Historisch Archief 1877-1940
No. 711
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
zins sommige kwalen verdwijnen, dan zullen zij
zich ook beter gaan gevoelen. De oude goochelaar
weet dit ook, maar begrijpt ook wel dat het nog
beter gaan zal als er een bovennatuurlijke macfit
door een bijzondere kuur heet verkregen te wor
den. Daarvoor heeft hij een vasttijd aangenomen
en als zijn dochter haar wonderen zal verrichten
moet zij eerst gernimen tijd zonder eten blijven.
Vader zorgt intusschen wel dat zij niet van ge
brek omkomt.
Zoo heeft Vasthi naam gekregen, en haar roem
is doorgedrongen tot het dochtertje van Graaf
Asgarby, lady Eoa, die aan tering lijdt en
natuurlvjk als zoovele ongeneeslijke kranken er toe
komt ook kwakzalvers te raadplegen. Vasthi Dethie
komt dus op het kasteel, en zal een hongerkuur
doorstaan, maar nu onder toezicht van Prof. Jopp,
den geneesheer, die lady Eoa behandelt en reeds
meermalen wonderdoeners ontmaskerde. Hij wordt
in zijn controle bijgestaan door zijn dochter, en
zoo streng weet hij die vol te houden.dat DetMc
niet in de gelegenheid is zijn dochter eten te
brengen en deze gevaar loopt van honger te ster
ven. In zekeren nacht weet Dethie echter met een
valschen sleutel den toren te openen en Vaxthl
voedsel te geven, maar deze wordt nu overvallen
door Judah Levellyn, die 's nachts de gewoonte
heeft om den toren rond te dwalen, dwepende
met de schoone bedriegster.
Nu volgt een mooi tooneel tusschen Vasthi en
Judah. Vasthi bekent hem, diep vernederd, alles.
Dat hij juist haar betrappen moest doet haar
zooveel leed, omdat zij hem heeft leeren liefhebben
en hij is zwaar geschokt, omdat hij al te wel
gevoelt, dat er in zijn bewondering heel wat
aardsche liefde schuilt. Hij zal haar niet verraden,
maar heengaan. Doch zoo kan hij niet vertrekken,
hu keert terug en zij snelt in zijn armen, Zij
bekennen elkaar hun liefde en zoo is de predi
kant feitelijk de medeplichtige der bedriegster
geworden.
Nauwelijks is Vasthi in den toren teruggekeerd,
of Prof. Jopp maakt alarm, daar hij heeft hooren
spreken en vermoedt dat Dethie bij zijn dochter is.
Natuurlijk vindt men hem niet. Wel wordt in
een nis bij de toren de jonge predikant ontdekt,
en nu wordt deze verdacht. Prof. Jopp verzoekt
hem drie vragen onder eede te beantwoorden en
Judah kan zweren dat hij Vasthi geen eten heeft
gebracht, dat hij haar niet hoeft zien eten, maar
dan zweert hij ook dat hij haar den toren niet
heeft zien verlaten. Zijn eigen rein geweten
bezoedelt hij uit liefde tot een vrouw, die gevaar
loopt als bedriegster weggejaagd te worden; wel
zwaar zal hem die last drukken.
Lady Eea intusschen, in haar geloof aan Vasthi's
vasten versterkt, gevoelt zich waarlijk beter, en nu
zal graaf Asparby volgens zijn belofte aan Vnnthi
een kerk stichten, waar Judah Levelli/n predikant
zal zijn. Deze lijdt zwaar, te meer daar zijn liefde
voor Vasthi niet vermindert. Zoo durft hij echter
den kansel niet te betreden, zoo durven zij beiden
geen verbond voor het leven te sluiten. Vasthi
heeft wel geweigerd verder haar wonderen te ver
richten, maar op haar drukt toch de last, dat het
om harentwil was dat Judah meineedige werd;
samen lijdende, besluiten zij samen boete te doen.
Op den dag dat het besluit tot oprichting der
kerk door den graaf geteekendzal worden, komen
zij samen voor hem.
Vasthi erkent haar bedrog en Judah neemt
z;jn eed terug. Dan willen zij heengaan. Maar
prof. Jopp houdt hen terug. Hij wist dat het
bedrog was, want hij heeft den smid gevonden,
die den valschen sleutel maakte, hij heeft Dethie
ook reeds bedreigd met de gevangenis als hij niet
Engeland verliet, maar naar ziin oordeel maakt
de bekentenis van Vnxthi en Ju-dak hun schuld
weer goed, hij aarzelt niet Jmlah zijn hand te
reiken en deze, steun vindende in een vriend,
belooft te zullen blijven. Alleen gevoelt hij dat
hij niet meer van den kansel de waarheid mag
verkondigen, een kerk behoeft voor hem niet ge
bouwd te worden
Van dezen Judah nu heeft de heer Royaards
een keurige figuur gemaakt. Zijn grime is fraai
gekozen en zijn voordracht vrijmoedig, maar vrij
van alles wat, naar aansfellerij zweemt. Hij is op
en t'op de jeugdige prediker, die vol vertrouwen
op de kracht van zijn geloof met een glimlach
om de lip en voorwaarts gaat, wieu men het aan
kan zien dat zijn leer liefde tot den naaste
voorstaat. Later, als hij gebukt gaat onder zijn
valschen eed, weet hij ook niet beter te doen
dan zijn zonde te bekennen, in de hoop. dat ook
voor hem het aa heen en zondig niet meer"
geschreven is. Toch heeft de hoer Royaards, en
te recht, niet den mensch geheel achter den
dweper verborgen, en komt in het tweede be
drijf goed uit, dat Jiidrdi, niet alleen geestelijk
bekoord is door Vnsfhi. Zoo is Jmlnh een gees
telijke, die het op den voorgrond stelt dat hij is
van gelijke bewegingen als gij."
Vasflti wordt conventioneeler vertoond door
mevr. iloltrop, maar haar rol leidt ook op dien
weg. liet vertoonen van haar hongerlijden, haar
smeeken om brood, verleiden er toe on haar wit
sleepgowaad werkt er toe mee.
De heer de Boer heeft van Dethie een leuken
oud-goochelaar gemaakt. Fijn zijn de kleine trekjes,
b.v. als hij tot zijn schrik hoort. dat. prof. Jo/i/i
toezicht zaïhouden op de, hmigorkmir, maar zich
spoedig hersfeit en verklaart gelukkig te zijn der.
beroemden geleerde de hand te kunnen drukken,
omdat diens controle een roemvolle waarborg
voor het werk zijner dochter zal worden.
Tot mijn genoegen was Me j. Hos weder eens
een rolletje toebedeeld Zij speelde voor Lrnl>/
Era en liet in het 2e bedrijf weder hooren hoe
goed op de tooneclschool de voordracht onder
wezen wordt. Van de overige rnedespelenden
trad alleen de heer Sohul/e meer bijzonder op den
voorgrond, als de pedante vlegel die zich niet ont
ziet zijn ouders telkens afkeurend te bespreken.
liet stuk zelf is een grappig mengelmoes van
oud en nieuw. liet zou er bij gewonnen hebben
als men meer tijd had gewijd aan het lijden van
Jxdi/l/, dit. valt nu tusschen het "2e en ;>e bedrijf.
De vertooning beviel mij zeer wol. Ook het deco
ratief was niet nonchalant behandeld, zooals in
den laatsten tijd meermalen Let geval was. Alleen
de groene maneschijn en de duisternis overdig
buitenshuis cischen een opmerking.
Kloek en kuikens is een farce van Einile de
Najac, waarin Mevrouw de Vries weder een be
paald succes heeft gehad. De heer Schulze scheen
hier zijn grime van Hans Meery afgekeken te
hebben.
Junkermann heeft ons weder verlaten. Dinsdag
avond gaf hij voor een zeer goed bezette zaal in
het Grand Théatre zijn aftcheidsvoorstelling. Een
enkele krans werd hem bij het slot aangeboden,
maar driemaal werd, als ware het een echo van
het tooneel, door het publiek een noch" voor
Onkel Brtfaig aangeheven.
Junkermann heeft zich met die rol zoo vereen
zelvigd, dat het de beste creatie is, die men van
hem zien kan, en men wordt het niet moede hem
als zoodanig aan te hooren. De gemoedelijkheid,
die van hem uitgaat, is onweerstaanbaar, en toen
hij het laatst voor ons boog, riepen wij hem in
gedachte toe: Dat het U welga, dass du
die Nase ins Gesicht behülst."
In den Plantage-schouwburg wordt een drama
vertoond van Dumas en Maquet, getrokken uit den
roman Le Chei-aher de Muison Kouije. Ik heb
i verbaasd gestaan over dit ongelukkig maakwerk,
dat ik aanschouwde. Men weet niet of men er bij
lachen of huilen zal.
Men moet zoo'n gevecht, als in het eerste bedrijf
voorkomt, eens zien. Vier man met een aanvoer
der rechts, vier man met een aanvoerder links.
j Eerst een paar schoten in de lucht en dan wor
den de degens der aanvoerders en de geweren
der soldaten gekruist. Een tik link", een tik rechts,
al doende dringt eerst de eene partij de andere
heel regelmatig tot aan de coulissen en dan om
gekeerd. Eindelijk vallen een paar helden van
vermoeidheid of van het lachen om ... men scheldt
elkaar uit voor Jacobijn. aristocraat of verrader,
en het is uit.
Dan de samenzwering. Aan de gevangene koningin
Marie Antoinette zal een ruiker anjelieren gebracht
worden met een briefje erin, maar de stumperd,
die ze zal over geven, verliest juist de bloem,
waarin de brief steekt. Kan het ongelukkiger?
In de woning van Dixmar wandelde men toen
ik de voorstelling bijwoonde, door den muur. . . .
Neen, met zulk eene vertooning van den Bidder ran
Muifson Rouge legt men hier geen eer in.
Ik geef tien ridders van dat soort voor n
Meisje van Marken.
Fli.
MUZIEK IN DE HOOFDSTAD.
De meeste ezers: van hot Weekblad" zullen
ongetwijfeld Heine's scheis: Aus den Memoiren
des Ilerrn Sc'anabewelopski" kennen. In dit ver
haal van den Poolschen jongeling, die te Leiden
komt studeeren, maakt Ileine melding van de
sage van den Vliedenden Hollander en vertelt
hoe deze onverschrokken zeevaarder den duivel
tartte en bij alles zwoer dat hij een gevaarlijken
kaap zou omzeilen, al moest hij eenwig op hef
water zwalken. De duivel hield hem bij zijn woord
en hij was gedoemd eeuwig te blijven zwerven.
Een orakel verkondigde hem echter, dat hij eens
om de zeven jaar aan land zon mog.'ii gaan en
als hij dan oen trouw vrouwenhart kon vinden,
zou hij verlost zijn van den vloek. De trouwe
harten waren echter niet, te vinden en hij bleef
zwerven. Eindelijk besluit eene X'oorscho maagd
Senta hem te radden en zij offert zich voor hem
op. Hij verdenkt haar echter van ontrouw en wil
weer vertrekken. Om hem te redden stort zij zich
in zee : hot schip mot den zwerver verzinkt in
do dïepto en dus is de vloek opgeheven. Zoo
ziet. men (voegt Ileine er ongeveer bijl alweer,
dat de vrouwen ons steeds ongeluk aanbrengen
en wij in het gunstigste geval toch door hen te
gronde gaan.
Ik behoef natuurlijk do lezeressen van het week
blad riet te verzekeren dat ik niet uit instem
ming dozen laatsten volzin heb overgeschreven. Ik
vind zelfs dat het Ileine heel leelijk stond zoo
iets te zeggen; maar hij had zoo zijne OM.ona.irdigo
idees, of' liever, hij deed zich gewoonlijk erger voor
dan hij was.
Ik bel) Ileine alleen aangehaald omdat dit ver
haal Wagner voor bet eerst op het denkbeeld
gebracht heeft zijn Fliogoüder Hollander te
eomponceren: en toen hij n.iar Parijs vertrekkende
de weg tot Lenden over zee nam. werd de aan
drang hiertoe steeds grootor. Vier weken duurde
de zeetocht en driemaal h1'.d hij zware stormen
te verduren, zoodat bef schip in een Xoor.voegs.die
haven moest binnenloopen. Het gezicht V:ITI d'1
..tjords" verlevendigde de herinnering aan deze
sage en te Parijs aangekomen zette hij zieh spoe
dig aan het werk.
Door Moyerlieers voorspraak word de/e opera
voor het eerst in lierlijn uitgevoerd.
Dit werk werd thans weder in het Paleis voor
Volksvlijt opgevoerd door bet gezelschap vri d:1!!
heer Saalborn. Hoewel hef niet dikwijls wordt
uitgevoerd, is het toch sedert lang ton onzer.t be
kend.
Ik geef dus alleen oon overzicht van de vertolking.
Moj. Haebormann heeft in do rol van deXMi1.;;
weer getoond over welke dramatische kraait vin
uitdrukking zij te beschikken heeft, terwijl haar
spe] steeds do goroutirioorde en ' a!or tra!;."
>.>?,,ncelspcoKtor verraadt : zon mi>r. ''''!?: -nu'- ?/;?? ?)?!">?
tonen willen hooron en io'Tif hare -\c\\\ zich <>o';
minder goed voor Ivrischo uitdrukking, sfooiN bluf!
zij voc.r mij enne buitengewone km'stonares, wie
vee! gegeven is en die veel gf"-on k.ii'.
De heer Strakos-eb is als Hollander" ??vnoens
zeor te prijzen. Hij hoott in menig gedeelte veel
schoons gegeven en hoewel hef lyrisehe voonil /'oi
genre is, wist hij zich ook va"k t"t
dramafi-rh<hoogte te verhetl'on: aan die beide vertolkers
moet ik dus do eerepalm geven.
De heer Putter is als Erik de jager wei goed.
doch ik kan nooit de gedachte van mi: nf/etten
dat hij eigenlijk barytonzanger is. H^t timbre van
zijne stern, het mooirlijko aanzetten van do hoo.ro
tonen geven nooit den indruk dat men met een
echt fono-golnid te doen beeft. D>> he»r Srlenke!
blijft altijd do heer Schuil.:"!, hetgeen me' an.love
woorden zeggen wil, (hit bijna aUc ba-pnri'ii-r.
heni te hoog iooper, men wordt altijd onaaegon.iaM!
aangedaan zoodra bn !om do uitdrukking vn -''''n
oudcrwctschen d;n'[,-./:ai)gondor',vijzcr te gebruiken i
boven de balken zingt. Alleen het lage register
klinkt aangenaam.
AU de heer Dietrich wat zekerder van zijne
partij was geweest, zou ik hem voor den solo van
den Steuermann hebben kunnen prijzen.
Het vrouwenkoor voldeed mij in het dankbare
Spinnelied en over het geheel goed, doch het
mannenkoor was tegen de moeielijke
matrozenkoren niet opgewassen.
Het Utrechtsche orkest is ter elfder ure opge
roepen om bij de opera te assisteeren, en dit
hoogstverdienstelijke orkest heeft zich wakker door
dit werk heengeslagen. Het is echter onaangenaam
voor zulk een orkest, zoo weinig voorbereid te
moeten optreden en ik heb er reeds op gewezen
dat de theaterdirecteuren, die hier voorstellingen
komen geven, moeten begrijpen dat het orkest
(vooral bij de nieuwere opera's) een te gewichtig
bestanddeel is om daarmede zoo zorgeloos om te
springen, zoodat men al blij moet zijn als het
geheel niet in de war loopt.
Dat men dus spoedig met dit stelsel breke!
Het concert op den volgenden avond zal met
gulden letters in de annalen van het
Amsterdamsche concertleven opgeteekend blijven. Het was
de herdenking van het 50jarig bestaan van de
Maatschappij Cecilia en terecht had het bestuur
begrepen dat er thans buitengewone krachten met
buitengewone middelen moesten worden aangewend.
Er was dan ook een koor en orkest bijeengebracht
zooals men het hier zelden zag: (500 zangeressen
en zangers en eene ongewone bezetting van het
strijkkwartet vormden een imposant geheel.
lu de samenstelling van het programma was
men met de geschiedenis van de Maatschappij
Cecilia te rade gegaan : het bevatte eene ouver
ture van J. B. van uree. den stichter en eersten
directeur van Gecilia, daarop volgde do
achfstcmmigc Hymne van Verhuist: Clemens est Dominus,"
vervolgens het bevallige koorwerk Fr
hlingsbotschaft van het eerelid Xiels W. Gade, terwijl de
eerste atdeeling besloot met fragmenten uit Oherou
van Weher en de inleiding on bet koraal; Wach
auf! uit Wagncr's MeisterKiiiijei-. Da tweede
afdeoling was geheel ingenomen door hot ecnige werk
dat daarvoor in aanmerking mocht komen:
Beethoven's negende.
Een treffende aanblik was het, dit sterk bezet
orkest en koor te zien. De uitnoodigjngen waren
uit sympathie voor Cecilia gretig aangenomen en
ook vier jonge dames zag men als violisten
vooraan in hot orkest plaats nemen.
Toen de dirigent, do heer Viotta. optrad, werd
hij met luide toejuichingen door koor en orkest
begroef, hetgeen bewees dat alle medewerkenden
in hem een dirigent zagen die door groote be
kwaamheid, ijver en tact aller vertrouwen had
weten te winnen.
A an Brec s onvertnro is eon zeer degelijk werk,
geheel in den geest van de toenmalige composities
geschreven, dat zeer schoon werd uitgevoerd. De
Hymne van Verhuist imponeerde dadelijk door
d (.-n prachtigen klank van lr>t koor. Men had
zeer goed gedaan dit werk te kiezen, want hoewel
hij lï'ig jongeling was toen bij het schreef, toont
deze i'ymne groot meesterschap in den polvphonon
stijl, terwijl dj kleur van de compositie zoo on
gewoon en srboon is, dat men naar mijne iiioening
dozen dirigent en componist, aan wien Cecilia
zooveel te dunken heeft, niet beter bad kunnen
huldig"!!. Vooral in dit werk en in hof Koraal
van Wagni'r heb ik het koor het meest bewonderd.
Mij. Pi.!, ve,n Sieherer bad in do aria: Ocoau
du l ngoheuor" van \Veber woor gelegenheid to
bewijzen, hoe ad rem Hans von Bidow van baren
zang zcide: ,,Si«' singt mit Piëteit und Sleherheit."
Mijn bost'-k iaat niet toe :ille nummers afzon
derlijk te bespreken. Ik heb dus nog voornamelijk
hot vorhovonstr. '.vork. nl. lloothovens laatste Sym
fonie te vermelden, dat eveneens mot groote toe
wijding werd vertolkt, ilet orkest heeft hierin een
groot aandeel, D' groot o irmzikale klank van het
strijkkwartet was zeer schoon en berekend voor
h"t grooto koor. Vooia! in h"t Scherzo en Adagio
waren zoor schoono details op te merken on om
vin oc'i der ondord"e!on <esproken. l>et rhythmiscli
tigiiur van do paukon in het scherzo hoorde ik
zelden of rooit z"o juist.
Het solokwartot, door do dames Von Sichoror
en i'-itoiiu (/hermove;1 o" de lieer"!! Messchaert
Ook hot koor .'hoewel reeds wat vermoeid, on
dit is geen v-mdcr' had zeer sehooiio oogon!ilikke;i.
Fn zoo i- de/o a,vor,l voer vnoHiii. die zeker
loj uil voerenden on toehoorder-, lang in herinne
ring zal lioivon.
.Afin l:e' liesf'!U!' van Ceriüa brengen wij onzon
oproeiitop geluk *vensr!i met dit .zoo seboon go ?
slaafde feo.-t. on aai1 dep lieer Viotta onzen
harteli;K»n da-'k voin- de vele zorgen a:iu d-'A'
uitvoering besteed. H'i Ie1"!'! weer IILVOZOII da.t lui'n
deed, en l],-' mo.'f voiir vijo ....Tvoid sfroelopd. zijn,
d n t zoovele uitstekende !:uiiste:iaars on dilet
tanten ijo'0'itnl h'''o:"-!i. OOM i,:i'i"paa':d vertrouvren
in z;i-:e bokvvriin'ioM en leiding te stollen.
('ecMia "aar drs
E. MF.1.-S()XIF,K.
!? r;>''kruk hrieir een der meosiors verloren v/ier
nrtNtieb. persoonlijkheid !\ot nico-f d.n.r allo rieb.
iügo') en a.lie :i;.iurn ais siiiierieur erkend werd.
on die toch zoowel in ziino liiinsr als in zijn
howns| optreden be? jiieest '-neeiil' k Franseh \vih!e
zi]!i .. \ e'^vondoi luk /elf-: is het '. zegt Pan! Mar.tz
in don '/'.'//'MS. dar niet den aard van zijn gorde.
weinig Ivrisi-h. weinig draiu'tri-.eb. Mejs :onior zulk
een ouTiioe'-seho: .!e;; na'irn heeft kunnen
verwo"ven. on ''"/o iie'vo'idcrii'g h "m ruim oen ha! ..o
rouw is leigohlovor:. i<<-, -/pi!', in .'b- laatste tijden, te
midden vin zou\i'e! -.vo.'li1:/ eet ^t roomt p g. wiw
zijne l;mist roeli huiren h!?<< ':. sre":U gronto>- is
gewnnler. Püu! D'',tfo"!ie schi!? 'er,Ie. o,:!?; klooroi'.
leaur bij k!"odde , r beu!".-, en si ieii!o:;'i-r- mede,
on nïomard weor.-tond v'eüindruk va;: /ijn
tragediën. Meissonier kende geen drama even
min als actualiteit of gevoel, men had kunnen
meenen dat hij, burgemeesters schilderende die
hij niet gekend had, drinkers te midden van
ouderwetsche muren, lezers over vergeten boeken
gebogen, enkel curiositeit zou leveren en niets
tot het hart der menigte zeggen. Maar iets bijna
paradoxaals gebeurde, dat hij namelijk, onver
schillig voor het moderne leven, in het verleden
opgesloten en dan nog episoden schilderend en
geen historie, ondanks dat alles terstond het
publiek geïnteresseerd heeft."
Later schilderde Meissonier wel drama en we!
historie, maar in beide waren het toch dezelfde
eigenschappen die terstond getroffen hadden:
nauwgezetheid en meedoogenlooze juistheid, welke
ook hierin het indrukwekkende uitmaakten. Geen
onder de modernen heeft als hij de details van
's menscheu bouw, de plooi die de stof' op het
lichaam in rust of in beweging maakt, de uitdruk
king der hand in actie, het alleen juiste gebaar
gekend. Hij was onberispelijk toekenaar, en ver
achtte ieder kunstenaar die zich met een a peu
pres vergenoegde. Hij noemde dat leugen, luiheid,
lafheid en bedrog; in de j uiys was hij vaak streng,
maar het was enkel uit zucht naar waarheid."
* *
*
Meissonior is Zaterdagmorgen gestorven. On
danks de waarschuwing van zijn dokter was hij
eenigon tijd geleden naar de zitting van het
Instituut gegaan, en zijne overigens krachtige ge
zondheid had het ruwe weer niet kunnen verdra
gen. Voor twee jaar was hij, 78 jaar oud, nog
hertrouwd: uit het eerste huwelijk was hem een
zoon overgebleven, die ook eenigeu naam als
schilder het ft. Meissonier was zeer klein en
tenger van gestalte, en had, tengevolge van het
vele paardrijden, kromme beentjes; zijn hoofd, zeer
groot, scheen hierdoor bijna wanstaltig, maar als
president maakte zijne fraaie kleurige kop met
den langen witten baard en de levendige, verstan
dige oogen, grooten indruk; twee vlokken baar,
kort en weerspannig, rezen aan do beide honken
van zijn voorhoofd op, en gaven hem ecnigo, ge
lijkenis met den M/tzes van Michol Angel*;.
,lean Louis Kniest Meissonier werd den 21sten
Februari 1811 te Lyon geboren, hij was bet vierde
kind van een commissiounau1 in waren. Gelijk bij
zoovele andere beroemde schilders openbaarde zich
ook bij hom reeds in de schooljaren do lust tot
schilderen. Hij verkreeg niet zonder moeite verlof
om de lessen van oen teekemueestcr to Grenoble,
Fériot genaamd, te volgen.
Er ziin vele geruchten over de eerste j-iren van
Meissonier in omloop gebracht; men heeft
tertel.sol'jts voor den dag gehaald, aardig, maar zonder
schijn van v.aarheid. Zou heeft men hom
uiihangborden doen schilderen, kotiiehuiszalou doen de
coreeren, of do toonbank van oen kroeghouder
doen onsterfelijk maken. Hiervan is waar, dat hij
gedurende verscheidene jaren armoede moest lijden
on dat dikwijls de behoeften van hot stolf'.jlijk
loven hem dwongen tot illustratiewerk.
Hij kwam op bet atelier van Loon Cogniot te
Parijs, maar hij bleef er slechts vier maanden.
on na oen korte reis door Zwitserland en naar Kome,
zond hij naar dou Sdl.m van US.'i-I, dus op vier
on twintig jarigen leeftijd, ds; JJuiiryeuis il-iMn>tilnl
wolk stuk ook bekend is ouder den tiud van La
\'i.titn du',: Ie liiiiii't/ittoi/i'e, en dool uitmaakt van
do collectie, door Sir llic'.iard \Vailace nagelaten.
Dit kleine doek stolt twee Vlaams, ho burgers
voor. die een bezoek bij iiun burgemeester komen
brengen. Alle drie zijn gezeten en praten. B .j hen
slaat eeno tafel, bedekt, mot een groen Kleed,
waarop men een steenen bierkan en drie, glazen
ziet. Dit doek was te zien in den Salon van l.S.'ii.
Hot, tweede scSii'derij, dat in den Salon van 1835
ton toon hing, J'-ii'lie (('echec*, thans aan Mile
Jeaene Meissonior toebehoorend, on de l'.ttt
.l/rssw/iT, dat in den volgenden Salon geëxposeerd
werd. te.onou reeds do zekerheid van hand, de
bekwaamheid on bovenal do persoonlijke toets
van don jongen .schilder, die don hiiitc.ngowouen.
moed bad, in do buurt van l s: 10, niet kla-.siek
to wijlen ziin, mot de tradities to breken en an
ders 10 schilderen dan in d":i co;;v,'uti oeeolen
vorm van do eoir.vigo b'juoisehe on hi-iUiri.-'Clie
onderwerpen.
Moiv.oükT exposeerde vervolgens: iti 1,S:!,S
!!,;r,tji,'<s-- roliSO/eM/ Uil !::>';<l<li' ; U l.'s.'l'.l 7.''
li<)e/,'.,;/? ,-,;?//, (i's: in ISl-ii .S K;/.' J'iini el lai'ie,
/,-Lisi'if/1 o'Mi ll'i'l<'"' /?'/?'<.')?.' Ju ISil do l':ii'tie
(/",'i-ln'i-s ? ;'n ISI.'i den l'einln- tlntix s'u< nfc/ier :
in IHI.'i Le f'ni'iix de </'"'"''>'. Ji'iuie inname,
rajarilinit ''''.s de-viii.", Lu J'in'lie '/',' piiinet.
In zij'io twee ie manier trachtte do kunstenaar
afzonderlijke liguicn te govon. zooals don /_,.«»)?,
den \'i(ili>im'IH*'i'l don Aini:tfiii' <i e.*l'tiiii>i"<. den
Li-i'nr '/'o-i', den l'''ini<'>n\ dou Incl'<ii/i;li/e Dit
'aaKto sfhiMorij n'ekie strns;t!io in de;: Salon van
ISöS Xdoit wa,s inou or toe gekomen, met zulk
oen jiie-theid to seh'Moroiï, nier, oen zoo groo'i:
volmaaktlieid v?.u l-vla-i-ing. mot zulk 0011 hnniionie
van klriiren.
Hij gaf don lacroyablo weer, blinkond van
pomade. "mot zijn wand'-Uluk gekronüeid ais een
wingerdrank, zijn lorgnet, zijne broloijuos op
zijn'dijen slingorond. zi;u pruimlihuin on rok, zijn
hiauw vest. ziin ooliante broek, zij:i hoed onder
den :tr!ï:. Op' don muur achter hom
aanplak!>:i;.'!-fer van' a'lo schouwburgen uit dien tijd.
on een klciuo alficbo in do band loost men: ., Fr
wordt o"n leerjongen gtivraagd ho bnrg"r
Moissopjor, schilder, ruo do nioinnio-Arm.''.'' Dit
si'hildórij'tjöbehoort aan baron Fi'.u. do
Iljthsehilil.
Ondor do boste schilderijon in dit genre, wij.
:/,on ivo op oen klein dook. waarvan de kunstenaar
noi.Ir a f-1 and hooft willen doen. de (irtirem;
goriaak't in ISij-J. Dit scbildorijtje is oen meo.storstuk;
hot st"!t een zittend graveur voor, over do tafel
i-e'.ogei', die, voor bet venster staat, terwijl hot
lieht door ecu papieren scherm verzacht wordt;
b:j l,oo|> een eigarotto in den mond, hij laat zijne
l 'a:it inbijto;! on onderzoekt mot aandacht do
werking van hot sterk water.
Als militair schilder hoeft de kmisteraar zich
v:'Mr"il aan. het epos van Xnpoieon gewijd.
Moi-snnior is blijkbaar voornamelijk getroffen
"Oivoest door drie'datums, die in do jaarboeken
v;', i bet eerste keizerrijk' vol beteeicei.is zijn:
!,??,:!.">. 1S()7. Is! l. Do moester boeit rik
diortijdslippon aangogovc-i op troüomle manier; löO;> is