De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1891 15 maart pagina 7

15 maart 1891 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 716 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Tooneel-Nationale rouw. NEDEBLANDSCIIE TOONEKLSPELEK : Mr. rnn Tienliorcn lieef't gezctjd. dal ik lij lum niet moet fijn. Jiij i'ire 3lu.jexteit ben il: ,'?',/; niet terecht. Wattr moet ik dan wezen met mijn rekening? TWEE VERZUCHTINGEN OVER HET PROGKAM DER LIBERALE UNIE. Mijnheer de Redatlcui'! U zal mij hoop ik niet onbeleefd vinden, als ik met een verzoek tot U kom. Ik heb er al de heele week over getobd, en ik duvt' er met mijn man niet meer over spreken. Ik bedoel over het program van de hoeren van de Liberale Unie. U denkt mogelijk: Wat heeft een jong vrouwtje daarmee te maken ? Zou ze soms ook kiesrecht willen hebben? Och neen, Mijnheer de Redacteur, dat bedoel ik niet^ al zou het nog zoo gek niet zijn, want ziet u, wij vrouwen, die met allerlei leveranciers en niet de meiden en met de opvoeding van onze kinderen (mijn oudste is drie jaar en met Mei komt de baker weer) zooveel te doen hebben, stellen allicht meer belang in de openbare zaak, dan de heeren, die den heelen dag op hun kantoor of' hun bureau zitten en op de sociëteit biljarten of een partijtje maken. Dat zeg ik niet op mijn man, heusch niet! Hij stelt belang genoeg in die open bare zaak, en hij is zelfs abonnéop de Han delingen van de Kamer, waar hij na het eten geregeld mee in slaap valt. zoodat ik eigen lijk altijd maar blij ben als er geen zitting is geweest. En hij gaat ook naar de verga deringen' van zijn Kiesyereeniging en zijn Wijkvereeniging, en ik vind dat wei wat on gezellig, vooral omdat hij zoo naar de rook ruikt, als hij thuis komt, nog erger dun wan neer hij op de sociëteit is geweest. Maar wat ik nu eigenlijk wou zeggen, is, dat ik zoo feschrikt ben van hetgeen die heeren van de .liberale Unie hebben gezegd, dat zij, die blij ken niet in staat te zijn in hun eigen onder houd en in dat van hun gezin te voorzien, niet mogen rneekiezen. Dat zou voor mijn man al heel erg wezen, want iemand die niet kiezen mag, zegt hij altijd, is net als een onmondig schaap of een hond met een muil korf', of zoo iets. Nu zal U zeggen: «Mevrouw, U heeft het immers goed in de wereld, en u woont in een goed huis op een fatsoenlijken stand en u heeft twee meiden, de schoonmaakster niet meegerekend." Ja Mijnheer, dat is ge lukkig waar, wij kunnen Goddank in onzen stand nog al wél rondkomen. Maar ziet U, als het alleen moet komen van wat we nu al hebben of wat mijn man verdient, dan zou het niet gaan. Ik wil U wel bekennen, dat, wij een jaarlijksche toelage krijgen van mijn schoonouders, en dat papa, mijn papa bedoel ik, zoo nu en dan ook eene instrooiing geeft, waar we eigenlijk vast, op rekenen; hij be taalt ook altijd de baker en den dokter bij zekere gelegenheden, en eerlijk gezegd, zouder die hulp, van alle beide kanten, zouden we niet kunnen leven. Mijn man is dus niet in staat om, zooals wij nu leven, in het onder houd van zijn gezin te voorzien. En dus zou hij of niet meer mogen nieekiezen, óf voor die toelage moeten bedanken. U begrijpt, dat hij het eerste heel, heel erg zou vinden, en ik ook wel, maar toch het tweede nog verschrik kelijker, vooral met het oog op wat er in Mei moet gebeuren, want dan zouden we vóór den tijd nog wel naar een tweede bovenlmis moe ten verhuizen en zeker een meid minder moeten houden, en dat is, zoo als iedereen begrijpt, een naar vooruitzicht. Zou U nu die heeren van de Liberale Unie niet aan het verstand kunnen brengen, dat ze die conditie een beetje anders maakten 'i Mijn man is zoo'n beste kiezer, en het zou voor de heeren zelf bepaald jammer zijn, als ze hem moesten verliezen, omdat ze hem, als ik het maar eens platweg en met een leelijk woord mag zeggen, tot de bedeelden rekenen. Ik hoop, dat U mij zal kunnen helpen, en ' mij niet kwalijk /.uit nemen, dat ik mij in i mijn verlegenheid tot l" heb gewend. ' Met de meeste hoogachting hel) ik de eer !' te zijn j Uwe d w. i H' l Wij meenen aan den wensch onzer corres pondente hel. best te kunnen voldoen, door haar schrijven te publieeeren. Ongetwijfeld zal de aanslaande vergadering der Liberale . ! Luie. met have grieven rekening houden- >. ! Ook het volgende epistel bevelen wij in de | j weiwillende aandacht der l'nie aan. i 1 Mijnheer de Redacteur! Zoudt u mij niet, ! l kunnen inlichten op welke wijze ik kan doen i j blijken, dat ik belangstel in de openbare /aak? l j Die belangstelling sciiijnt noodig Ie zijn. om j j kiezer te zijn of te blijven. Ik geloof dat liet j mij daaraan niet ontbreekt, maar hoe kan ik ' i dat doen blijken zonder in moeilijkheden te | | komen '! j Toen ik een jongen was, liep ik all.ijd de , straat op als er in de buurt een standje was. ! J L' vond dat belangstelling in de openbare i zaak, maar mijn vader zei dat ik mijn tijd i wel beter kon gebruiken. En dat kreeg ik i altijd weer te hoorcn, als ik naar een brand j ging kijken, of voor de muziek van het, ze; veilde uitliep, of de aanplakbiljetten op straat : las, of de uitstallingen in de winkels hekeek. J In n woord ik moest, mij altijd met mijn ' eigen zaken en mijn eigen werk bemoeien. Mijn patroon sciiijnt er al evenzoo over te denken als mijn vader. Al die eouvuiUcnlectnur en die kolïiehuispraatjes, zegt hij, ! brengen je hoofd maar op hol en je zelf van den goeden weg al'. Een .«oliede koopman j houdt zich daar niet, mee op. Houd je bij' i het vak. en laat de publieke zaken over aan ; inenschen die niets anders te doen hebben. U zult zeggen, dal ik mijn avonden vrij' heb, en dat de patroon dan niets te vertellen heeft. Dat is ook zoo. als hij ten minste niet, ! iets in de gaten krijg!, dat hem niet bevuil. Maar.... mijn vrouw! Als ik 's avonds naar een dubbeltjes-vergadering wil, waar ze het over de politiek hebben, dan zegt ze zoo vriendelijk (maar loeh zoo duidelijk,! kom, \ Jan, je /.it den heelen dag op je kantoor, j wees nu 's avonds ten minste gezellig, en als je niets te vertellen hebt, laten we dan een i straatje omloopen of samen een mooi boek ! lezen." Aan die politiek heeft ze een ergen i hekel. Dal i.- nu eenmaal zoo. Hoe moet ik nu, mijnhe mijn belangstelling tonnen zaak'' Ik wou om een lief ding, dat ik hel wist'. Want hel zou mij erg spijten, ais ik geen kiezer kon blijven. EEX MODEL-VOLKSMAN. Daar heeft (ioemaii Borgesius. die zich al zooveel naam verschaft heeft in aardap pelmeel, nu de bectwortelsuiker ook aan zijn renommée verbonden. 11 ij heeft gelijk, als raen de suikeri'abvikanten uit:! eens wil protegeeren moet het hier te lande; een bittre boel worden en daarom stemde hij met Lieftinck c.s. voor het e.\tra-'/"wrv/r//r. Zoo'n type van een volksman ! Dat is altijd het mooie van Borge.-ius' po litiek: hij is een freetrader pur sang en toch toont hij een gemoed vol bescherming. Hij is rood van radicalisme tof in zijn nieren, en alevel blank van ziel als aardappelmeel en niet minder zoet dan suiker. Het voorbeeld van een veelzijdigen geest, te groot om zich aan kleine inconse^uentiën te stoven, en ook weer te consequent, om nictaltijd Ie doen watzijn kiezers hegeeren; een man uit n stuk en toch iemand, die als het noodig blijkt, zich zelf in stukjes kan verdeden. In de Kamer kan hij wat woesl zijn, vooral tegen de clerikaJc'ii, dan treedt hij op als boeman, maar zoo is hij niet van nature, neen, in zijn binnenste is en blijft hij een echte Goeman.... Van koekebakkersdeeg is deze fiere Romein ge kneed.... en daarom voldoet hij een iegelijk zoo, die goeie man, .lïorgesius! SNUIFJES. Doinola Nieuwenhuis heeft bedankt voor de uiuioodiging voor het gustmual ten hove. Dat was van zijn standpunt gelijk het behoorde. \ Hij heeft een blief geschreven aan de Ko ningin in antwoord op de uitnoodiging-, ook , dit, begrijp ik; op een vraag past eenig be scheid. Wat mij echter verrast, heeft is de i reden van weigering, die de Heer D. N. thans heeft gegeven. Hij onderstelt dat de konink': lijke disch te weelderig aangericht zal zijn, en hij wil aan geen weelderig maal deel nemen, zoolang onder liet volk de ellende zóó groot blijft, als hij bij benadering' meent te weten dat zij is. Aan een beleren disch aan te zit ten dan het, volk dat, lijdt, acht hij een laagheid. Ook deze beweegreden kan men billijken. M aar _ moet. /ij cv niel: toe leiden, dat'men zijn eigen tafel niel, beter voorziet dan die vaiide ///rv.-,7 behoefligen '! En dat wil nog al wat . zeggen in dezen tijd. nu er zoovelen zijn, die .maar eens in de week of in de veertien 'dagen, : iets krijgen, wat op warm eten gelijkt, liet wordt op die manier haast al te moeilijk geen laagheid te begaan'1. Waarom spreekt D. N. de, koningin aan met Mevrouw" en niet. met Burgeres" 'i Hoe kan hij er toe komen Ie gewagen van H. M's. onderdanen, van II. .M's paarden enz.;' Wie verleidde hem ei- toe zelfs eenmaal l' U; sein ijven met, een hoofdletter''. Mij zal dit nu niet hinderen, maar men kan er toch uit zien hoe, den sterksien man altijd nog eenige zwakheid blijft aankleven. Nu, het was zijii >; ,?*.:r brief t aan een koningin, de l/ir,;/,- /,al wel beter zijn. Nu blijkt het toch dat, de minister Dysorinck niet altijd zoo afkcerig van land ge weest, is. a!^ men thans het wil doen voorkomen. Toen hij voorgaf naar liet Engelsche kanaal te slooim'ii, liet, hij stillekens zijn schip naar Jjlankenberghe sturen. Hij was letterlijk niel te houden, hij zou en hij moest er zijn, al ging het ook over de \ laamsche banken heen. en reeds vroeger had hij eens heel zijn schip in den steek «relaten en kwam moederziel alleen naar zijn land terug. Mcnschen die hem goed kennen, zeggen dan ouk dal hij er ielwat "landelijk" uil/iel en een zekere landcrigheid" hem in den laatston lijd voortdu rend kenmerk!. Hij heef! zich. naarhct schijnt, verdun aan Land. ?God zegene onze geliefde l niversitcil I" aldus besloot 'Ie hoogleeraur Multhes. die zich zoo verdienstelijk gemaakl heef! jegens onze IIoo<n>-:.:-i>ool. zijn redevoering bij de inwijding der .l/'/./. Zoo eindi<nle dus de rede naar onder biddend opzien. Nu zijn eronder de hooglcei'iuvn nog ai een i ge atheïsten, zeü't men. Zou de protessor dezen een wenk hebben willen geven de Iniversileit Ie verlaten ol was de bedoeling met die bede onzen lieven lieer aan te sporen den gemeenteraad bij hel doen vun benoemingen meer wij>heid en verslam!" !,- verieéiien ''. Hel was een kleine plagerij, dal is zeker: maar aan wiens adres zij gericht word. was moeilijk te beslissen. Dai is een u., k iieval. II, ' Tiiniiiil, orgaan van hel Nol. l oono.i-1-Verbond, wil maar geen n ion-.- leerei;. De lïeer moest liet opgeven, v. Hall kon er niel mee opschieten, Simons vermocht het niet ie regeeren en nu heeft het Mende,- ien ie.-te ook al uit den zadel geworpen. \Vie temt dat ding? \Vie ei1 kans toe ziel meld"'' zich aan bij den heer Yinkeste> n, Ilc.ereinriricht. Zou het ook iets kunnen zijn voor den heer Oscar Carréof August, de Domme'' Jawel de kamerleden zijn nog altijd op hun quivive. (///:/? Minister mag de Regen les niel, schrijven en daarom moet 'het, nu '/."Minister wezen. .Maar dal ging natuurlijk niet zonder debat. Och heere, wat waren de lui wér scherpzinnig en gevat. Ze laten zich niet bij den neus nemen, allerminst. Van Kerkwijk. Of hel om een lidwoord gaat, dan wel om'e-enige, millioenen aan premie's voor de suikerfulmkunten, de man is op zijn post. En, welbe schouwd, heeft, hij gelijk. Draait bet in de heeie wereld niet om de vraag of het voornaam woord of het lidwoord gebruikt moet worden? Mijn suikerbielboeren, mijn bielsuikerfabrikunten... of <li- suikerbietboeren, 'l' bielsuikerfabrikunten. dat, is de vraag; door niet op dal verschil te letten, zou het'iieel goed kun nen gebeuren duider in Zierikzee nïet langer van nir.i \ au kerkwijk sprake mocht. zijn. Welk een afstand ligt er niet tusschen niijit, kiezers en <//? kiezers1:1 De politiek is rooteudeels een tuul->juaestie. De minister van Jünneiilandsche Zaken heef! jhr. de Stuers openlijk terechtgewezen omdat hij geheime .-lukken gebruikt Jieeit voor het. vervaardigen van een openbaar <'e,-clinl't. Dat grenst aan Mujesteilssehcnius Nadat l horbceke gezegd had: '-Kunst is geen ivgeeringst^/v , is Kunst, in de Stuers J tegeenug.-ji. rxuoit geworden'. . . en nu stelt de mini;-ler zich aan alsof deze 'V/Ar/v'//v.<persoon, die gedurende jaren oppermachtig zijn scepter gezwaaid heelt, een doodgewoon ambtenaar is. Kn dit nog al na dat cadeau aan het iujksmuseiim! Jiredius krijgt, een leeuw en de Stuers een berisping. Het is weer een nieuwe liismarck-histom; \ \ roeg de Sluers mij om raad, ik zou zeg gen : neem uw !',<??, nuni terug, en zend dien .ten minister tehuis; straf hem met , i V< v< r'ji'n \i n; , beter verdient hij niet.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl