De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1891 1 februari pagina 1

1 februari 1891 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTEKDAMMEK WEEKBLAD YOOK NEDERLAND Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTUS VAN MAÜRIK Jr. Ieder nommer bevat een Plaat. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). Verschijnt eiken Zaterdagavond. Uitgever: Tj. VAN HOLKEMA, te Amsterdam, Keizersgracht 436. Zondag 1 Februari. Abonnement per 3 maanden ?1.50, fr. p. post ? 1.65 Voor Indiëper jaar ....?mail 12. Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . . . 0.12* Advertentiën van l?5 regels ?1.10, elke regel meer . . . 0.20 Reclames per rec;el 0.40 INHOUD: VAN VERRE EN VAN NABIJ. FEUILLE TON: Wittebroodsweken, naar Paul Haulgrand, door P. G. W. KUNST EN LETTEREN: Tooneel te Amsterdam, door Fr. Thermidor, het nieuwe drama van Sardou. Muziek in de hoofdstad, door Van Milligen. Leo Téabes. Th. van Gogh, door Jan Veth. Aanteekeningen Schilderkunst, door G. T. George Bancroft. Nog eens: Oorsprong en Grenzen der Kennis, door Jhr. Dr. B. H. C. K. van der Wijck, beoordeeld door Prof. Dr. J. Woltjer. VARIA. SCHAAK SPEL. Het Vrijbiljet, naar Coquelin Cadet. Voor Damep, door E-e. ALLERLEI. RE CLAMES PEN-EN-POT-LOODKRASSEN. ADVERTENTIËN. BIJVOEGSEL: Bekende tijdgenooten, door Jan Veth. 1. H. J. Schimmel. H.H. Medewerkers aan dit Weekblad, die nog honoraria te Torderen hebben, of hun nota's nog niet hebben ingeleverd, wordt beleefd verzocht ten spoedigste opgaaf te doen of nota te zenden aan de Administratie, Keizersgracht 436. Van verre en van nabijZeer onverwachts is het besluit genomen tot ontbinding van de Oostenrijksche Kamer, te onverwachter, omdat de gewone legislatuurperiode binnen enkele maanden zou afloopen en omdat de regeering voor de parlementaire werkzaamheden, die allereerst aan de beurt waren, met name voor de be handeling der begrooting, nog veilig op eene meerderheid kon rekenen. Maar de meerderheid gaf, zooal niet in, dan toch buiten de Kamer, aanleiding tot ernstige bezorgdheid. Vooral in Bohème, waar de kansen op het werkelijk tot stand komen van een compromis, waartoe zich bijna een jaar geleden de leiders der OudCzechen en die der Duitschers hadden be reid verklaard, voortdurend geringer werden. De Jong-Czechen, die reeds dadelijk tot dit compromis niet hadden willen medewerken, hadden aan hunne meer conciliante geest verwanten op uiterst gevoelige wijze hunne macht getoond, en het is reeds zoover geko men, dat kort geleden een volkshoop te Feuilleton. WITTEBROODSWEKEN NAAR Paul Haulgrand (Revue Arlisliqtie et Littéraire) door P. G. W. Toen hij zelf zijne dochter en zijn schoon zoon tot aan den waggon, die hen naar het land der droomen voerde, had vergezeld, zei vader Barrier tot zich zelven: Nu, ik ben benieuwd wie de broek in huis dragen zal! Geen gemakkelijke meid, dat deerntje! Inderdaad was Régiue Barrier niet gemak kelijk en dikwijls had haar vader hare gril lige oploopendheid tot kalmte moeten bren gen door andere middelen dan zachte woor den. Vader Barrier die in zijne hoeda nigheid van een welgesteld aannemer in het bouwvak zich niet veel bekommerde om psychologie had de kunst verstaan om ijdel gepraat te vervangen door klemmender argumenten, welke regelrecht doel trofftn. Daaraan was het ook toe te schrijven, dat zijne dochter zich gewend had hem te ge hoorzamen op een wenk met deii vinger of het oog. Zij wreekte zich deswege, voor het overige, op hare arme moeder, die te ver geefs in de wetten der erfelijkheid eene ver klaring trachtte te vinden van het jongens achtige en hartstochtelijke karakter harer dochter. Régine had op twintigjarigen leeftijd, zooals de gemeenzame spreekwijze zegt, den duivel in het lijf en een ziekelijk zenuwge stel. Blond, aardig van uiterlijk, met een wel wat sterk ontwikkeld gebeente van het gelaat, was er in haar wezen iets, dat zoowel een hysterisch als een gezond lichaamsgestel aanduidde. Onder de huid van de Parisienne met eene bevallige houding en fijne manie ren schuilde de dochter van den metselaar. Praag bij den vroeger zoo populairen en zoo machtigen leider der Oud-Czechen, Dr. Ilieger, de glazen insloeg. In yrol zijn de zaken voor de regeering niet gunstiger gesteld dan in Bohème; zoowel onder de Katholieken, die in den Landdag het hoogste woord voe ren, als onder de bevolking der Italiaansche districten, heerscht groote ontevredenheid. De eersten verwijten der regeering, dat deze niet gewilliger het oor leent aan de voor stellen om het lager onderwijs geheel te brengen onder den invloed der geestelijkheid, en de laatsten beklagen zich, dat de admi nistratieve eenheid der provincie wordt ge handhaafd tegenover de eischen der autonomisten van Trentino, die den Landdag in eene Duitsche en eene Italiaansche sectie verdeeld willen zien. En daar nu de Slaven en de clericalen de hechtste steunpilaren van de regeeringsrneerderheid waren, is het niet te ver wonderen, dat graaf Tsxaffe den keizer heeft ge steld voor het alternatief eener ministerieele crisis en eener Kamerontbinding, en dat hij dit heeft gedaan, nu hij nog kans heeft om op de verkiezingen eenigen invloed uit te oefenen. Dit laatste is reeds geschied door een communiquéin de otïicieuse WicMcr Zeilun/j dat de vorming eener groote middenpartij in het vooruitzicht stelt, van welke zoowei de uiterste linkerzijde als de intransigente clericale fractie zou zijn uitgesloten. De regeering erkent, dat de nieuwe meerderheid, op welke zij hoopt, alles behalve homogeen zal zijn, maar zij doet een beroep op hen, die de belangen van het vaderland en van de monarchie boven die der partij stellen; zij wacht zich voor het coquetteeren met het autonomistisch streven, dat zij jaren lang fei telijk heeft aangemoedigd, in de door de uitkomst beschaamde onderstelling, dat men de beweging mede moest maken, om haar te blijven beheerschen. Zij treedt integen deel centraliseerend op, zooals de Duitsche liberalen verlangen. De heer Taaft'e herin nert zich weder de dagen, toen hij onder vorst Karl Auersperg lid was van een Duitseh-liberaal kabinet, en daarvan zelfs een jaar lang (18(>9 '70) voorzitter was. Maar die periode is opgevolgd door eene langdurige toepassing van de conservatieve federalistische en Slavophile politiek, en het Zij was, onderhevig aan geweldige vlagen van toorn, zeer ruw, in welke oogenblikken zij hare dienstboden beleedigde met woorden van iemand uit de achterbuurt. Daarop volgden er buien van groote neerslachtigheid, van spanning, van tranen zonder reden, en dan gekwetst in hare ijdelheid, had zij tegenstribbelige en spotzieke luimen. Vader Bar rier telde de kostscholen niet meer, van waar men haar als onhandelbaar naar huis had teruggezonden. Eenige boeken van Gyp, bij toeval gelezen, brachten haar in kennis met de onuitstaanbare l'aulr.tlc, naar wier karakter zij zich een ideaal gevormd had, dat zij zooveel mogelijk beproefde te verwe zenlijken. Het was dus geen wonder, dat de heer Barrier niet zonder groote bezorgdheid was over het toekomstig huwelijksgeluk zijner dochter thans mevrouw Paul Aumont geworden. Met haar clrommelsche hoofd, zcidc hij op denzelfden avond tegen zijne vrouw, is je dochter nog in staat om binnen een jaar gescheiden tot ons terug te keeren. Laat ons hopen van niet! zuchtte de arme moeder, die al vast op het einde harer beproevingen rekende. Wat Paul Aumont betreft, deze had door zijne bekoorlijke, aangename en vroolijke inborst zijne schoonouders van het eerste oogenblik af voor zich ingenomen, /ij trou wens gevoelden, daar hij de- zoon van een raadsheer van het I'arijsche hof was, zich zeer gevleid met het gesloten huwelijk. Misschien een beetje te zacht voor R gine, dacht de vader. Kom, kom, antwoordde de moeder; hij is schrander genoeg en zal haar wel weten te vangen. Paul geleek, inderdaad, weinig op den vreesverwekkenden en ontzaginboezemenden echtvriend, dien men zou wenschen voor een meisje met zulk een onstuimig karakter. Hij was nog zeer jong nauwelijks 24 jaar. Slank van gestalte en zeer fatsoenlijk van uiterlijk, scheen hij eer geneigd tot het aanis den Duitsch-Oosteurijkers niet kwalijk te nemen, dat zij in dien tijd wantrouwend zijn geworden. De Nette Fre/ic, I'rense geeft dan ook alleen den raad, om bij de aanstaande verkiezingen zooveel mogelijk te zorgen voor de versterking der partij, welke dan des te beter in staat zal wezen, de voorwaarden voor hare toetreding tot eene eventueele regeeringsmeerderheid zelve te stellen. De verkiezingen voor de nieuwe Kamer zullen iii het begin van Maart worden ge houden. Veel besproken wordt de aanstaande reis naar St. Petersburg van den vermoedelijken erfgenaam der Habsburgsche kroon, den aarts hertog Frans Ferdinand van Oostenrijk-Este. De Russische bladen zien hierin een duide lijk bewijs van toenadering en een nieuwen waarborg voor het behoud van den vrede. Critiek komt alleen van den kant van Friedrichsruhe: in de Hamburger Naehriclttrn, het officieele orgaan van vorst Bismarck, wordt geïnsinueerd, dat eene dergelijke toe nadering noodzakelijk afbreuk moet doen aan Duitschland's positie inde tri pi e alliantie. De verjaardag van keizer Wilhelm (27 Januari) heeft aanleiding gegeven tot be schouwingen in de pers, die bij de vroe gere oppositicbladen wel op eenigszins gereserveerden toon worden uitgesproken, maar toch van groote waardeering getuigen, /oo herdenkt Eusen Richter's Frcisiitniije Zdtinir/ met ingenomenheid het initiatief des keizers in de zaak der arbeidersbescherming, der hervorming van het hooger (gymnasiaal) onderwijs en van ettelijke misbruiken in het officierscorps. Het blad wijst: er verder op, dat het verdrag met Engeland een dubbel voordeel heeft opgeleverd : Helgoland is aan het, Duitsche rijk toegevoegd, maar als »het laatste stuk van Duitschen bodem" en aan het avontuurlijke hijschen der Duitsche vlag in verre gewesten is paal en perk gesteld. De verwijdering van vorst Bismarck van het staatstooneel, een maatregel die bevor derlijk is geweest aan de vermindering van de tusschen de partijen bestaande verbittering, is natuurlijk geheel naar het hart van de Frcixiiiniyc. Eenigszins schoor voetend, althans niet met de volle verzekerdheid des geloofs, wordt de wensch uitgesproken, dat door het sluiten van heften van een tweestemmig lied der liefde dan een hardnekkigen huiselijker) strijd te aanvaarden. De eerste brieven stelden de ouders vol komen gerust. Nog geheel in den roes hun ner eerste teedere liefde, kirden de jongelie den in het groen der Hyèrische eilanden, als een paar verliefde duiven. Naar hun ver haal te oordeelen, scheen hun leven (laar onder het hemelsblauw ei) in de gouden zonnestralen slechts n lofzang van teederheid. November kwam in het land en zag het jonge paar zich nestelen in het huis van de rue Pierre Charron, waarvan vader Barrier eigenaar was. Toen do eerste bezoeken waren afgelegd, scheen het alsof zij zich voorgoed in het nieuwe leven hadden geschikt. Paul had zijne werkzaamheden als jong advocaat hervat en mevrouw Aumont behoefde haar tijd slechts te verdeelen tusschen verschillende wereldsche plichten. En vader Barrier sch> pte weer moed, juist op het oogenblik J.at de storm zou losbarsten. Verscheidene l\e ^ f- sedert hunne aan komst had Pau! het i/torhoofd gefronst bij sommige opmerkinpf. njner vrouw. De woorden //,', in mijn Intis, werden in hare gesprekken dikwijls herhaald. Zonder er naar te willen luisteren, liet hij met opzet zeer beslist een tri j, in ons It/iix daarop volgen. Op een keer echter bij een klein verschil van gevoelen over de kleur der gordijnen van het salon veroorloofde zij zich de vol gende uitdrukking: Ik denk wel dat ik vrij ben in mijn huis te doen wat mij behaagt! Waarop Paul antwoordde: Hoor ik dan hier niet thuis '' Beu ik soms een vreemde ? Volstrekt niet, je bent een goed vriend. En je man ook, denk ik! nieuwe tarief- en handelsverdragen een einde zal worden gemaakt aan de toepassing eener averechtsche economische politiek, die de eerste levensbehoeften voor het volk kunstmatig in prijs heeft doen stijgen. »0ok vorsten" zoo besluit de Freisinnige »zijn niet onfeilbaar, maar onderworpen aan menschelijke dwalingen. Hunne taak is te genwoordig onvergelijkelijk veel moeielijker en ernstiger dan in vroegere tijden. Maar hoe duidelijker en scherper geteekend de persoonlijkheid van den jongen monarch te genover het volk te voorschijn treedt, des te levendiger wordt in alle kringen het bewust zijn, dat keizer Wilhelm er in rusteloozen ijver, op elk gebied van het openbaar leven, naar streeft, de behoeften van den tijd te leeren kennen en die in overeenstemming met de openbare rneening te bevredigen." Een kleine paniek heeft in Frankrijk geheerscht. Het gold dezen keer geen grens incident, geen pretendenten-avontuur, aller minst een aanslag op de veiligheid van den staat, maar de opvoering van een tooneelstuk. Frankrijk is in het gelukkig bezit van eene censuur, met welke niet te gek scheren valt, en van door den staat gesub sidieerde schouwburgen, zoools het Tlié'itrc Francais, het Odi'on, en de Ojii'ra. Wanneer in een van deze laatste een nieuw stuk wordt opgevoerd, mag men het er dus voor houden, dat de regeering in zulk oen werk noch voor de openbare orde, noch voor de openbare zedelijkheid eenig gevaar ziet. Men kan zelfs verder gaan, en beweren dat de regeering van hare bevoegdheid gebruik maakt om opvoeringen te verbieden van. stukken, welke de gevoeligheid van buitenlandsche mogendheden kunnen kwetsen. Zoo is nog niet lang geleden de opvoering van de Borniers MnhoniKl verboden, omdat de beheerscher der geloovigen het ongepast vond, den profeet van Allah op de planken te laten verschijnen. Dezen keer ging het protest niet uit vau den sultan, maar van den ouden revolutio nair Lissagaray, die den ongelukkigen ('oijuelin eerst uitrloot, hem daarna zijn fluitje naar het hoofd, en ten slotte, als non phix ultra van minachting, een handvol yi-fin snus voor de voeten wierp. De toorn van den De schermutseling bepaalde zich daarbij en had geen verdere gevolgen. Maar twee dagen later. Zend je kleermaker maar naar mij. zeide Régine met betrekking tot eene pas ontvangen rekening. In geen geval; ik zal hem, met -mr goedvinden, wel zelf betalen ! Hij heeft slechts met mij te maken. Dan zal ik je het geld geven.' Ik verzoek u u die moeite te bespa ren, zei Paul op zeer ernstigen toon. Ikzelt zal het wel weten te halen. Neen, dat kunt je niet! Ik heb het geld in mijn schrijftafel bewaard en de sleu tel daarvan heb ik bij me. Het geld lag in mijn secrétaire dus niet op eene veilige plaats! Dat niet! Maa Zij kruisde de armen over elkaar en nam eene vastberaden houding aan. Kom, laat ons elkaar goed verstaan, eens voor altijd! Ik beklaag mij over niets.... dat is zeker.... Je hebt je rechtmatig erf deel aan je moeder afgestaan.... dat IA zeer mooi en ik heb daarvoor slechts be wondering over .... Maar, daar je .... nog maar zeer weinig verdient.... hoort al wat. voor de huishouding moet worden uitgege ven tot mijn departement.... en .... - En? Eli) daar wij met huwelijksche voor waarden zijn getrouwd, heb ik het beheer over mijn fortuin .... en ik kan daarrnet doen wat ik wil.... Toch zal ik zorgen dat je het zoo goed mogelijk bij je vrouw hebt.' Paul bleef onverstoord en antwoordde Oj> kouden toon : Die woorden zou je niet hebben uit gesproken, als onze verhouding anders was. En ik betreur het zeer dat je je de trou wens onnoodige moeite hebt gegeven vau het mij te zeggen. Zonder omwegen, ver klaar ik je, dat ik de baas in huis wil zijn. En om je te doen zien, dat het mij daarmee ernst is, verlang ik uitdrukkelijk dat alle?

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl