De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1891 8 februari pagina 3

8 februari 1891 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 711 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. zins sommige kwalen verdwijnen, dan zullen zij zich ook beter gaan gevoelen. De oude goochelaar weet dit ook, maar begrijpt ook wel dat het nog beter gaan zal als er een bovennatuurlijke macfit door een bijzondere kuur heet verkregen te wor den. Daarvoor heeft hij een vasttijd aangenomen en als zijn dochter haar wonderen zal verrichten moet zij eerst gernimen tijd zonder eten blijven. Vader zorgt intusschen wel dat zij niet van ge brek omkomt. Zoo heeft Vasthi naam gekregen, en haar roem is doorgedrongen tot het dochtertje van Graaf Asgarby, lady Eoa, die aan tering lijdt en natuurlvjk als zoovele ongeneeslijke kranken er toe komt ook kwakzalvers te raadplegen. Vasthi Dethie komt dus op het kasteel, en zal een hongerkuur doorstaan, maar nu onder toezicht van Prof. Jopp, den geneesheer, die lady Eoa behandelt en reeds meermalen wonderdoeners ontmaskerde. Hij wordt in zijn controle bijgestaan door zijn dochter, en zoo streng weet hij die vol te houden.dat DetMc niet in de gelegenheid is zijn dochter eten te brengen en deze gevaar loopt van honger te ster ven. In zekeren nacht weet Dethie echter met een valschen sleutel den toren te openen en Vaxthl voedsel te geven, maar deze wordt nu overvallen door Judah Levellyn, die 's nachts de gewoonte heeft om den toren rond te dwalen, dwepende met de schoone bedriegster. Nu volgt een mooi tooneel tusschen Vasthi en Judah. Vasthi bekent hem, diep vernederd, alles. Dat hij juist haar betrappen moest doet haar zooveel leed, omdat zij hem heeft leeren liefhebben en hij is zwaar geschokt, omdat hij al te wel gevoelt, dat er in zijn bewondering heel wat aardsche liefde schuilt. Hij zal haar niet verraden, maar heengaan. Doch zoo kan hij niet vertrekken, hu keert terug en zij snelt in zijn armen, Zij bekennen elkaar hun liefde en zoo is de predi kant feitelijk de medeplichtige der bedriegster geworden. Nauwelijks is Vasthi in den toren teruggekeerd, of Prof. Jopp maakt alarm, daar hij heeft hooren spreken en vermoedt dat Dethie bij zijn dochter is. Natuurlijk vindt men hem niet. Wel wordt in een nis bij de toren de jonge predikant ontdekt, en nu wordt deze verdacht. Prof. Jopp verzoekt hem drie vragen onder eede te beantwoorden en Judah kan zweren dat hij Vasthi geen eten heeft gebracht, dat hij haar niet hoeft zien eten, maar dan zweert hij ook dat hij haar den toren niet heeft zien verlaten. Zijn eigen rein geweten bezoedelt hij uit liefde tot een vrouw, die gevaar loopt als bedriegster weggejaagd te worden; wel zwaar zal hem die last drukken. Lady Eea intusschen, in haar geloof aan Vasthi's vasten versterkt, gevoelt zich waarlijk beter, en nu zal graaf Asparby volgens zijn belofte aan Vnnthi een kerk stichten, waar Judah Levelli/n predikant zal zijn. Deze lijdt zwaar, te meer daar zijn liefde voor Vasthi niet vermindert. Zoo durft hij echter den kansel niet te betreden, zoo durven zij beiden geen verbond voor het leven te sluiten. Vasthi heeft wel geweigerd verder haar wonderen te ver richten, maar op haar drukt toch de last, dat het om harentwil was dat Judah meineedige werd; samen lijdende, besluiten zij samen boete te doen. Op den dag dat het besluit tot oprichting der kerk door den graaf geteekendzal worden, komen zij samen voor hem. Vasthi erkent haar bedrog en Judah neemt z;jn eed terug. Dan willen zij heengaan. Maar prof. Jopp houdt hen terug. Hij wist dat het bedrog was, want hij heeft den smid gevonden, die den valschen sleutel maakte, hij heeft Dethie ook reeds bedreigd met de gevangenis als hij niet Engeland verliet, maar naar ziin oordeel maakt de bekentenis van Vnxthi en Ju-dak hun schuld weer goed, hij aarzelt niet Jmlah zijn hand te reiken en deze, steun vindende in een vriend, belooft te zullen blijven. Alleen gevoelt hij dat hij niet meer van den kansel de waarheid mag verkondigen, een kerk behoeft voor hem niet ge bouwd te worden Van dezen Judah nu heeft de heer Royaards een keurige figuur gemaakt. Zijn grime is fraai gekozen en zijn voordracht vrijmoedig, maar vrij van alles wat, naar aansfellerij zweemt. Hij is op en t'op de jeugdige prediker, die vol vertrouwen op de kracht van zijn geloof met een glimlach om de lip en voorwaarts gaat, wieu men het aan kan zien dat zijn leer liefde tot den naaste voorstaat. Later, als hij gebukt gaat onder zijn valschen eed, weet hij ook niet beter te doen dan zijn zonde te bekennen, in de hoop. dat ook voor hem het aa heen en zondig niet meer" geschreven is. Toch heeft de hoer Royaards, en te recht, niet den mensch geheel achter den dweper verborgen, en komt in het tweede be drijf goed uit, dat Jiidrdi, niet alleen geestelijk bekoord is door Vnsfhi. Zoo is Jmlnh een gees telijke, die het op den voorgrond stelt dat hij is van gelijke bewegingen als gij." Vasflti wordt conventioneeler vertoond door mevr. iloltrop, maar haar rol leidt ook op dien weg. liet vertoonen van haar hongerlijden, haar smeeken om brood, verleiden er toe on haar wit sleepgowaad werkt er toe mee. De heer de Boer heeft van Dethie een leuken oud-goochelaar gemaakt. Fijn zijn de kleine trekjes, b.v. als hij tot zijn schrik hoort. dat. prof. Jo/i/i toezicht zaïhouden op de, hmigorkmir, maar zich spoedig hersfeit en verklaart gelukkig te zijn der. beroemden geleerde de hand te kunnen drukken, omdat diens controle een roemvolle waarborg voor het werk zijner dochter zal worden. Tot mijn genoegen was Me j. Hos weder eens een rolletje toebedeeld Zij speelde voor Lrnl>/ Era en liet in het 2e bedrijf weder hooren hoe goed op de tooneclschool de voordracht onder wezen wordt. Van de overige rnedespelenden trad alleen de heer Sohul/e meer bijzonder op den voorgrond, als de pedante vlegel die zich niet ont ziet zijn ouders telkens afkeurend te bespreken. liet stuk zelf is een grappig mengelmoes van oud en nieuw. liet zou er bij gewonnen hebben als men meer tijd had gewijd aan het lijden van Jxdi/l/, dit. valt nu tusschen het "2e en ;>e bedrijf. De vertooning beviel mij zeer wol. Ook het deco ratief was niet nonchalant behandeld, zooals in den laatsten tijd meermalen Let geval was. Alleen de groene maneschijn en de duisternis overdig buitenshuis cischen een opmerking. Kloek en kuikens is een farce van Einile de Najac, waarin Mevrouw de Vries weder een be paald succes heeft gehad. De heer Schulze scheen hier zijn grime van Hans Meery afgekeken te hebben. Junkermann heeft ons weder verlaten. Dinsdag avond gaf hij voor een zeer goed bezette zaal in het Grand Théatre zijn aftcheidsvoorstelling. Een enkele krans werd hem bij het slot aangeboden, maar driemaal werd, als ware het een echo van het tooneel, door het publiek een noch" voor Onkel Brtfaig aangeheven. Junkermann heeft zich met die rol zoo vereen zelvigd, dat het de beste creatie is, die men van hem zien kan, en men wordt het niet moede hem als zoodanig aan te hooren. De gemoedelijkheid, die van hem uitgaat, is onweerstaanbaar, en toen hij het laatst voor ons boog, riepen wij hem in gedachte toe: Dat het U welga, dass du die Nase ins Gesicht behülst." In den Plantage-schouwburg wordt een drama vertoond van Dumas en Maquet, getrokken uit den roman Le Chei-aher de Muison Kouije. Ik heb i verbaasd gestaan over dit ongelukkig maakwerk, dat ik aanschouwde. Men weet niet of men er bij lachen of huilen zal. Men moet zoo'n gevecht, als in het eerste bedrijf voorkomt, eens zien. Vier man met een aanvoer der rechts, vier man met een aanvoerder links. j Eerst een paar schoten in de lucht en dan wor den de degens der aanvoerders en de geweren der soldaten gekruist. Een tik link", een tik rechts, al doende dringt eerst de eene partij de andere heel regelmatig tot aan de coulissen en dan om gekeerd. Eindelijk vallen een paar helden van vermoeidheid of van het lachen om ... men scheldt elkaar uit voor Jacobijn. aristocraat of verrader, en het is uit. Dan de samenzwering. Aan de gevangene koningin Marie Antoinette zal een ruiker anjelieren gebracht worden met een briefje erin, maar de stumperd, die ze zal over geven, verliest juist de bloem, waarin de brief steekt. Kan het ongelukkiger? In de woning van Dixmar wandelde men toen ik de voorstelling bijwoonde, door den muur. . . . Neen, met zulk eene vertooning van den Bidder ran Muifson Rouge legt men hier geen eer in. Ik geef tien ridders van dat soort voor n Meisje van Marken. Fli. MUZIEK IN DE HOOFDSTAD. De meeste ezers: van hot Weekblad" zullen ongetwijfeld Heine's scheis: Aus den Memoiren des Ilerrn Sc'anabewelopski" kennen. In dit ver haal van den Poolschen jongeling, die te Leiden komt studeeren, maakt Ileine melding van de sage van den Vliedenden Hollander en vertelt hoe deze onverschrokken zeevaarder den duivel tartte en bij alles zwoer dat hij een gevaarlijken kaap zou omzeilen, al moest hij eenwig op hef water zwalken. De duivel hield hem bij zijn woord en hij was gedoemd eeuwig te blijven zwerven. Een orakel verkondigde hem echter, dat hij eens om de zeven jaar aan land zon mog.'ii gaan en als hij dan oen trouw vrouwenhart kon vinden, zou hij verlost zijn van den vloek. De trouwe harten waren echter niet, te vinden en hij bleef zwerven. Eindelijk besluit eene X'oorscho maagd Senta hem te radden en zij offert zich voor hem op. Hij verdenkt haar echter van ontrouw en wil weer vertrekken. Om hem te redden stort zij zich in zee : hot schip mot den zwerver verzinkt in do dïepto en dus is de vloek opgeheven. Zoo ziet. men (voegt Ileine er ongeveer bijl alweer, dat de vrouwen ons steeds ongeluk aanbrengen en wij in het gunstigste geval toch door hen te gronde gaan. Ik behoef natuurlijk do lezeressen van het week blad riet te verzekeren dat ik niet uit instem ming dozen laatsten volzin heb overgeschreven. Ik vind zelfs dat het Ileine heel leelijk stond zoo iets te zeggen; maar hij had zoo zijne OM.ona.irdigo idees, of' liever, hij deed zich gewoonlijk erger voor dan hij was. Ik bel) Ileine alleen aangehaald omdat dit ver haal Wagner voor bet eerst op het denkbeeld gebracht heeft zijn Fliogoüder Hollander te eomponceren: en toen hij n.iar Parijs vertrekkende de weg tot Lenden over zee nam. werd de aan drang hiertoe steeds grootor. Vier weken duurde de zeetocht en driemaal h1'.d hij zware stormen te verduren, zoodat bef schip in een Xoor.voegs.die haven moest binnenloopen. Het gezicht V:ITI d'1 ..tjords" verlevendigde de herinnering aan deze sage en te Parijs aangekomen zette hij zieh spoe dig aan het werk. Door Moyerlieers voorspraak word de/e opera voor het eerst in lierlijn uitgevoerd. Dit werk werd thans weder in het Paleis voor Volksvlijt opgevoerd door bet gezelschap vri d:1!! heer Saalborn. Hoewel hef niet dikwijls wordt uitgevoerd, is het toch sedert lang ton onzer.t be kend. Ik geef dus alleen oon overzicht van de vertolking. Moj. Haebormann heeft in do rol van deXMi1.;; weer getoond over welke dramatische kraait vin uitdrukking zij te beschikken heeft, terwijl haar spe] steeds do goroutirioorde en ' a!or tra!;." >.>?,,ncelspcoKtor verraadt : zon mi>r. ''''!?: -nu'- ?/;?? ?)?!">? tonen willen hooron en io'Tif hare -\c\\\ zich <>o'; minder goed voor Ivrischo uitdrukking, sfooiN bluf! zij voc.r mij enne buitengewone km'stonares, wie vee! gegeven is en die veel gf"-on k.ii'. De heer Strakos-eb is als Hollander" ??vnoens zeor te prijzen. Hij hoott in menig gedeelte veel schoons gegeven en hoewel hef lyrisehe voonil /'oi genre is, wist hij zich ook va"k t"t dramafi-rh<hoogte te verhetl'on: aan die beide vertolkers moet ik dus do eerepalm geven. De heer Putter is als Erik de jager wei goed. doch ik kan nooit de gedachte van mi: nf/etten dat hij eigenlijk barytonzanger is. H^t timbre van zijne stern, het mooirlijko aanzetten van do hoo.ro tonen geven nooit den indruk dat men met een echt fono-golnid te doen beeft. D>> he»r Srlenke! blijft altijd do heer Schuil.:"!, hetgeen me' an.love woorden zeggen wil, (hit bijna aUc ba-pnri'ii-r. heni te hoog iooper, men wordt altijd onaaegon.iaM! aangedaan zoodra bn !om do uitdrukking vn -''''n oudcrwctschen d;n'[,-./:ai)gondor',vijzcr te gebruiken i boven de balken zingt. Alleen het lage register klinkt aangenaam. AU de heer Dietrich wat zekerder van zijne partij was geweest, zou ik hem voor den solo van den Steuermann hebben kunnen prijzen. Het vrouwenkoor voldeed mij in het dankbare Spinnelied en over het geheel goed, doch het mannenkoor was tegen de moeielijke matrozenkoren niet opgewassen. Het Utrechtsche orkest is ter elfder ure opge roepen om bij de opera te assisteeren, en dit hoogstverdienstelijke orkest heeft zich wakker door dit werk heengeslagen. Het is echter onaangenaam voor zulk een orkest, zoo weinig voorbereid te moeten optreden en ik heb er reeds op gewezen dat de theaterdirecteuren, die hier voorstellingen komen geven, moeten begrijpen dat het orkest (vooral bij de nieuwere opera's) een te gewichtig bestanddeel is om daarmede zoo zorgeloos om te springen, zoodat men al blij moet zijn als het geheel niet in de war loopt. Dat men dus spoedig met dit stelsel breke! Het concert op den volgenden avond zal met gulden letters in de annalen van het Amsterdamsche concertleven opgeteekend blijven. Het was de herdenking van het 50jarig bestaan van de Maatschappij Cecilia en terecht had het bestuur begrepen dat er thans buitengewone krachten met buitengewone middelen moesten worden aangewend. Er was dan ook een koor en orkest bijeengebracht zooals men het hier zelden zag: (500 zangeressen en zangers en eene ongewone bezetting van het strijkkwartet vormden een imposant geheel. lu de samenstelling van het programma was men met de geschiedenis van de Maatschappij Cecilia te rade gegaan : het bevatte eene ouver ture van J. B. van uree. den stichter en eersten directeur van Gecilia, daarop volgde do achfstcmmigc Hymne van Verhuist: Clemens est Dominus," vervolgens het bevallige koorwerk Fr hlingsbotschaft van het eerelid Xiels W. Gade, terwijl de eerste atdeeling besloot met fragmenten uit Oherou van Weher en de inleiding on bet koraal; Wach auf! uit Wagncr's MeisterKiiiijei-. Da tweede afdeoling was geheel ingenomen door hot ecnige werk dat daarvoor in aanmerking mocht komen: Beethoven's negende. Een treffende aanblik was het, dit sterk bezet orkest en koor te zien. De uitnoodigjngen waren uit sympathie voor Cecilia gretig aangenomen en ook vier jonge dames zag men als violisten vooraan in hot orkest plaats nemen. Toen de dirigent, do heer Viotta. optrad, werd hij met luide toejuichingen door koor en orkest begroef, hetgeen bewees dat alle medewerkenden in hem een dirigent zagen die door groote be kwaamheid, ijver en tact aller vertrouwen had weten te winnen. A an Brec s onvertnro is eon zeer degelijk werk, geheel in den geest van de toenmalige composities geschreven, dat zeer schoon werd uitgevoerd. De Hymne van Verhuist imponeerde dadelijk door d (.-n prachtigen klank van lr>t koor. Men had zeer goed gedaan dit werk te kiezen, want hoewel hij lï'ig jongeling was toen bij het schreef, toont deze i'ymne groot meesterschap in den polvphonon stijl, terwijl dj kleur van de compositie zoo on gewoon en srboon is, dat men naar mijne iiioening dozen dirigent en componist, aan wien Cecilia zooveel te dunken heeft, niet beter bad kunnen huldig"!!. Vooral in dit werk en in hof Koraal van Wagni'r heb ik het koor het meest bewonderd. Mij. Pi.!, ve,n Sieherer bad in do aria: Ocoau du l ngoheuor" van \Veber woor gelegenheid to bewijzen, hoe ad rem Hans von Bidow van baren zang zcide: ,,Si«' singt mit Piëteit und Sleherheit." Mijn bost'-k iaat niet toe :ille nummers afzon derlijk te bespreken. Ik heb dus nog voornamelijk hot vorhovonstr. '.vork. nl. lloothovens laatste Sym fonie te vermelden, dat eveneens mot groote toe wijding werd vertolkt, ilet orkest heeft hierin een groot aandeel, D' groot o irmzikale klank van het strijkkwartet was zeer schoon en berekend voor h"t grooto koor. Vooia! in h"t Scherzo en Adagio waren zoor schoono details op te merken on om vin oc'i der ondord"e!on <esproken. l>et rhythmiscli tigiiur van do paukon in het scherzo hoorde ik zelden of rooit z"o juist. Het solokwartot, door do dames Von Sichoror en i'-itoiiu (/hermove;1 o" de lieer"!! Messchaert Ook hot koor .'hoewel reeds wat vermoeid, on dit is geen v-mdcr' had zeer sehooiio oogon!ilikke;i. Fn zoo i- de/o a,vor,l voer vnoHiii. die zeker loj uil voerenden on toehoorder-, lang in herinne ring zal lioivon. .Afin l:e' liesf'!U!' van Ceriüa brengen wij onzon oproeiitop geluk *vensr!i met dit .zoo seboon go ? slaafde feo.-t. on aai1 dep lieer Viotta onzen harteli;K»n da-'k voin- de vele zorgen a:iu d-'A' uitvoering besteed. H'i Ie1"!'! weer IILVOZOII da.t lui'n deed, en l],-' mo.'f voiir vijo ....Tvoid sfroelopd. zijn, d n t zoovele uitstekende !:uiiste:iaars on dilet tanten ijo'0'itnl h'''o:"-!i. OOM i,:i'i"paa':d vertrouvren in z;i-:e bokvvriin'ioM en leiding te stollen. ('ecMia "aar drs E. MF.1.-S()XIF,K. !? r;>''kruk hrieir een der meosiors verloren v/ier nrtNtieb. persoonlijkheid !\ot nico-f d.n.r allo rieb. iügo') en a.lie :i;.iurn ais siiiierieur erkend werd. on die toch zoowel in ziino liiinsr als in zijn howns| optreden be? jiieest '-neeiil' k Franseh \vih!e zi]!i .. \ e'^vondoi luk /elf-: is het '. zegt Pan! Mar.tz in don '/'.'//'MS. dar niet den aard van zijn gorde. weinig Ivrisi-h. weinig draiu'tri-.eb. Mejs :onior zulk een ouTiioe'-seho: .!e;; na'irn heeft kunnen verwo"ven. on ''"/o iie'vo'idcrii'g h "m ruim oen ha! ..o rouw is leigohlovor:. i<<-, -/pi!', in .'b- laatste tijden, te midden vin zou\i'e! -.vo.'li1:/ eet ^t roomt p g. wiw zijne l;mist roeli huiren h!?<< ':. sre":U gronto>- is gewnnler. Püu! D'',tfo"!ie schi!? 'er,Ie. o,:!?; klooroi'. leaur bij k!"odde , r beu!".-, en si ieii!o:;'i-r- mede, on nïomard weor.-tond v'eüindruk va;: /ijn tragediën. Meissonier kende geen drama even min als actualiteit of gevoel, men had kunnen meenen dat hij, burgemeesters schilderende die hij niet gekend had, drinkers te midden van ouderwetsche muren, lezers over vergeten boeken gebogen, enkel curiositeit zou leveren en niets tot het hart der menigte zeggen. Maar iets bijna paradoxaals gebeurde, dat hij namelijk, onver schillig voor het moderne leven, in het verleden opgesloten en dan nog episoden schilderend en geen historie, ondanks dat alles terstond het publiek geïnteresseerd heeft." Later schilderde Meissonier wel drama en we! historie, maar in beide waren het toch dezelfde eigenschappen die terstond getroffen hadden: nauwgezetheid en meedoogenlooze juistheid, welke ook hierin het indrukwekkende uitmaakten. Geen onder de modernen heeft als hij de details van 's menscheu bouw, de plooi die de stof' op het lichaam in rust of in beweging maakt, de uitdruk king der hand in actie, het alleen juiste gebaar gekend. Hij was onberispelijk toekenaar, en ver achtte ieder kunstenaar die zich met een a peu pres vergenoegde. Hij noemde dat leugen, luiheid, lafheid en bedrog; in de j uiys was hij vaak streng, maar het was enkel uit zucht naar waarheid." * * * Meissonior is Zaterdagmorgen gestorven. On danks de waarschuwing van zijn dokter was hij eenigon tijd geleden naar de zitting van het Instituut gegaan, en zijne overigens krachtige ge zondheid had het ruwe weer niet kunnen verdra gen. Voor twee jaar was hij, 78 jaar oud, nog hertrouwd: uit het eerste huwelijk was hem een zoon overgebleven, die ook eenigeu naam als schilder het ft. Meissonier was zeer klein en tenger van gestalte, en had, tengevolge van het vele paardrijden, kromme beentjes; zijn hoofd, zeer groot, scheen hierdoor bijna wanstaltig, maar als president maakte zijne fraaie kleurige kop met den langen witten baard en de levendige, verstan dige oogen, grooten indruk; twee vlokken baar, kort en weerspannig, rezen aan do beide honken van zijn voorhoofd op, en gaven hem ecnigo, ge lijkenis met den M/tzes van Michol Angel*;. ,lean Louis Kniest Meissonier werd den 21sten Februari 1811 te Lyon geboren, hij was bet vierde kind van een commissiounau1 in waren. Gelijk bij zoovele andere beroemde schilders openbaarde zich ook bij hom reeds in de schooljaren do lust tot schilderen. Hij verkreeg niet zonder moeite verlof om de lessen van oen teekemueestcr to Grenoble, Fériot genaamd, te volgen. Er ziin vele geruchten over de eerste j-iren van Meissonier in omloop gebracht; men heeft tertel.sol'jts voor den dag gehaald, aardig, maar zonder schijn van v.aarheid. Zou heeft men hom uiihangborden doen schilderen, kotiiehuiszalou doen de coreeren, of do toonbank van oen kroeghouder doen onsterfelijk maken. Hiervan is waar, dat hij gedurende verscheidene jaren armoede moest lijden on dat dikwijls de behoeften van hot stolf'.jlijk loven hem dwongen tot illustratiewerk. Hij kwam op bet atelier van Loon Cogniot te Parijs, maar hij bleef er slechts vier maanden. on na oen korte reis door Zwitserland en naar Kome, zond hij naar dou Sdl.m van US.'i-I, dus op vier on twintig jarigen leeftijd, ds; JJuiiryeuis il-iMn>tilnl wolk stuk ook bekend is ouder den tiud van La \'i.titn du',: Ie liiiiii't/ittoi/i'e, en dool uitmaakt van do collectie, door Sir llic'.iard \Vailace nagelaten. Dit kleine doek stolt twee Vlaams, ho burgers voor. die een bezoek bij iiun burgemeester komen brengen. Alle drie zijn gezeten en praten. B .j hen slaat eeno tafel, bedekt, mot een groen Kleed, waarop men een steenen bierkan en drie, glazen ziet. Dit doek was te zien in den Salon van l.S.'ii. Hot, tweede scSii'derij, dat in den Salon van 1835 ton toon hing, J'-ii'lie (('echec*, thans aan Mile Jeaene Meissonior toebehoorend, on de l'.ttt .l/rssw/iT, dat in den volgenden Salon geëxposeerd werd. te.onou reeds do zekerheid van hand, de bekwaamheid on bovenal do persoonlijke toets van don jongen .schilder, die don hiiitc.ngowouen. moed bad, in do buurt van l s: 10, niet kla-.siek to wijlen ziin, mot de tradities to breken en an ders 10 schilderen dan in d":i co;;v,'uti oeeolen vorm van do eoir.vigo b'juoisehe on hi-iUiri.-'Clie onderwerpen. Moiv.oükT exposeerde vervolgens: iti 1,S:!,S !!,;r,tji,'<s-- roliSO/eM/ Uil !::>';<l<li' ; U l.'s.'l'.l 7.'' li<)e/,'.,;/? ,-,;?//, (i's: in ISl-ii .S K;/.' J'iini el lai'ie, /,-Lisi'if/1 o'Mi ll'i'l<'"' /?'/?'<.')?.' Ju ISil do l':ii'tie (/",'i-ln'i-s ? ;'n ISI.'i den l'einln- tlntix s'u< nfc/ier : in IHI.'i Le f'ni'iix de </'"'"''>'. Ji'iuie inname, rajarilinit ''''.s de-viii.", Lu J'in'lie '/',' piiinet. In zij'io twee ie manier trachtte do kunstenaar afzonderlijke liguicn te govon. zooals don /_,.«»)?, den \'i(ili>im'IH*'i'l don Aini:tfiii' <i e.*l'tiiii>i"<. den Li-i'nr '/'o-i', den l'''ini<'>n\ dou Incl'<ii/i;li/e Dit 'aaKto sfhiMorij n'ekie strns;t!io in de;: Salon van ISöS Xdoit wa,s inou or toe gekomen, met zulk oen jiie-theid to seh'Moroiï, nier, oen zoo groo'i: volmaaktlieid v?.u l-vla-i-ing. mot zulk 0011 hnniionie van klriiren. Hij gaf don lacroyablo weer, blinkond van pomade. "mot zijn wand'-Uluk gekronüeid ais een wingerdrank, zijn lorgnet, zijne broloijuos op zijn'dijen slingorond. zi;u pruimlihuin on rok, zijn hiauw vest. ziin ooliante broek, zij:i hoed onder den :tr!ï:. Op' don muur achter hom aanplak!>:i;.'!-fer van' a'lo schouwburgen uit dien tijd. on een klciuo alficbo in do band loost men: ., Fr wordt o"n leerjongen gtivraagd ho bnrg"r Moissopjor, schilder, ruo do nioinnio-Arm.''.'' Dit si'hildórij'tjöbehoort aan baron Fi'.u. do Iljthsehilil. Ondor do boste schilderijon in dit genre, wij. :/,on ivo op oen klein dook. waarvan de kunstenaar noi.Ir a f-1 and hooft willen doen. de (irtirem; goriaak't in ISij-J. Dit scbildorijtje is oen meo.storstuk; hot st"!t een zittend graveur voor, over do tafel i-e'.ogei', die, voor bet venster staat, terwijl hot lieht door ecu papieren scherm verzacht wordt; b:j l,oo|> een eigarotto in den mond, hij laat zijne l 'a:it inbijto;! on onderzoekt mot aandacht do werking van hot sterk water. Als militair schilder hoeft de kmisteraar zich v:'Mr"il aan. het epos van Xnpoieon gewijd. Moi-snnior is blijkbaar voornamelijk getroffen "Oivoest door drie'datums, die in do jaarboeken v;', i bet eerste keizerrijk' vol beteeicei.is zijn: !,??,:!.">. 1S()7. Is! l. Do moester boeit rik diortijdslippon aangogovc-i op troüomle manier; löO;> is

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl