Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
HERMENGARDE
door JULES LEMAITBB.
De burggraaf de Bonnereuil, een oud edelman,
onbeduidend maar verbitterd, en de burggravin,
droefgeestig en vroom, hadden drie dochters; de
oudste, Hermengarde, schoon en trotsch; de twee
jongsten, Anne en Catherine, grappig en levendig.
Zjj bekleedden by hunne neven, de Signerols, de
droevige positie van arme bloedverwanten.
Arme bloedverwanten, het ras is niét vreemd
in de voorstad Saint-öermain, in die wereld waar
de fortuinen onverbiddelyk eiken dag afnemen,
maar zich zelden herstellen, anders dan door
hu?welyken met de bankierswereld of de industrie,
huwelyken waarvan men, zeer zeker, bijna niet
meer kan zeggen, dat zij eene uitzondering zijn,
maar die toch nog niet geheel den regel vormen.
De geheele familie slooide zich uit om den
lastigen burggraaf, zijne vrouw en zijne dochters, zoo
goed en zoo kwaad als het ging, in het leven te
houden. De markies de Signerol had hun in zyn
oud hotel in de rue Saint-Dominique (het klas
sieke hotel, achter een voorplein, met groot bor
des, steenen trap en hooge vensters), een appar
tement aangeboden, op de zolderverdieping, maar
toch nog heel behoorlyk en zelfs vrij voornaam,
een appartement voor een jongeren zoon. Bij ver
schafte hun bovendien vuur en licht. De markiezin
liet elk seizoen de drie zusters in de kleeren ste
ken ; andere bloedverwanten gaven aan de meis
jes op haar verjaardag eenige bankbiljetjes van
honderd voor haar toilet en haar kleine uitgaven,
en dan waren er nog andere geringe voordeel
tjes, want de Bonnereuils waren een beetje
vraagachtig. Oh! vraagachtig met een buitengewone
waardigheid, gelijk lieden die zich bewustzijn, dat
de deftigheid van hun uitwendig leven van belang
was voor de geheele voorstad, en die de band uit
staken in naam van een beginsel. Zij leefden
dus van hunne vijfduizend francs rente, vermeer
derd met minstens evenveel aan emolumenten,
ten slotte vrij gemakkelijk, maar kregel en ver
beten, met een air van protest en altoos ontevre
den gezichten.
* *
Want aan krenkingen is nooit gebrek als men
ze zoekt. Zy leden door allerlei, vooral door de weelde
en de grootscheeptche levenswijs van hun rijke
neven. De Signerols waren heel goed voor hen en
noodigden hen op alle intieme diners en op de
meeste groote soirees. Maar de drie zusters kon
den daar niet zoo dikwijls nieuwe toiletten
vertoonen als noodig zou geweest zijn; en dat stemde
hen bitter. Als zij van een uitstapje te voet terug
kwamen, en het was visite-uur, vulde de
rij der eqnipages aan de deur van het hotel en
in het monumentale trappenhuis, het ontmoeten
van al de elegante vrouwen, gekleed zooals zij het
nooit zouden zijn, en waar zij toch voor geboren
waren, hun hart met wrevel en somberheid. Soms
stelde de markiezin, meenende haar genoegen te
doen, den landauer tot hare beschikking om er
mee in het bosch te gaan rijden, met de kleine
Signerols een paar Bob's met bruine kuiten en
groote witte kragen en dan hadden de drie
zusters eenigszins de vrees voor gouvernantes ge
houden te worc'en. Kortom, iedere vriendelijkheid
?van hun neven had tot eenig resultaat, dat haar
hare positie als arme bloedverwanten in herinne
ring werd gebracht
Voeg daarby, dat zij, thuis gekomen} het kwaad
humeur van baar vader te verdragen hadden.
Door voortdurende toespelingen, door zijn minste
gebaren, door zijn gansche manier van doen,
verweet hij haar, dat zij geen jongens waren. De
geboorte van die drie dochters op een rij was hem
een driedubbele teleurstelling geweest en hem als
een driedubbele ramp voorgekomen. Een zoon!
had hy maar een zoon gehad! Hij geneerde zich
niet om het voor de meisjes te bekennen, een
Schaakspel.
?3*
Jaargang. 18 Januari 1891.
Redacteur: RUD. LOMAN, te Londen.
Adres : Mira Lodge, 49 Deronda Road, Herne Hill,
Londen (S. E.)
Eindspel, (auteur onbekend).
ZWART
2 stukken.
a b c d e f g
3 stukken.
Wit: K.g2 D.h5 P dl. Zwart: K.c4 D.fG.
Wit begint en wint na 5 zetten de koningin.
Bovenstaande opgave is een der moeielijkste
vraagstukken op schaakgebied. Wij zien daarom
met verlangen goede oplossingen tegemoet.
Goede oplossingen ontvingen wij van Xo. 57
(Pospisil) van W. v. II. te Delft en P. A. Termos
te Rotterdam. Van probleem Cohen van W. v. II.
te D. en A. A. Toose te liaarn. Van No. 58
(Dobrusky) van F. A. Termos te R.
Oplossing van probleem No. 58.
l T.h4, K.d4 : 2 P.d5: -j- enz.
Ke4 2 Dg3!
K.fiJ 2 D.e2 f
met meer varianten.
zoon had hen allen uit de ellende gered. Een zoon
had zeker geen moeite gehad om een voordeelige
mesalliance aan te gaan, om in de bankierswe
reld of den handel een ryke erfgename te vinden;
zyn naam duur te verkoopen, daar zoo iets te
genwoordig toch te verkoopen is, en men zelfs
den koopers er nog een groote eer mee aandoet.
Maar wat te doen met drie meisjes zonder bruid
schat alleen er drie oude vrijsters of er drie
nonnen van te maken.
*
De oudste der freules Bonnereuil, Hermengarde,
was langzamerhand doordrongen geworden van de
waarheid van deze gezegden. Zij begreep dat ze
juist en billijk waren. Het was een energiek meisje,
een trotsche, donkere schoonheid, vol lust om in het
leven te byten en er van te genieten, om er van
te nemen wat zij er maar van krijgen kon. In
haar scheen, onder al de gratie van het welop
gevoede, kiesch bewaakte meisje en het zeer dunne
vernis van eene opvoeding bij de zusters van het
H. Hart, het strijdlustige, ruwe, wilde vuur te
herleven van haar oudste voorvaderen, de kruis
ridders. Haar armoede stuitte haar tegen de borst;
wat is een naam zonder meer ? Was de ware
edelman niet in den beginne degene die wist te
nemen en te behouden ? Indien een naam een
koopwaar is, waarom zou zij den haren dan niet
verkoopen? De naam der vrouw wordt toch zoo
geleidelijk bij dien van den man gevoegd. Waar
om zou zij niet de voordeelen verkoopen van haar
geboorte, haar familiebetrekkingen, haar relatiën?
Zeer zeker was het aan den man brongen van
dat alles veel moeilijker voor een meisje dan voor
een jongen. Maar wat was er verloren met het
zoeken er naar? En zy zocht.
*
* &
Omstreeks dienzelfden tijd was Ernest Foussard,
die uiterst moderne man van zaken, dien geheel
Pary's kent, eigenaar van een suikerraffinaderij,
van twee fabrieken van beenzwart, van drie dag
bladen en vier cafés concerts, tot de bevinding
gekomen, bij het opmaken van zijn balans,
dat hij zijn twintigste millioen bijeen had. Vroe
ger getrouwd met een gewezen huishoudster in
een hotel-pension, die wat overgelegd had, en op
nog jeugdigen leeftijd weduwnaar geworden, had
hij er eerst niet over gedacht te hertrouwen, mee
nend dat een ongetrouwd man, jongmensch of
weduwnaar, wat vrijer is in zijti betrekkingen tot
alle vrouwen. Maar nu zijn fortuin gemaakt was,
nu hij alles had wat hij begeerde, een hotel te
Parijs, een schilderijenkabinet, een historisch ka
steel buiten, nu hij door de conservatieven bij de
laatste verkiezingen tot afgevaardigde benoemd
was, en nu ook naar de vijftig liep kwam hij op
het denkbeeld een vrouw te trouwen, die hem
het eenige kon aanbrengen wat hem ontbrak: een
mooien naam, om dien (met autorisatie van den Raad
van State) achter den naam Foussard te voegen.
Vroeger of later kon hij dan, na een beetje moeite,
dat voorzag hij wel en dat billijkte hij ook
bijna, zijn entree in die geheimzinnige ontoe
gankelijke wereld maken, den Faubourg."
En hij ging aan het zoeken.
*
Al zoekend dan, vorden zij elkander,
Hermengarde de Bonnereuil en Ernest Foussard.
Het was eerst op een fancy-fair voor een lief
dadig doel. Hij betaalde haar duizend francs voor
een paar manchetknoopen. Hij had voorat
iriformatiën genomen en wist dat dat mooie meisje
niets bezat dan haar grooten naam en groote
oogen.
Eenige dagen later zond hij de mooie verkoop
ster vijfhonderd kilo suiker en een enorm pak
kleeren en garen en band voor haar armen."
De burggraaf schreef hem een brief, om hem
te bedanken.
De volgende week maakte Foussard brutaal
weg een visite bij de Bonnereuil's.
Hij werd ontvangen en zag Ilermengarde weer.
CORRESPONDENTIE.
F. A. T. te R. Indien u zeker wilt zijn dat
uw oplossingen tijdig vermeld worden, dient u
deze 's Maandags te verzenden. In het Lloydsche
probleem moet het paard wel degelijk op e2 staan.
De oplossing werd in een vroeger nummer vermeld.
ZESDE MATCH PARTIJ.
Koninginne gambiet.
Wit.
J. Guusberg.
d4 d5
e3 c6
L.d3 c5 !
b3 P c6
P f3 P.f6
o-o L.d7
L.b3 T.c8
Zw. staat thans zeer
gunstig; hij dreigt o. a.
edl: gevolgd duor P.b4.
8 c3 ! ?>.
Witis tot dozen slechte»
zet genoodzaakt om aan
liet dreigend gevaar te
ontkomen.
8 .... L.dG
'J l'.b(12 e5!
.... Deze avance werd
in vorige partijen met
-succes door Gunsberg
aangewend.
Steinitz
maakt zich de les ten
nutte.
10 de5: Pof.:
11 P.e5: Lo5:
32 IM3 L.bS
13 h3?
Tot nog toe is alles
spiegelgovecht. Do be
drevenheid der beide
meesters in het vermij
den van zwakke punten
komt in de/e partij dui
delijk uit. De zet h3 is
echter uit een strategisch
oogpunt een fout;'t ver
zwakt onnoodig den
Koningsvleugel en door
dit tijdverlies wint zw.
met zijn volgenden zet
terrein.
Zwart.
W. Steinitz.
13 .... c-4!
14 L.c.2 oo
15 D.d4 T.e8
16 T.adl b5
17 1.4 I).c7
Steinitz beweert dat
door den slechten stand
van L.b2 de partij van
dit oogenblik voor zw.
gewonnen staat.
18 T.iel 'i
Een onnutte zet. D.h-l
was oneindig beter,
18 .... T.e7
19 K .f l
G is bevreesd voor een
aanval op zijn paard, liet
eenige stuk dat liet
zwakke punt h2 be
schermt. Steinitz houdt
T.d2 en daarna L.d t voor
betere beschutiing.
l i)
20
21
9-i
T. (14
T.edl
Wij
T.cc8
IUK;
I) c.6
L.c5?:
staan over
zulk een' lliis/ct van S.
verbaasd. De z\v. stelling
i.s echter zoo sterk, dat
zwart bet verlies van een
pion wel kan velen.
23 T.d5: L.b8
.... De toren kon
natuurlijk wegvns mat
in 2 zetten niet genomen
worden.
24 a4 a(i
25 a5 h(J
2<3 T.d4
Wij verkiezen T.d2.
Hij maakte een tweede visite.
Ik zal het kort maken.
***
Ernest Foussard en Hermengarde hadden elkaar
met den eersten oogopslag geraden. Zij begrepen
elkander en speelden beiden met voldoende be
scheidenheid en ernst de gepaste komedie.
Foussard beviel den burggraaf wel door zy'n.
zuiver monarchale beginselen en bekoorde de burg
gravin door zijn zuiver godsdienstige gevoelens.
Na drie maanden waagde hij zijn aanzoek.
De burggraaf was vol waardigheid.
Mijnheer"' zeide hij, het spijt mij, dat u
zoo onvoorzichtig zijt geweest een wensch te uiten,
dien onze beginselen ons verplichten formeel af
te slaan. Het spijt mij, zeg ik, want ik had sym
pathie voor n."
Wil mij althans," antwoordde Foussard, n
genoegen doen. Stel freule Hermengarde in kennis
met mijn aanzoek. Als zij ook weigert, zal mij
dat innig verdriet doen, maar dan zal ik ook zeker
zijn, dat er geen hoop overblijft, en mij dunkt ik
zal dan meer geestkracht hebben om mijn nood
lottige liefde te boven te komen. En het denk
beeld zal mij steunen, dat ik haar en haar alleen
gehoorzaam...."
Mijnheer," zeide de burggraaf, u zijt een
edelman in het hart; uw woorden doen genoeg
de kieschheid van uw gevoelens blijken."
^
* *
Toen de burggraaf haar Foussard's aanzoek
mededeelde, zeide Hermengarde eenvoudig:
Eindelijk!''
Toen voegde zij er bij :
Wat zullen de Signerol's een gezichten
zetten!"
Je neemt het dus aan?'1 vroeg de vader.
Of ik het aanneem! Ik heb genoeg van de
ellende; en verder, laat ons eens redeneeren. Zijn
niet, van 't jaar nog, onze neef Sillery, de kleine
prins de Castelfidardo en de oude graaf
d'Arthenay ieder met eene jodin getrouwd V"
Dat komt niet overeen uit," zeide de moeder.
Eh," hernam Hermengarde, mijnheer
Foussard kan van den Paus een gravenkroon
krijgen zoodra hij maar wil. En als hij lust heeft
zal hij wettig Foussard de Bounerouil heeten,
om later Foussard weg te laten, voor verkorting,
en voor het gemak in het gesprek. Dat alles weet
u evengoed als ik."
n als ik mijn toestemming weiger V" zeide
de burggraaf.
Ik ben twee en twintig, lieve papa. Ik zal
u zachtkens dwingen, en ik ken u, u houdt zoo
veel van uw dochter, dat u den moed niet zult
hebben, om boos op haar te blijven."
Kind,ik verwonder me en bedroef me over je."
*
* *
En ge spreekt niet als een meisje uit uw
kringen," zeide de burggravin.
Dit alles belette niet, dat Je burggraaf aan
Ernest Foussard schreef:
Mijnheer, het is mijn plicht, u mede te deelen,
dat, tot mijn groote verwondering, mijn dochter
uw aanzoek gunstig heeft opgenomen. Ik beken,
dat ik met alle kracht haar besluit heb bestreden.
Maar de gevoelens, die u haar hebt weten in te
boezemen, zijn van dien aard, dat zij zich b"reid
verklaard heeft om zelfs, zoo noortig, tot eene
acte van eerbied" haren toevlucht te nemen.
Dat is de toestand. Laat, wat ik u bidden
mag, een zwaar beproefd vader den tijd om zijne
gedachten te verzamelen."
* *
Toen de burggraaf aan de Signerol1 s vertelde,
welken stap Foussard gedaan had, en wat Iler
mengarde had geantwoord, voeren de markies en
de markiezin ter dege uit. Zij verklaarden, dat
het denkbeeld alleen van zulk een huwelijk een
edelman met afschuw moest vervullen. De
burggraai was het met hen eens, maar toen gingen
zij te ver; zij verzekerden dat zij niet zouden
26 .... D.b7
27 P.el
De partij werd hier
afgebroken. G gebruikte
35 minuten voor hij zijn
27e zet opschreef en in
een ver/egeld couvert
aan het comitéoverhan
digde. Men verwachtte
algemeen dat G met zijn
pion voordeel d« partij
zou winnen, rekende er
echter niet op dat hij
zoo lang over den zet
zou nadenken waardoor
hij later in groote
tijdverlegenheid moest ge
raken.
27 ... Le5
28 T.d4-d2 L c7
29 T.e2 T.e5
Zw. iaat zijn zw-aar ge
schut aanrukken en be
stookt den vijand van
alle kanten.
3(1 t;;
Wit moet een pion
opofferen , daar zwart
dreigde de koningin te
vangen of anders mat in
5 zetten
30 . . .
31 Te3:
32 L cl
T.e3 :
T e3 :
T.e.r>
is sterker
.
.... Dit is sterker
dan den pion c3 te nemen,
waarna wit met L. 1)2 of
wellicht L. hu: goed komt
te staan.
33
34
35
36
37
38
39
IU2
L.e3
D.d2
L d4
L.f2
L bl
P.c2 ? ?
D c6
T.e8
D.e6
P h5
LcO:
D ef) !
Deze foutzot is toe ie
schrijven aan groote
tijdverlegonheid ; wit had
voor de laatste zetten
teen oogenblik
bcdcnk40
41
42
43
44
D.d7
I'.gl
L.12
Kgl
L.f3 ?!
D.h2
Dhlf
fÜ'i:t
i'.^t
D.hl-f:
ZEVENDE MATCH PARTIJ.
Wit.
Steinitz.
l (14 (15
2 c4 dc4 :
3 P.f3! P.16
c5 lijkt ons sterker.
4 e3 16
5 L.c4: L.lilf
Deze zet bevalt ons
evenmin. L.e7 i^ bepaald
beter. In gesloten partijen
is liet steeds raadzaam
aanvankelijk de loopers
achteraf te houden.
6 P c3 o-o
7 o o b6
8 P.e5 L.b7
9 I).b3 Lc3:
....Dit versterkt de witte
pionnen, 't Blijkt nu
dutduidelrik waarom L.b4
slecht was. Er was geen
Zwart.
Gunsberg.
gevaar den looper naar
d (j terug te trekken, want
het schijnbaar correcte
offer op e(> deugt piet.
!) L.dG 10 L.eC,-., fe(i:
11 D.eUtf, K.hH 12 P.f7f,
T.1'7 : 13 D 17 : en zwart
heeft voldoende equiva
lent voor zijn toren en
twee pionnen.
10 bc.'J : L.(15
11 L df.: cd5 :
12 L.a3 T.i-8
13 c4 ,5
14 T.acl P<-4?
.. ..Deze zet bevordert
de ontwikkeling van het
witte spel. Wij
prefereeren dc4: 15 D.ci:, D.d-'i.
15 T.fdl cd4:
16 ed4: f6?
dulden dat die Foussard, iemand van de straat,
een schooier", den drempel van hun hótet
nog ns overkwam. De burggraaf protesteerde
tegen zooveel strengheid. Scherpe woorden wor
den gewisseld; de burggraaf vertrok plotseling,
woedend en vol waardigheid. Den volgenden dag
verhuisde hij, zonder te waarschuwen, en betrek
met vrouw en dochters een kleine bovenwoning
in de Rue du Bac.
* *
*
Het was eene consternatie in den edelen
Faubourg. 't Is waar, het was niet meer de eerst»
mesalliance die hier beraamd werd; ze waren
nauwelijks te tellen; maar juist waren er in
delaatste jaren te veel geweest. En deze was te
in 't oog loopend. Die Foussard had een buiten
gewoon slechten naam; het was het ruwe geld
zonder meer, cynisch, al te gauw en op al Je
moderne manier verdiend. Dit huwelijk vooyal
zou beteekenen, duidelijk en onbeschaamd: geld
vermag alles; voor geld is alles te koop; om een
zelfde huwelijk te sluiten als van Rohan Of een.
Montmorency, behoeft de slechtst befaamde nego
tieman slechts den prijs er voor over te hebben.
Als nog die Foussard er de man naar geweest
was, om de zaak bescheiden te behandelen, zy'n
geluk te verbergen. Maar men gevoelde wel, dat
hij het aan de groote klok zou hangen, dat h\j
het van alle daken der reclame zou uitschreeu
wen, dat hij het, als dat kon, op de doorschynejjde
ruiten van de kiosken zou aanplakken en aan al
de beschikbare gevels langs den Chemin de fer
de ceinture spijkeren. Reeds hadden drie ochtend
bladen over het huwelijk gesproken, met initialen
zoo doorzichtig als transparantkaarten.
Douairières klauterden de vyi verdiepingen in
de Rue du Bac op, om Hermengarde urenlang te
kapittelen. Zij gingen van aandoening tot ver
ontwaardiging over, van bedreigingen tot gebeden.
Het meisje was onvermurwbaar.
Een der meest gewaardeerde geestelijken van den
Faubourg, de Eerwaarde pater van St. Amaranthe,
kwam op zijn beurt tegen de jonge rebel preeken.
Hij kon niets uit haar krijgen dan deze woorden:
Men wil niet dat ik myn naam verkoop; nu...
wat verkocht kan worden, kan ook worden
teruggekocht..."
* *
Naar het schijnt had de goede pater deze ge
heimzinnige taal begrepen, want onmiddelijk daar
op bad hij een lang gesprek met den burggraaf
de Bonnereuil zelf. Men weet niet precies wa^cr
tusschen die twee personages verhandeld werd,
maar, toen de burggraaf zijn bezoeker uitliet, op
zijn eenvoudig portaal, zeide de vrome pater
half Huist erend:
Dus, resumeeren wij, mijnheer de burggraaf.
Wühebben dus gezegd, een jaargeld \an veer
tig duizend francs, waarvan twii.'tig duizend voor
u en uwe twee lieve jongste dochters, op voor
waarde dat zij nooit anders dan met mannen uit
haar wereld zullen trouwen, en twintig duizend
voor freule Ilermengarde, op dezelfde voorwaarde.
Dat is goed afgesproken, niet waar ? Ik neem op
mij, uw voorstel aan den markies en de markieziu
de Signerol en aan de andere belanghebbenden
over te brengen ..."
*
X Vf
Het voorstel werd aangenomen. De Pater van St.
Amaranthe ging de rue de Varennes, de rue Saint
Domii,ii(ue, de rue Barbédu Jouy rond met een
soort van inteekenlijst, voor het jaargeld
BonBereuil. Spotters noemden dit het liefdeweik der
arme bloedverwanten." Maar de lijst was heel gauw
vol. Want de eigenliefde kwam in het spel, alsof
het cijter van ieders bijdrage de maatstaf van zijn
adellijk gevoel moest ziju en van de zuiverheid
van zijn adellijk bloed. Families die in bijna
6ekrumpen omstandigheden verkeerden, dat soort
dat weet toe te komen met dertig duizend
francs rente en daarvan fatsoenlijk en zelts
met zeker voornaam air in bun oud-vaderlijke
.... Wederom een zwakke
zet. De zw. positie is
echter zoo zwak, wegens
ele slechte ontwikkeling
der stukken, dathet moei
lijk is iets beters aan de
hand te doen. l (i .... P. f (j
had wellicht langereu
weerstand geboden.
17 cd5:
Het begin eener diep
loordaehte en volkomen
correcte oü'ercombinatie.
Het oifer is vooral daar
om mooi omdat geen an
dere, minder geniale zet
sneller tot het doel voert.
17 Ie5:
18 d<!f K. 1)8
19 Dd5 P.12:
20 T.d2 P.d7
.. ..Eindelijk komt dit
paard van sta!; maar te
laat om het spel te kun
nen redden.
21. Tfü: P.f6
22 T f6 : !
Steinitz had, zooaïsmeil
ziet, alles goed berekend
toen hij op den 17» zet
zijn paard tijdelijk
opolferde.
M .... gf6:
23 d7 T.g8
24 de5: T.g
25 D.a8 : D.a8 :
26 T.c8f T.gS
27 T.a8: T.aS:
28 eöen wit wint.
De geheele partij is
onberispelijk door wit ge
speeld. Dit is een der
brillantste partyen die
wij ooit van Steiöitz
zagen.
TWAALFDE MATCHPARTIJ.
Kvansgambiet.
Wit. Zwart.
Gunsberg. Steinitz.
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
e-1
l'f3
L.c4
1)4
c3
o o
(14
I,g5
(15
D.a4
P.a3
l'c.4
<16!
P.b6
D.a,7:
I'.c6
L.c5
L b4 :
L a5
D.16?
Ph6
D.d i
P.d8
L.b6
c.6
Lc7
D.t'8
L (16:
T. 1)8
P g4V?
over Tschigorin iri het
nadeel zou brengen. P.gi
beteekent zooveel als
Gunsberg een partij ca
deau geven.
17
18
19
20
21
v 9
P.h4!
P.e6
P.gS:
L.c7
T.aS:
IO18
P.e
Zooals wij reeds
vroeger opmerkten is
P.eüin deze politie de
aangewezen zet. Steinitz
was waarschijnlijk be
vreesd na P.eütot
denzeilden .stand te geraken
als in de
cnrrespondentiepartij, wat hem
tegeuP.1'5
Pa8!
D.a8:
T Cd l
23 T.d7
:-|Een prachtig offer, dat
het spel in oens uitmaakt.
23 .... K d7 :
24 T.dl j
en zwart geeft op.
Op L.dG wint wit door
25 D bS.
Van de 20 partfjen,
waai uit de match besta&t,
zijn thans 15 gespeeld
niet het resultaat dat
ieder -l won en 7 remise
werden.