De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1891 11 januari pagina 3

11 januari 1891 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER,/WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. B|jn dolk is het kind gewond de rechter van Instructie is reeds vooruit overtuigd, dat niemand anders de schuldige is. Henri wordt door zijn vriend, den inspecteur, gevangen genomen. Deze twijfelt aan de juistheid der verdenking en be gint al dadelijk den draad verder te zoeken. De justitie opent tegen Henri een geding, dat ?wel eindigt met zyn vrijspraak door de jury, maar met zulk een klein stemmenverschil, dat die neer onteerend is dan een veroordeeling. Het gesprek met den rechter vati instructie en het debat der juryleden zijn zeer frisch en goedgeschreven tooneeltjes. Er Bleekt een satyre in op den ambtenaar, die een verdachte dadelijk behandelt als een schuldige, een gewoonte, die bij vele politiemannen bestaat, en op de samenstelling der jury's. Vermakelijk is vooral de houding van het jury lid Touttebique, die meent dat men. nu drie dagen l»ng het voor en tegen beschouwd is, toch geen .onschuldig" kan uitspreken. Na al die moeite! dan gaat de aardigheid er af. Na deze uitspraak gaat Henri met den inspec teur Madecasse op reis om den waren schuldige op te sporen, en laatstgenoemde krijgt in Mexico den draad in handen. Hij doet nl de ontdekking dat de diamanten van mevr Nogarette aldaar van de hand zijn gezet. Nu moet hij den verkonper opsporen. Intusschen is Henri verplicht terug te keeren, omdat zijne moeder ziek is en wij zieu hem in het 6e tafereel bij haar komen. Nu ver neemt men ook dat Genevièce, de dochter van den bankier, bij wien Henri in dienst was, ge dwongen zal worden te trouwen met C/avorgnan, dat is de zeevaarder, die den diefstal pleegde. Hoewel Henri hier zeer over terneergeslagen ia, gaat h\j voort met te werken aan de taak die hjj zich zelf oplegde. Hij heeft vroeger de medi cijnen bestudeerd en wil nu alles aanwenden om Klein Duimpje van zijn stompzinnigheid te gene zen. Dit gelukt langzaam en eindelijk zal een proef genomen worden of het mogelijk is het herinneringswrmogen van het knaapje weer op te wekken. Zoo komen wij weer in het kantoor. De metselaar zal, evenals op den dag, toen de misdaad gebeurd is, roepen om kalk. Henri zal gaan vertellen van Klein Duimpje en als hij het mes opheft hoopt h\j dat de kleine jongen weer den indruk van den schrik zal gevoelen en zijn geheugen terug krijgen. En het gelukt. Als Henri den dolk ter hand neemt, staat den jongen eensklaps de man weer voor oogen, die hem verwondde en hij kan nu het verhaal van de misdaad doen Alleen n ding blijft duister. Hij kan den naam van den dief niet noemen. In zijn. gedachten is het steeds de Wilde man. Intusschen heeft men het luiden dor klokken gehoord, er wordt een huwelijk ges-loten dat ?-van Clueorgnan met Genenere. Zij komen uit do kerk terug en als het jonge paar binnentreedt roept Kiem Duimpje eensklaps: Dat is de dief P' en ziet ! Madecasse, die het spoor in Mexico vond. i., daar om die verklaring te bevestigen Clacorgiian zal in hechtenis genomen worden, doch doodt zich. Deze vergelding is natuurlijk gekozen met het oog op Géneviève, die nu weder vrij wordt en voor Henri bestemd is. Behalve de tafreeltjes bij den Ambtenaar van het Openbaar Ministerie eu in de jurykatucr is er weinig opmerkenswaardig in dit. drama Ik heb tegen deze politiestukken de grief, dat er te veel vertoond moet worden op telkens verschillende plaatsen, waardoor men tot de verdeeling in tafreelen komt, die zeer hinderlijk is voor het behouden van indrukken. Ik vindt het onuitstaan baar als het gordijn om de tien minuten omlaag gaat. Als zedenbeeld heeft De Wildewm waarde door de eigenaardige behandeling van de stof. Een succes zou ik het stuk zeker nooit heb'jen durven voorspellen, on dat nog minder als de vertooning zoo afloapf, als dit liij de eerste voor stelling in het Grand Théatre het geval was. llt't was bepaald ergerlijk, zooals het souffieurshokj.' het aaiiirekkirigsuunt van den g> heelen avond bleef Men keek de autoriteit, die daarin ver scholen zit, letterlijk de woorden uit den mom!, en alleen de jongejuffrouw Bigof. die voor Klc-iit Duimpje speelde, was goed in haar rol te huis. En ofschoon het optreden van kinderen van die jaren rn. i. nimmer in den dierst der kunst toe gejuicht mag worden, moot ik erkennen dat het kleine meisje haar familienaam eer aandeed. De heerun Bouwmeester, Sdmltze, do Boer en Wensma trachtten een kleurtje aan hun spel te geven, maar /ij vermochten den indruk niet weg te nemen, dat, de acteurs weinig ingenomen wa ren niet. het i. g. drama, en al kau ik mij voor stellen dat zij hun krachten liever aan iets beters Wijden, ra i. mogen zij hun nieening niet aldus aau liet publiek kenbaar maken. De heer Junkermann is nog eens opgetreden als Onkel Briisig. en tweomulen in U user Doktor, vroeger hier ter stedövortaaid en vertoond. Een bezoek aan deze voorstellingen is zeer aan te bevelen. FE. MUZIEK IN DE HOOFDSTAD. Klagen ook de theaterdirecteuren allen zoodanig over leé.ge zalen, dat hot hart u van medelijden dreigt te, breken, het Concertgebouw knn zich Steeds over trouwe opkomst van hare leden ver heugen, daar do leden er blijkbu.ar prijs op st»llcn van hun lidmaatschap een ztvr trouw gebruik te maken. E;i als or dan concerten gebodmi worden waarop Mevr. Therese Carunno en de beer Ku^è.ie Isaye zich doen hooren, dan zou men door te huis te blijven veel verzuimen. Mevr. Carcnno had in een vorig jaar hare re putatie als pianiste reeds gevestigd, zij behoefde cue thans alleen op te houden. Ik hoorde haar voor het eerst en kan dus in geene v.TjjoJijking treden. Ik kan alleen zoggen dat ik vooral van haar spel genoot in het concerr van Max Dowei hoewel hst 4e concert van S'iiut Saëiis, dat, zij vooraf speelde, ais compositie oneindig hoogs-r staat. Voor dit laatste concert blijf ik de inter pretatie van Fransche virtuozen en van den Pool l'aderewski preferueron. ZooaU iaën weet is laafstgenoemde pianist op het uogeublik het troetelkind van de l'anjsche High-lite (lek-lief, zooals men daar zegt) en eene soiree ten huize van een lek liefeur" waarop Paderewski iets zal voordra gen, is in staat alle gemoederen van blijde verwach ting te doen kloppen. Afgescheiden van het groote belang dat men aldaar in Russen en Poolsche bannelingen stelt, is zijne reputatie bij uitzondering eens niet overdreven. Doch het ia niet beleefd van mij dat ik afdwaal, en dus keer ik tot Mevr. Carenno terug. In het concert van Max Dowel toonde zij al hare voortreffelijke eigenschappen en daaruit ver klaart zich ook de keuze van dit concert. Twee concerten is, met eene simfonio zooals de tweede van Brahms en nog twee orkeststukken, wel wat veel,en ik hoop dat het geene gewoonte wordt de pro gramma's zoo lang te maken Ik heb wel te Parijs geleerd, uiet ware doodsverachting, veel te lange programma's te verdragen (in dat opzicht ben ik daar in eene hardöleerschool geweest) doch niet tegenstaande dat, begon ik onder het luisteren ook nu groote vermoeidheid bij mij zelve waar (e nemen eu daar ik die ook bij de uitvoerders meende op te merken, is hot beter het program wat in te korten. Ik beu waarlijk alweer afgedwaald en dus haast ik rnij te vermelden dat hare sclioone en brillante voordracht (alleen in het eerste concert was de aanleg nog wat droog) en buitengewone techniek mij zeer getroffen hebben; zij weet van geene vermoeidheid en volhardt met gemak tot het einde toe. Dit, is iets wat alleen de gerijpte virtuose vermag. Op aanhoudend verlangen gaf zij nog eene Etude Caprice met voortdurend staccato toe. Ik stond er versteld over dat zij onmiddelijk na bet zware concert dit zoo moeielijke stuk op deze wijze kon voordragen. Van het orkest heb ik veel goeds te zeggen. De ouverture lm Herhst" van Grie.g. dio ik ook reeds te Parijs hoorde op tiet Skandiuavis-clie Concert, beviel mij nu, wat, uitvoering aangaat, veel beter, en thans viel voor mij voor het eerst het juiste licht op dit werk. Ook het LnhengrinVorspiel'' werd zeer schoon vertolkt en ik geloof te kunnen zeggen dat bet orkest bizonder geluk kig in de vertolking van dit werk w:as. In de begeleiding van beide solonummers heeft i dit orkest weer bet Mcisterhaftc" gepresteerd en ik meen niet te overdrijven als ik zeg dat deze wijze van begeleiding aan ieder orkest, waar ook, ten voorbeeld mag gesteld worden. Bij de Simfonie van Brahins wasén groot deel van het publiek vertrokken. Ik be reunie dit zeer voor den heer Kes on zijn orkest, wart aanmoe digend werkt dit niet op de vertolking, en hoewol ik weet dat do kunstenaar zijn gevoel moet baheerschen, zijn wij kunstenaars echter alien nog j meer dan anderen aan stemmingen onderhevig, en j of bet daaraan lag dan welot ook de oikeslleden ver- j nioeid waren geworden weet ik niet, maar er was iets wat in de geheele uitvoering en hoewel hot bleek rlat liet mot de grootste zorg was ingestu deerd was de vertolking vooral van den eersten Satz dus niet recht gelukkig Ik mag och!er na al wat bet orkest dien avond reeds yi presteen! bad, daar niet te vee! van zeegen, en mijn be zwaar geldt dus alleen hot: Ie 'laiiy en Ce rtet. Nu ik toch over het Coi certgebouw" aan het spreken ben, kan ik meteen do volgende soiree behandelen, waarop do heer l'inuei.i; Is»ye zich als solist deed hooron. Ik heb tot m;jii spijt slechts een ^Cileelte van dit Concert gehoord, omdat ^iej. lleymann zich ook als Soinnainbiile ' presenteerde en ik, hot ongewone van dit geval in aanmerking nemende, terwijl ik Bellini's opera nog nooit op het tooneel gezien en Behoord had, bier ook (HTS heen wildo gaan. Was ik maar in het Concert gebouw gebleven ! Ik Z( g r'at niet met bet oog op M'j. Heyinfinn, maar met het oog op de opera. Doch hierover straks. De heer Kes voerde met zijn orkest een Lnstspiel Ouverture van Smetana" uit. Ik ken dezen componist niet en voor uet eerst hoorde ik thans een werk van hem. Ik ben daaiom misschien voorbarig als ik zeg, dat. naar nVn indrnk die ik van d->zen componist. gekregen heb, ik moet besluiten dat hij eigenlijk voor mathematicus in de wieg is geiend. In de ou.'ertnre, waarin ik weinig natuurlijke vrooiijkheid vond, zag ik a-Meen rechte lijnen, schuine lijnen, driehoeken, vierhoeken, enz. enz.; kortom, de compositie maakte op niij den indruk van de hand 'e zijn van een droog wetenschappelijk geleerde, die op re.i bruilofr. ot' ander feest een hnino; isu^clieii toost wil uitbrengen, wat hem alles behalve natuurlijk afgsar. De u tvo"r;nu' was met vee! zorg voorbereid. Do heer I-ay,1. speelde, daarop hot !);: concert van Spohr. Deze so'i.-.t is een lieveling' van het publiek en wie zijne betooverendc eigenschappen als Violist kent', verwondert, zich daar niet over. Een zeer schoon instrument, een (ik zon ze_r_rfi:} vleiende wijze van spelen, alsof bij zijn instrument liefkoost, en een bri!U:ntc techniek, maken hem tot een zeer gaarne gehoonlen solist. Ik heb deze eigenschappen opgenoemd, omdat ik, wat de voordracht van hut concert van Spohr betref'., met het publiek van opinie moet ver schillen Voor;;! eenvoud hei) ik er in gemist en dit vordert bet werk van do eerste plaats. Kr was (de heer Is.iyo boude mij dit ten goe-io) cenc zekere coquettcrie, in y.[\n spel op te mei ken, die bij briiiaote \irtiiose.rsti;i<ken veel ii.druif kan maken, doch in dit wei k niet te huis Ix-hoort. Ook was er soms iets io-jaai'fls in de passie, en hieiaaii schrijf ik het dan ook toe. (Lu alle. ge vaarlijke gedeelten niet oa'ngned gelukten. Ik herinner o. a. aan de ilee.imengat'geu. Ik bel) echter vernomen, dat de Fau.-t-faiitasio van Wienvüwskl voortr'.'tt'elïjk j;e->peeh! werd en ik* voeg er dit bij, omdat mijne aanmerking niet in het algemeen moeten worden opgevat, doch alleen met het oog np de vertolking' van het vioolcon cert van Spohr. Toer. ik het Paleis"' binnentrad was Moj. Iluymaiin juist in sontnambuo-lisclieii toestand in (io tweede ac'e. Zoodr4 il; ecaier haii phiats evnomon, ontwaakte zij al zingende. |i"t vrooiii'ly vitn net geval was ecliioi' ilau hoe, helderder do somnai:ibuiu" wakker werd. hoe slaperiger ik begon te worden on zelfs do drie gesirecp'e ( - en Ds ver mochten mij niet h-, idcrzieio!'' te maken. Ik wijt dit niut aau Mej. lieyiuami; (ik heb al meermalen geschreven hoe ik over haar denk!) doch aan de opera. Menigeen zal tegen mij zeg gen : het is niet goed de Italiaansche opera zoo af te breken, want de lialianen hebben groote ver diensten voor de opera gehad Ik heb er niets op tegen, als ik maar niet genoodzaakt word te veel Bellini te moeten hooren, en ik geloof dat het thans verstandig is, werken als de Somnambttta maar voor goed te laten slapen. Ik ontken niet dat de aria van de derde acte, gezongen zooals nu, bekoring kan hebben, doch dit kau een geheel werk niet redden, evenmin als ik er op gesteld ben de geheele Lucie" te hooren, omiiat het sextet in de '2e acte zooveel indruk maakt. Ik wensch Mej. lleymann van harte een schitterende toekomst toe, Ten slotte moet ik nog melding maken dat er ecu wedstrijd heeft plaats gehad, uitgaande van de Liedertaiel Zangiust". Dit coi,cours betrof het uilvoeren van solokwartetten door verschillende vereenigiiiuen. De meeste bladen, waaronder ook het blad waarvan ik de eer heb verslaggever te zijn, hebben zich bepaald tot eene vermelding van do juryleden 011 (ie namen van bekroonde vereenigiiigen. Ik heb geen oorzaak hiervan ook mi af' te wijken en wel om verschillende redenen, en dus vermeld ik alleen dat de Jury bestond uit do hecrcn Robert uit Haarlem, Leon Bouinau uit 's llertogenbosch, de Vliegh uit Rotterdam en de hoeren Kes, Mts-chaert, Brandts Buijs en Beumer uit Amsterdam. In de eerste atdeeling verwierven den eersten prijs: het kwartet van Ho 11 e's Mannen koor uit Rotterdam; den tweeden prijs; Amphion uit Rotterdam; den derden prijs: Loreley uit Haarlem en den vierden prijs: Apollo uit Amsterdam. In de tweede atdeeling eerste prijs: Kunst en Broedorderscbap^ Amsterdam. Tweede prijs werd niet toe gekend. Dordo prijs: De Vereeni^de Xangcrs, Am sterdam en vierde prijs: Crescendo, Haarlem. Zondag avond moesten de bekroonde kwartetten om drie ct'ieprijzen kampen: De uitslag was als volgt: Ie prijs: Rotte's .Mannenkoor; ilen prijs: Crescendo, Haarlem en 3eii prijs Kunst en Broe derschap. liet orkest van bet Concertgebouw voerde ecnige nummers onder leiding van den heer llutschenruijtcr uit, die aigemeencn bijval verwierven. VAN Mn.uoKx. P. S. In mijne laatste muzikale kritieken'' is door eene vergissing de laatste volzin wegge\allen, die aldus luidde; D.iar wij op het punt van gclcgenlieidscompositiën niet verwend zijn, heb ik voor dit werkje (de Treurmarsch) een anderen m nat st ai' aanyele^d dan bij de andere critieken. Ijit ee;i artistiek oogpunt ech'er beschouwd, geloof i1; dat do componist verstandig gedaan heeft zijn naam geheim te houden. MOÜ'IJ bij spoedig eens een werk geven dat geen ge!egeiiheiiisco;u]ioslti is, eu als serieus werk kan behandeld worden. v. M. ANTON MA11VE. Nog al'ij'l moeten >vij onzen plicht vervullen, (ie aaiKhn'lit van onze legers tu vragen voor: .liilini ItL'inre door II. !,. lï^rckenhoir'. Ktsen lioor Pli. Zilcko.u met F^csinülés naar Schilderijeu. Teekenin^'e'i en Siudti'ii, wtUwiliend door Mevrouw d,1 'A'e.'luwe .Mur/e beschikna.ir gc'Melil". Geheel n.-uir den eisch van in-ïzoo aantrekkelijke en rnk'.' onderwerp iicefi. de lieer Scli l-:l.anij) een pr:irh! \verk ueievi'r-l, e'a,t aiieszins de \va,ai'(l(;er.iig /,ij;ier hind^enootei; verth'iMtf. Geen moeilo i.s ge-'pi-ird aau de uil voering van dit werk. Hier is gedaan, «at iaën slechts kun wenscheii. Niot zonder reden vilden wij dan ook medegedeeld: De etsen, even als het geheele werk zijn gedrukt bij de firma Moutou & t.'o., te 's-Gniveiiliago. liet J:M);ii;sc!i papier is van de keizerlijke fabriek te Tokio : het zwaar veiin papier is uit de fabriek van de firma v. (j.'bier Zonen, te AmsrenUrn. liet een is gelijk het an-ier zóó (k'uelijk, dat het op zulk een afzoirdiTiijku vermelili'iig ten volle aanspraak ruit i maken. Wai echter nog neer /e^f, di« ots"n Kelt en de illustralies van der ickst. meest, naar krijlti.'okeningfii, die allen, doch vooral de eer^!(<ii, vormen een s-.'boor.o ver/ameliMï. tot kei'sclietsiiiL' van Mauve's kunst, /ilckep hci-lt ii: <;(! Wii-clivrouw, Aau (!<? Sloot, Il.iutbakkc'-.-. Langs (ie;i we/, Honfverkuopiiig, B!eek\e!d. Bij Lurcii en Schapei^stal, ren achttal jiroeven <;i'g''veii v;i ? ziji; ciyen talei t, wa:it. het is hem gehikt in zij'i etsen het myslerieu/.e, innige en teere te vo-.ir.-riiiju te breiigs1!-, dat het werk van den gu^li.-i vc;- moester in zoo hoou1-" mnte oinlcrsciieiilt. Ke,i i .'j uitneru :i:ilbeid mo: ilijke t,>;ik. Na ir Mauve te eis;;;,, v.-ar is In-t andcis dan jio(">/;io t o vertolken: i'one j oë/ie. wa.'ii in het fijnste, zachtste, lier mee.si ciln-riscbe gevoel ge.ira^eu wordt door d.o rijkste on zoetvlocioüdste aller talen. Voor dr/en dichterlijken arbeid was Zilcken brrek-'iid. -Meer, nMar bet ons vooikomt, dan zijn medewerker, die in woorden hel niet tot tooveron hoeft, gebracht. Do e;sna:.hl w;« hi-'r het is te b.'grijpyu ni-ichtinw il'tn !1;- p^M. Voor den beer IJei-ckenlioi; was Mauvi; een bovenv.'crj), iemand waarmede hij, om zoo te zeygtn, geen raad \\iot. Te^ei.over tiien door eenvoud zoo hoog verheven knuste! anr gevoelde, liij zich een weinig verlegen. Hoe zon bij ;<a!ivaugcn te spreke:!'/ lief- is (lui-:!;-lijk, liet besot', d;!t hij -j:if:t OM 'evva.-;sehen proxMÏsrbo handen dit uit licht en schaduw <;eweven (iodenkiml moest aannierer;, In-uit he-ii; moeielijke uren bezorgd. \Vaiiiieer men zoo dadelijk ouder de kudilo sclnipen, vredig door den henier geweid, onthha.'il wordt on een proere van kans"l-onzin, sjiant rnen <!e verwiichting niet hoog. Toen,"' met. div.e weordi"!i wij-it. Berckiü.hotf op <;e:i rnan wiens beeld bij wil schetsen, toen onverwacht de tijding van Mauve's dood den broeden kring bereikte zijner vrienden, hebben zij op stillen toon h u u smart geuit en voelden ;:'cii de harten bewogen door den weemoed, welke in zijn berusting een zoo loutrend element van troost bevat.'' O, domii.é. da,ir begrijpen wij niets van. Mauve ie naderen met zulk een galm! De bernslim.;- van den weemoed een louterend element van troo.-t. . . voor den breoden kring zijner vrienden ! Heusch, zij konden er niels aan doen, maar bad het aan hen gelegen, zij zoiulen er alles behalve iu berust, noch zich met dat louterend element getroost hebben... \\'el mocht de lieer Berckenhoff op deze woorden laten volgen : Wie Mauve kenden, wisten dat hij een afkeer had van al wat zweemde naar luid misbaar, naar het bomberdebom", gelijk hg eigenaardig zeide, van het theatrale. Iets tb atraals vond hij al spoedig in hetgeen zich krach tig uitte." Nu, wat zou de eenvoudige waarheidlievende kunstenaar wel gezegd hebben, als h\j den niet eens krachtigen, maar pedanten zwaai van zijn lofredenaar had mogen aanschouwen, waar die de pen op het papier zette om hem voor het Nederlandsch publiek te beschrijven! Nu, het was alleen de verlegenheid waarin de auteur zich bevond, die hem verleidde van den stillen toon" iets bombastisch te maakte. En dat gevoel van onmacht, om zijn onderwerp recht te doen wedervaren, is den Heer Berckenhoff bijge bleven tot het einde too. Hij zou zoo gaarne iets geschonken hebben Mauve waardig, maar het kon niet, en daarom gaf bij dan ook telkens weer den moed op en vertelde maar kort on goed wat aan brieven en overgeleverde gesprekken te ontleenen was. . En hieraan deed hij wél want juist uit die kleine aanhalingen leert men Mauve veel beter kennen, dan uit al het overige, meest zeer banale, dat de schrijver in zijn artikel aanbiedt. Aanlig 'o. v. is de mededeeling, hoe Mauve Willern Maris voor 't eerst ontmoette. Daar zat hij weder, hot tijngepunte potlood in do hand, benauwde streepjes op het papier zet tende. Achter hem stond een jong kereltje, dat vroeg of hij mijnheer ook hinderde. Neen, man netje, kijk maar gerust toe," antwoordde Mauve. Straks bemerkte hij, dat het mannetje ook een album in de band hield en hij vroeg het eens in te zien. Nauwelijks had Mauve het schetsboek opengeslagen of hij riep: God bewaar me, wat een artist ben jij!" en hij pikte het mannetje in vervoering beet. .. . als bad hij hem willen kussen." Dit kussen is natuurlijk niet van Mauve, maar van de ontmoeting is men getuige. Daarmede huil de schrijver dan ook kunnen volstaan. Wat hij er op liet, volgen: Die krachtig gevoelde hor tende krijtstrepen, zwellende van leven alsof er een bloedstroom door wordt voortgestuwd, 'uiyr en daar met een duim weggeveegd tof eeiitonU'e scha duw. Mauve voelde zijn polsslag versnellen." Het b'.;(b-rft slechts de voorstelling. Waarlijk, de goode Mauve heeft op dat moment zijn 'polsslag volstrekt niet voelen kloppen. Hij had het daarvoor veel te druk met dun jongen artist. en diens werk. Kleinigheden zoo men wil, ma.'ir in de kunst. Mauve heelt het op nieuw getoond. is niets klein Dergelijke kleinig heden bewij/en, dat den schrijver juist datgene ontbreekt, wat onmisbaar is om in harmonie met Aiitou Mauve's kunst run bijschrift te leveren. nl. dat reine en diepe gevoelsleven, waardoor men zciis onbewust een afschuw iieeit van alle geforct'i-rde mooimakerij. liet opgeschroefde en het platte oppervlakkige, twee uitersten die elkaar gemeenlijk en in ieder geval gi-niakkflr.k raken, hou leri elkander ook in BiTckonhoff's. artikel gezelschap. Aan onbeduidende opmerkingen yen gebrek. Als Berckenhoff b. v. vertelt dat do Kngelsc.hrn en Amerikanen, die Luren komen bezoeken om de natuur gelijk Mauve te zien, ii;iar toch niet als do groote nn-ester waan.amen, schrijft hij de volgende quasi vetUaring in-er. Daf komt de* ijl Mniive die natuur bcs-cbouv.(ie met het oog der lietcle. dat diep doordrinui in het wezen aller dingen, er in ontdekt wat andereu vorboruon blijft." M. a w., liet is in de natuur als in do vroomheid, heb het koningrijk Gods lief en al het o>er:ge zal u worden toegeworpen. Noen, het oo^ der liefde bobben duizenden, maar het vatten, het vasthouden, het weergeven van den induik, de zielsnestehUieicl daartoe vereischt, bezat Mauve gelijk maar enkelen mot hem. Doen, nog eens, men valle over dergelijke mis lukte pogingen, den heer Berckenhoff niet bard. lüj heeft gedaa.ii wat hij kon. En door de kleine trekjes uit brieven en gesprekken overgenomen kan men toch eeni/ermale de persoon van Mauve lei ren kennen, zooals hij naast of buit (MI zijn kunstwerk staat. Toch zouden \»ij do prachtnitgave van den heer Srhalekamp eerst een volkomen werk kun nen achten wanneer, gelijk in els en gravure, ook in lint woord .Mauve's kunst recht ware geschied. Misschien beeft de uitgever daartoe zijn best gediinn. en is liet hem niet gelukt zijn doel te bereiken; personen, die voor zulk een arbeid als y.iju an,:iuewe/eu. telt ineu in ons land niet veel. Immers hot is niet genoeg ecnige kui:stkonnis te bezitten, er behoort lau den kunstenaar i'elf iets te huizen in den man dio zich tot zulk ordenienien verstout. Mauve in beeld te brengen kau alleen bevredigend geschieden door hem dio min of meer. in een ot in onderscheidene opzich ten, met den schilder gelijk gestemd van nature is, die in geeates- en wvodsaanleg niet te, ver beuedon dezen staat. Ailard Pierson, Jan Vetb, om twee personen te noemen, wier pen hoc verschillend ook versneden, bestuur.l wordt door een artisiieke band. zonden o. i. boel wat beters hebben gewrocht. En op zulk een schets, bij het wi-rk van den gonialeu Gooischen schilder, had ue wakkere uitgever allo recht. A ANTKEKKNIXGKN. SCHILDERKUNST. Y\"ij vinden in de Ki'Jlniache '/A-ÜHWJ het volgerdo vermeld, en deden het aa:i het llollandsche publiek mede; Bij i'.d. Scltulte te Keulen was dezer dagen eene verzameling te zien van moderne Nederlai'.fisc'ric schilderijen, die op zeer leerrijke manier bot publiek op do hoogte stelt, van do bijzondere plaats welke de llollandsche kunst inneemt. Toen de Hollanders drie, jaar geleden eene niet geringe pl.iats iiimimc.n op de internationale ten toonstelling te Müncb"ii. baarden zij in die Dnitsche kunst metropolis het grootste opzien, en ook de tegenstanders van moderne ttroomingen ei kenden liet diepo natunrgevoel en de fijne buigzaamheid, waarmede deze meesters de natuur van hun vaderland weergaven liet moderne llollandsche landschap heeft een zeer eigenaardige en zelf standige ontwikkeling achter zich. Hoeveel zij ook gemeen beeft met de plein-air kunst, toch heelt zij een zeer nationaal karakter. Wij zien op dezo landschappen en dierstukken het

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl