De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1890 21 december pagina 6

21 december 1890 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

AMSTERDAMMEB, WEEKBLAD YOOB NEDERLAND. Ne. 704 ifcw ei} tfteit bevond, hij zelf, en de Mi Mong-Kut koning van Siam. i;4*t d«ze twee personen oek recht ideüj en hij dronk op zijne eigene die van den Siamees. De grap in den smaak van den Duitschen verwittigde Marie I dat hij slechts ?kten eerbied had voor zijn onai_ en dat hij dit büde eerste 4oen zien. De koning der Sedangs door den vriendelyken kapitein te bekommandeur van zijne militaire ', hetgeen den Duitscher genoegen deed ontwapende. -t ertocht ging zonder ongeval voort, toen geval volgde, veel ernstiger, en dat onzen reiziger een volkomen a&derlaag ten bad. Marie I had aan boord een klein dat zeer kribbig was. en dikwijls de kuipassagiers voor biefstuk hield. Onder dezen zich ook een opmerkelijk Engelschman, knappe oude heer met deftig gezicht, niet -spraakzaam, maar innig overtuigd van de ~ ""tkheid van den eenvoudigsten John ieder menschelijk wezen in de schepJn»> terwijl de Engelschman een luchtje op het achterdek. midden in de Roode de buurt van den Sinaï, sloeg het kleine keffertje zijn scherpe tandjes in de g heel flinke kuiten, van den ouden heer. ?«B dezen was verklaarbaar, en zijn toeMarie L in evenredigheid krachtig, rich vrij oneerbiedig jegens den ouden uitliet. hond heeft mij gebeten!" ! hij vindt uw vleesch goede biefstuk!" Marie I, altijd genadig. ,Ah! gij houdt mij voor den gek! 't Is gt>ed. wreken l" Ensrelschman, na een stuk pleister op [t gedaan te hebben, zweeg en nam een lige houding aan. De kapitein kwam tnsachen beiden om het keffertje in een W» de kiel te laten opsluiten, en de reis TOÖrt, terwijl de stoomboot eiken dag hare twee Engelsche mijlen aflegde. in tijd later, toen men Singapore naderde, de ende gebeten Engelschman naar beneden, den kapitein van den stoomboot, en vroeg of het schip zich reeds in de Engelsche bevond. De kapitein antwoordde beves. Deze aanwijzingen verkregen hebbend, de oude Engelschman hem. Marie I in zijn te laten verschijnen. Toen deze gekomen haalde hij uit zijne portefeuille verschillende neuse perkamenten, met de wapens van Majesteit, koningin Victoria, voor den dag, eeide: . Ik ben kommandant van de haven van \ Sfoga'porp, waar gij heen gaat. Ik weet dat deze ? jaijnheer" op Marie I wijzende, op het oorlogswapens heeft ingescheept. Dat is de wet, als oorlogscontrabande en ik neem ia beslag!" !en kan zich voorstellen welk gezicht Marie I Men geloofde eerst aan een grap. Maar $f oude Engelschman, spotlustig lachte zooals r lm Eugelsehman lachen kan, wanneer hij iemand goede poets speelt. Men kreeg weldra officieel ervan. De volgenden dag lag de stoomboot de reede van Singapore, en terstond kwamen ij SB Engelsche agenten opdagen, en namen de gelading van Marie I in beslag. Deze laatste zich te vergeefs. Hij bood te vergeefs het keffertje te dooden, dat Engelsche kuiten willen eten en daardoor de geheele ramp lOrzaakt had. Niets hielp. XJeweren, blanke wapens, revolvers, ammunitie, alles werd door den ouden havenkapioiiwrikbaar als de rechtvaardigheid zelve, verklaard. Men moet zeggen dat, hij operaties door den consul-generaal van 'krijk geholpen werd, die instructies van zijn ?usvernement had ontvangen, om zooveel mogo^}k' de reis van Marie I te bemoeieüjken. ' Na deze verbeurdverklaring was de operatie «rislukt. Het koningschap was vervallen, nog vóór?ifot het bezit van zijne staten had genomen. -jtóarie I speelde zijn 4 September: hij scheepte f^ «kh op een zeilscheepje in en verschool zich op .