De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1891 29 maart pagina 3

29 maart 1891 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 718 DE AMSTEKDAMMER, WEEEBLAD VOOR NEDERLAND. der personen scherp begrensd. De liefde in haar zonnelijken gloed en haar lelieblanke reinheid, jaloezie, haat, vaderlandsliefde en landverraad, mystiscue innigheid van geloof en godsdienstbe drog, zegen en vloek, het vergaan eener oude en het verrijzen eener nieuwe wereld, al deze elemen ten bevat het libretto, en Massenet heeft ruim stof gehad voor zijn talent van kleuren en karakteriseeren, zoowel als voordesymphonische orkest behandeling, waar hij ditmaal nog meer zijn kracht in gezocht heeft dan vroeger.'' Maar ook de verzen zÖn met Richepin's macht van het woord gekozen, rijk, kleurig, levendig, welluidend, op zich zelf zoo muzikaal, dat Massenet dikwijls, om origineel te zijn, opzettelijk zich aan hun harmonie schijnt ontworsteld te hebben. Den inhoud van het stuk te ontleden, zou te veel ruimte innemen. Het is de oude geschiedenis van de dwaaltochten van onbevredigde liefde. | Zarastra bemint zijne gevangene, de overwonnene [ koningin der Touraniërs Anahita; voor haar ver smaadt hij Varedha, de dochter van den priester Amrou; Varedha is priesteres van de godin van den Wellust. Met behulp van Amrou,fdien zij mis leidt, klaagt Varedha elen begeerden maar ongevoeligen Zarastra bij den koning aan, dat hij be loofd had haar te trouwen en nu zijn woord breekt. De koning luistert naar Amrou en diens priesterkoor, en verbiedt Zarastra zijn gevangene te trouwen. De veldheer roept vergeefs den god der Waarheid aan; deze verscbijnt niet. De menschheid en de priesters vervloekend, gaat Zarastra heen, naar de woestijn, om den heiligen berg te zoeken en met den god alleen te zijn. De god der Waarheid, .dien men alleen achter de wolken hoort, maar niet ziet, benoemt Zarastra tot zjjn ziener. De krijgshaftige heltl en vurige minnaar wordt nu een mystisch profeet, die gebe den zingt, maar nog steeds aan liefde denkt. Nu verschijnt hem Varedha, de verleidster. Zij werpt zich, verteerd van hartstocht, aan zijne voe ten. Maar hij blijft standvastig in zijne afwijzing. Als zij ziet, hoe al haar pogingen, om Zarastra terug te winnen, vergeefs zijn, tracht zij met de kwellingen der jaloezie zijn hart te vergiftigen. Anahita zal de gemalin van den koning worden", zegt zij Zij heeft in zooverre gelijk, dat de ko ning Anahita begeert, en tot het huwelijk wil dwingen; reeds is Amrou gereed om deu koppe lenden zegen over het verbond uit te spreken, als Zarastra's krijgslieden aanstormen, den tempel in brand steken, en om Anahita te bevrijden, een vreeslijk bloedbad aanrichten. Zarastra vergeet nu, als hij Anahita omvat, zijn profetenroeping; hunne zielen smelten in liefde en zaligheid ineen. Plotseling ontwaakt Varetha, die men voor dood hield; zij roept het Vuur aan, dit vlamt om het groote afgodsbeeld, en doet het in puin storten. Reeds meenen allen verloren te zijn ; maar Zaras tra herinnert zich dat zijn god de overwinnaar van het Vuur i?. Hij roept dezen aan. het vuur wordt gebluscht en ook Varetha's rampzalig lo ven kwijnt weg. De waarheid en de liefde over winnen. Dit alles gaf den musicus speelruimte voor al wat zinnenbetooverend kon zijn, van de zoete ro mance tot den wilden storm der hartstochten; Massenet heeft niets van zijn kennis van orkest, Stemmen en publiek ongebruikt gelaten: de mu zikale psychologie en de wonderbare klankeffec ten gaan er samen. ..In den Jl/w/e staat, als in den Koran, alles", zegt Wilhelm Singer, het eenvou dige concertstuk, de symphonie, het lied, het requiem, en de dramatische muziek". Al wat wisselend rhythmus, verscheidenheid van muzi kale typeering, kleur van klank kan leveren, heeft Massenet geweten en aangewend, en waar het te pas kwam met overweldigende, meesterlijk klim mende kracht. Wie veel muziek kent, herinnert zich. hier dit of dat figuur ook met succes t,angewend gezien te hebben, want Massenet weet blijkbaar alles en heeft zonder bezwaar zijn goed genomen waar hij het vond, maar hij gebruikt alleen wat in zijn kader past, als meester. scheurde broek of een uitgeslagen tand of een blauw oe>g thuiskwam, omdat hij altijd uil pure bravigheid het haz-^npad koos, als zijn kameraden werden aangevallen ; een die liever hlun Jan dan don Jan heette ; een . . . kortom een «brave Hendrik." En een school jongen haat dat ras met een innigen haat, die zich uit niet in drift of veelheid van Woorden, maar in een kort en krachtig : Laat dien flauwerik maar loopen hoor !" De meesters van \6ór vijftig jaren w-tren een soort bietebauwen. Zoo ge meent, dat die stelling het product, is van hel, spuiend vernuft, kunt ge er Hildebrand op naslaan. IVy nemen ze op zijn gezag voor waarheid aan, om te kunnen getuigen, dal diezelfde meesters in vijf'-en-twintig jaren tijds dan ook een ?iHetainorplwxc hebben ondergaan, die het hart van eiken menschenvriend niet vreugde moet vervullen, want toen ir/j Xeerlands hope heetten, waren de meester,- zeer humane menschen geworden. ^N iet elat ze geen opstoppers uitdeelden, maar ze deelden ook in ons lief' en leed ; niet dat, ze niet bulderen konden, maar zij kunden ook met ons keu velen ; mochten ze al lang en dik zijn, moch ten ook hun bakkebaarden en brillen er on verbiddelijk uitzien, achter de knoopen van hun jas klopte een warm, gevoelig hart. Edele Kuif want dat was de naam, die ge van ons ont vingt van wege het hoofdsieraad, dat, zich boven uw vriendelijk ge laat verhief edele Kuif'! nog slaat 20 ons voor den geest, wanneer ge op uw fluit speeldet en heerlijke tonen wist te ontlokken aan uw instrument, (ie waart soms zeer streng, maar van den anderen kant ook weer zeer genaelig, juist als een monarch. dus ook een tehoolmonarcli, pa-1!. C!e kondt met uw lam gemaakt handje on barmhartig om onze ooien waaien, maai' ge gaaf't bij feestelijke gelegenheden Le Mage zal wel de reis door Europa maken, er zijn niet veel nieuwe opera's zoo dankbaar. De eerste acte is een der beste; het slotduet tusschen Zarastia en Anahita is een van Massenet's beste bladzijden, teeder, gedistingeerd en toch voor naam eenvoudig, zonder ett'ectbejag. Dan het som ber coloriet van het begin der tweede acte, en de afwisselende klankwendingen die dezen later vul len. Het religieuse begin van de derde maakte minder indruk op het publiek; wellicht leidde hier de mise-en-scène, meteen huiveringwekkend onwe der, de aandacht af. In de vierde acte werd een allerliefst, melodieus liefdelied van Anahita storm achtig toegejuicht; Mad. Lureau-Kscalaïs heeft het moeten herhalen. Wellicht was het stijf hoofdig toe juichen ervan eene demonstratie, omdat het eigen lijk het eerste