Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 708
»n, n, inmiddels zou, naar men mag
veraan beide zijden de wensch
levenigï"Worden oai de grens- en handelsquaestie
in Hen geest van een duurzamen vrede te
regefbn.
Er is in dit voorstel veel goeds. De
schrijTer wil zijn artikel ook in het Fransch
uitjjéven, en dan afwachten, wat de Franschen
.er van zullen zeggen. Als dan maar niet de
weinige chauvinisten zoo hard schreeuwen,
dat? fflen de vele verstandige menschen niet
meer kan hooren.
t!'
»*,?
V,
H'- 1
Onze Tweede Kamer heeft haren arbeid
Eervat. Op voorstel van den voorzitter
belloot zij, de stedenwet voorloopig niet in be
handeling te nemen, maar allereerst hare
aandacht te wijden aan de begrooting. Of
dit uitstel afstel zal zijn, in dien zin name
lijk, dat de splitsing der groote kiesdistricten
nog voor de verkiezingen van dezen zomer
zal kunnen plaats hebben, zal afhangen van
den spoed, waarmede de Kamer werkt. En
daar wij op dit punt niet verwend zijn, mogen
*ij de verwachtingen niet te hoog spannen.
De heer Tak van Poortvliet heeft verlof
gevraagd en verkregen om de regeering te
iaterpelleeren over de Congo-quaestie. Hij
pu zich juister hebben uitgedrukt, indien hij,
even als indertijd zijn collega Rutgers van
Rozenburg, had gesproken van het
Congofchandaal, maar dan had de heer Hartsen
de interpellatie moeit-lijk kunnen aannemen.
De minister zal toch al wel niet erg hebben
verlangd naar eene gelegenheid om »zijn be
leid te rechtvaardigen."
De minister Bergansius heeft wederom
«ene promotie doen plaats hebben, thans in
de hoogste rangen van het leger, die de verba
zing van allen heeft gaande gemaakt, welke zich
ever de besluiten van ons departement van
oorlog nog kunnen verbazen.
Generaalmajoor Taets van Amerongen is bevorderd
tot luitenant-generaal en benoemd tot
infpecteur van het wapen der infanterie, met
voorbijgang van de twee oudere
generaalmajoors Van der Beek, commandant der
Tïtreehtsche linie, en Den
BeerPoortugael.comnrandant der stelling Amsterdam. Dat de
op de ranglijst tusschen de beide laatstge
noemde staande generaal-majoor Dumonceau
de promotie niet medemaakte, is zeer be
grijpelijk, daar deze opper-officier sedert
lange jaren eene hof betrekking vervult
«n feitelijk geheel buiten den actieven
dienst staat. Wellicht zullen do vrien
den van den minister zeggen, dat deze
twee opper-officieren, aan welke zulke be
angrijke commando's waren toevertrouwd,
u-et uit hunne betrekking heeft willen
verwijderen. Maar dan liad hij hen toch in rang
Itunnen verhoogen Dat men zich aan de
«formatie" lang niet stipt houdt is bekend,
en een luitenant-generaal in phiats van een
generaal-majoor meer of minder, zou ons
Kudget niet bovenmatig hebben bezwaard.
In elk geval komt het besluit van den
minister ons leger te staan op het verlies
\*an een zijner beste opper-officieren, want
generaal Den Beer Poortugael heeft zijn
ftiiskommetje, dat hij vulde uit een klein,
blikIfbïr leteli.jp, duf en berookt.
Arme Gerrit! Hij verdiende zijn roggebrood
wel zuur! Voor hem was het leven eeu aaneen
schakeling *an werkuren, uren van langen,
afmattenden arbeid, waarbij A' spieren zich span
den en de gewrichten kraakten, en uren van
eentonige wandelingen met loodzware beenen en
knikkende knieën.
Terwijl wij, wellustig wentelend en ons
uitrek«nd, op 't zachte bed lagen uitgestrekt, dat. zich
Toegpnd naar de vormen van ons lichaam,
weglonk of in weeke golvingen veerkrachtig oprees, ons
omgevende met koesterende warmte sleepte hij
zijn beenen voort over het harde plaveisel, luis
terend naar den zwaren stap zijner voeten, die
d« straat tot den nok der buuen met zijn
gjeluid vulde. Terwijl wij de dekens over de
«oren t'ok k en, bang voor den wind, die met
kooge tonen door alle reten en sp;>nriingeu
Mies _ werd bij voorgezweept door storm en
regen en liep het water hem inden nek en droop
let van zijn lange jas in groote plassen, waarin
zijn laarzen s;>ms kletsend neerkwamen en zich
Tolzogen, om bij een volgenden stap het vuile
water rijperend naar buiten te persen.
Lang duurde de rust van den klepper niet:
*«n goed half uur.
»Drie ie u re slaat de klok!'1 klinkt het in de
rtlle straten, die vol zwarte schaduwen hangen,
welke t'gen de onbeweeglijke steenen gevels
opfaruipen, zacht, sluipend, geheimzinnig. Aan den
douneren hemel staan de sterren, sommige
Justig, andere trillend en stralen schietend, als
e-wtevreden over de loonae rust, die de stad ge
vangen houdt. En het oog van den nachtwacht
springt van de eene glas?lam op de andere, eerst
)iak:*, dan rechts, de twee vurige couvergeerenda
lijnen lang*, waartusschen hij als een automaat
voortschrijdt.
Zijn stem klinkt onder de vensters eener def
tige huizinge, waaruit een livreikuecht in
schutSwige vaart komt aan gestoven.
«Iets te doen, vriendje ?"
-.Mevrouw is ziek geworden, ik loop naar den
tfokter."
Die arme mevrouw! Zij is plotseling onge
steld geworden na dat copieus souper bij den
kftokier Goudman. Fuclisine in de frambo
zen-gelei, aniline in de bonbons, curcuma in de
gele suikertabletjes !
Och neen, ze heef o heur maag maar wat
overJatten met ganzeiilever-pastei en marmeJades en
voornemen te kennen gegeven, om ontslig
uit den militairen dienst te vragen. Waarlijk,
hier bestaat reden, om aan het hoc volo,
sic juleo van den minister een sitpro ratione
voluntas toetevoegen!
UIT DE RESIDENTIE.
t
Het is een har Jnekkige gewoonte van de mees
te natnschen, die op gestelde tijden de kroniek
van den Haag bijhouden voor a d<re Nederlan
ders, wien het voorrecht niet beschoren is, ouüer
het vaderlij K bestuur van burgemeester Koe.-t te
leven, het te doeu voorkomen, alsof inen hier
uog altijd voor ziju pleizier uu is. Als er niets
moois te kijken valt, improviseert men zelfs
arresieden met pomes, waarnij uet hoöeiijii orgaan
des oppei ceremoniemeesters dau de toepasselijke
toejuichingen voeg', tot laier blijkt, hoe deheele
sledevaa.t sUclits een hallucinatie wa-.
Ook het barre winterweer en het nijpend ge
brek heeft, iueu al weder nandigj^s omgezet in
hopeloos mislukte beschrijvingen van besmeuwde
hoornen en aardige mopjes over
Oudejaarsavondfuifjes bij een eindje kaars, (roede, lieve, voor
de veiligheid van den Staat zoo ouwaardeerbare
opiimistjes! Aan dat slag is waarlijk g.-eu ge
brek, vooral in 'i begin van de maaiid. En als
ooit van z'n leveu de R'jnspoorieges loskomen,
dan zal er wat te zien zij a.
Op 't oogenblik eveuwel moet men al bijzon
der raar geslepen lorgnetjes ophebben, om iets
anders te zien dau misère, in elkeu vomi. Zelfs
de komische kracht, die er schuilt in de gebru.ke
lijKe ouziünigbedeu bij 'i zoogenaamd »ieimgen"
dtr straten, is niet bij niacüie den tragi enen
indruk te doen vergeten vau schareu werkeloozeu,
havtloozen ea broodeloozeu.
Den Haag eeu stadje van pleizier! 't Lijkt er
wat op!
Zelts de lieden, die 't betal n kunnen, en aan
die soort ontbreekt het volstrekt niet, verkiezen
zich liever te vervelen, dau gezamenlijk naar de
beüeeüng te gaati.
Hoe zegi u ?
Juist, e bedeeling, dat wil zeggen naar ons
»ThéiUre Koyal Fraügais de la Have" of «Ko
ninklijk Hoilundscae Schouwburg'', zooals het
gebouw in het Vuorhout bij afwisseling heet.
Wie daar een avond gaat kijken naar hetgeen
de Koninklijke Vereeijigmg Hei Nederlandsen
Tooneel wel zoo goed is te willen geven, of naar
de opera di i toevallig wordt opgev .erd in pliats
van Oe door den beer Dt>uite,u aangekondigde
noviteit, heeft de satisfactie, dat hij eeu goede
fooi trekt uit de geuieentekus.
Ik geloof, als mijn geaciite stüdgeuoo'en dat
over 'i algemeen wat bett-r wisieii, dat het dan
storm zou loopeu, zelfs wanneer er iets anders
werd gegeven dan »De Kleine Lord", het eenige
kunstproduct der laatste jaren dat aan d n fij<i
ontwikkelden smaak der residentiebewoners heeft
kunnen voldueu.
Volgens authentieke cijfers kost de schouwburg
met orkest en andere ap eu dependentiéii iiirn
de gemeente SóüOO gulden per j tar, /.o:ider dit
er een cent huur wordt ontvangen. Het aantal
voo stellingen bodraagt ongeveer '_'0;J per
jaar, alles meegerekend. De luidjes die er
komen dteleu du» per voorstelling ruim -JU') gulden
subsidie, eu aangezien b:j menige voorstelling
htt cijf r van 40U niet overschreden wordt, dus
gemi ideld uageuoeg eveuveei per hoofd als uieu
entree bttnak. lem.md die dus een kaart voor het
parterre neemt, /'], kan geiu.st rekenen, dat hij
er een gulden by «verdient", zooals menig dauiC
in den zomer haar man beleest om nog eeiis naar
volgegoten met Champagne, allumaal dingen,
die heel lekker en onschadelijk zijn, als men
ze niet mate gebruikt, uiaur die een mensch
doodziek maken, als de purtiën wat groot
zijn eu de tiuiteu wal vaak geledigd wordt-n.
De klepper schudt zij i lioof.l en maakt al
lerlei wijsgeerige opmerkingen bij zich zelf en
is wat levredener ouet zijn lot uan straks, toen
hij zijn voet stiet aan een steen en een
bastaardvioek uitte.
Hij dwaalt een lange, nauwe steeg in, donker
en morsig, ten paar treden breed, waar de lage
huizen, vooroverleuiiend, op eluaar dreigen neer ie
stuiten Het licht vau een paar lantaarns boort
met moeite door de duisternis, speelt legjn de
de grauwe mureu en straalt in de vuile goten,
waaruit stinkende dampen opstijgen. Voor een
laag raatn brandt e^-n lamp, die eeu rossig
schijnsel werj.t, aU eeu opkom-nde nuan, op de
neerge!aten rolgordijn, vol scheurtjes. Eu uit de
Donkere gang naast het r-tam treed . een man naar
Buiten op den klepperman toe en verzoekt hem
eus even aan te s-chelleu bij de vroedvrouw
en te zeggen, dat de vrouw van Jan Kreliug
euiks goed'' is.
»
Vie-ier u re sl.iat de klok!"
De lucht tint zich met een koel, diep blauw,
waarin de kleine sterretjes een voor een
uitdooven en de grootere mei getemperden glans b
jveu doorllikkeren. De massieve vormen VUQ
groote gebou-ven wikkelen zich los uit de st
enma--sa's. Eeu f' issehe luchtstroom komt over de
dommelende huizen strijken en daalt ne-r in de
straten en doet de boomen op de pleinen zacht
bewegen en hun bladeren riiseleu. Ue lucht is
vervuld met kleine geluiden, die nu en dan over
stemd worden door het gekraai vau een haan
of liet schokkend geraas van een kar, die nanr
buiten gaat. Alles kondigt de nadering van
den morgen aau.
De klepperman gaat naar het bureau om te
rapporteeren, dat hij niets te rapporteeren heeft
en komt, op weg r:a;ir huis, de vroedvrouw
tegen.
»W'el, hoe is 't?"
:>Kreling zij a vrouw heeft een tweeling ge
kregen."
»Wel, wel! En alles goei?"
»'t Gaat nog al".
?*( roeie morgen!"
»Goeie morgen!''
't Kurhaua te gaan, met het on wederleg baar be
toog, dat men dus per abonnementskaart er nog
weer eena twee kaanjes uithaalt.
Als ik er nu bij vertel, dat bet in de Opera
meermalen is voorgekomen, dat er over de hon
derd vrijkaarten op n avond de barrière pas
seerden, dan wordt net alles behalve een fictie te
zeggen, dat de ?86000 directe en indirecte sub
sidie van de gemeente 's-Gravenhage inderdaad
een bedeeling wordt aan velen En het is ook
te begrijpen, dat voor zulke groote lasten de
kleinen moeten wijken en het ondoenlijk blijkt,
van gemeentewege e n lokaal disponibel te stel
len voor koffie- en brooduitdeeling, een kleine
subsidie te verleeuen voor het publiceeren der
sterftestatistieken en dergelijke bagatellen die
moeten wijken voor hooger belangen.
Wij hebben uit 's burgemeesters mond in de
laatste raadsvergadering een Delphisch spreukje
m >gen opvangen, waaruit, met de noodige
vaardigheid oin dergelijke orakeltaal in ver
staanbaar Haagsen over te brengen, valt op te
maken, dat de aanplakbüjot-abourjés en de gun
stelingen der hoogere eu lagere kunstruifkrabbe
laars den volgenden winter weer ougesto .rd zullen
kunnen genieten van wat er in onze < koninklijken
schouwburg zal worden cadeau gegeven, althans
demi-cadcau, zooals men in den Mikado-tijd zei.
Want we hebben erg in de benauwdheid ge
zeten, dat de kast gesloten werd.
Waarom, dat wist eigenlijk niemand. Maar er
liepeu opeens geruchten van groote onveiligheid.
Vroeger had uien daar nooit zoo aan gedacht;
want och heer, de anderhalf man, die er in kwa
men, waren er gauw genoeg uit. En men had
immers de ba'gnoires ook al eens doorgezaagd,
om wat meer tochtgaatjss te hebben; men kreeg
tik jaar op eeu tijd dat niemand aan andere
komedie dacut dan de algemeeue gratis voorstel
ling au de muzikale rage of het betooverde
Holland"?,zeer geruststellende berichten over den
kuustregeu die men op ons tooneel kan bewerk
stelligen ; men zag iederen speelavond een dien
der en eeu brandweerman trouw de wacht hou
den bij... den rookfbyer eu op de eindjes .-igaar
loeren, enfin men was volkomen gerust.
Eu 't kasije Is heusch zoo gezellig; de hoop
op eeu goed foyerstelsel had men toch voorlang
opgegeven. Maar het bleef maar in de lucht:
onze coinedie was onvoldoende en onveilig. IK
geloof dat we in hoofdtaak dat te danken heb
ben aau een zeer toevallige omstandigheid. Men
heeft ui. den directeur van de brandweer, of
commandant, ik weet den titel niot recht, een
plaats gegeven midden in de eerste rij van de
stalles, de lastigste pUats in elke komedie om
eens gauw naar de koffiekamer te wippen. En
naJemaal de inwendige dienst, van de brandweer
schijnt mee te brengen, dat de directeur daar na
genoeg elk^n speelavond met z'n tweeën zit, beeft
dat ongerief nog u! wat ia. Had mcu hem een
achter logephiatsj- geg-veu, waar hij dadelijk uit
kou wippen, d;in zou ouzc schouwburg misschien
lang zoo gevaarlijk niet zyu.
Enli'i, de. bijnnHandigheden zullen u weinig
belang inboeze;iitv< ; maar het scheen, dat er zoo
iiiiinr een, t vee, drie tot eeu uien ve komedie zuu
worden overgegaan, waarain de tijdelijke sluiting
diende vooraf te gaan.
Daar kwaiu juist de «royale heereubehuizinge"
van wijlen baron Vau Wassenaar, Uisscüeu
Groots Clu!) eu schouwburg, ie koop, en men
hoorde (luisteren dut de koopers zeUopolle.ring
genoeg be/.ate i, om van dit huis geheel of ge
deeltelijk afstand te doen vo ir verbetering,
veiligmakmg als anderszins van ons groote
bedeeUugs-insUluut, tegen billijke vergoeding na
tuurlijk.
Toevalligerwijs hoorde men terzelfder tijd van
pluimen, om buiten de stad, a;*u het l
ezuideunout, een grooten schouwbu'g te bouwen . . .
'i Was waarlijk genoeg om de Hagenaars ge
heel van streeK te brengen. Elk stelde zich een
paar weken aan, of luj heusch niet anders te
doen had dan nmir de komedie te ioopen.
Het lU'znidenhoutplan is langzamerhand weer
op den fcctitergroud geraakt ; het maakte plaats
voor spo:tteuto<mstel:iug-outwerpeu eu
Kurhaustoekoinst-visioenen. En 't huis van wijlen baron
Van \Vassenatr zal door het rijk worden
aarigekoc^'t, om er eeuige ambtenaren in ouder dak
te brengen, terwijl het Binnenhof verbouwd wordt.
Van een nieuwen of hernieuwden schouwburg
is er dus voorloopig geen sprake meer.
Goddank ! zeggen de bedeelingshabitués, bang,
dat ze van den regen in den drop komen, oi'een
seu.'ien vau kunstgenot verstoken blijven.
Goddank '? zeggen de anderen, die er geen ge
bruik van maken ; want ze begrijpen heel goed,
dat de /'S'i.OOO dan z )uden kunnen aangroeien.
tot verbazende sommen, zoodater heelemaai geeu
duitje meer zou overschieten om bij sneeuwval
de straten eenigszics begaanbaar te maken, of
e-u paar agenten meer attri te stellen ter bewu
king van de buurten, waar men nu de kans
heeft, 's a-onds om een uur of zeven, desnoods
op klaarlichten dag heel gemoedelijk te wordeu
afger st.
Neen, heu«ch, 't lijkt er niets naar, dat men
hier altijd vuor z'u plezier uit is.
v. IV
Kunst en Letteren.
TOONEEL TE AMSTEKDAM.
Grand Thcïitrc: Jtml;crmann.
balon des Variétés: J\ln.t; ll/trelaar.
riantageschoiiwburg: liet meisje van het eiland
Marken.
Het nieuwe jaar heeft de tooneeldirecteurcn iets
goeds gebracht, nl. vuile trappen. Dat is iets
waarvan zulk een autoriteit bijzonder veel houdt.
Lis en mooie sneeuwgezichten behalve als het
decoraties zijn laten hem kond, maar
beinoddordti vestibules en portalen, die ziet hij gaarne.
Geen rook zonder vuur en geen vuile trappen
| zonder heen en weer geloop. Klonten dooiende
sneeuw op de drempels zijn bewijzen dat er
rnenschcnvoeten over ziju gestapt, en die zijn de kas
gepasseerd liet doet mij genoegen te kunnen
constateeren, dat de schouwburgzalen weder wat
meer gevuld worden.
lu het Grand Théatre heb ik een voorstelling
van Hanne Nüte un de lütte Padel bijgewoond.
Men behoeft echter niet te denken dat hier sprake
is van een man en een hond, naar de lütte Pudel
is een meisje met haar als een krulhond. Van
daar haar bijnaam, en lütte wil eenvoudig zeg
gen kleine. Hanne Nüte is de zoon van een
dorpssmid en verliefd op de lütte Pudel. Hij moet
echter op reis om ondervinding op te doen, zooals
dat oudtijds onder de gezellen gewoonte was, en
op zijn tocht loopt hij gevaar zijn liefste te ver
geten voor eeli mooie jonge weduwe, bij wie hij
een tijd lang in dienst is. Zijn liefste wordt
intusschcn belaagd door een rijken hakker, maar
door Hanne's vailer, den smid, gered. De hakker,
die vroeger reeds eens een moord beging, zint op
wraak en draagt zijn broeder, een deugniet en
laudlooper op, Hanne in h:'t verderf te storten.
Zij weten hot zoo aan te leggen, dat Hunne van
moord op een oude vrouw verdacht wordt en in
hechtenis geraakt.
IUn loopt het echter ook met hakker Klump
ten einde. De oude vrouw is bewusteloos geweest
doch niet dood, brengt uit dat Hanne onschuldig
is en Klamp haar aanviel, en dan komt het ook
aan het licht dat deze met zijn broeder nog een
misdaad op het geweten heeft.
Zooals ik reeds de vorige maal zeide en zooals
bekend is, ligt de groote aantrekkelijkheid dezer
voorstelling in de frischheid en den eenvoud. Het
vertoonde is zelden aangrijpend, maar men komt
er door in een weeke, ik zou haast zeggen kin
derlijke stemming. Het groote menschen publiek
zit er bij als werd hun een mooi, heel mooi
sprookje verteld van brave menschen, die geplaagd
werden door een heel slechte, dien zij ten slotte
toch overwonnen. En intusschon geeft de muziek
een voorspel, soms een begeleiding met als telkens
terugkomend motief een nachtegaalslag en trekken
de heelden op het tooneel aan onze oogen voorbij.
De vroolijke rondreizende gezellen, het lieve
weenwtje, dat zoo gaarne getroost zou worden,
de smid, Hanne Niite en zijn liefje zijn sym
pathieke figuren. Junkermann oogst bij de ver
tooning met het Duitsche gezelschap luide toe
juichingen.
In den Salon des Variétés wordt vertoond
Multatuli's Mux Htrelaar, voor het tooneel bewerkt
door den heer Ilenri v. Kuyk. Het is geen nieuw
stuk, want reeds twintig jaar geleden werd
het in den Salon, ten tijde van Victor Driessen,
voor het voetlicht gebracht, en daarvan draagt
het wel eenigszins rte kenmerken.
De heer v. Kuyk heelt zijn btof in twee
sfdeelingen gesplitst, nl. J\lux Havelaar in Indiëen
MULK liatilaai' LH Amsterdam. Het eerste ge
deelte, in 3 bedrijven, omvat Harelaar's komst in
Lchak, ziju aanspraak, zijn ontdekking van de on
gerechtigheden, die in Lebak gebeuren, liet af
scheid van Saidjuh cnAdinda. de gesprekken met
Verl>ruyi)c en Utidnri, eindelijk de aanvrage om
ontslag, waarmee Ilaveiaar antwoordt op zijn over
plaatsing. In het tweede gedeelte zien wij hem ten
nuize vau Droo/j^lujifiel om steun vragen ter be
kostiging van do uitgave van zijn werk, en op het
zolderkamertje diens voorstellen, om in zijn werk
te schrappen, afwijzen. De heer v. Kuyk heeft een
slot aangebracht, waarin J''erts Drooy.-itupjKl, Jong
Jlollaim" vertegenwoordigende, Jlux Haeelaur
steun komt toezeggen in ziju strijd.
, .Beschouwt men nu den. Alux llaecluar als een
werk van hooge letterkundige waarde, dan zal men
zeker minder ingenomen Kunnen zijn met eene
bewerking, die uit den aard der zaak te
ineengedroageu moest worden om ook maar ecnig der
moeite waard gedeelte va'i het schoone weer te
geven, maar de J\Lnx Hacdaur was in de eerste
plaats een strijdschrift eu dan heeft het
tooneeletuk zeker mee gewerkt orn te doen, wat van
Lennep verhinderen wilde, nl: om het boek po
pulair te maken.
Naar mevr. de "Wed. Douwes Dckker-Schcpel
echter, volgens een ingezonden stuk in het Dag
blad de Amsterdammer, aan den heer Kreukniet
schreef, was Mitltatiili er niet mede ingenomen
dat men. hem tijdens zijn leven op de planken
bracht.
De kenmerken, dat de bewerking reeds eenige
jaren ouil is, vindt men m. i. in Stï'ljittt en in hot
slot. ik geloof niet dat de heer v. lüjk nu
weder van den jongen Java-ia zulk ean
Ouheha' achtigen krankzinnige maken l a n als hij toen
l deed, en de tirade aau het slot over het Jonge
' Holland'', over Ik zal gelezen worden", enz.
klonk voor twintig jaren als een voorspelling, maar
nu
De persoon van ILatelaar zelf, waarvoor dan
ook de talrijkste en meest sprekende gegevens
\ voorhanden waren, is het best geslaagd en ook
| Uïouyx'.ojijiel komt goed tot zijri recht. De andere
pei>onen schijnen meer aanwe/.ig te zijn, omdat
er op sommige vragen geantwoord moet worden.
j Het ten tooneele brengen van ^'nï'/j.j/t en Adinda
i acht ik bepaald een tont, omdat dit paar jonge
menschenkiiideren nooit met die poëtische omge
ving vertoond kan worden, die Mtiltatult voor hen
dichtte.
j En is SaidjnU aldus reeds een ongelukkige
j figuur geworden, nog meer daalt hij door het spel
van den heer Smith. Deze acteur is in het geheel
niet thuis m zijn rol, hij vergeet de meest in het
oogvallende details. Zuo wrijft hij als hij gek is
zijn hoofddoek van hot haar, en dau toont do jonge
s Javaan ons in plaats van een wrong blauwzwart
lang haar een kortgcknipten doiikerblouden
i krullebol. Dat brengt een toeschouwer aan het
i lachen.
j De hoofdpersoon vindt in den bewerker een
uitnemend vertolker. Ttne en Mevrouw lotering
\ wOid'Ti zeer goed voorgesteld door mej. Beukers
en mevr. Poolman.
De heer Ludolph als de controleur Vcrbnigge
had geen zwart gekleed pak aan moeten hebben,
dat is geen dracht in Imliü.
l Met het oog op de beschikbare plaats is het
j decoratief in de eerste atdeeling zeer te prijzen.
| Het publiek is zeer ingenomen met de
vertoonhig. lüzag een toeschouwer opstaan om den
heer v. Kiujk geestdnftvol met ziju hoed toe te
wuiven.
Miss May Crommcün is een Engelsche dame,
die familie in Nederland heeft. Zij vertoefde
go