zij de hofmakers af. Wij willen eerlijk bekennen, dat wij deze schets daarmede reeds voltooid zouden achten en ook als knnstgeheeltje zeer verdedigbaar in haar tref fende eenheid van eenvoudige levensimpressie. Do auteur heeft er echter anders over gedacht, zij beschouwde de novelle, tot hier toe gevorderd, als slechts half voltooid en heeft haar willen doen behooren bij die kategorie harer opstellen, die een onderwerp, eene geschiedenis, bevatten. Juf vrouw riruinings, dertig jaar later eens voor haar venster gezeten, ziet een armoedig juffertje voor bijkomen, wier gelaat haar plotseling bekend, op een zeer bijzondere wijze bekend, voorkomt, zonder dat zij nochthans de gelijkenis verder weet thuis. te brengen. Den volgenden zomer ontmoet zij hetzelfde meisje als kinder-jufvrouw te Scheveningen en maakt kennis met haar. Het blijkt de dochter te zijn van den luitenant, die eens .juf vrouw Bruinings in den steek liet om een rijker huwelijk .te .doen, 4wh wien .het later J geloopen, .zoo dat zijae .nagelatan, doèhttr hoeftige omstandigheden ..leef t, ..al op een kostelooze sehuol. 0«k __ r_ .maar met een armen onderwijzer, en »|i»i« huwelijk. zal misschien wel nooit iets .al weer.... om het .geld. Het einde der geschiedenis is, dat j jttfrwur Bruinings een nobele wraak neemt op*het3tt|tHl van haar ontrouwen geliefde v-an vroeger, doofijjet huwelijk dier twee financieel .niojjelijk..t'e.ja*kei en hen beide zoo roor ; goed gelukfcjg. De meeste overige novellen verbalen gebeurtenissen, klein en onbeduidend wat iua uiterlijke vertooning en hunne bateekeais ,*oor do samenleving aangaat, maar van, hèt grootst» belang voor het gemoedsleven en het gehaele-intieme bestaan der eenvoudige mensehen, tot-wier lotgevallen zij behooren. Vijf betreffen gevallen van ouderliefde en ouderleed : Kobussie &laap~O^ Een blok aan 't been, Bloempje, NaarliMis^ Kerst nacht. Wij zouden de Vrome in 't zwart,.haeme& ook alleen eene impressie, n moment uit hel leven eener aanzienlijke vrouw, weergevend, .niet onder de b"sten durven rekenen; wel daarente gen nkcl Bart, waarin een aardig voocsal ver haald wordt van een voogd, die zijn pupil ten huwelijk vraagt op aandrang van een zijner.vrieaden. Zonder dat de voogd of de vriend .zulks in 't minst vermoedden, is een andere, oudere vriend de uitverkorene van het nichtje. Het gasprek.tusschen voogd en pupil is spannend ea.zeer.aatnjirgetrouw gegeven. Van deze auteur is iets goeds te wachten, Deo. 90. A. 5. VARIA. PLASTISCHE KUNST. Uit Parijs wordt van 8 December gemeld-, Voor de vijfde maal heeft de beeldhouwer es schilder Lachenal de invitaties verzonden voorde jaarlijkscbe tentoonstelling zijner werken in'de galerie Petit. De nitnoodiging is weder door vele» met belangstelling opgevolgd: wie de gedachte dat de eerste mensch uit leem gevormd werd, een weinig hindert, moet hier heen gaan, 'wam Lacheral maakt uit klei nog heel wat-mooier* en eleganters dan do eerste mensch geweest zal zijn. Lachenal maakt uit klei alles en alles sier lijk, planten, dieren, mcnschen, voorwerpen ; wél is waar niet in zes dagen, want wij hebben hier niet met fabriekswerk, maar met werkelijke uiterst eigenaardige kunst te doen. Geen der talloozc vlinders en vogels, die zich op het email der rijke vazen en coupes schijnen te bewegen, gelijkt oj de andere; ieder van hen leeft en ieder -leeft anders; van dn vroolijke vink, tot de vlugge zwaluw en de nijdige ekster. liet voornaamste stuk der tentoonstelling-wordt gevormd door een grappige vestibule-decoratie; twee rijen reusachtige marabouts (Algerische ooievaars) schijnen den binnentredende met'-komischo buiging te groeten. Aan het eind der beide rijen stolt een groot decoratieschilderij de lichte. hreede trap voor, eveneens met beleefd groetende renzen-ooievaars geflankeerd. Dit is zóó natuurlijk in zijn perspectivische verkleining, dat het in-een der morgenbladen met allen ernst a's een spie gel is beschreven en gecritiseerd. Laehenal heeft dus Zouxis en Parrhasius overtroffen, want hij heeft niet vogels en menschen, maar zelfs een kunstcriticus misleid. De portretten van Lachenal zijn beminnelijk en oedgelijkend ; alleen leent zich het procédé'beter voor ^vrouwenportretten, die te midden -van de kleurenpracht in de groote panneaux helder prij ken, dan voor mannengezichten. die door den glans van bet kleiglazuur onverdiend -geïdealiseerd worden." De correspondent van den Frankforter moedigt de Duitsche Keraraisten aan, naar Parijs te gaan om het werk van Lacheral te gaan bekijken en vooral het een en ander ervan aan te koopen met recht van reproductie. Uit Albert Ilenschels nalatenschap is thans-een tweede verzameling teekeningen uitgegeven. Zeven jaar zijn sedert den dood van den beminnelijker! kunstenaar verloopen; nog steeds schijnen zija schetsen even frisch, en men zegt dat er nog genoeg is om eeu pair maal als kerstgeschenk geleverd te worden. De titel is Allerlei OMS llendscheVs Sk'.'-ïenniftppL-n ; de uitgever is M. Hendschol te Frankfort ani Main; het werk is met een portret van den kunstenaar en diens devies; Nulln dies sine linea, versierd en bevat veertig bladen, meest straat- en kinderschetsjes, schalksch en naïf, zooals die welke in 1872 het eerst den kunstenaar populair maakten, maar er zijn ook grooter en ernstiger cornpositiön onder. | Op de verkooping Sollykoff te Parijs heeft.mea weer de prijzen voor Vieux Saxe (oud Meissener porcelein) tot een enorme hoogte opgedreven. Vier figuurtjes, de vier werelddeelen", golden 2750 francs; een herder en een herderin 1530 fr; een. porseleinen cupidootje op een wagentje in goudbrons, l:S50 fr.; een schaakspel van 32 figuurtjes, als Turken gccostumeerd, 3000 fr. Ook andere voorwerpen maakte hooge prijzen, een ri-rjulateur du temps Louis XV, van Chevalier, horloger du roi, 3400 francs; een penduie met candelabres, goudbrons van Lenoir, 3100 francs.; een kleine marmeren groep Louis XV, Apollo en de slang Python, '2580 ir.; twee marmeren meisjes kopjes, style Clodion 6900 fr.; twee marmeren kinderfiguurtjes XVIlIde eeuw, 5150 fr.Dekunstmeubelcn gingen ook verbazend hoog, en zelfs moderne kunstboeken, bv. Dn Sominerand, Le3 urta au moyen dye, 1000 francs.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl