De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1890 21 december pagina 9

21 december 1890 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

A SP H ALT! VOOR enz. Rfwegei, Trolloirs, Kelders, Gangen, MTOI-70ÏDKBIHG1H, «u. Mm: MUCHATEL ASPHALTE Co. 1 * | . Amsterdam. W. PATON WALSH, Dlr. of de kunst ooi zich in nette kringen te bewegen. Pry«90ot. ALOM VEBKKIJGBAAK. PENDULES in Marmer. PENDULES in Brons. PENDULES in Porcelein. PENDULES in Omjx. PENDULES in Noten- en Eikenhout PENDULES in gepoüjat Koper (cuivre poli) met Candelabres . fl. 33. J. P. KLÜUSKEHS, Nieuvcndijk 116-118, Amsterdam. lijk Daglicht in vertrekken aan binnenplaatsen of nauwe straten. Duizenden in gebruik. Pryscouranten gratis en franco. PROEFNEMINGEN' voor Amsterdam kosteloos. Naar buiten tegen vergoeding van reiskosten. Uitsluitend en met garantie by de Vertegenwoordigers voor Nederland: JOBM KOOPMANS &C°. Keizersgracht 3O2, AM^TB^DAM. Bacteriën-vrije Melk, nadere inlichtingen worden verstrekt aan het kantoor van NEDERLAND. Eerste Nederlandsehe Inrichting tot het verschaffen van volkomen zuivere BACTERIËN-VRIJE MELK. Prinsengracht 688, b|J de Ylfcelgraeht. jSfOIrlDE MEUBEItEN en Complete Ameublementen tegen billijke prijzen. Meubelfabriek en Magazijn VAN C. B. VM DER HEIDE, Huidenstraat 12, Amsterdam. zaak staat prachtig. Alleen spijt het mij, dat ik er mnzelf niet kan voorspannen, want ik heb dog en nacht druk werk, de tien mi nuten,. die ik u toesta, ontsteel ik mijzelf. Ah! we hebben er nog net n van over, zie ik. Hier, neem dit kaartje en vervoeg u daarmee tot mijn vriend, den advokaat Bubblestone hij zal uw aanspraken laten erkennen." Een majestueus gebaar en de bezoeker kon heengaan. Terwijl hij onder weg was klonk echter door de spreekbuis duidelijk: «honderd" in de voorkamer en toen de wakkere erfeniskandidaat hier arriveerde, werd hem beduid, dat het honorarium voor dit advies van 10 minuten, honderd dollars bedroeg, die hij eenigszins verbaasd, doch zonder morren betaalde, 't Was immers slechts het vischje dat hij moest uitwerpen om den kabeljauw te vangen, de rijke erfe nisportie die hem toelachte in het verschiet. Nauwelijks was de brave Jenkins de deur uit, of er presenteerde zich een andere «na bestaande" van den heer Wilson, die op dezelfde wijze bediend, doch naar een anderen ?collega verwezen werd, en toen kwamen er weer andere «familieleden" en zoo ging het den geheelen dag, de geheele week. Het regende dollars, niet alleen bij den kolonel, maar bij alle collegaas, wien hij zijn genadig aanschijn toewendde. Zijn lijfspreuk was thans: «leven en laten leven! Deze manier van handelen getuigde tevens van Cargill's fijne taktiek, want alle collegaas haastten zich om zijn lof te verkondigen. De goede Jenkins, die honderd dollars lichter met het kaartje voor advokaat Bub blestone in de vingers, voor des kolonels deur stond te draaien, dacht even na; nu, na reeds zulk een som voor de erfenis geofferd te hebben, wilde, hij de zaak ook doorzetten. Hij nam daarom een rijtuig en reed naar Bubblestone's office. Hier moest hij weer ?een half uur antichambreeren: de patroon hield conferentie. In werkelijkheid zat Bubbelstone met een kennis boven op zijn lesse naar »Head and Taif te spelen, een spel dat in Amerika zoowel door Croesussen als door straatvegers wordt gespeeld, door de eerste met dollars, door de laatsten met centen, (Bubblestone speelde met centen.) Het spel is uiterst gemakkelijk en eenvoudig. Een der spelers neemt het geldstuk in de hand, om het op te gooien, en de andere moet raden, welke zijde bij het vallen boven zal komen liggen, »Head" of »Tail". Wie mis raadt heeft het geldstuk aan zijn tegenspeler verloren. Met dit verheffend spel zat advo kaat Bubblestone den tijd te dooden, toen hem tot zijn verrassing werd medegedeeld, dat iemand hem verlangde te spreken. Dat was een gebeurtenis. Hij stak de centen in zijn zak, schoof tafels en stoelen terecht, complimenteerde zijn vriend de deur uit en zette zich in postuur. Jenkins trad binnen, overhandigde hem het kaartje van kolonel Cargill en nam plaats. »Aha!" zeide Bubblestone, >mijn waarde college schrijft mij, dat u de achterneefszwager van den overledene zijt?" »Ja, mijnheer, zijn grootmoeder was een zwager van mijn grootvader, of omgekeerd zoo precies weet ik het niet." »Dat hindert niet. De verwantschap is in elk geval na genoeg, om alle vrees voor ont zegging der eisch te verbannen. Hoe hoog stelt u de vordering?" »Een millioen is, dunkt mij, niet te veel. Is het?" zeide de brave Jenkins, met een loerenden blik op den advokaat. «Volstrekt niet, mijnheer. Maar kunt u nog andere bewijsgronden aanvoeren?" »Ik heb Wilson dertig jaren geleden eens vijf. dollars geleend..." »Die u natuurlijk nooit terug heb ge kregen ..." »Ja, secuur. Hij heeft ze mij later met 6 pet. terugbetaald. Maar nu had hij, naar mijn idee, zulk een bewijs van welwillend heid mijnerzijds, hooger moeten waardeeren. Hij heeft mij ook beloofd, dat ik in zijn testament zou staan, als hij er een maakte!" »Zoo zoo zoo! Beloofd ! Dat is van gewicht, hoogst belangrijk! Hebt u misschien getuigen ?" «?Mijn zoon. Mijnheer Wilson heeft hem indertijd uit dankbaarheid voor die vijf dol lars tegen een salaris van 5000 dollars op zijn kantoor genomen!" »En waar is die zoon tegenwoordig?" »In... hm... tegenwoordig... is hij, ja... zit hij in de gevangenis!" »0ch! In de gevangenis! Hoe is hij daarin gekomen ? Dat dien ik ook te weten." »Hij had een klein abuis in de kas van mijnheer Wilson. Jeugdige onbezonnenheid mijnheer! Er waren 10,000 dollars tekort. Maar mijn zoon had er geen schuld aan ... hij was verleid..." »Dat kan ik mij voorstellen. De zoon van zulk een vader is geen dief, al steelt hij een millioen." Jenkins drukte den heer Bubblestone ge roerd de hand." »Nu, wat denkt u, zouden wij kans hebben ?" »Mijnheer," antwoordde Bubblestone met warmte, »u kunt van uw millioen zoo zeker zijn, alsof u 't reeds in den zak hadt. Hm! 't spijt mij waarlijk, dat ik zelf uw belangen niet kan behartigen... ik heb het te druk.. dag en nacht in het touw, mijnheer! Maar ik zal u bij een vriend van mij aanbevelen, advocaat Ixley, die u gaarne van dienst zal zijn." Een gebaar, en mijnheer Jenkins kon verdwijnen. In de antichambre werd hem aan het verstand gebracht, dat het consult hem op vijftig dollars kwam te staan, die hij na eenige aarzeling ook schoorvoetend betaalde. Eenmaal zoover gekomen, besloot hij ook den volgenden rechtsgeleerde op te zoeken en deze nam eindelijk onder de meest euthousiastische betuigingen van welslagen op zich, het proces te voeren, en bewoog hem, een aardig sommetje ter bestrijding der inleidingskosten achter te laten. De volgende echter, die in zake Wilson van het hoofdkantoor naar Mr. Bubblestone werd verwezen, vond in diens office een filiaal van Cargill, want Bubblestone was eindelijk ook aan de slimheid van zijn vriend, den kolonel gaan gelooven. Alle volgende «verwanten" moesten hun 50 dollars offeren en werden verder gestuurd, totdat ze na een aanmerkelijke verlichting van hun geldbuidel, eindelijk een advokaat vonden, die nog niet bij de zaak was betrokken, en zich derhalve bereid verklaarde, hun belangen voor te staan. Bij al die advokaten viel binnen een zeer kort tijdsverloop, een merkwaardige ver andering te bespeuren; uit hun kleine, ledige kamertjes ontstonden ruime vertrekken, die wemelden van allerlei bezoekers, wien een consult van 10 minuten met een honorarium van 100 dollars niet te hoog betaald voor kwam. Wie als rechtsgeleerde in het proces Cargill-Wilson was betrokken, werd beroemd en gezocht. Bij den kolonel regende het voortaan niet alleen dollars van de cliënten, die met alle mogelijke kwesties bij hem kwamen en elkaar in zijn office verdrongen; niet alleen uitnoodigingen van hooge en aan zienlijke personen, maar ook dankbetuigingen en loftuitingen van al zijn collegaas. Slechts mr. Biggleby, de rechtsgeleerde raadsman der weduwe van den millioennair, voedde een doodelijken haat tegen den kolo nel. Om die reden liet deze laatstgenoemde hem dan ook voortdurend door twee detectives bespieden en achtervolgen. Want ofschoon Cargill's grootvader een groote generaal was geweest, en hij zelf een dappere kolonel was, vreesde hij toch, dat mr. Biggleby op een goeden dag in een aanval van woede, zijn office eens kon binnendringen en zijn revol ver ten gunste der weduwe mocht laten pleiten. Een jaar was verstreken. Met gebruikma king van al de trielts en draaierijen, die sluwe advokaten in staat stellen, een loopje met de Amerikaansche wetgeving te nemen, was het gelukt, de eindzitting tot zoolang uit te stel len. Nu was zij gehouden en de uitspraak was verdaagd, totdat alle vorderingen nog maals nauwkeurig getoetst zouden zijn ge worden, en daartoe moest een »receiver" be noemd worden, dat is een bestuurder, die uit de nalatenschap wordt betaald; zoolang de kwestie nog hangende is, het vermogen beheert; in gemeenschap met den advokaat van den erflater voor de rechten der beschre ven erven opkomt en in overleg met een zelf gekozen college van rechtsgeleerden de vor deringen onderzoekt. Daarop had de kolonel slechts gewacht. Nu kwam het er op aan, ook den laatsten vijand, mr. Biggleby name lijk, te overwinnen en te verzoenen. Intusschen waren wel een 45 advokaten, met den beroemden kolonel aan het hoofd, tegen de voltrekking van het testament op gekomen. Vijf en veertig familiën hoopten minstens een millioen uit de nalatenschap te krijgen en betaalden hunnen advokaten voortdurend verbazende sommen, om geen vertraging in den loop van het proces te brengen. Daar i.u bij de eindzitting de vor deringen niet waren afgewezen, maar het hof de benoeming van een »receiver" had bevo len, geloofde elke eischer, dat zijn eisch hem reeds was toegezegd, en begon met het overschot van zijn kapitaal op grooten voet te leven. Het baarde echter algemeen opzien, dat al de 45 advokaten op verlangen van ko lonel Cargill een piepjong advocaatje als »receiver" hadden voorgeslagen, een jong ventje van 22 jaren, dat pas 4 weken van de universiteit was teruggekomen en een office had geopend, en door wiens keus uit den aard zijner familiebetrekkingen al een zeer slecht uitzicht werd geboden, dat hun 45 cliënten het pleit zouden winnen. De ware drijfveer konden zij echter geen van allen gissen, zij moesten zich goed- of kwaadschiks met het doen van den kolonel vereenigen. Op den dag der benoeming snelde een man, om ongeveer drie uren des namiddags, uit de gerechtszaal naar kolonel Cargill's office heen, waar hij zich het zweet van zijn voorhoofd wischte en het stof van zijn jas klopte. Eer hij echter kon binnengaan, slopen een paar kleine gestalten hem voorbij de deur in en stormden onaangediend des kolonels kamer binnen. «Biggleby komt!'' rie pen zij hijgend en vatten met hun ruggen post tegen de deur. Het waren Cargill's detec tives. Hij stelde hen echter lachend gerust en zond hen naar de voorkamer. Een se conde later liet mr. Bigjrleby, de eerste ad vokaat der city, zich aandienen en prompt daarop kwam het bevel, hem binnen te laten. De deur werd geopend en de groote man trad over den drempel. Hij wa^ een knappe vijftiger, met een hoogst deftig en voornaam uiterlijk. Eén oogenblik bleef hij in de deur staan en monsterde zijn vijand; toen breidde hij eensklaps de armen uit, deed een stap voorwaarts, de kolonel sprong overeind en de twee tegenstanders lagen in elkanders armen. Na deze sprakelooze begroeting, drukte de kolonel zijn bezoeker in een leunstoel en ging zelf ook weer zitten. »Zooals ik merk, zijn mijn berekeningen uitgekomen," sprak hij langzaam. De andere schudde bewonderend het hoofd. Kolonel", antwoordde hij, »u zijt de char mantste spitsboef in al de Vereenigde Staten. Ik kon mijn ooren niet gelooven, toen iemand mij vertelde, dat u en uw geheele bende mijn zoon als reciver hadden voorgesteld. Ik kom direct van het hof hij is offici eel gekozen. Kolonel, ik kan geen woorden vinden, om mijn bewondering voor uw werk uit te drukken!" »A1 te veel eer, waarde collega!" meesmuilde de slimme kolonel. «Het eenige doel dezer handeling was een verbitterden vijand tot vriend te maken." »Dat is u gelukt, vereerde overste!" riep Mr. Biggleby, met een stevigen handdruk. »Mijn zoon, pas van college afgekomen, wordt zulk een post van vertrouwen, het be heer eener millioenenerfenis opgedragen ? Het is grootsch! Het is ongehoord. Ik zelf heb er geen oogenblik aan durven denken, hem voor te stellen maar u hebt het voorstel gedaan en krachtens uw 45 stem men ook doorgedreven. O! een schitterende loopbaan staat thans voor hem open. Zijn naam zal door het geheele land beroemd worden. Maar, zeg eens kolonel, hebt u in 't geheel niet bedacht, dat u door dezen stap uw proces met glans kunt en waarschijnlijk ook zult verliezen? De nieuwe bestuurder zal immers in overleg met mij alle aanspra ken verwerpen ?" Kolonel Cargill begon smakelijk te lachen. «Natuurlijk, hij, zoowel als ieder ander ook!" riep hij. »Het testament zooals gij, waarde Biggleby het hebt opgesteld, zit zoo prach tig in elkaar, dat zelfs geldige aanspraken het niet omver zouden kunnen werpen, laatstaan ongemotiveerde. Want alle 45 aan spraken zijn volkomen ongegrond. Van de meesten kan de verwantschap niet eens aan getoond worden." »0h ,.. oh ... oh !" steunde mr. Biggleby. Cargill floot Yankee Doodle. «Begrijpt u het nu?" vroeg hij eindelijk. »Ja, nu doorzie ik alles!'' zeide mr. Big gleby met een nieuwe uitbarsting van Oh's, AaoKs en Haw^s, totdat zijn verbazing zich ten slotte in een hevig hoofdschudden oploste. »Gij en uw bondgenooten moeten uit deze zaak een klein vermogen geput hebben!" merkte hij aan. »You bet T' antwoordde Cargill grijnzend, «Maar wij zijn nog niet geheel klaar. Ziehier mijn plan; luister. Het onderzoek moet minstens een jaar duren, opdat uw zoon het volle honorarium voor zijn beheer ik meen 10.000 dollars ontvangt. Bovendien heeft hij de eer, al de 45 processen te winnen. Want tegen het testament is geen van de vorderingen steekhoudend; de meeste zijn bepaald onzinnig, belachelijk, en ik wist het,. eer ik de zaak op touw zette. Maar ik had een geval noodig, dat mij geld en naam moest bezorgen, en dank zij u, mijn waarde collega, heb ik beide in ruime mate ver worven." »Toch niet, toch niet!" gaf mr. Biggleby bescheiden ten antwoord. »Ik b«n u veeleer dank schuldig. Uw spitsvondigen geest i» het gelukt mijn zoon bij ziin intrede in de Van Ween's THEE, 'tfijnst en 'tgoedkoopst; aanbevolen Mélange , a 125 et. Damrak »O. %m*ter«tam.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl