Historisch Archief 1877-1940
Ho. 710
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
In het hol van den leeuw.
SNUIFJES.
MR. TÜEUH Irij fle soeiaal-deinocTu'en in Constant-ia.
zeilen, dan zijn zij niet mak! alleen het
moeten peen kapitale I's zijn, daar hooren
geen puntjes op.
De liberalen noemen de Stedenwet een
>artijwet, oradat zij gericht is tegen een partij
raad van hunne eigen partij. Zonderling De
Regeering geeft met de indiening der
Stedenwet te kennen, dat zij precies zoo slim wil
zijn als de heeren van de tegenwoordige min
derheid zich vroeger betoond hebben... en
nu is die slimheid uit den booze. Wanneer
de liberalen slirn wilden zijn, moesten ze
doen alsof ze van die slimheid niets bemerkten,
want door op de slimheid der tegenstanders
te wijzen, blijkt nu juist weer, dat zijzelf
toch zoo heel slim niet zijn.
* *
Nu de Heer Treub gezegd heeft dat de
radicalen geen socialisten zijn, komt het
Handelsblad vragen of de radicalen dan maar
niet weer met de liberalen zouden medegaan.
Ik geloof niet dat de gewezen voorzitter der
kiesvereeniging Amsterdam lust zal gevoelen
te verhuizen. Hij behoort niet tot de lui die
elk voorjaar een nieuwe «bovenverdieping''
huren. Een andere vraag is, of het
lla/idclxblad nu niet tot den Heer Treub zou kunnen
overkomen. Waarom zou het ook dat niet
?eens een half jaartje probeeren ?
*
* *
Zes dagen is de debatingclub op het Bin
nenhof' aan den gang geweest ... en toen
was het uit. Dit is en blijft m. i. daar een
mager zoodje. Met zijn honderden nog niet
eens twaalf dagen achtereen te kunnen
volprateiij is wel een bewijs van slapheid des
geestes. En dan, waarom lezen de heeren
elkaar niet wat voor uit een mooi boek ? Dat
was veel onderhoudender.
# *
Mr. Pijnappel heeft zich verdienstelijk
gernaakt door den commandant van de brand
weer uit te Meeden. Dat ging zoo ver, als
't maar kon. Iemand zou al een anarchist
moeten zijn als hij, mrs. de Vries, Pijnappel
en v. Tienhoven over den heer Mnock
lioorende, het gezag niet lief kreeg Hoogst on
gepast was het dan ook van Dr. Burns met
zijn vuist op de tafel te slaan, en een eind
te maken aan die heerlijke vertoon ing
deijuridische gerechtigheid. Ook was het onver
standig. Want de drie genoemde heeren ston
den juist gereed om ook de
schouwburgcommissie eens bij te lichten, maar gevoelig als
zij zijn, viel hun bij dien slag op tafel de
fakkel uit de hand. Want reken er op, als
de mrs. de Vries, Pijnappel en v. Tienhoven,
?er eens aan beginnen de puntjes op de i's te
Xieuw model vrachtbrief uitgegeven door
alle spoorweg-maatschappijen gedurende den
winter van IS'.'IU?!)1.
Uw goed i'ci'/.oiit/c.ii, naar
den
Uw iroed ijer/uidai te '' ':' '?? * '^
den ....
AAN DEN EFFECTEN HOEK.
Mijnhceren'
Zie mijn wanden
't Zweet breekt hen uit van schrik,
Nu 'k hoor wat er ophanden
Is, in dit oogenblik.
Men wil mij dcelen. sloopen
Besnijden, God, wat kruis!;
'k Zal 't met den dood bekoopen
Ik val bepaald in gruis.
Maar 't erarst is, dat de heeren
Van den Eil'ectenhoek,
Mij willen gaan priveeren
Van hun geëerd bezoek.
Ik kan »I>F. UT' niet missen,
D']:Fi"i;<TKXLn" /óó vroed,
Die schreeuwen, kibbelen, grissen
Om si>oi;i;x" of ,KI.I:IX <;oi;i>'';
Die lachen, fluiten, zingen,
Krioelend door elkaar
En drukken, duwen, dringen,
Met levendig gebaar.
Vertrekken zij die snaken,
Geen IJAPKOERS'' zie ik weer.
'k Hoor geen ,ALi:i<'mc.\rs" maken
(leen (ioKKF.i:,^'' heb ik meer,
'k Zie niets dan handelaren
In suiker, rijst of thee,
In koffie, graan of blaren,
Och heer! wat doe 'k er mee?
Zij zijn zoo stijf en rustig
Geen Ui" ontrolt hun mond,
Slechts in U\v hoek is 't lustig,
EP. lachen is gezond.
V?cl lacht ge enkele muien
Als een, die kiespijn heeft,
Als vele fondsen dalen,
En gij voor xSriiooNMA.YK" beeft.
Al /ijt ge immer woelig
En dwingerig van aard,
Al maakt ge 't nog zoo boelig
IK heb me nooit bezwaard.
Ik leende u mijn muren
Mijn TOCHT zelfs stond ik af,
En over al uw kuren
Zweeg ik als 't kille graf;
Daarom ga nu niet henen,
Maar blijf iti". STKI>I-:MAA<;T>
Zal zeker 't oor u leenen,
En doen wat U behaagt.
'k Zie 't aan haar conuetteeren
Met 't achtbaar comité.
Ze houdt wel van de Heeren"
En maakt heel spoedig vree.
Dies smeek ik: Wacht nog even
En ga niet plotseling heen ;
Ik zou 't niet overleven
Al ben ik gauscli vau steen.
Vergeef, geachte Heeren ?
De vrijheid die ik nam;
'k Blijf, achtend,
mij signeeren
DE BEUIW v.vx AMSTERDAM.
