Historisch Archief 1877-1940
No. 719
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
teoepen en komt Anne op, wie door Fioris dadelijk
tart hof wordt gemaakt
(Deze Fioris is de verpersoonlijking van
menschelijke boosheid en list, zoowat ia het genre
'na. de tooneelverraders in onderwetsche stukken,
die altijd spreken moeten met een valsch
honendan grijnslacW. Anne weigert en Fioris sist haar
toe; Welnu vrees dan mijn haat." Bij het begin
v*n het tweede bedrijf staat de soldenier Vasmer
Op schildwacht vóór het slot. Elsje komt om be
richten in te winnen omtrent den toestand van
BeyKng in het slot. Vasmer ziende vraagt zij:
(hoeirel ze hem nog niet kent) of hij wel eens be
mind heeft. Vasmer wil zich daarover niet uit
laten. Zij zegt daarop : wijs mij, hoe ik den
slotTOOgd kan spreken en ik zal u steeds beminnen.
Dit is nog al zonderling. Het is waar dat een
militair al reeds van ouds voor ons Nederlandseh
dienstpersoneel groote bekoringen heeft gehad,
?waaraan maar weinigen weerstand kunnen bieden ;
doeh zóó sterk heb ik het nooit gezien en toen
ik in de pauze in den wintertuin kwam, hoorde
ik dan ook een meisje tegen hare vriendin zeggen;
een fatsoenlijke meid zal zoo iets nooit doen."
Foei, Elsje! dit had ik niet van u gedacht!
De volgende tafereelen in de bidkapel en voor
het slot, waarin de belegerden zich over moeten
geven, loopen natuurlijker en hierin is ook meer
handeling. De componist heeft niet verzuimd hier
van een goed gebruik te maken. Vooral de scène
waarin Beyling zijn zwaard overgeeit, maakt veel
indruk. Daarmede had dit tableau echter moeten
besluiten. Beyling vraagt voor zijn dood een kort
verlof. Dit wordt hem toegestaan en hij vertrekt.
Kyf houck blijft achter en zeyt ?. Ha! gij -wilt
vluchten ! Welnu, des te beter, dan is uwe vrouw
in myne macht, (hij lacht vakch!) Dit verzwakt
den indruk van het slot.
In het derde bedrijf zit Pilsje te treuren over
het lot van haar meester. Vasmer, die hare liefde
beantwoordt, komt binnen en spreekt haar moed
in. Hij voegt er bij, van de eerste kennismaking
sprekende: gij hebt mij toen van mijn zonde be
keerd en vrede door Heide geleerd (dit viel mij
weer erg van Elsje mee.)
Hoewel de verzen niet schoon kunnen genoemd
' worden, is er veel handeling in doze acte en dit
gedeelte spant dan ook de kroon van hef geheele
werk. Beyling treedt met zijne vrouw op en neemt
een treffend afscheid van Laar; dit gedeelte
mag ik dan ook gerust het culminatiepunt van
de geheele opera noemen.
In de vierde acte komt van Kyf houck nog eens
op om een slechte daad te bedrijven, daar hij Anne
die in het klooster rust gaat zoeken, wil trachten
mede te voeren. Dit wordt hem echter belet en
hij wordt door do landlieden behoorlijk afgestraft,
doch weer ontzet door Elsje en Vasmer. Tot
loon permitteert hij beiden om te trouwen on
vol woede en haat verlaat hij het tooncel. li; yling
treedt thans op om zijn vonnis te ondergaan en
na een afscheid en een gebed springt hij in den kuil.
Ik vraag vertchooiiing dat ik den inhoud min
of meer gekscherend behandeld heb, duch ik zag
geen kans aan dit verhaal een tint van waarschijn
lijkheid te geven.
Thans waclit mij een aangename taak nl. het
muzikale gedeelte te bespreken.
Zooals de lezer misschien weet, heeft, dit werk
vroeger als concertdrama onder een anderen
naam reeds opvoeringen beleef 1. Men bemerkt dan
ook dat sommige gedeelten zich beter voor de
concertzaal dan voor het tooneel eigenen. Daar
tegenover staan echter gedeelten met zeer veel
dramatisch effect, waarin de componist zijne be
gaafdheid voor dit genre heeft bewezen.
In de ouverture in A-dur, die somber gekleurd
Is en den hoorder op het volgende voorbereidt,
treden reeds enkele motieven uit de opera op
den voorgrond. De instrumentatie is zeer kleur
rijk en de componist toont dat hij vin het orkest
partij weet te trekken. Tk mag niet verzwijg^r.,
dal het motief dat hier en ook !afer in de opera
voorkomt en dat met het tragische lot van Ueyling
verbonden is, groote overeenkomst heeft met
het Graalmotief uit Parsifal, Daar Uc-vlinsr echter
Een ontzettend gelach volgde, dat mijn bloed
deed stollen. Mijn toestand werd steeds ge
vaarlijker.
Toen ik eene beweging muakie, om voorbij
hem de deur te bereiken, beantwoordde mijn
onheilspellende gezel deze met /".Ik een woest
gebaar, dat ik het voor geraden hield, de poging
niet te herhalen, maar den waanzin met volko
men kalme rust af te wachten. Ik kruiste de
armen, leunde tegen het venster en beproefde
zoo bedaard mogelijk de wilde blikken zijner rol
lende oogen teoutmoeten. Kwam niet spoedigde op
passer of dokter Werner, dan was ik verlor-]].
want, zooals reeds gemeld is, dokter M.kisch was
een man van forscheu krachtigen licluuim-lxunv,
en tegenover hem was ik een tenger ventje.
Te midden van dit doodsgevaar schoot mij
als eene voldoening de g.-dacli'e dm; r het
hoofd: «wanneer die scène mij morgen weer
overkwam, zou mij de energie iiiet ontbreken
om teistond op den zieke lus te gaan, hei.i het
mes te ontrukken en eene rustige houding te
eisenen." Heden echter, ik beken het onomwon
den, siddi-rde ik en hoopte op hulp van buiten.
De opmerkzaamheid van den dokter was blijk
baar verdeeld, de gewaande geluiden leidden hem
van een rechtstreeksche uitvoering van zijn moord
plan af, en midden in de kamer bleef hij luiste
rend staan, om vervolgens luidkeels te roepen:
>Neen, hij moet toch stevv-eu! Het moet blijken.
of dit afschuwelijk voortbrengsel der schepping,
de mensch, een hart heefV'.
Langzaam trad hij nader.
Op dit oogeublik veraam mijn oor duidelijk
het knarsen van een sleutel i-t de vleugeldeur
der afde-ding. God zij gedankt! Als hel maar
dokter Werner was. Nog een halve minuut tijd".
bad ik de zieke had niets gehoord hij be
voelde nog de scherpte va)) liet mes eu mom
pelde, terwijl hij sluipend als een ro iliier nader
kwam: »Hij heeft een hart!" Xogeene schrede,
en ik moest beproeven, hoe lang mijne zwakke
krachten het konden uithouden tegen den razende,
daar werd de deur geopend.
Dr. Werner trad binnen, stond op liet eerste
oogenblik verschrikt stil, liep toen snel naarden
reeds jaren vroeger ontworpen is, moet hier aan
eene toevallige gelijkheid gedacht worden.
Van de eerste acte releveer ik vooral het koor
van Poorters en Poorteressen en het duo van Anna
en Elsje met het hoofdmotief in de alt-partij. De
coupletten van Vasmer in de tweede acte zijn,
hoewel als eene concessie aan het publiek te be
schouwen, dankbaar geschreven en zijn vooral
rythmisch eigenaardig. De twee daarop volgende
tableaus geven meer climax. De flinke muzikale
teekening van Beyling's figuur werkt daartoe mede
en de ensembles zijn in die beide deelen van
goede tooneelmatige werking.
De derde acte maakt op het publiek den mees
ten indruk. Hier is dan ook de liefde het meest
aan het woord. De solo van Elsje en het duo van
haar met Vasmer, waarin ook eigenaardige schil
deringen in het orkest voorkomen, hebben mij
zeer voldaan, evenals het koor van poorters en
poorteressen. liet duo tusschen Beyling en Anne
is het culminatiepunt, hoewel de solo van Anne
m. i. wat lang is. Het slot echter: eenmaal wor
den wij hcreenigd," maakt alles goed.
In de laatste acte releveer ik nog den solo van
Beyling en vooral het gedeelte: God die mijn
bede hoort.
Hoewel de ruimte mij ontbreekt om verder in
détails de compositie te bespreken (wat ik gaarne
doen zou), heeft do lezer reeds gezien dat ik het
muzikale gedeelte van het werk in veel opzichten
waardeer.
Ik wensch den heer Brandts Buys dan ook van
harte geluk, niet alleen met de wijze waarop zijn
werk is ontvangen, maar ook met de wijze waarop
hij voor het recht van bestaan van de Ned. Opera
een lans heeft gebroken. Ik hoop dan ook dat
het publiek die pogingen door een voortdurend
trouw bezoek zal steunen. De beer de Groot heeft
door eene zorgvuldige mise en-scène en fraaie
costumeering getoond, iets voor een Ned. werk
over te hebben. Wil hij dus den moed bewaren.
die proeven yaak te herhalen, dan moet hij in
een goed financieel resultaat daarvoor belooning
en aanmoediging vinden.
Du interpretatie was zeer te prijzen. Kr is na
tuurlijk verscheidenheid van gaven en ontwikkeling,
doch allen hebben zonder onder-elieid hun beste
krachten ingespannen. Mei. van Zanten zong en
spoelde mot zeer veel talent en zij wi-t zelfs de
onnatuurlijke scènes door banr spel te redden
l' In de duo's en terzetten toonde zij vooral het
artistieke van haar talort. Mei. van de Wogho
moet ik vooral in de derde acte zeer prijzen. Dit
i is liet beste wat. ik nog van baar gehoord heb.
[ De partij is over liet geheel wat lannoya.nl en
j haar vibrato werkt dit in de hand: doch in boven
genoemde scène was het alsof zij zich hier geheel
van losmaakte, ik hoop dn-; dat zij haar s.-hoonc
; stem in do goede richting wil blijven ontwikkelen.
j De lieer Albers \vas voortroff'.li:k als Heyling.
j l lij heeft door sehnonc interpretatie uit doze par'ij
] gehaaid wat er in zal. Het kwam de partij van
| Vss'nor zeer ten goede, dat. die in handen va:i
j den lieer l'suwels was. Hij toonde ibvir wcd^r ook
! zijne begaafdheid voor het lyri^-lii' go>y-o Ook
hij was volkomen op de hoogte va.'i zijn tank en
heef! veel sehnons te hooren gegpvoii. Zijn duetten
in d>* dordo en vierde acte met mcj. van Zanten
moet ik bijzonder releveeren.
! I''! heer ArnoMi had <!o ondankbare taak van
Kyf'hourk weer te geven Zeer corscionciei-s ver
tolkte hij die partij, doch ik moet er hem
op! merk/aam op maken, dat hef voortdurend f.irto
i zinden te weinig af\vissoling van k'enr loelaat en
«lat dus het streven naar mo»r stembiiii'ing /eer
i aan te bevelen is. [),' beer Vcnfpira. die van do
! ('on.lsfpr voorstelde is r.og te weinig het Iloüai'il.-rli
maebiiir en bad hel te kwaad rnet de hoogo
j noten. In het lagere register klinkt zijn stom-tüot
kwaad.
j De heer dr- IS^er vervulde hot part:'fje van den
| hopman van Bergen.
! Do koren waren tlir.k ingestudeerd en a! waren
ook het, koor van de belegerden en de laatste
koren nier zuiver, verscheiden koren worden /;ooi'
goed gezongen en ook het orkest had zeer vele
zieke, die zich jn'st omwendde, natu her/i kalm
liet mr* uit, «ie band. lo^de <|e hand op zijne
schond'r en sprrk viiendeliik, m.Tir ernstig:
?En eerst gisteren hebt gij bel'Ot'!, «aarde
eo'b'ga, u vnu elke opwin liny te onthouden l"
Toen zacM. en vhi.r tot mij:
Hier het mes! (ia STIP! naar buiten en beveel
de beids oppa^se's hierheen te komen ; do
uitbnrsting van woede z,a! zich terstond herh'-den".
Ik vloog nanr buiten, bet sloeg juist zeven
uur, de bewakers verschenen en toe" wij tezamen
dokter Werner te hulp kwamen, was, bet hoog
tijd. Bij dokter Miki-c'i was volkomen r.'izermj
[ uitgebroken, fii vier krachtige mannen waren
l nauweliiks voldoende, om den ongehikbUre in
j een0 isoleercel te voeren, waarin hel IIPUI
onmogeluk v.'as zich zelf en anderen kwaad te doen.
i Dr Werner en il; «nivfii ranpovt anu den ebf-f.
Deze gaf terstond bevel tot hè' ontslaan der
beide nahitigp bev.-ulcers. Zij hadden uit vrees
! voor enisligp bestraffing verzuimd, lift vermissen
i vai) het tafehnes Je vermelden CD leg^it het
nit| dnikkelijk bevel bunne Kf-ieelin» zonder opzicht
l gelaten. Mij h id hunne on-ich1 .'.nnmVieid bijna
het lev'-n gekost. De cVf nam mijn pols en
merkte toen lachend op :
,:,Dat was de vnurdoop. mijnheer Denhurrc,
en gij hebt. li°m goed doors'nan Ik ver/.oek u,
dokter, mijnheer Dfnbiirg morgen in ('- cellen
der razeuden te leiden, (lopdei: :ivor;d, lieoren'.''
Dokter Mikiscu werd na twee jaar als genez/n
out-lagen. Hij praktiseerde daarna een reeks van
jaren als een geacht en bemind dokter in een
stul VP.H Süe'.ië. Zijn idcu'>vja',\rs\vensoh. dien
bij nooit vergat, wis m!; steeds de liefste In
een Siieziseh blad las ik kort geVdon de vermelding
van zijn OYorividoa. Deze hüdd ? : Als eeu ol'.ér
van zijn beroep overleed den l Tdon dezer maand
de algemeen geëerde dokter Mikiseb Zijne
Hieuse.hf'nli^tde, verbonden H-\n y.eld '/.'me
be[ kwaam'neid en zelfverloochening, verzekeren J/etu
in de barlen «.lier medrliurgeix een blijvende
herinnering. Het Gemeentebestuur/'
l
goede oogenblikken. Onder de degelijke leiding
van den componist slaagde de voorstelling als ge
heel zeer goed.
Ik heb de mise en-scène reeds genoemd en dus
besluit ik met een woord van dank aan allen, die
tot het welslagen van dit toonwerk van den Ne
derlander en stadgenoot, Brandts Buys, hebben
medegewerkt.
VAN MILLIGEX.
In mijn vorig verslag staat, van de Rbapsodie
van Brahms sprekende, opus Xo. '2, dit moet zijn:
opus 70 No. ;>: ook moet voor het woord
zomertocht: zwerftocht gelezen worden, terwijl ten slotte
nonetten als sonaten moet gelezen worden.
STADSGEZICHT.
(Bij de plaat van G. W. DMSSKI.IIOI'.)
De redactie van het Weekblad verzoekt mij iets
te zeggen bij de eerste door haar geleverde proeve
van reproductie van een der komieke teekeningeii
door G. W. Dijsselhof, den jongen artiest, die on
langs op de Tentoonstelling in de Loods op het
Damrak voor het eerst ook door werk van gansch
anderen aard zijn veelzijdig talent liet kennen.
Het ontwerpen van deze prent moet aanleiding
gevonden hebben in het volgende kluchtige versje,
eens bij de thee door een Amsterdamsch geleerde
in een dolle bui van gewilde naiëveteit aan elkaar
gerijmd:
Toen ik laatst een enkel uurtje,
Met mijn vrouwtje wandlen ging,
Kwam ik door een grappig buurtje,
Waar ik nu den lof van zing.
Vrouwen zag ik kousen rna>:en
Kindren liepen door elkaar;
Timmerlieden, metselbazen,
Grepen flink elkaar in 't haar.
Meisjes zag ik vroolijk praten.
Honden blaffen, bas. bas, bas,
En een regiment soldaten,
Maakte gemarkeerde pas.
Was dat niet een grappig buurtje ''.
Arouwfje zei : hoe jammer man.
Als j:_? maar n enkel uurtje.
Xaar die inenschen kijken ka::.
In deze zotheid, die verwant schijnt aan den
onzin van den schoolmeester, en waarin iets van
de kalme verwarring heersoht. die men aantreft
in oude bakerrijmpjes, vond de teeke:iaa,r aan
leiding tot hot voorstellen van een bonte drukte.
gelijk kinderen die willen op de overkompicte
tatcreelen die ze zoo graag beproeven te leekenen,
en waar in alle hoeken wat opz'chzeHs gebeuren
moet. waar alle sclioorsteenen noodwendig
moeien rooke.n, alle, siaapk?i;ier.~ duidelijk \au
bizondore gerietelijkheden moeten zijn voorzien,
allo :;e/ichien een grimas, e;: alle armen een actie
beUooreu te hebben, en waar in het ak'.'-'nH'.en geen
gaatje onge-vuM may blijven.
Zoo la:it Dijsso'hc.l', zonder d dl <!;> \crschillende
pai'tiiou van eik'iar iie minxie notitie nemen, op
l,"t hoekje! van een zelfde s!raat een doziin
"liab1..?!?.'',!.o wijijes zeer vr< edxaam brc i soi-ieteit
Jioude» virOr f'tMi aardig ou\verv,etvi'h v,;iiki%hmii j>\??
.
waschgoe.l d. dro/en niti'.an^en, lioneiicn
",wiji in hot kfik'ovliiiis ei.-n v;or.-.f
verieuk fit---chen zijn vcrloiiii'li.ike efahwe
', rr crn ki:;d dollen schik in een hondje
alUs verliindert niet at een kleine
onoiuemerkl zich in volle vaart
geiaien Kruiwagen
kn.'iHijo. in zi.iu
vs K r ma.nnooiiig
mei eeeiLro aand.'i'
vind!: i;;t <VM
juistaaniii' i./.cien po!
Van ee'i weinig
voorgren.i maakt een K!
op do .r,i;-ü:it gelig,-n
;if ,khare:: « .iai'\n .?;? hi
henui i!e
kunii-,:aan een loiiwiji
i i i'oov oen big d.
',. van ]ins luide
te Mi'i;'|ie:i
o\C'!bh]voiH.ie spa«.'.o (ip don
't: ketel go'ii'nik o-;; e^n da:irtoi!
ieraid v;u: har'u te
ioji:d norih door op
ZIIM lior.rr don;1 een opner'.nati ;:'?'.?;? jiia:'s aan (ie
oorcn ie, 'vordeu geiroiiken en aan de andere zijde
do.ir een -*;d met een potscherf te worden ge
trakteerd Verder op. juist waar een man met
een kruiwagen zijns weegs gaat alsof hij dooreen
rustige stra.iit kwam, is een jiarlij jonge honden
losgciiroketi in het v.ilde rondspringeide. z()iider
het echter iemand meer bi/o:ider !a.--:ig te maken.
of (o verhii-dürei; dat een onojvreiiiei'kt gelid sol
daten in do rcc-htlijiii.gstc orde ter wereld alsof
zij uit een houten f-peelgooddoos ontsiiajit waren,
tegen ecu Ani-tcnUüuseho, sluis opmarcheert.
\erder is in honger sferen nog gezorgd voor
een gepaste, storing \an rust en regelmaat: 'Ie
lucht i s vol vogel.-., uit oen dakraam steekt een
liroek, c;; geen plaats achter een venster ut' er
kijkt een tronie uit. Eu do vergulde olitart mot
zijn grooto snuit, die bungelend voor het hockhuis
uithangt, griii:st over die huiselijke straat-p.urrii'
heen, alsof hij er zich vast in verkncntert. straks,
naar zijn eeiiweiihongoud recht, het hcelu dolle
verielsultje uit te hiaz.eu.
l',on zotto klucht, geicekend door een
illnstrateur, die, a's do Kngclsche
7Vc//i/-c-/'';"/x-ontwerpers. ook teti luchtig gekra'nlielde, genoegelijke
kinderprcnt, i,aar de mate zijner krachten,
door liet wél verdeolen van timen en juist schik
ken van de donkere, accenten. artistiek als een
decoratici' samengesteld geheel begrijpen wil.
AANTKKKKNINiiKN Si.TIILDKKkTN.-T.
De drtikker liet i.ier \evleien week hel schil
derij v;i:> Jovf' Israëls, da: iu de expositie vau
liet r>,ii'Le>rz'oLenlmi.s was, een umi en beiaugrijk
sehihierij hï'eten De welwilleinis le?.er /al
bejn-.'pen hebben dat dit j'iieu-ve g;oote wc-rlr vau
den meester n i. liet bespreken van de,1) mooien
]>osbo.im n's cc/; ander belangrijk schilderij
'.:ei.oeni'i werd.
l n deu boekhandel van i-yc.heHeirm en Holkema
zag i!; een nieuw prachtiverk : \'t>y<ujt c.'.ilour
du Salon carrévan Gruyer, met een veertigtal
heliogravures van de firma Braun, een boek da*
het bezitten waard is. Htt is een min of meer
volledige geschiedenis van de schilderkunst van
de 15e tot de 18e eeuw in zooverre die zich naar
aanleiding van de belangrijkste schilderyen in
hel Louvre vertellen liet.
De rij dtr platen opent met een nobelen Ghirlacd
Sajo : de verschijning der Maagd Het vrouwen
portret van Leonardois niet mooi gereproduceerd,
men ziet de retouche in het gezicht. Verder
volgen ziju Maagd bij de rotsen, de Madonna
met ^int Anna en het kiud. en het voorname,
sensueel mystieke gelaat dier geheimzinnige
Mona Lisa die mei) de Joconde heet, het be
korende schilderij dat Leonardo na vier jaren
arbeids, volgens ziju eigen uitdrukking onvol
tooid liet.
Vau Perngino vindt mon er de pure Maagd
! met het kind in, die toebehoord heeft aan Koniug
Willtrn II. in wiens collectie ook twee der
Memliugs geweest ziju die thans aan het Louvre
behooren.
Perugino's leerling, lïafuel, is er in vertegen
woordigd door de niet authentieke Apollo en
Marsyas, de Sint (ieorge. de Belle Jardiuière, de
zooviel mooiere Madonna met deu Sluier, het
j prachtig waardige portret van Balth.-isar
C'astii glione en de groote Heilige familie die hierna wel
gemist had kunnen worden.
Daarop volgt het verbazend expressieve, reëel
plastieselie mansportret van di-n vreemden
Antonello di Messisio iviecs p mretwerk zoozeer ver
want wjrs aan dal der Vlamingen dat eeu
schakel/oeketule legende, geen acht er op slaaude
dat Antomdlo geboren werd diie jaar na den
dood VHM deu gcuoten Vlaam. hem tot eeu leer
ling vau Van Kyck heef l gunaakt.
De Pariiii-sus van Mantegna kan, geloof ik,
niet doorgaan voor deu mooisten Mantegna uit
hft Louvre. Volgen : de groote Gr;iiU-gging vau
Titiaan, de, Kumiausgaïigers van ^'^rone^e, de
kokette Madonna met liet Kussen vau felario,
ei; het Mystieke Huwelijk van Oorregio.
j Van de ^panja.-.rden allten het koninklijke
: ki.-.derportret van de Infu;,te Margarc-tlia door den
| oiiveigf-lijki-Hjkei; \'el,.s«piez tn ce popviudre Maria
Hemelvaart vau Mnrilio.
i Van de Dnitsehers, die in hot Konvre zeer
l slecht veitegeirAoordigd zijn, twee Holbfins.
bet innig trillende portiel van d<'ii schrijvenden
10 .-isn-u-, en zijn (Ulioaut ong ivpti^ fij;,e
bc-eltei is v:ai Au; ii van KU<J.
Dai;i-.:]) v;i?i (ie \'I:.iming"ii, hot rijke,
«onderbaarlijk sciicrp geziene »lt;p-r'.ecid. de Maagd
': met di-n yii'''ï'n :: van ,!:r,i vii'i Kyck uit den Stilon
(';inó, e;, in t-en on oUjiMikte liciif^ravnM! het
.My-lis-ko Hinvelijk va i .Mtmlimr. waarin men
vtrkeerd y.ou doen deu gMiisciun Mcmling te
v,ill.-n /ixkei'. il'-t pompeuze vau de '\'iuclit v:in
; Lot!) dooi' Kii'h-i:.-, .'):al z.ich i r (-< n kK-ii»;
;ifbveldinji zoo n et vuelet). lli-ler begrr):t mon iu
do reproductie het y.i'.-icri^ g'-i'niticerilt.' poriret
.11:1 zijn \rouw tünivioreii, dal luchtig on
-?cliiturend g* schüi'u nl is ;;].- ,:,;? t i-ioini'bog, u die
llubens ontwierp bh de prachtige intorlMen vau
'h' vo;-stpri die bij (iii'i'i.'e. [Ie soepele b.'oiiei.'is
vau deu t';eg:tn!en KOU', i, d< n koi.ij.kl'jkfji di.ndv
nul zijn j a.'ird. door \";'.i>. Jjiik. is eigcniijker als
porti'.-t b1.;.')'' pen.
Vau de H(jli:i!idpis krijgt men te weirig. Het
i'ort'et v.'in Hendi ickie <!oor K' uibi.'.udt i.i wat
m;:t u tgfvalkn, HI x.iju st:l)!,cii!o. ii.tirm aeuM-bte
': K'j;n;:ni-g;ingt is \\at kloinljrs. ](,-«, ex'-iie/'1, ?.<?(>
viak g.';hi';e in di?;> sor! (Hi v:i:i Terc-urg kwam
'< i-r beter ::f. De Zi-e v:iu Hny-d.iol int t zijn
nii/oi ;;i-l:oiiwde hioht besluit de knust van de
H<-l!:ti,dei-;. IK- ; i'boi Idi;:goj. v.'iii de Eran.-che
.?clii'dcriji n zijn oo in<-o>; Joteressaiitc.
Df lek.-t vai: i!'u welk ;s :u er <i:iii ijii.-clirift
bi; iie niOt-i'on'i( e!-' ^',fu g- shi;u:i!e ; hue-t. men
kriiL't v<ik'l!flk f e,; -.tuk k ui;-it,cs''h;< il, nis in
io,--o h'.gun i'.'e.'i Ifi-i l'.iok i-; niet hl-t
ge-ehrevoo, ii,'-i, >?< nkl l: ii t JiUli !:i:iiik\\(-rk, het i- ijiteist
;:.;t.OL'oii:::ini !o K'/on.
J);> Moo.ies ()->or de VM'sehiHei'd!.' nrti'-stPi) zijn
bizo'idi i- kompieit, de luxJirijvingeM der
-ehilderi.jen veiro van nuchter, ir-on vi]e;t P r tennutssa
]r;i:iie oioi:» iküg-u :n voispr; i;i. l'o :iïi!;-nr is
eer' nij'.o me; ec'". gi'outi m;üe vjin vcot/.iidige
ki-;i'iis die zijn --,d !ics!'[ bcw.-il:l met mee smaak.
uitvue'igheid (-n zorg d.m oo::l ;i:o kelijkiicid van
oo:d el, meer geleerde lo"b <!:i;i artiest, innar een
,-ie:ii;k- frazeid' boveiidifii die (.r evei oi-
Kroniv.'i'iin wel toe komt j iir.'idoxon nu te j.men, .'d
zijn deze niet zoo i-chit!'.jrc;;d als dio van deu
Ii;i0gbe,ch:iiif.!en rotie-t dien hij z'eh u's -chrijvtr
over la: :,-t ke.j;.d'jk t.it Vi;:'.rb; eld bof;'l gi ,;eld.
Men spreelit tr van in het Koiivre-Mn.stum
e-n iifz'Midcriijke /ani vo(;r de l^noelie
primili-ven in te lio'.te1;. Het Mu-eum v;ir! ('iuni
wilde (bui ac.üi;ot !,"nvre .ie Kr;:n,-che scbild
rijen van vi'n'i,- de -Miai-sane-,- die het bszü, af
staan. 11(1 ze,'.! de moeite waard zi;u il.satdoor
gdnakkelijk (en inzicht te kunr.eükiii^reti in
lieo'.'eno de, vroegore Fnitisehe schilder.-' iel-- tigcns
helibeii geüKiakt.
Dumont iu de l!ne Lhfiitte te Parijs r xnozecrl
een serie iiili'igiaphii n van Odilou i'.fdoi). ICen
l :i!i"ve'.ini; v .u K"S Momisus d'suijiiuvd'hid, zoo
even bij Vanier versehefu n, i- a.ao den bizarrcu
artiest irewijd. Jules Destn'-e lifef: in /./(
Suci,'?<(' .Y'./rci'/r xiju slotartikel over Reilon
g»sc!ue; Vfn. Van lieverleile wordt de aandacht meer op
! de/en Iniiteng-emceu oorspronkelijkeii toekeiiaa.r
' gevestigd.
1 Terwijl in Engeland de Monticelü'.s zeer iu
1 aanzien rijzen, kan meii er in .Parijs ook voort
durend bij de kuiistko'ipers goi'xj)oseerd vinden.
I (eiarencyretle in de lUie La.'ütle en Karnbertiii
1 tle line de (.'i'-.'i'eaud'in late;! er iiu zien.
^ iin \\'isseunub in d'?i H-tag' die een der
eer-te was om Moütieelii'.s te koopcii, eu door
: wiens handen in de laaUle jaren veel van de
beste MuM'iceiii's geg>an ziju, bezit ee:i paar
z,eldza.:ii: i!;oo; - schildi rijen van hem.
Ook in -.Arli" te Rotterdam zag ik er onlangs
? een i g'1.
| Meu gaat langzamerluind algvn;een inzit n dat
j Montieel i minste! s zou g;;'ool urtiiüt wr.s als de
eigenlijk nnuder origiaeele Diaz. Tot voor korl