Historisch Archief 1877-1940
TTo. 711
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Het nieuwste Beursspel.
ME. G. v. T. : ,,/foe krijg ik er twintig van de negen-en-dertig in?''
JULIÜS PRUTTELMAN BROMMEIJER.
Ja wel, ik heb
?succes gehad met
?mijn opmerkingen.
Ze hebben Rutgers
?de oogen geopend.
Toen ik vóór veer
tien dagen zei: het
proletariaat deelt
tegenwoordig de la
kens uit, gaf ik een
van die waarheden
ten beste, die mij
zoo dagelijks inval
len, als vau zelf,
gelijk 't water uit de
toot loopt,
eenyouig omdat 't er in
is. Maar dan moet
je zien, hoe de lui
«r op azen. om mijn
snedigheden, als hun
eigen oorspronke
lijke
scherpzinnigheden te pas te bren
gen. »Kan men ver
wachten of vergen," zei Rutgers van de week
in de Kamer, »dat in 't vervolg 900 bevoegde
Amsterdamsche kiezers, hun stemplicht zullen
gaan vervullen met de wetenschap van ver
pletterd te worden door 2100
Nieuwcr-Amstelsche kiezers, waaronder wellicht 10, 17, 18
honderd, die in 't geheel geen kiezer behoor
den te zijn, en van wie voor een deel de
praesumptie geldt, dat zij proletariërs zijn ?''
En tegenover die proletariërs stelde hij de
kiezers van de Heeren- en de Keizersgracht
als de vertegenwoordigers van het intellect.
Zeker, hij had gelijk, maar waarom sprak hij
nu zoo iti 't algemeen van de Heeren- en
?de Keizersgracht; waarom zinspeelde iiij niet
op de Bocht?
Daar toch zetelt het summum van het in
tellect ... en van dat pyramidale intellect
heet de top ... ja, Rutgers weet ook wel hoe die
heet, maar natuurlijk, mijn naam moest niet
genoemd worden in de Tweede Kamer. Wat
bl... om welke reden moet mijn verdienste
verdonkeremaand worden, dat argument was
toch mijn vinding. Maar enfin, ik ben niet
haatdragend, niet bekrompen. Als onze lieve
heer mij met een keur van denkbeelden ge
zegend heeft, dan zou het wél beschouwd
maar pedanterie zijn om op die gave te stof
fen. Mijn geld, al zeg ik het zelf, heb ik
eigenst verdiend, mijn verstand is me daaren
tegen in mijn wieg, en misschien wel al vóór
mijn wieg komen aanwaaien, ik stel het
dus met mijn gewone nobelheid beschikbaar;
het is ten algemeenen nutte. In deze ijver
zuchtige wereld moet je al tevreden zijn als
er iemand is, die je je brandkast laat houden
en alleen met je ideeën op den loop gaat.
Dat 's een bescheidenheid waar wc hier in
de Bocht respect voor hebben. Dat er om
het gebeurde dus geen verkoeling tusschen
ons ontsta. Jhr. Rutgers v. Rozenburg, Julius
Pruttelrnan Brommeijer reikt je als geest
verwant de hand en zijn verdere
intellectueele voorraad wordt u, zonder op eenige
rente te rekenen, ten gebruikc aangeboden.
Trouwens de tijd is er niet naar, dat wij,
gelijkgezinden, ruzie maken. Want het plebs
stijgt al hooger op de maatschappelijke en hi
rarchische ladder. Niet alleen dat ze die pro
letariërs kiezers maken, zoodat ze de denkers
van de Heeren- en Keizersgrachten verplet
teren in de stembus, ze beginnen er nu ook
al burgemeesters uit te benoemen. Wie heeft
niet gehoord van dien deurwaarder . . . . ?
Neen, maar ik bid je, een deurwaarder-burge
meester. Dat schreit dan toch ten hemel. In
den ouden tijd deden de menschen rare din
gen. Ze haalden hun koning wel eens van
achter de koeien, maar in het herderschap
zat dan toch nog iets dat op het koningschap
geleek; zoo'n man was ten minste nog
souverein van beroep . . . al was het ook over
1 vee. Maar een deurwaarder . . . een
jnsti1 tieele of fiscale herdershond, die de kudde niet
weidt of leidt, maar tot roeping heeft, haar
aan te bassen en in de wol te bijten dat, gaat
te ver. Op die manier zul je je weldra niet
meer er over kunnen verwonderen als G ijs nog
eens door een zaakwaarnemer wordt
vervangei;, en mijn hooggeachte vriend van Someren
Brand, als commandant vau het schuttcrlijk
wapen, vooreen balletmeester of een
haarsnijder zijn plaats moet ruimen. Alle regel en
! orde, alle waardigheid en betamelijkheid lijden
schipbreuk, het onderste komt boven en het
bovenste onder, precies als in die stembus waar
; Rutgers over sprak, die weergaascli goed go-*
i voelt hoe die stcdenwet niets anders is dan
' een der takjes van den revolutieboom, die door
j kerkelijken en socialen hier te lande wordt ge
plant en welgedaan. Gelukkig zijn er nog lui,
die pal staan zooals Gleichrnan, ook een vau
' onze afgevaardigden geloof ik. Verduiveld
1 fijn heeft hij dien proletariër te pakken gehad,
toen hij zei: praat jij maar vrindje. ik
ant! woord je niet en nu dezer dagen Lohnian
i ook toen hij half bedekt en toch heel
begrij| pelijk hem een hatelijkheid over die deurwaar
dersbenoeming toeduwde. Ja, fameus, die
Gleichman is een man. Maar wat helpt het?
De boel is toch verkouden. Ais sneeuw en
motregen dringen de besmettingsstoffen dooi
de reten van ons staatsgebouw. Daar heb je
nu zelfs Buys, een professor, de kalmste, de
bedaardste man die op Iwee beenen loopt, iemand
zoo bezadigd en gematigd alsof' hij lauw waler
i in plaats van bloed in zijn aderen had, is
! een ilirejier geworden ; hij Jicff/i/ volgens zijn
eigen zeggen, met een progressieve inkom
stenbelasting. Zoo is tegenwoordig je volk.
Ze raken allen te zamen van de wijs.?liet
intellect gaat, naar de maan ; 't buigt niet
meer voor 't gouden kalf, maar loopt den
ezel achterna, liet laat zich door den grauwen
langoor, door het gemeen, meeslepen, trap
pen.... en wij, ik Julius van de Bocht en
Rutgers en Gleichman, die een iniellect heb
ben, waarmede je op de Keizersgracht zou
. kunnen wonen, wij, (lieerden brui van geven,
l mee te hollen, wij. die vaststaan op ons stand
punt, worden toch omver pelonpen . .. goed,
maar dan ga de helsche processie, die naar
den duivel wandelt, over ons heldenlijf... ..
Sappcrloot, waar is mijn zakdoek, ik word
daar op eens zoo aangedaan ; dat, 's een
[ eigenschap van de Brommeijers als zij aan
,' hun uiteinde denken.
HET NIEUWSTE BEURSSPEL.
i >Er in of niet: er in dat, is de (|iiaestie!
i «Het lijkt zoo gemakkelijk, de varkentjes
i in den stal pardon! ik bedoel de
knikkerljes in de beurs te krijgen. Maar hoelang
zit ik er nu al mee te tobben !
*En toch durf ik zeggen, dat ik een handig
man ben. Niet //'(/v/handig ten minste niet
bij dit knikkcrspeilelje. liet helpt niet, of ge
i daarbij den boel dooreen rammelt en schudt.
i Zach'jes aan moet het gaan. mei kleine, on
merkbare duwtjes, balanceercnd naar links
en naar rechts. En dan op het beslissend
oogenblik een flinken zet ....
'Kijk, daar gaat het! Tien, twaalf', vijftien
' er in! Och ja, maar er zijn er
negen-en-derI tig! en om gewonnen spel te hebben, moet
I ik er minstens twintig binnenkrijgen. Die
twintigste heeft me al dikwijls wat hoofdbre
j kens gekost! Als ik er maar een stuk of wat
j uit mocht nemen. Zoo oppervlakkig gezien,
is er geen verschil te merken, maar er zijn
lastige rakkers bij. En als die den
verkeerden kant, oprollen, dan nemen ze weer een
heel troepje mee van de anderen, die ik met
zooveel moeite vink bij het poortje had ge
bracht.
>-I)e aanhouder wint, daar troost, ik mij mee.
Mijn knikkers zijn glad, maar ik zal hun
toch nog te glad af' zijn.
-Als die twintigste er nu maar in wou!
Ik ben heuscli bang dat het tot de twin
tigste eeuw zal duren !''
LAATSTE .BERICHTEN,
per O n d c r a a r d s c. h o S c h i e t b l a a s b a l k.
Onze geachte mede
werkster K-c heeft
'vat) de regeering de
vereeren de opdracht
ontvangen, om den
minister van
binnenlandsche zaken Ie
dienen vau raad on
voorlichting omtrent
de Sledenwet. Aan
leiding hiertoe gaf
K f's voorstel, om de
groot.e sleden te
verdeelen in districten.
zoodat in elk van
de/.e do dames haar
jour of
fehuisblijfdag'' zouder, hebben.
; De combinatie van
de beide ontworpen
l had, volgens de regeering, eene uiterst
gun' stigo werking- kunnen hebben op de
-Jloi/otritiinrit" van de Eerste Kamer. Alleen zouden
A. V s middelpunten (Westcrmarkt. Plantage,
Amstolhóiel, Yondolstraat en Spiegelstraat)
wat talrijker moeten worden. Aan iiet bezwaar,
dat volgens den heer Rutgers van Rozenburg
de bevolking van Nieuwer-Amslel voor een
! deel uit. ??prolehiriërs" beslaat, wil K-r tegemoet
komen, door den Nieuwer-Amstelaren (blau
wen) Maandag als j/mr aan te wijzen. j
De kiesvorooniging \~<iiiriiitijmt<i te
Rollerdam heeft, na do candidatuur van den hoer
Van Karnebeek Ie hebben gesteld, een voor
stel behandeld van do minderheid, om den
naam der vcreeniging in ^{i-lilrniilijnii/i te ver
anderen. Dit voorstel is, zooals te verwachten
was, met eene meerderheid van drie stemmen
verworpen. Algemeono instemming vond
daarentegen het. denkbeeld, om den naam
f irkt'/i/in/i/ on het modo '/ ki/n rf-rkccmt aan
te nemen. Do opmerking van oen aanwezi
gen Nvirks, dat. men ten slotte toch in een
i vieiouson cirkel zou blijven ronddraaien, vond
j geen instemming.
Vorst lïismarck, die op de kleintjes past,
hoeft. Ie vergeefs getracht, zijn voorraad
oningo^nldo formulieren van aanklacht wegens
l!/ ii-l/sl,'nn '.Irrin li itli;iini<i aan den heer Von
('aprivi o\vr te doen De tegenwoordige
rijkskanselior antwoordde beleefd, maar beslist.
dat hij de erfenis alleen ondel' beneiice van
inventaris had overgenomen. Daarentegen
} stelde hij welwillend ter beschikking van zijn '
; voorgaim'cr een honderdtal op de landsdruk- ;
l anliekaarten voorgevallen grootheden. De
heer Von Bismarck heeft, reeds exemplaren ;
van die kaarten, <!ie zijne haiidteekening !
voorzien, gezonden aan Koloman Tisza, graaf'
, Waldersee, generaal Von Leszczynski en
Crispi. " _ :
Als motlo was op de kaarten Gocthe's versje
gedrukt:
j leh war' noch gern eiu thatig Mann! ;
Will aber ruhn : j
Dcnn ich soll ja noch immer thun, j
Was immer ungern ich gethan.
Bismarck schreef er de volgende woorden
van Goethe onder:
Trüge gcrn noch langer des Lelirers Biïrden,
Wenn Schiller nur nicht gleich Lehrer würden.
Tot aller genoegen is de dienstdoende
schutterij in den Haag, die nog wel eens on
dienst deed bij brand, thans definitief en
officieel (bij brandaangelegenheden) buiten
werking gesteld.
De oproepingsbriefjcs aan de schutters toch
luiden woordelijk :
?De schutter .... wonende ....
wordt, zonder voorafgaande inspectie, gecom
mandeerd tot het, brandpiket, gedurende de
maand "
Bij het ontstaan van brand komt, het piket
nl/ci it dun onder de wapenen, als de brandklok
hiiill"
Aangezien de brandklok in den Haag
tegenwoordig niet meer wordt gcluidt, zijn
wij dus verschoond van brandblusschende
schutters.
Leve de schutterij!
INGEZONDEN.
Waarde redactie!
In de dagbladen leest men tegenwoordig
niets anders dan ijs- en rivierberichten. Dan
kntif het ijs hier, dan daar. Wat kan mij
dat kruifit eigenlijk schelen. Je behoeft waar
achtig zoover niet te gaan om dat te zien.
Kijk maar eens om je heen het is alles kruien
en nog eens kmint. Wat hebben ze niet
netjes dien nieuwe burgemeester er iiiykniid.
Ja je moet maar een kruiwagen hebben dan
ben je klaar. Je wordt draaierig van al dat
ijfl.nii: en dan nog de grootste kruierij. die
gemeenteraadszittingen, daar kan je ook al
?uilijckniid worden, adres aan den heer Moock:
maar er zal nog heel wat, yckmiil moeten
worden, voordat een kruiwagen het eerste
steentje voor de nieuwe beurs zal rtniikntien.
Ajakkes ik heb genoeg van al dat gekrui.
E i;N K uu i K R.
Een Hollander die minder met de
Engelsche taal bekend is, staat met zijn vrouw aan
een station in Londen. Wanhopend ziet hij
uit naar een »('abinet-inodore" en vraagt
eindelijk aan een beambte: »PJease show me
the lords and ladies '.'"
Bij het uilgaan van een theater spreken
twee vrienden samen.
-Albert," zegt de een »ik zou dolgraag eens
een voorstelling willen bijwonen van een stuk
dat uitgeiloten werd."
Doodleuk antwoordt Albert =dat pleizier
kun je makkelijk hebben, schrijf maar een
stuk en 't laat opvoeren."
. Zeg Meier! weet jij wel wie van de
Kamerleden, het meeste kop'' heeft.
Meijer. Natuurlijk! Schepel !
V MoryriiH rronj om '2 uur.
Mi rrnin/-. i Is schande om zoo lang in 't.
koffiehuis te zitten, 2 uur dat 's nu al de
de vierde maal van de week, dat, je zoo laat
thuis komt.
Mijulii'ci' (i/ruo//t. Zoo! Hm! Kindlief,
sedert wanneer doe je aan statistiek V
Hij rrn ii'clilittli<jhrtilKbn''n>'.
llnr. Mejuffrouw! zie hier een tientje
omdat u zoo mooie oogen hebt.
Vrrkooiislcr. Dank u -?maar mag ik u nu
iets voor mijne armen verzoeken ?
llfrr. Gaarne ! maar dan zou ik ze ook
liefst bloot zien.