LAATSTE BERICHTEN,
per O n d e r a a r d s e h e S c h i e t b l a a s b alk.
Een aantal bewo
ners van
NieuwerAinstel, ontevreden
over de benoeming
van den deurwaarder
; Van Son tot
hurgej meester der gemeente,
| zullen zich wenden
tot den Hoogcn Raad
van Adel, met, het
, verzoek om uit het
i wapen der gemeente
' n kruis weg te
ne1 men. Nieuwer-Amstel
zou dan het
Amsterdamsehe wapen voe
ren en daarmede zou
de annexatie genoeg
zaam zijn voorbereid,
zoodat, de heer Van
Son tot zijne vroegere ambtsbezigheden zou
kunnen terugkeeren.
De ministervan binnenlandsche zaken heeft
geadviseerd, op dit verzoek afwijzend te be
schikken, maar het vierde kruis dooi1 eene
zon te vervangen en den Nieuwer-A,mstelaren
de wapenspreuk te geven : >,W jii.<lilliie i'ht
trii IK/H' op z'n Ilolhindsch: Sou der
gerechtiehheyt beschyn ons.''
Wij vernemen dat de Heer Keuchenius
den Open Brief van zijn vriend den lieer
A. C. Wertheim, door den beroemden
penkunslenaar Grevctistuk zal doen
ealli»rapheeren om die, in lijst, boven zijn schrijftafel
te kunnen doen ophangen als souvenir.
* ' *
* ,
Uit do hofstad schrijft men :
Naar men wil volgt, een deel der Haau'seho
Kiezers, een cursus in hoogere >W<r/'-Kunde,
ten einde een probaat middel te vinden om
roest van het groene laken te verwijderen.
Dat zal wel op schuieren uitloopen!
IN EEN RESTAURANT.
'x Saclttx half Tiraalf'.
??Aannemen! de spijskaart?''
Asjeblieft, heeren," de kellner, half sla
pend, brengt de spijskaart aan twee jonge
lieden, provincialen, die uil een Theater
gekomen, nog iets sou peeren willen.
(teef mij 'n cottelet met aardappelen."
?'t Spijt me meneer, maar cottelctten zijner
niet meer.''
(ieef me dan maar 'n portie koude kip
met mayonnaise.'"
?Spijt me meneer, maar kip is er ook niet
meer."
-Geef mij een broodje met kalfsvleesch,"
zegt, de andere.
't Kalfsvleesch is juist op meneer."
: Ook al op?" herneemt de eerste, -nu geef'
ons dan maar wat kreeften met sla, maar
niet uit blikken, versche !''
"Vers.che kreeften meneer? die hebben we
niet."
-Zoo-oo!"
Pauze, waarin de twee jongelieden elkan
der aanzien.
?Wat. mag ik de heeren dan geven ?" vraagt
de kellner buigend.
't Adres van Restaurant Riche."
VERBETERING.
In de ontboezeming van Julius Pruttelman
Brommeyer, voorkomende in het No. van '2~>
.Jan. slaat pag. 7, Lte kolom: Ik sla aan
mijn pilaar en zal jelui er d UK zien zonder
een zweem van aandoening."
Men leze in plaats van de gecursiveerde
woorden : jelui cxmlns."'
ZOMER EN WINTER IN AMSTERDAM. (liuje^ondnil.
Twee groote rubrieken komen ons in de Ilolhindsche couranten steeds onder de oogen,
's A\ iniers Lift<lfuli<jhri<l, 's zomers l!nl</<i<//</l/e/i/ naar vermogen.
\erdor komen deez' jaargetijden ook in dit opzicht overeen.
Dat zoowel 's zomers als 's winters het drinkwater verdween.
's Zomers gaat er door overmatig gebruik te veel verloren,
En 's winters loopt 't heelemaal niet, want dan is het bevroren;
Voornaamste rubriek zijn echter de klachten, die men niet licht vergeten zou,
En wel 's zomers over de warmte, en 's winters over de kou.
F.fniiji' lloll. xtiuleitlen te Ziiriclt,
getrouwe lezers van uw Pen- en Potloodkrassen.
ELEGIE.
Onze stad beeft een barer bekende figuren verloren.
De Minde klarinettist is naar Londen vertrokken, waareen
zijner familieleden zich niet de verdere zorg voor hem zal
belasten.''
Veel nam Albion ons In alle deelen «Ier wereld
Wappert de Brilsehe vlag, daar waar de driekleur eens woei.
Voel, ja, bleef ons nog over, maar mér nog werd ons genomen ;
Noode stonden wij af wat eens 'l voorgeslacht won.
Toch blijft. Albion's maag onverzadelijk, als die der haaien;
Neemt het geen land en geen goed, -- kunstenaars vraagt het van ons.
Alma Tadema sloeg zijn tent aan de boorden der Theems op.
Straks volgt wér een artist hem in zijn trouwlooze vlucht.
D'Orpheus is 't onzer stad. door Hans von Bülow bewonderd, (*)
D'oude klarinettist, blind, maar vast in de maat.
Nooit klinkt, snerpend zijn lied meer langs Amstel's straten en grachten;
't Machtige Albion lokt, en helaas! nooit keert hij terug.
Blijve zijn beeld ons in 't, harte gegrift! 'l Panopt.icum zorge
Dat ook de nazaat hem zie, need'rig maar maatvast artist.
(*) Hans von lïlow, eeni^e jaren geleden den straatmuzikant hoorende, riep
dezen een ..Bram, dltri- 11,-rr!" toe en zetile tot de personen, die hem vergezelden;
Dei- Meimch hut ja dn aitsyi'ze'clinetes Urfitltl fiir Ji/iytlnit'k."