nummer in don trant der oude groote opera was, in afgeronden rnelodischen vorm. De vijlde acte was even mooi als de eerste. maar de decoratie, de gansche achtergrond van het reusachtig tooneel enkel rook en vlam men was zoo angstverwekkend, dat men zich nauwelijks aan den indruk durfde overgeven. Het ballet speelt in den tempel dor Wellust. Het was met groote pracht en bekoorlijkheid inge richt, maar hier had zich de moeielijkheid voor gedaan, dat men op de academische planken der Groote Opera niet met de verleiding van de bal lotten in het Eden- of andere kleine theaters mocht concurreeren. Het scheen daardoor eenigen bijna te levendig, terwijl anderen in den bewusten tempel meer verwacht bidden. Alleen la Mauri, de verpersoonlijkte gratie, gedistingeerd en ver leidelijk, achtte men de volmaaktheid nabij. De uitvoering van soli, ensembles, koren en orchest wordt zonder voorbehoud geprezen, zelfs door Weber in den Tempa, die nooit tevreden is Vergnet was Zariistra, Mad. Lureau-Kscalaïs do koningin Anahita, Mad. Fiérens de priesteres Va redha, Martapoura de Koning en Delmas de pries ter Amrou. MA11IAGE ELAXC. Iht nieuwe drama can Jt'i.r.s LKJIA'ITÜI-:. Jules Lemaitro meende, bijzonder gelukkig te zijn. Thcrinitlor van Sardou, waarop de Coincilie Francaise voor het gansche voorjaar en wie weet hoe lang verder gerekend had, was verboden; uien moest plotseling een andere nouveautéhebben, en zijn Mnrwt/c llinic, nauwelijks klaar, werd gele zen, ingestudeerd, on gespeeld. Het i.s echter lang niut zulk een succes geweest als Jicrolt-c en Lt di'/tutéLercttn. liet onderwerp is te gecom pliceerd; de hoofdpersoon is meer geschikt O-H in eene novelle bestudeerd te worden, zuoals l.emai-re ook gedaan hail, in den (riittluix, dan cm op liet tooneel te worden gebracht. Het stuk zou. naar dezen hoofdpersoon eerst Lf. liilcftniiti: ot JA' cnrien.ti geheeten hebben, eerst laat heeft rnou don titel veranderd. Jacqnes de Thièvre loopt naar de vijKig; hij is schatrijk, heeft veel liefdesavonturen gehad en liefde in allerlei vormen gekend, en vindt de vrouwen over 't algemeen banaal. Hij is i.u K1 Mentone, voert niets uit, zoekt niets ut' niemand, maar kijkt naar de zee. Zijne huren zijn inad. Aubert met hare twee dochters. De eene. Marthe, uit het eer.-.le huwe lijk, is gezond, krachtig, frisch en beeldschoon (rulle, de Marsyj. De andere. Simone, is stenende aan de tering, waaraan ook iiaar vader en haar broeder stierven. Mad. Aubert besteedt, om het leven van haar kind nog eenigen tijd in het zachte klimaat te rekken, haar laatste middelen. Simone is verwend en teergevoelig: zelfs de liefde van hare moeder kan haar het bewustzijn niet ver zoeten, dat zij onbemind in het graf zal gaan Jacques maakt kennis met hen, en gaat wei k maken van de zieke Sirnonc. Het begin van deze vrijage is juist het onbe vredigende voor den toeschouwer. Indien ln-t enkel medelijden wa", dat Jacq'ies gevoelde, en hij, om do arme zieke deze illusie te gunnen, ook altijd vrijaf' en zaa^-l soms niet, dal. we u strafwerk in handen stopten, waarin nv. bij scherp toezien, de hand van meer dan een zondt, hebben kunnen herkennen. (i;i waart allermeegaandst en allergcnadiu'st en allcrblindst, als we op 't eind der maand met onzen gulden kwamen, het loon van uw ijver en uw geduld, van uw werken en uw sloven. Dan kregen we, als bewijs van uw onbaatzuchtige vriendschap en van uw vurig verlangen om ons nog lang met de melk der wetenschap te voeden, een mooie gekleurde prent of iels anders, dat uw goed hart voor ons bestemd had. En gij, onvergetelijke />/?/!, die met uw vier 'oogen onze kleine feilen door de vin gers zaa»-t, die een kwa|oiigen~strcck Lroed kondt verdragen, maai1 aan geineene streken het land hadt. Wat werd inv verjaardag feestelijk gevierd! Dagen, neen weken Ie voren werden reeds plannen gemaakt en gelden verzameld voor een mooi cadeau. En als het, geschenk overhandigd werd dooreen der oudste leerlingen, die ook een mooie aanspraak hield, waarin kwam van .dank baarheid'' en van nuttige leden der maat schappij'' en van ..onvergeielijken lecvmeester", dan waart ge ireroerd en uw vrouw was geroerd en wij riepen Eang /al hij leven!'' anders waren we ook Beroerd ge worden. En dan staken we voelzoekers af en liepen met vlaggen en groene lakken door de stad en riepen op de hoeken der slraten Lang zal hij leven !" zoodat alle menschen konden hooren, Ime bemind uu/.e Bril was. En als straks de jongen, die het geld bewaard had en de aanspraak had ge houden, zich bij ons voorde en vertelde, dat. hi] op een glaasje bc.--ciijeoevei' en ecu sigaar was gelraeieerd geworden, smakten alle jongen: met de lippen en bl K-zon denk beeldige rooKwoikvs uit, wam ui dien "/(./.waren (,/<V// onthaald. den teederen verliefde speelde, zou hij een bijna bovenmenschelijk held en martelaar zijn; als het daarentegen werkelijke begeerte is, vindt men daarin iets gedepraveerds, wreeds, sadiscb, ongezonds, dat pijnlijk aandoet Jules Lemaitre heeft vooral deze laatste bedoeling niet uitgesloten, van daar de titel Le curiewx, nieuwsgierig naar nieuwe sensaties, als de liefde eener stervende. Als Jacques zoo vaak bij mad. Aubert komt, meent men dat het om de overschoone Marthe is, en deze zelve, steeds veronachtzaamd, en begeerig om het leven te kennen en te genieten, meent het zelve ook. Zij vraagt Simone om Jacques te polsen, en als hij zich declareert, eerst aan Simone en dan bij hare moeder, en Marthe dit verneemt, verwijt zij aan hare moeder welsprekend de verwaarloozing van zoovele jaren. Simone en Jacques trouwen, een maririf/e bl'inc, een zielehuwelijk, want Simone is doodziek. Kort echter hierna, kan Jacqucs niet nalaten Marthe op te merken; hare schoonheid lokt hem aan; zij spreken van hunne liefde, en Simone, die zacht binnenkomt, hoort het. De smart doet haar ineenzinken, zij zijgt, zonder een geluid, naast den stoel waaraan zij zich wil grijpen, neer. Jacques keert zich om, ziet de doode en stort zich in eene vervoering van liefde en medelijden op haar; hij heeft zijne sensatie genotenDit alles is voor het tooneel niet verklaarbaar genoeg, niet geheel acouable, ofschoon het als ontleding van zielen zeker zijne waarde becit. Het succes was, ondanks de merkwaardige inter pretatie van Febvre die met de rol van Jacques van de Comédio Franc aiso afscheid neemt. Mlle Reichemberg als Simone, mlle. de Man-v als Marthe en mad. l'ierson als mail. Aubert, m 't geheel niet beslist. De taal van Jules Lemaitre is nog nooit zoo kiescb, harmoniesch, subtiel en glan zig geweest als in dit drama. | MUZIEK IX DE HOOFDSTAD. Mijne kroniek van heden is bijna gehf-el gewijd i aan uitvoeringen van een meer intiem fl'tistiek karakter dragende werk n voor kamermuziek. Is heb in een mijner vorige artikelen vermeld i waarom ik aan dergelijke uitvoeringen den voor keur get f boven virtuozeneoncerteo en dus is het voor mij eene aangename taak melding te kunnen maken van twee soiuVs in dit g.jnre, n.].: de zesde soiree voor kamermuziek van de M lalschapptj tot bevordering der Toonkunst, en <U' vierde en l.iathte soiree luusicale van deu Heer Leot;. J van Loei;en. Hel programma v:m eerstgenoemde soiree was <rs-lne! in hm.den van de. Hu-ren .Messchaeu en liö..tgen. Dat deze vorm van het programma in den smaak viel. bewees de staitLuyoile zaal. ; lUt is altijd een groot genot, den he<'r*M- ssclutert in een lie.iercyelns met pianobegeleiding te h-;oreu, want dan komt zij i talent hit schoonst uit. Vooral iti werken zooals de U nuancen, van lirahms uit Txck'.i Magelone kan men /eker zijn van hem eene hoogst artistieke vertolking te zullen hooren Daarbij m n-t g-'/.egd. worden dat de Jieen'.'i Me s.chaert en liontgt n riet alleen tronie vritiide", maar ook als zij ecu werk te zanieii vertolken steeds: Ei n Herz und t-in-> Seele" zijn. Vooral ia bovengenoemd werk \ au Brahms kwam dit \»eer schitterend uit en daar deze com ponist aan den pianist even hoog/ eisehen stelt als aan den zanger, kan a'lcen muzikale eens gezindheid tot eene arti-iieke ««'dei-gave leiden. In het kort wil ik de ver. cliille u.e nummers uai'aan, l u de eer-te al'Iecling droeg de iieer Messchaeri de cantate van J!.c!i vo r: Ich will den Krenzstab genie tragen''. Dit \veik zal m ceri kerk met orgelbegeleiding den geivenschten indruk maken, docii in de concertzaal acht ik de uiivoer :ig niet geheel gemotiveerd. Bovendien kan het etrsle gedeelte afhcn «Is een proeve van zangkunst voldoen, terwijl het in muzikaal op zicht weinig iudiiik maakt (in de concertzaal wel te verstaan) Deze caiilate hoort men /er-r z/tden uitvoeren, zeker ivel vaa wege de moeielijkh'.'ii!. en ik kan mij best, begrijpen dat het be tiideerm vau deze lange [ia<sng( s. waarbij zelfi de metst ehistieke adem te kort sc'iicl. voor menigeen een kruis" moet zij i. Het t'veede gedeelte is zeer warm ? u'elint en dit maakte door de sehoone voordracht veel indruk. Daarna zong de heer iMt-sr-cbuert ' tw(e Italiaauscbe werken, ui. S-jnza il misero ; piaccr, van X. IVpoia en Vitten ia mio cuoie, van CarUsimi. Keide werkjes, zoo .-choon van stijl, werden meesterlijk voorgedragen on het Vitloria werd met zooveel glans en jubel geiongtii, ter wijl alles ondanks liet onstuimige tempo even duidelijk eu verstaanbaar was, dat ik den heer .Messchaert in gedachten toeriep: Vittoria. mio cai'issinio. !u deze zelfde afdeeling droeg de heer K ntu'pn litr-halve de bejiek-idinir vau i> )ven^euoeniiie nummers) een l-'nga van Bacb in A-mol, twee soMiJettcn v/m Scarlatti (door (.'arl Tau-ig ouder den titel van Pastorale en ('apriccio uitgege>'e:,j . en de soi.ale opus lli) van IVethoven. voor. De heer liöntgen speelde ui deze werken op zijne bekende artistieke wij'.e. l >e lezer weet reeds dat ik niet het muzikale van zijn spel zeer ben ingonome.0. Zijne opvatting is altijd zeer interessant l vooral van weiken van Beethoven en Hrahms) terwijl hij vet l temperament bezit. In LceUioveii's Sonate kws.m vooial het poetisc-ie viin dit werk zeer schoon uit, en door bovengenoemde kwaliteiten allee j kan zulk een werk een waardige vertolking ten deel vallen. De t vtetl? afieelin^1 was bijna «olieel ingeno men do,;r den cychu van lïrahms uit M'X/ei/im'" Ken groot u'enot verschaften ons beide heeren door dit1 vertolking Afgaande op den ontvangen indruk hfbben no. l, !. en 7 mij bet meest aan getrokken. In no. l is voord de pianopartij zeer iuU'ix-ssaut Het, eigenaardige motief dut den rit te paard be_:elf-Mt is zeer sprekend. Xo -i maakt h,i ii« hartstochtelijke en sniarteiijkc l'elUe> ui.iiig in No. '_'. door deu eeuvou l teu sehoor.eii indruk. In no. -l- echter is veel diepte van ()|)i-nt[ing en i.-o. ."; dut men liet Sliiimerlii-d zou kunnen noe men, staat weer boven uden. Do hier Messchaert b;ac.!it hu'r U'.ren het slot ecu steik ere ceii-Jo en hoewr l (ie woorden: goldoie lüeneU ia een pianissimo vragen. Ik heb echter demu<iek niet onder de oogen gehad en weet dus niet of het aldu-i is voorgeschreven. Ia het laatste nummer jubelt Tieck's held. Alles lacht hem tegen, daarbij na al zijne zomertochten de «Heimath" zal wederzien en de ge liefde zal vinden. Ik behoef de interpretatie niet in détails na te gaan. Beide he'/ren hebben zooveel schoons ge geven, dat ik met de verniel iing hiervan volstaan kan. Tnsseherj de nummers 4 en 5 speelfe de . hter Rij .tgeu Brahms' fihapsodie (op het proI cramma stond opus 78 doch als ik mij niet be drieg is het opus \o -). Voor dezen tcli-wnen avond, die voorzeker bij allen lang in herinne ring zal blijven, betuig ik beiden hee ea mijnen dank. Maandagavond gaf' de beer van Loenen zijne laatste soiiée, met medewerking van de heeren Tinn er, Spoor, v«n Adelbtrg en Bonman. Het programma bestond uit strijkkwartet in O mol opus is van Beethoven, fantasie in C-dur opus 17 van Schmiiaun voor piano, en piano kwintet opus si i \-dui) van l)v< rak. Van de uitvoering vaa het strijkkwartet kan ik veel goeds zeggen en vooral de beide laatste i tleeleo moeten zonder voorbehoud gepiezen worden. : Het tweede dec1, dat zoo pikant is, doch ook j eer,e zei r juiste uitvoering vordert, was vooral in het begin minder gelukkig, in het bijzonder in de tweedw vioolpartij ; het eerste deel kan ik ! rdet prij/.en, omdat ik bet niet gehoord heb. '. Mag ik dus het muzikale iu de voordracht zeer roemen, ik heb toch eenige bedenking tegen de klank-verhouding, en wel wat betreft d'eklauk en kwaliteit van de instrumenten. Hierop wordt m. v. in den re^el te weinig acht geslagen, wan neer vitr knuste' aars zich tot een kwarUt vereeiiige i. Ik bcirrijp dat er groote hezw.i-en aan verbonden zijn om vi^r instrumenten bij elkan der te kiijgpn, die veel ovc'iee; kom-t van loon cu timbre hebben, toch acht ik het, naar aan leiding van den Mi weer ont angen indruk, van veel belang en wil deze ge'egeidieid dus i iet laten voorbijgaan orn het gjwiclit van drze zatik nog eens met nadruk te Hetoogen. Htt resultaat z;il verrassend schoon ziju. De hei r Van Loenen dro?g daarna Schiirnaim's l'ant.-'.sie voor. Zijn spel sreel't mij tot de navol gende, opmerkingen aaide! iing. De heer Va'i" Loen?n toonde dit werk met groote zorir en toewijding bestudeerd te hebben. Hij had vorm en inhoud geheel in zich opgeno-ren en droeg h^t dan ook nit het hoofd voor. De ondenieelen. het op den voorgrond brengen van motieven in de ver-eiiilicn Ie wendingen-en frasepiiug waren zeer te roemen, l.it ejn verst:H!(!siio_rpmit. be-chouwd lifb ik dus slt-chts ts prijzen. \Vel was hier en daar eenige gijaagdhei l rnerkrnar ; doch de duMelijkbjid liet over het algemeen wciniL' (P wen.-chen over. Vraagt i men e htcr naar warmte, naar aloed koitom r-aar Irrci', dan moet ik verklaren dit in deze en vroegere voordrachten van den heer \ au Loenen gemi.-t te hebben. Leven alleen vermag leven te wekken" en dus 'al de het r Van Loei en wt-1 gewaardeerd worden wat bet accurate van zijn spel nanunat, maar liet z:d hem uit t gegeven zijn. zijn ge' oor mede te slepen zooa's b v de heer llö-i'iru! dit vernuig. Laatstu-pnoe-nde treeft den iirirnk. al-of hij bij de bepaling van voordracht en MiHnceeiir>g naast de gegeven voorschriften zij'i muxikaüieit of' liever zijn eigen «ik" ntii-lplceït. terwid de heer Van L lenen de;: indruk geeft alsof bij hierbij alleen op dr tradiiien of wel ' p professor Kieiriiinn's -, l )yr;:'.mik und Agogik" .' fgaat. ICan de heer Vnn Loenen er toe komen /ich wal vrije i- in zijne voordrachten IP bewegen, dan zal zijn spel ook ni'-er indruk maken. Wat mij iianpa-it. ik zie lie'-'er dut iirm^i-d eens een enkele maal uit den band spiingt, dan dat iedere noot angstvallig op ecu schaal1 je wordt al^ewogen ; want wat komt er iu het laatste geval van het mn/,ikale terecht '.' Het kwintet van Dvorak genoot eene zfer ntunvirezette- vertolking en ik eindig dus de ver melding van deze .soiree met een woord van dank aan alle medewerkenden voor de interessante compositiën. die /ij met zooveel toewijding heb ben ten gehoore gebracht. Tn liet Paleis voor Volksvlijt trad gisteravond een jong kun.>tena«ir, de heer Tierie, organist aan de Vrije (iemeente, als solist op. Ik heb de eerste alVteeling van dit concert l'ijircwoond en boorde hè.r. het Preludium ciideFngain (i-mol van liach voordragen. De heer Tierie toonde veel voor de toekomst te beloven. Hij heeft zich reeds een respt elnbrle techniek eigen gemankt en speelde vooral het eer.-te w lei Ite vjm de Fnga met groote duide lijkheid. Het thema trad in allp stemmen zeer duidelijk op den voo-crond. In het m'dden eclver begon de solist te jagen en torn was alles niet even dni lelijk meer. Ook zon ik in het Preludium wel g.'iiii'ne wat meer afwisseling van kleur gfwenscht hebben. \)e hooWindruk was echter zeer gunstig en bij voort<_rez-"ttp studie twijfel ik niet ot' de. heer Tierie zal een belangrijk standpunt ah <)rgni:Ut kunnen iniieuien daar hij toonde mnzik.'ial te zijn De heer Tuinier droes een Fantasie fan Vienxtemps voor. Over hem schreef ik reeds meermalen. Hij be aaide weer \eel succes en verdiende dit ook ten volle door zijn muzikaal eu artistiek spel. Hoewel hij' in het slotgej deelte een minder gelukkig oegenblik had, heeft zijne voordracht mij veel genoegen gedaan. Hetorkestvoer.de Schumanu's vierde S:mfot,ie nit. Vooral in het .strijkkwartet was veel goeds. De blaasinstrumenten wa:en vooral in de finale niet gelukkig ide rhythmiek liet daar vooral te wen-chen ovtr.) Het frappeerde mij «lat het orkest en niet de dirigent v:i:ik de beweging aan gaf. Iv.Tii^e rnnlen meikte ik tenminste op dat de be-r ('-lenen <1J b .-weging wat lang/iasm aan gaf ei: dat liet oikesi hem dan naar een sneller tem po voortdreef. Bij ivijze van afwisseling is dit nift o::ei._'en:iard:g. ztim Schkuumer dieh'ein, ;ds vuazelve ; Ten s'uite is het mij zeer aangenaam, dat ik

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl