Historisch Archief 1877-1940
Disharmonie op de gladde baan.
SNUIFJES.
F»Het gaat hier om den invloed te keeren
«ener beweging, die tot het bolwerk van ons
Staatsbestaan, totdemaagdekroou der
Oranjekoninginne wil doordringen, om het symbool
onzer eenheid in het walchelijk slijk cener
ochloeratie te sleuren. Vergeten wij niet, .dat
?de socialistische «Volksvertegenwoordiger"
geen gepaster oogenblik voor het afleggen
«ener politieke belijdenis kon vinden dan het
tijdstip, waarop Neêrlands volk door middel
van zijn Vertegenwoordiging uiting wilde
f ven aan de smart over het afsterven van
illem den Goede."
Rollo, die zoo schrijft in het Dagblad voor
Zuid- Holland en 's Gracenhagc, heeft gelijk.
Als ik de maagde-koningin was, gaf ik hem
een gouden snuifdoos cadeau of een zilveren
stroopkannetje.
* *
*
Schaepman heeft de Opium niet aangedurfd.
Het is te begrijpen. De man heeft reeds zoo
veel last gehad van zijn pleidooi voor de twee
borrels, dat hij alle reden heeft er tegen op
te zien, nu nog een matig opiurn-schuiven aan
te bevelen. Soberheid is iets, waarvoor de
menschen zoo moeielijk te winnen zijn.
* *
*
Ik heb de meening hooren uitspreken dat
Schaepman's wegblijven de eerste stap zou
zijn in de richting naar Rijsenburg. Het
niet verschijnen in Unitas was de tweede en
het niet vervullen van de reeds aangenomen
spreekbeurt in Constantia zou de derde zijn.
Ik geloof daar niets van. Veeleer denk ik
'dat het in de laatste dagen met des dokters
politiek een weinig verkouden is. De ther
mometer was dan ook leelijk gedaald!
* #
*
Met die barre kou was zelfs de beursklok
van de wijs. Vrijdag kwamen wel een paar
honderd bezoekers, en dat van de allerbeste,
een minuut of wat te laat. Dat is een op
merkelijk verschijnsel. Hoe warmer het weer,
des te langer blijft het hek open, hoe kouder
de wind, des te eerder gaat het dicht.. Precies
of er een hart in de scharnieren klopt, dat
medelijden met de suppoosten heeft. Gek, op
DK. S. Die eigenwijze kerels! Daar gaat de hede boel den
R-K-S Ik Wijf bij u. chef! Maar sou het niet het best gijn
dansen. De Universiteiten zouden hare on
gebruikte krachten aan ontginning kunnen
j wijden, het plaggen steken of de bijcnteelt.
! Geen onaardig denkbeeld, al is 't wat
egoisI tisch. Op die manier toch kwamen zij beter
i onder het bereik van Okma zelf; wat meer
j zegt, misschien zou hij zelf dan wel aanspraak
j op een leerstoel kunnen maken. Professor
Okma.... hoogleeraar in het bezembinden.
"Vergeeflijke ijdelheid!
* * *
Keizer Wilhelm heeft de nieuwe richting
j waarin de wereld zich moet bewegen aange
wezen. Z. M. meent dat het nu niet langer
zal gaan van de Thermopylen naar Sedan,
maar van Sedan over Leuthen en J'.ossbach
naar de Thermopylen. Het is te hopen dat
hij woord zal houden en moeilijk kan hem
dit niet zijn. Hij heeft maar »sic volo, sic
jubeo" te zeggen en al zijn Duitschers draaien
met de aarde tegen de zon in. Iets voor
een hervormer als onze Okma om er jaloersch
van te worden!
o :?:
De heer Sanders is gistcre'.i cp de stoep
van Mr. Hartsen gezien.... maar Z. Exc.
heeft hem niet willen ontvangen. Daarop
moet de heer Sanders aan v. Houten aange
boden hebben hem zijn geheim te vertellen,
edoch pok deze heeft ernstig bezwaar ge
maakt iets zoo gevaarlijks met zich rond te
dragen. Tegen alle verwachting in is hij niet
beter geslaagd bij Lieftinck en bij ('reiner.
Ieder, die hem ziet naderen, ontwijkt hem.
Reeds is men hem tegengekomen, wandelende
langs het kanaal, op eenigen afstand gevolgd
door een politieagent. Men schijnt het ergste
te vreezen-...
de Amsterdamsehe Beurs zit
lievendheid in de lucht.
de
menscDe heer Okma wenscht de hoogescholen
naar de hei. Wel niet naar de Mookerheide,
?maar toch ergens w.iar 's nachts de heksen
,,'N KOEK-EN-ZOOPJE''.
Leg ereis an! hiete melk en sjokkelaad"
roept de baanveger, die tevens
koek-cn-zoopjehouder is terwijl hij op zijn vingertoppen
blaast, dan zijn wanten weer aantrekt en
de armen krachtig om 't lijf slaat. «Koman,
meneer," zegt hij tot een heer die, in een zwa
re n pels gedoken, met een dame een wande
ling on 't ijs maakt: -Kom, t radeer je mei^>ie
reis. Je hoeft niet vies te wezen, 't is zuiver
spul; melk van de Inrichting, van lloulens
kakko en bruine suiker Allo! allo! leg
'reis aan!"
De heer en dame gaan lachend verder en
de baanveger die, even hoofdhurend, aan
zijn pet heeft getikt, omdat de dame hem een
dubbeltje op zijn uitgestrekte groene want
heelt gelegd zegt tot zijn ee^a die in het
tentje de chocolade-negotie drijft: ,,Da's
goeie, Mie! zóó nóg 'n boel van daag dan
halen we d'r n broodje uit."
Grrrt! knarsen de sebaat-en van een rijder,
die op de hielen omdraaiend voor 't tentje
ophoudt. Geef m' 'n brandewijmji! met. sui
ker!" vraagt hij en de vrouw achter'l tafeltje
antwoordt: God gaf dat \ve 't mochten tappen
nieheer, dan zonen we meer verdienen dan
nou 't is 'n koud baantje en 't geeft niet
veel. Neen ! verdunning geven ze n ie fop 't ijs.
We hebben alleen melk!"
Nou, geef me dan maar een kop choco
laad."
Terwijl de klant zijn handen aan de heete
kom warmt en op het bruine vocht blaast.
vraagt hij verder : . Wil 't nog al van daag ?"
»Nou meheer, dat mag wel zoo", antwoordt de
vrouw, de meesten rijen voorbij en een
komverleerlen kant on !
, de stem vay&eer en geweten volgend, achteruit te
nietje sjokkelaad voor drie centen, daar valt
niet veel aan te verdienen, 'k Had gisteren
nog niet eens 't staangeld verdiend."
't Staangeld, moet jelui dat dan nog beta
len r
«Waarachtig!" zegt de baanveger die naast
zijn klant is komen staan veertig centen."
Och kom? en mag je geen drank tappen ?"
Neen !" de baanveger komt nu bij hem
staan en vertelt : Ja ! ? ? ziet u d'r
is bij de stad een soort van reglement
voor ze, halen d'r van wat ze d'r van
halen kunnen ze deuken zeker : als er
ijs is, verdient de mindere man nog 'n
extraatje, zachs dat wij d'r dan ook wat van
hebben. Allo! allo! leg reis an hiete
melk en van Houtens ! - Eerst had ik alleen
maar 'n ijsbrug in de Heerengracht ; dat kostte
me al twintig centen an de stad voor de per
missie. Leg ereis an ! Hé, zeg moet je j
nou zóó voorbijgaan, meneertje, denk om den i
baanveger assicblief !" j
'n LJsbrug ?Zeg, die chocolaad is heet hoor!" l
Nou ja, 'k bedoel n' plank met 'n paar j
stokken d'r an, begrijp ie? Dat noemen ze i
'n brug in "t reglement en dan mag; je d'r 'n l
paar stoelen bijzetten voor de lui die d'r l
schaatsen willen aanbinden. Hiete melk!?\
Juffrouw! wil ik je schaatsies andoen voor
'n fooitje? Niet? Ook goed! krijg dan zelf
kouwe vingers ja, ziet u, aan de stad is
't zoo na venant dat je doet. 'n Enkele plank
kost maar twintig centen, 'n Gewone wagen
met negotie of 'n koek-en-zoopie kost alweer
meer en als je nou zoo'n heele tent maakt
met van allerlei d'r in, is 't weer duurder.
Allo, allo! de baanveger is dr ook nog!
Och, ziet u, op de Ileerengracht gaf 't niks
niet waar, Mie? d'r leien schuiten en daar
gingen de menschen. van den wal af, op 't ijs.
Ze liepen mijn voorbij; ik stond te
blauwbekken zonder nering. O ! o ! o ! wat 'n
lekk
ere
kakko
'oen zei ik tegen m'n
Mie : Wijf, zei ik, daar leggen we geld bij;
dan maar 'n koek-en-zoopie maken. We
hebben de kinderen zoolang bij de buurvrouw
te bewaren gegeven, onze drie stoelen en tafel
meegenomen en van de water en vuurvrouw
'n paar kommen geleend die mooie kope
ren ketel is van ons en van de centen die
ik nog had. heb ik 'n paar stokken en
pakmatten gekocht, een vlas; gehuurd en?Allo!
allo! van ITouten's melk en kakko. Leg
reis an, 't is niet kwaad, hiete melk en
sjokkelaat je moet 'r maar 'n grappie bij ma
ken meneer, dan komen de lui, weet je?
'n Ivomrnetje melk, vrouw voor de juffrouw
Nou! wat ik zeggen wou. Toen ik de boel
voor de resteraasie bijmekaar had waren m'n
centjes precies op, en toen moest ik nog naar
de stad om permissie Ze moesten veertig cen
ten hebben, daar ging niks af en anders mocht
ik niet op 't ijs. Denkt u om 't
imanvegertje assieblief? Dankie meneer rij ple
zierig. Nog 'n kommetje baas?'
Nou geef me er dan nog maar eentje, en
toen 'f'
"Wel, toen kwam ik thuis en ik zei: Mie,
zei ik. nou bennen we gesjochte, nou ken
nen we toch niet op 't ijs, want we hebbeu
geen staangeld en geen centen voor melk als
anderszins maar m'n wijf wist raad die
heit d'r Zundagsehc omslagdoek, een rok en d'r
goeie schoenen naar den lommerd gebracht.
Daar heit ze 'n riksdaalder op gekregen, daar
van hebben we de stad betaald, en we hielden
nog net 'n paar centjes over om melk, kakko
krabbelen ?
i en bruine suiker te koopen. Allo! wie moet
er nog kakko, brand je niet, ze is kokend
i jjiet! _ Ja! als 't nou een beetje door blijft
1 vriezen, dan halen we d'r misschien 'n
daghEtirtje uit. Ik heb al vier maanden zonder
werk geloopen, en daarom was 't ijs een
uitkomst voor me, maar koud heb ik 't,
weêrlichts koud; zoo'n heelen dag toesjoers
door op de baan. - Dank u wel baas, wel
moog 't je bekomen, rij plezierig."
De klant heeft zijn dubbeltje betaald en
rijdt met flinke slagen verder. Uit de verte
hoort hij nog het: »Hiete melk en sjokkelaad!"
en hij 'denkt in zich zelf: Veertig centen
om met 'n koek-en-zoopje te mogen staan
't is toch klein voor zoo'n groote stad !
EEN TÊTE a TÊTE".
Zelf gezien juffrouw Tips, heusch, gisteren
avond."
Och! wat zegt u? 'En tête a tête" met'n
kruier, Abah! hoe vreeselijk ordinair." s;
Ja, ze liep heel vertrouwelijk met hem
gearmd in den maneschijn ; ik herkende haar.
dadelijk, al had ze een dikke voile voor
want 'ze kwam uit haar huis."
Wa-a-at! hier naast uit huis ?"
Juist, haar vader liet haar zelf uit en "
O! heere wat 'n ding; de ouwe heer moest
't geweten hebben: Wat'n brutaal nest?en V"
Ze ging voorzichtig de gracht op ; hij stond
haar op te wachten. Ze keek eerst nog rond
of er ook iemand aankwam en toen zag ik
hoe ze Jan de kruier "
Gunst was 't, Jan; jongens! jongens! nog
wel 'n getrouwd man 't is ijselijk en?'
Hoe ze Jan heel vertrouwelijk beetpakte.
Ze drukte zich zóó innig tegen Hem aan, dat
hij zijn arm als van zelf om haar taille sloeg.
Ze viel hem herhaalde malen onstuimig
aan de borst."
Hè!"
Ze omvatte hem met beide armen, drukte
hem met, kracht aan haar boezem en een paar
maal zelf zag ik, hoe ze haar arm eensklaps
om zijn hals sloeg, zijn hoofd tot't hare trolc,
en "
Hou op, meneer! ik kan als ongehuwde
dame zoo iets niet en wat deed ze ver
der ? Maar als 't al te erg is, zegt u 't dan
maar liever niet."
Ze lieten elkander geen oegenblik meer
los; ze waren als aaneengestrengeld."
Wel foei!"
Eindelijk viel ze...."
Meneer! ik mag u niet
langeraanhooren foei! hoe durft u me zoo iets vertel
len maar hoe gebeurde dat, hoe ?"
Wel, ze viel op haar knieën "
,O ! viel ze op haar knieën. O! en?«
wat deed HIJ toen ?"
Hij hief haar op, zij zonk aan zijn borst,
omklemde he:n mee haar armen..-!"
»Hè, hoe is 't mogelijk, wat'11 onbeschaamd
heid, en ?''
»Nu! toen knielde hij aan haar voeten."
en:"
»En toen bond hij haar schaatsen af."
»O-o-o! dus zij had met dien kruier "
. J ... . .. * i t r
j zei'
Leeren schaatsenrijden op 't ijs in de
JKeifsgracht wat dacht u dan, juffrouw Tips ?'*