*&' i*n klein eiland gelegen op vier of vijf dag<)n dt rarens van Singapore. Benige honderden inboor'J, togen leefden daar, Marie I deed zich, dank zij K. l"«e' laatste duizend francs die hij uit de schip"., breuk gered had, als fetisch" erkennen door de i fcboörlingen van het kleine eiland, en hij leefde «T gedurende verscheidene maanden betrekkelijk C nstig. "; Deze zonderlinge man, deze dolle avonturier, een werkelijk virtuoos in brutaliteit, schikte zich even goed in het gezelschap van deze halfnaakte wil*den als in het leven dat hij vroeger te Osfende ?en te Blankenberahe leidde, bewonderd door eo:i "troep on wijzen en zotten, die hem om het best traeteerden. De laatste berichten omtrent Marie I zijn nog -zonderlinger. Een inwoner van Singapore, een jFranschman, genaamd Villeroi, heeft drie maanden geleden een zeiler uitgerust, en aangekondigd dat " 4J Marie I van zijn eiland ging halen om hem ':'? Jiaar zijne staten te voeren. Hij stelde zeide bij, .? »1 X)116 vermogen en hulpmiddelen tot zijn bn,\ schikking. Villeroi vertrok inderdaad. Benige dagen ..'.; daarna kwam zijn zeiler zonder hem terug, en i . inen kon niet te weten komen, wat er met iem gebeurd is. Sedert hoorde men nog dat Marie I gijn eiland en zijn fetisch"-rol in den steek had gelaten en vertrokken was, men wist niet waarbeen. Niemand te Singapore wist het nog bij het vertrek van de laatste mail. Het gerucht liep \ dat hij incognito, dwars door het kompkrijk Siam, laar zijn fantastisch koninkrijk op weg was. VOOR DAMES. Mctd. camier. Victoria en Gunnen Sylva. Fantasieën in zijde. i/ew kun. Dames in effecten". 9 * Jules Simon vertelt in den Temps eene herinig aan Mad. Récamier, de beroemde schoonI en tevens de geestigste en bemicnelijkate gastvrouw van baar dagen. De- anecdote is hem door den schilder Couderc verteld. Mad. Eécamier had een tijdlang voor een virtuose op de harp doorgegaan. De harp, thans niet in tel, was in het begin dezer eeuw het meest ge liefde instrument Het gaf ook de gelegenheid om mooie armen te doen zien, en Mad. Kécamier's armen waren de mooiste ter wereld. Sedert jaren echter had zij de muziek opge geven. Een der habitués van haren salon wilde Haar nog gaarne eens hooren ; hij sprak er met anderen over. Men maakte een kleine samenzwe ring; de godin des huizes (stijl van dien tijd) wet d van alle kanten met smeekgebeden bestormd ; zij weigerde. Nu stelde men het groote middel in het werk: Chateaubriand moest het vragen. Hij verwaardigde zich, met hoogsteigen lippen te zeggen: Mevrouw, wij verzoeken het u." Nu kon zij niet meer weigeren. ' Nu, daar gij het wilt, zult gij mij hooren, maar gij zult. mij niet zien. Op mijn leeftijd vertoont men zich niet meer. Ik zal tusschen u en mij een gordijn hangen, en gij moet mij uw woord geven, dat gij niet zult kijken terwijl ik speel." Er werd een dag bepaald; het gezelschap was voltallig; een tapijtbehangsel verborg een der hoe ken van de zaal. Twee bedienden plaatsten de harp en de estrade, trokken het gordijn dicht, en bleven aan de beide hoeken staan om desnoods onbescheideuen te weren. Men hoorde Mad. R camier binnengaan, den stoel neerzetten, hare armbanden afdoen. Zijt gij gereed, mijnheereu ?" Men applaudisseerde en de muziek begon. Het was onder het geheelo auditorium n ver bazing. Het was niet eene virtuose van de groote wereld die men hoorde, maar een echte virtuose, wier ziel trilde in de snaren, wier handen, vlug en krachtig, het instrument beheerschten, dio de moeielijkbeden spelende overwon, en wier spel zoozeer aan dat van den grootsten harpist, Godefroy, deed denken, dat men zeide: Niemand kan zoo spelen, dan hij of zij." Mad. Récamier kwam even door het gordijn kijken om het applaus te genieten; maar men riep zoo aanhoudend : bis! dat zij wei weer moest beginnen. Nu," zeide zij, wilt j*e nog eens het zelfde stuk? Of iets anders?" Men wilde alles; zij beloofde alles, speelde alles en bracht de ver rukking ten top. De rest van den avond werd met felicitatiën doorgebracht; Chateaubriand zelf, die geen verstand had van muziek, zeide: Mevrouw, ge hebt nog nooit zoo goed gespeeld." De schilder Couderc vertrok bijna terstond na het concert, omdat hij eene vergadering had. De woning van Mad. Récamier had een groote trap en een escalier de service, die beneden bij elkaar kwamen. Terwijl Couderc in de vestibule ziju mantel omsloeg, werd de dïur van de andere trap ge opend, en er kwam een man met et'iie harp uit. Onmiddellijk op dezen volgde een ander, die zoodra hij Couderc zag, den slip van zijn mantel over zijn gezicht sloeg. Maar Couderc had hem herkend. Hoe gaat het, beste Godefroy?" zeide hij.?Geef me uw eerewourd," zeide Godefroy, dat go ons geheim zult bewaren." En Couderc bewaarde het nog jarenlang nadat Mad llécamier, Chateaubriand en de meeste hunner vrienden gestorven waren. * * * In do North American Reciew geeft de portret schilder Healy aardige herinneringen van de ge kroonde hoofden, die hij, in zijn bloeitijd (1810 IbtiO), heeft gecoatorfeit. Van Louis-Philippe, van Pius IX, heeft bij heel curieuse souvenirs; over koningin Victoria is hij zoer slecht tevreden. Hij had, ofschoon van goede aanbevelingsbrie ven van den Franschea koning voorzien, slechts met zeer veel moeite verlof gekregen om in de galerijen van Windsor oenige portretten, die- voor Versailles bestemd waren, na to schilderen. Op zekeren dag" vertelt bij, toen ik bot portret van Lord Bathur.->t copieëcde, kwaiuon de koningin en piins Alhert de z.ial binnen, en bioven achter mijn ezel staau. Ilaro Majesteit verlangde eonige inlichtingen te hebben omtrent do iustructiën, die koning Louis l'hilippo mij had gegeven, en keerde zich daartoe tot baron gemaal mot de woorden: Vraig mijnheer ileaiy of.." en de prins herbaalde toen woord voor woord do vraag, alsof hij uit een vreemde taal vertolkte. Na dit zonderling onderhoud zoïuo do koningin, na do copio bekeken te hebben: liet gelijkt volkomen goed." Toon vertrok zij met een bijna oninerkbaren hoofdknik. Ik moet bekennen dat al mijn Amerikaanse!! bloed in mijne aderen kookte bij «loze behande ling; de koningin kon het in mijn oogon wol lezen." Over de koningin van Roemenie, Carmen Sylva, is Healy beter tevreden; hij hooft oenige maanden te Boekarest in hare aangor.amo'on geestige inti miteit doorgebracht. Hij koude haar roods van vroeger; toon zij nog enkel Carmen Sylva en prinses van Ilohciizulicrii was, bad hij baar to Rome ontmoet. Oiülor het praten", vertelt Ilealy, vroeg do prinses mij allerlei, over mijn vrouw en mij u ge zin. Nu is het ee-ne zwakheid vau mij, dat, ik gaarne van mijn vrouw en mijn kinderen vertel. Ik liad toen juist mijn eersten kleinzoon gekrogon en v, as vol berichten over du; gebeurtenis. De |n'inso-, vroeg or voortdurend nitur, en eens zeide ik z\; scheen het uit to lokken dat, als/.ij haar schil der de eer wilde aandoen, eens bij hum te komen eten, ik haar mijn geiiocle gezin zou voorstellen. Wol hoel giiarno zal ik eens bij u komen eten, mijnheer lle;ily", zeide zij, het ZLL[ mij oen wer kelijk feest zijn." Zij kwam en hst scheen haar niet to berouwen: bot gebcolo geiuis aan ceremonieel scheen haar vermakelijk, on Let genoegen, dat haar bezofi-k aan ieder van ons deed, trol' haar. Alleen vrees ik, dat httt voor hare eeredame een zware dag was. Do prinses was zoo uitbundig en familiaar in hare bewondering voor do muziek van een Fransen componist pensiouiiruro vau i'o Vilia Medicis en wij waren zoo levendig in hot besproken en beoordoeion van de schoon heid der Amerikaar.sche vrouwen, dat de eer waardige eeredame zich over heel wat zonden tegen de etiquette heeft te beklagen gehad." Healy schilderde ook Pius IX, dien hij bemin nelijk en geestig vond. Eens, toen er gesproken werd over een afvallig monnik, die getrouwd was, zeide de Paus, ondeugend en niet galant: De ongelukkige! Hij lieeit zelf zijn straf gekozen!" * * Eeingen tijd geleden maakten wij' molding van do zeven groote decoratietapijten, half geschil derd, half geborduurd, waarmede Mevr. Henriette Mankiewics, de vrouw van den Servischeu consulger.eraal te Dresden, op de tentoonstelling te Parijs zooveel succes gehad heeft. Zij ziju nu te Berlijn tentoongesteld, in den Verein Scrliner Kiinatler, en do Berlijnsche bladen wekken zoo wel beeren hls dames op, om deze merkwaardige stukken te gaan bekijken Men zoekt er een naam voor, omdat het een nieuw kanstgenre is; de Parijzenaare zeiden jjattneaux, men wil nu spreken van velden," vlakken," Sully Prudhomme noemde ze: fantaisii'S en soit,." Wij befcpiaken de zoven groote stukken reeds; de grond is aquarel op zijdon weefsel, terwijl al wat moot schitteren, bloemen, bladen, do lichtBpieg'jling op het watiT, in fijn genuanceerde filosofie er op aangebracht is. De weelderige fantastische klcurenkeus doet Mevr. Maulduwics als Jtcilingo van Makartkennen; het Loitmotiv" in alle zeven do stukken is hot water, in verbin ding met Umdschap eu architectuur. De zeven onderwerpen zijn: Zee", Meer", Baai", Vijver", Waterval", Boek" eu Bron". Het. eerste verbeeldt een stuk strand en de bran ding der licht bewogen zee. Het schuim der gol ven wordt weergegeven door strepen van kroezige vlokken witte zijde/ gelijk de schilders dat wel doen door diklic plekken witte verf; overigens is het geheele groote vlak der zee geschilderd. Krach tig als contrast komt op den achtergrond een op hot strand gcloopen v/rak, met aan flarden ge scheurde bruine zeilen uit. Dit is alles borduur sel; do donkere on blinkende lichttinten der zijde geven oen zeer decoratieve, een weinig overdreven friscbhoid aan het tableau. In bot tweede stuk, de Bron", vervullen ineengekronkelde takken, bladeren en bloemen, waarop zich vlinders wiegen, do hoofdrol Dit is ook hot geval liiet de Baai", waar een diep vergezicht van water omzoomd wordt door struikgewas en hoog riet; de iicbtspiegeling op het water is hier zeor fraai weergegeven door lange dwarsstrepen over bot weefsel, van witte glinsterende zijde in verschillende nuances; terwijl do warme bruine toon der stengels en bladeren hier niets onrustig bor.tü, maar een gedekte kieureiiharmonio van donkere tii.iou vertoont. Mevrouw Mankiewicz heeft, zeer verstandig, om het decoiT.tifvo in eero te houden, de bladvormen j niet te realistisch genomen; alles is licht gesiylij seir.l,Waardoor hot geheel iots fantastisch verkrijgt. j Dit komt ook in do Beek" heel goed uit, waar; tögon een hoo^wi boo.'ustaui, voor oen rots, oen Madonuabedd oprijt-t. terwijl mooi slank riet do over zij do vult. Do Vijver" is zeer uitgewerkt en zeer schilder achtig ; door do opening van een portaal, waarop twee pauwen hun schitterende' veeren uitspreiden, valt kot oo-:.; op de zonderlinge vormen van don Dros'lener slottoren. In den Waterval" hoeft do schilderkunst cm grootcr aandeel, maar de reusj achtigc boomstam onder don waterval, mfct do vogels Oübet schuim van don onderstel! val, is alles van zijde, liet, Meer" maakt het aller meeste effect : do glanzige zijde heeft hier ver wonderlijk fraai don zilveren maneschijn op do deimehtaiiiriH-n en do lichte spiegeling van liet bleeke licht op bot wal er weergegeven. Mevrouw Mankiuwics houiD mot doze stukken een dubbel sua;-..s : als schilderes, daar alles baro eigen compoMtie h on als handworkstor, om de volharding on k:üisfvaardigheid waarmede het j kleinste onderdeel is afgewerkt. i .. :i4 . j Do rechtbank to Gotha zal eene belangwek kende vratig U' bfeiis.^en bobben, namelijk of een man hel ais hel-'cdigond kan beschouwen, wan neer een u vrouw hem togen ziju zin oen kik geeft. Do (j!ia-.'s!.io is to bét'do gebracht door een eer zaam bur.-.or van (i of hu, aan wien uene Imi 'uVjnili'ouw in eene. bierkneip, zonder dut hij het vroeg of weiiM'hf.e, cenc kus ue^ovon heefc. De eerzame bnrgor v,t',i\l als men liet verhaal gu'ooven rr.aü. do/o !i;:i:ii;,-.-,;iitio oudergaan ucl.-b.iüzonder or u-:.-eu tu pro:o:-iüuru:!. wanneer niet zijne vrouw, aan w!u IMI,;.O U^guu Let yev.ii haddon ovorgebra/.:;}r, he:u oeno hotuge scène h;id go.iiaakt. Op aamlriiigon \:m zijn vvctierheift hoeft de man l'-ger; do ai to luidruchtig vriendelijke Biermumsoii eono uaiikhicht i::ged;e!u:, on do rechtba.uk moet l/oUib.'-.en. * * In Amoril.a, zijn reed» vele vrouwen advokaat of dokter: tor. uu:? toe w-ircn ze nog geon make laars in effecten 011 kwamuii niet op do beurs. Mev!'!,:iv,- do weduvio l'ollard, wier man door zijne (ioM'h; ;denis vitu (ie cmi'.Vderatie der Zuidflijk-.'u bekend war, heeft nu in V>'alUli'O'-'t', oen v.'i^.-ylkun\ toor '.L'.V'peni!; y,;j wil vooral vrouwen tot klanten, i i:i:iar vvij^r ook geou heorou af. V.rol bobben j vroi\i.'.or vrGU'.vevi ,<_e;)rf bi;i rd <i;m do beurs zaken to d'»'ü, in;'.!1.!1 do .v.oesto iiolibtüer haar gold en lint vau dog'. :,o:; aio ha,:ir vorti'ir.iwdei;, bij ver!.-\ K:\ri men in a:le :;Ii:ïs on wi.s.seiaars, Lic (ie .'l ".,nn:'.'.t tr-in l'-ji:: -^:i'i' vilüBiduI ziju nog oen ji/inr ;).;:j:ec-i,,;cn n.i:: !i: huicn. kou hij aa;i het wori: kum:";. !'X;i j^ngc koniiigst:J!.'or ontsiiaplf: uit !;«r b'jcsti iisn.'.l, on Je gi'iioelo icn.aiid i ii p mij a..n, do?r do kier va,n oen C'ion go.opoi.il n\.::m, en zoiiio, .Uiistoroiid, zékor uit vrees dat de tij^C" i:e:n Louron zou: Hij is dusr'.'' llij we;':; op oi n ?i;iv.(l:':rij, waarvan de donrcpen! stond er. viuirvan .er, Ikiiiic-iis;-'! door hot \erblindo::d 'ielit v-.ui do .-.U'aat oen at'ttrond van .luisternis schoei;. lic stjrt'c or i::. Korst zag ik niols. Allüz\vart. Maa.r iLii duurde goor. tion secoiulen. ' Ik raakte spoedig aaa do duisternis gewend, en daar zag ik, in een hoek, neergehurkt, gereed om zijn sprong te wagen, met den muil half open en kwijlend, met gloeiend oog, den vluchteling. Nog n seconde, eu hij sprong, hij had mij gegrepen, mij verscheurd. Ik moest dus de eerste zijn. Ik sprong. Wat een gebrul, een woede, een schuimbekken! Die worsteling in het halfdonker, ik hijgend, hij dol, duurde niet lang. Als dat anders gebeurd was, was ik verloren geweest. Ik greep hem met mijn beide handen, die sterk en breed zijn, bij het vel van den rug; ik nam hem op mijn lendenen, en onder die enorme vracht stapte ik, zonder strui kelen, zonder bezwijken, met vasten, gelijken stap, naar de menagerie." Toch verdiende Bidel met deze daad nog geen e!,;on menagerie. Eerst later kocht hij van zijn, bespaarde penningen wat beesten, en besloot te trouwen. De heldin van zijn droomen was Marie, de dochter van zijn eersten baas, bij wien hij aboyew was geweest. Hare levendigheid had hem de onbeweeglijkheid dor wassen poppon verzoet. De aanstaande schoonvader, bij wien hij zijn aanzoek deed, had er niet veel tegen, nu Bidel ook circuseigenaar was. Alleen verontrustte het hem, dat in den laatsten tijd eene Kngelsche dame alle voorstellingen bijwoonde. Bidel ver klaarde haar niet van nabij te kennen ; de schoon vader ging toen op informaties uit en wendde zich ten slotte tot de Engelsche dame zelve. Zij begon te lachen. Wees gerust mijnheer; ik ben weduwe en zoek verstrooiing. Als ik zoo geregeld meereiSj dan is dat alleen omdat ik er bij wil ziju, wan neer mijnheer'' op Bidel wijzend wordt opgegeten." Bidol zelf werd niet opgegeten, maar de onge lukken bleven niet uit. Te Avignon waagde zijn beer een aanval op zijn bison, verslond den bult dien deze op zijn rug droeg, en veranderde hem in een gewoon rund. Te La Seyne, bij Toulon, stierf zijn groote krokodil, de parel van zijne menagorie. De voorstelling was tegen den volg-enden dag aangekondigd. Er moest iets op verzonnen worden. Ik wist dat er in de stad een barbier woonde, die ook beesten kon opzetten. Ik ging hem opzoeken en vertelde kern het ongeluk. Kon hij er iets aan doen, eu mijn krokodil opzetten ? De barbier nam net werk aan. Hij werkte den. heelen nacht door, prikte zich in don vinger, en uit vrees voor bloedvergiftiging, zette men dien onmiddellijk af." Don voigenden dag hoordo men Bidöl als volgt tot do menigte spreken, terwijl hij een jonger krokodiiletje liet zien, dat leefde : O, hetgoen gij hier gezien bobt, is nog niets! Als deze groote niet sliep, als hij voor uwe oogen zijn reusachtige vormen ontwikkelde, zoudt gij beven van schrik; als hij zijn vreeselijken staart zwaaide, zou de tent wel instorten; als hij zijn ruige kaken, met tanden bezet, opensperde.... Maar toch, als u er op gesteld zijt, hoe gevaarlijk zulk een plotseling wekken ook is, zal ik hern wak ker maken!..." Neon, neen !" antwoordde het publiek, neen! maak hem niet wakker !" Gelukkig! Naar Fic/aro mededeelt, is de markies de Breteuil, afgevaardigde van het departement der Basses-Pyrenées, verloofd niet eene mil!ioenen-erfgenamo van de Arnerikaansche kolonie, miss Garner. Het blad brengt bij deze gelegenheid hot tra gisch geval in herinnering, waardoor twaalf jaar geleden de ouders dor bruid getroffen werden. Mr. Will Garner bevond zich met zijne vrouw en oen aantal gasten in de kajuit van zijn pleizierjacht, dat in ds haven van New-York lag. Men zou een tochtje in zee gaan maken; de gasten stonden juist van het déjeuner op; de bemanning heesch de zeilen, terwijl hot anker nog in den grond stak. Plotseling verhief zich een van de tornado's waarvoor do baai bekend is ; hot lichte schip word het onderste boven gekoerd, en de hoor en mevrouw Garner met al hunne gaston vonden in de kajuit don dood. De drio dochters erfden 40 rnillioen dollars. Te Toulon word dezer dagen Mcyorboer's Eloilc du Nord opgevoerd, en het publiek maakte van de gelegenheid gebruik om es;ie stormachtige demonstratie te houden, toon de Russische vlag op bet tooneel kwam. Later vernam men, dat. de directeur der 'opera, geen Russische vlag bij de hand bobbei.de, een Duitsche adelaars v lag op het toonccl had gebracht, en de luide applaudissementcn en huhlobotuigingen dus aan do^o ten dool gevallen ware u. Reclames 40 cents per regel. Spuciale inlichting voor Schoenen naar msat, in gips afdruksel voor gevoelige, piin'ijke, gebrrikkiga voer.ea. kn ribbels, etc etc. AJiTGJM HUF J r., Dr. JAEUEitV Orl','. Norm. Wolarükelea, K. F aïSGHL£-3E;ï3,:R, c;:ïgc sp . oxs artikelen i>: Ts '<ïtiwoelen, (jioiuleu Zlivonyorkeii en Horloges* KaivctraatNo.i Groot» sortering'. Billijke Prijzen. Kuiistzaal Pictura", Tentoonstelling eoner fi-aiïo collectie te t> SS, iWi fratnn Ct SB 1,351 **, f& a B-18» pÜL ih*4 «ï*.l «5 &B 'PT lij t? MODERNE SCi!iLD33&Ij£ili PSEYSE & Cc., opvolgers van VAN PAPPELhNDAM & SCHOUTEN.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl