De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1891 1 februari pagina 7

1 februari 1891 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

Ho. 710 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. In het hol van den leeuw. SNUIFJES. MR. TÜEUH Irij fle soeiaal-deinocTu'en in Constant-ia. zeilen, dan zijn zij niet mak! alleen het moeten peen kapitale I's zijn, daar hooren geen puntjes op. De liberalen noemen de Stedenwet een >artijwet, oradat zij gericht is tegen een partij raad van hunne eigen partij. Zonderling De Regeering geeft met de indiening der Stedenwet te kennen, dat zij precies zoo slim wil zijn als de heeren van de tegenwoordige min derheid zich vroeger betoond hebben... en nu is die slimheid uit den booze. Wanneer de liberalen slirn wilden zijn, moesten ze doen alsof ze van die slimheid niets bemerkten, want door op de slimheid der tegenstanders te wijzen, blijkt nu juist weer, dat zijzelf toch zoo heel slim niet zijn. * * Nu de Heer Treub gezegd heeft dat de radicalen geen socialisten zijn, komt het Handelsblad vragen of de radicalen dan maar niet weer met de liberalen zouden medegaan. Ik geloof niet dat de gewezen voorzitter der kiesvereeniging Amsterdam lust zal gevoelen te verhuizen. Hij behoort niet tot de lui die elk voorjaar een nieuwe «bovenverdieping'' huren. Een andere vraag is, of het lla/idclxblad nu niet tot den Heer Treub zou kunnen overkomen. Waarom zou het ook dat niet ?eens een half jaartje probeeren ? * * * Zes dagen is de debatingclub op het Bin nenhof' aan den gang geweest ... en toen was het uit. Dit is en blijft m. i. daar een mager zoodje. Met zijn honderden nog niet eens twaalf dagen achtereen te kunnen volprateiij is wel een bewijs van slapheid des geestes. En dan, waarom lezen de heeren elkaar niet wat voor uit een mooi boek ? Dat was veel onderhoudender. # * Mr. Pijnappel heeft zich verdienstelijk gernaakt door den commandant van de brand weer uit te Meeden. Dat ging zoo ver, als 't maar kon. Iemand zou al een anarchist moeten zijn als hij, mrs. de Vries, Pijnappel en v. Tienhoven over den heer Mnock lioorende, het gezag niet lief kreeg Hoogst on gepast was het dan ook van Dr. Burns met zijn vuist op de tafel te slaan, en een eind te maken aan die heerlijke vertoon ing deijuridische gerechtigheid. Ook was het onver standig. Want de drie genoemde heeren ston den juist gereed om ook de schouwburgcommissie eens bij te lichten, maar gevoelig als zij zijn, viel hun bij dien slag op tafel de fakkel uit de hand. Want reken er op, als de mrs. de Vries, Pijnappel en v. Tienhoven, ?er eens aan beginnen de puntjes op de i's te Xieuw model vrachtbrief uitgegeven door alle spoorweg-maatschappijen gedurende den winter van IS'.'IU?!)1. Uw goed i'ci'/.oiit/c.ii, naar den Uw iroed ijer/uidai te '' ':' '?? * '^ den .... AAN DEN EFFECTEN HOEK. Mijnhceren' Zie mijn wanden 't Zweet breekt hen uit van schrik, Nu 'k hoor wat er ophanden Is, in dit oogenblik. Men wil mij dcelen. sloopen Besnijden, God, wat kruis!; 'k Zal 't met den dood bekoopen Ik val bepaald in gruis. Maar 't erarst is, dat de heeren Van den Eil'ectenhoek, Mij willen gaan priveeren Van hun geëerd bezoek. Ik kan »I>F. UT' niet missen, D']:Fi"i;<TKXLn" /óó vroed, Die schreeuwen, kibbelen, grissen Om si>oi;i;x" of ,KI.I:IX <;oi;i>''; Die lachen, fluiten, zingen, Krioelend door elkaar En drukken, duwen, dringen, Met levendig gebaar. Vertrekken zij die snaken, Geen IJAPKOERS'' zie ik weer. 'k Hoor geen ,ALi:i<'mc.\rs" maken (leen (ioKKF.i:,^'' heb ik meer, 'k Zie niets dan handelaren In suiker, rijst of thee, In koffie, graan of blaren, Och heer! wat doe 'k er mee? Zij zijn zoo stijf en rustig Geen Ui" ontrolt hun mond, Slechts in U\v hoek is 't lustig, EP. lachen is gezond. V?cl lacht ge enkele muien Als een, die kiespijn heeft, Als vele fondsen dalen, En gij voor xSriiooNMA.YK" beeft. Al /ijt ge immer woelig En dwingerig van aard, Al maakt ge 't nog zoo boelig IK heb me nooit bezwaard. Ik leende u mijn muren Mijn TOCHT zelfs stond ik af, En over al uw kuren Zweeg ik als 't kille graf; Daarom ga nu niet henen, Maar blijf iti". STKI>I-:MAA<;T> Zal zeker 't oor u leenen, En doen wat U behaagt. 'k Zie 't aan haar conuetteeren Met 't achtbaar comité. Ze houdt wel van de Heeren" En maakt heel spoedig vree. Dies smeek ik: Wacht nog even En ga niet plotseling heen ; Ik zou 't niet overleven Al ben ik gauscli vau steen. Vergeef, geachte Heeren ? De vrijheid die ik nam; 'k Blijf, achtend, mij signeeren DE BEUIW v.vx AMSTERDAM. LAATSTE BERICHTEN, per O n d e r a a r d s e h e S c h i e t b l a a s b alk. Een aantal bewo ners van NieuwerAinstel, ontevreden over de benoeming van den deurwaarder ; Van Son tot hurgej meester der gemeente, | zullen zich wenden tot den Hoogcn Raad van Adel, met, het , verzoek om uit het i wapen der gemeente ' n kruis weg te ne1 men. Nieuwer-Amstel zou dan het Amsterdamsehe wapen voe ren en daarmede zou de annexatie genoeg zaam zijn voorbereid, zoodat, de heer Van Son tot zijne vroegere ambtsbezigheden zou kunnen terugkeeren. De ministervan binnenlandsche zaken heeft geadviseerd, op dit verzoek afwijzend te be schikken, maar het vierde kruis dooi1 eene zon te vervangen en den Nieuwer-A,mstelaren de wapenspreuk te geven : >,W jii.<lilliie i'ht trii IK/H' op z'n Ilolhindsch: Sou der gerechtiehheyt beschyn ons.'' Wij vernemen dat de Heer Keuchenius den Open Brief van zijn vriend den lieer A. C. Wertheim, door den beroemden penkunslenaar Grevctistuk zal doen ealli»rapheeren om die, in lijst, boven zijn schrijftafel te kunnen doen ophangen als souvenir. * ' * * , Uit do hofstad schrijft men : Naar men wil volgt, een deel der Haau'seho Kiezers, een cursus in hoogere >W<r/'-Kunde, ten einde een probaat middel te vinden om roest van het groene laken te verwijderen. Dat zal wel op schuieren uitloopen! IN EEN RESTAURANT. 'x Saclttx half Tiraalf'. ??Aannemen! de spijskaart?'' Asjeblieft, heeren," de kellner, half sla pend, brengt de spijskaart aan twee jonge lieden, provincialen, die uil een Theater gekomen, nog iets sou peeren willen. (teef mij 'n cottelet met aardappelen." ?'t Spijt me meneer, maar cottelctten zijner niet meer.'' (ieef me dan maar 'n portie koude kip met mayonnaise.'" ?Spijt me meneer, maar kip is er ook niet meer." -Geef mij een broodje met kalfsvleesch," zegt, de andere. 't Kalfsvleesch is juist op meneer." : Ook al op?" herneemt de eerste, -nu geef' ons dan maar wat kreeften met sla, maar niet uit blikken, versche !'' "Vers.che kreeften meneer? die hebben we niet." -Zoo-oo!" Pauze, waarin de twee jongelieden elkan der aanzien. ?Wat. mag ik de heeren dan geven ?" vraagt de kellner buigend. 't Adres van Restaurant Riche." VERBETERING. In de ontboezeming van Julius Pruttelman Brommeyer, voorkomende in het No. van '2~> .Jan. slaat pag. 7, Lte kolom: Ik sla aan mijn pilaar en zal jelui er d UK zien zonder een zweem van aandoening." Men leze in plaats van de gecursiveerde woorden : jelui cxmlns."' ZOMER EN WINTER IN AMSTERDAM. (liuje^ondnil. Twee groote rubrieken komen ons in de Ilolhindsche couranten steeds onder de oogen, 's A\ iniers Lift<lfuli<jhri<l, 's zomers l!nl</<i<//</l/e/i/ naar vermogen. \erdor komen deez' jaargetijden ook in dit opzicht overeen. Dat zoowel 's zomers als 's winters het drinkwater verdween. 's Zomers gaat er door overmatig gebruik te veel verloren, En 's winters loopt 't heelemaal niet, want dan is het bevroren; Voornaamste rubriek zijn echter de klachten, die men niet licht vergeten zou, En wel 's zomers over de warmte, en 's winters over de kou. F.fniiji' lloll. xtiuleitlen te Ziiriclt, getrouwe lezers van uw Pen- en Potloodkrassen. ELEGIE. Onze stad beeft een barer bekende figuren verloren. De Minde klarinettist is naar Londen vertrokken, waareen zijner familieleden zich niet de verdere zorg voor hem zal belasten.'' Veel nam Albion ons In alle deelen «Ier wereld Wappert de Brilsehe vlag, daar waar de driekleur eens woei. Voel, ja, bleef ons nog over, maar mér nog werd ons genomen ; Noode stonden wij af wat eens 'l voorgeslacht won. Toch blijft. Albion's maag onverzadelijk, als die der haaien; Neemt het geen land en geen goed, -- kunstenaars vraagt het van ons. Alma Tadema sloeg zijn tent aan de boorden der Theems op. Straks volgt wér een artist hem in zijn trouwlooze vlucht. D'Orpheus is 't onzer stad. door Hans von Bülow bewonderd, (*) D'oude klarinettist, blind, maar vast in de maat. Nooit klinkt, snerpend zijn lied meer langs Amstel's straten en grachten; 't Machtige Albion lokt, en helaas! nooit keert hij terug. Blijve zijn beeld ons in 't, harte gegrift! 'l Panopt.icum zorge Dat ook de nazaat hem zie, need'rig maar maatvast artist. (*) Hans von lïlow, eeni^e jaren geleden den straatmuzikant hoorende, riep dezen een ..Bram, dltri- 11,-rr!" toe en zetile tot de personen, die hem vergezelden; Dei- Meimch hut ja dn aitsyi'ze'clinetes Urfitltl fiir Ji/iytlnit'k."

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl