Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 719
vond men zijn werk nooit in de verzamelingen van
groote Fransche kunst vertegenwoordigd. Men
meende dat hij niet behoorde te hangen naast
Bousseau, Millet, Corot, DupréDelacroix en
Daubigny. AUeen bij enkele schilders vond men
wel eens een Monticelli. Schilderijen nu die de
schilders willen hebben, vallen gewoonlijk in den
smaak van serieuse kunstverzamelaars. . . . van
een periode later.
De heer Jozef ]>raëls beschaamt vele jonge
schilders door de blijvende frischheid van zijn
enorm talent, dat wel met den dag jonger schijnt
te worden. Hij beeft altijd wat nieuws onder
handen, en behoeft nooit niet thuis te geven als
men hem komt vragen voor een tentoonstelling.
Naar den Salon van het Champ de Mars te
Parijs zendt de groote Haagsche schilder nu een
schilderij, zeer nieuw van compositie, Préparatifs
pour Ie <-iner. Bechts voorop zit een oude vrouw
koeken te bakken op een groot vuur, in een
ruim van opzij verlicht binnenhuis. Op den
achtergrond zitten twee mannen in afwachting
van den maaltijd; tegen de tafel aan, bij hen,
een poes.
De te Parijs zeer in de mode komende
pchilder Besnard, die, zou men kunnen zeggen, de
kunst van Manet en die van Degas een weinigje
vulgarizeert voor de Salons, zal in die tentoon
stelling op het Champ de Mars een portret te
voeten uit hebben van de kunstlievende prinses
Mathilde Bonaparte, die indertijd zelf schilderde.
Van den grooten beeldhouwer Auguste Rodin
die een ongekenden adem, een polsslag te geven
weet aan het harde marmer, komt er een buste van
den cobelen schilder Puvis de Chavannes. Wel
iets voor hem, die mooie, plastische indrukwek
kende kop, die door Bonnat zoo rauw geschil
derd werd.
Paul Renouard de rustelooze Parijsche
illustrateur, de origineele zwerver die ongeveer nooit te
Parijs is, de onvermofide nomadi-che artiest, die
Engeland, Ierland, de Vereenigde Staten en welke
landen al niet, doorreisd heeft, om er het mo
derne leven, niet in de koelheid van zijn uiterlijk
vertoon, maar in zijn pittige bewegelijkheid te
teekenen, met een zeer persoonlijk krasse, ro}7ale
levendigheid, bet publieke leven bestudeeiende
in zijn echtheid van achter de coulissen, de
man die in de mijnen en in de muziekscholen,
in de ziekenhuizen en op het seeschip, in de
postkantoren en in de gerechtszalen, in
blindeninstituten en in de opera's, op de beurzen en in
de Salpëtriére, in dierentuinen en in de Halles,
in openbare vergaderingen en op tentoonstellin
gen, in musea en in de speelzaal, in gevange
nissen en in schouwburgen heeft gewerkt, de
onuitputtelijke Renouard, heeft nu bij Boussod,
Valadon en Co. een nieuwe collectie van
tweeenvijflig teekeningen uitgegeven : Rome pendant
la semaine sainte: aanzichten van het particu
liere hedendaagsche Rome, karakteristieken van
het bont-schilderachtige Italiaansche katholieke
leven van dezen tijd.
In het groothertogelijk Paleis te Darmstadtis
een zaal ingericht, geheel gewijd aan Holbein;
de beroemde Madonna is er in een omgeving op
gesteld die getrouw een kamer uit den tijd
van Holbein weergeeft. Dr. Schceider beeft bij
deze gelegenheid de geschiedenis van dat schil
derij opgerakeld. Het werd Holbein besteld door
een bu'gemeester van Bazel, Jacob Meijer, en in
1606 werd het uit diens familie door een Hol
lander aangekocht. In het begin der 18e eeuw
was het nog in Holland in het bezit van de fa
milie Cromhout te Amsterdam, wier wapen thans
nog de lijst versiert. In het begin van deze
eeuw hoorde het aan een Parijschen kunstkooper
Delahante die het aan Prins Willem van Pruisen
verkocht, door wiens dochter het in het bezit
van de Groothertogen van Hessen overging.
Te 's Gravenhage is overleden de historie genre
schilder H. F. C. ten Kate, 67 jaar oud.
l April '91. V.
JOSEPHIN SOüLARY.
Weder is een Fransch dichter gestorven, dit
maal van een nederiger naam dan Théodore de
Banville. Soulary's bekoring lag in den keurigen
eenvoud, waarmede hij mooie eenvoudige dingen
wist te zeggen. Zijn meest bekende is het sonnet
Les deux cortfyes; ook is aardig Devise amoureuse.?
Pour que l'avenir se souvienne encore
D'un si beau lien,..
en een schoone gedachte maakt de kern uit van
Sur la montagne. Eene proeve van vertaling van
het eerste, volgt:
HET NAAVCI.H-KH.
Dat ook later tijd «etc, koe wij minden
Ku genoten saam,
Moog men op deez' eik 't cijferteeken vinden
Van ons beider naam."
Maar waar 't harde staal krachtig wordt gedreven
In den stam, zoo l'orseh,
Vloeit een heldre stein, met het ?ap van 't leven,
Lit de ruwe schors.
Wees gevloekt, gij beul, die mijn arme leden
Mavtelt met uw mes!
Waarom op u zelf 't cijfer niet gesneden
Van inv hartvoogdes?
Welhaast zng men u een er naast graveeren,
Twijfelt gij er aan?
En uw ribben dra over-tatoeëren
Als een Indiaan.
Waarom dit bewijs, twijfelachtig' voorrecht,
Juist aan mij gegund r
Meent gij dat mijn stam gaarne 't ieder voorzegt,
Hoe gij liegen kunt?
Schrijf hem op het zand, schrijf hem o]> de baren,
l'w lichtzinu'gen eed!
Op der winden wiek, op de brooze blaren,
Op al wat vergeet!
Maar de krachtige eik heeft te goed geheugen,
Sterk voor n er bij,...
Morgen reeds wellicht is uw spreuk een leugen,
JJd'le snoeverij.
Morgen reeds wellicht, wand'lend in deez' dreven
Met een nieuwe vlam",
Hoort gij hare vraag: Wie heeft dat geschreven ?"
Wraakt gij dan mijn stam?
Want met ieder uur sluit de wond zich weder
Waar uw hart op snoeft,
Maar met ieder uur wordt de wonde breeder
Die mijn hout doorgroeit.
En denzelfden dag dat uw uitverkoren"
Weer heeft afgedaan,
Heeft als beeld der trouw d' eik zijn sap verloren
En be/.wijkt er aan.
En van het tweede:
OP DEX BEI»;.
De hoogste bergtop is dan eindelijk bestegen,
.Maar is er verder niet nog sehooner horizon?
De vogel vliegt omlioog nog nümer ruimte tegen,
O dat ik hooger dau de vogel stijgen kou!"
Hoe hoog de vogel /weeft, hoog boven storm en regen,
Zijn oog rust nog op 't neslje in 't groen bij gindseliebron;
Hoe hiag de mensen ook ki'uipt, diep in der aarde wegen,
Zij u oog drinkt hemelblauw, zij» oog aanschouwt de zon !
Wat heem'len nog doorkliefd, wat ruimte nog doorvlogen,
Om gauseh de oneindigheid te omvatten uit den hoogen?
? Doe als de vogel, knaap, zie rond in uw ravijn!
Wat gij zoo verre zoekt, gij vindt het om u weder;
'l'rekt u Gods grootheid aan, Guds JieJ'de houdt u neder,
Waar, Hij daarboven slechts, zou Hij wel ergens z'jn?
Joséphin Soulary (eigenlijk Joseph Marie Solari)
werd in 1815 te Lyon geboren, en stierf er dezer
dagen aan een longontsteking, in eene kleine
hermitage, hooggelegen aan de helling der
Gloriettes, waar hij het laatste gedeelte van zijn
leven had doorgebracht. Hij dicteerde indertijd
als volgend zijn paspoort".
Taille haute. Age: quarante ans.
Ne dans Lyon. Visage ovale.
Cheveux et barbe grisonnants.
Front levc. Teint un peu pale,
Yeux gris-bleu. Boucbe au coin moqueur.
Nez original. Menton béte.
Signe particulier: du c«;ur.
Nature du crime: poète.
Hij had er bij kunnen voegen: leeuwenmanen,
want in den tijd van héophile Gautier was dat
de consigne voor de dichters, en ook Soulary
onttrok er zich niet aan.
Soulary's bagage littéraire bestaat uit: A travers
champs. Les nept cordes du luth, 1838, Les J
phi'mères, 1846?57, Sonnet» humoristiques, 1858, Les
fif/ulines, 1862, Les diables bleus, 1870, La chasse
aux moucltes rf'or, 1876, alles bundels kleinere
gedichten; ook schreet bij een paar comcdies in
verzen. Zijn Oeuvre is bij Lemerre in drie deelen
uitgegeven.
Het duurde lang eer zijn verdiensten hem van
het bescheiden postje van klerk aan do Lyon- j
sche prefectuur tot ints winstgevendere deden be- j
noemen. Eerst in 1867 maakte men hem directeur
eener bibliotheek. Zijn candidatuur voor de Aca
démie, in 1884, mislukte; de te Parijn wonenden
weten daar gewoonlijk een provinciaal buiten te
houden.
Soulary laat nog een onuitgegeven werk na:
Promenade autour de mon tiroir, waarschijnlijk
een bundel kleinere gedichten van verschillenden
datum.
VARIA.
PLASTISCHE KUNST.
De lirma Krederick Keppel en Co., kunsthan
delaars !e New-York, geven sedert eenigen tijd
speciale tentoonstellingen van etsen, en annon
ceeren er thans eene als een echte en interes
sante nieuwigheid."
Ofschoon de moderne aquarellisten reeds oen
zeer grooten naam hebben in Amerika," schrijven
zij in de uitnoodiging, zijn tot heden de
Nederlandsche etsers hier nug bijna onbekend, en toch
zal men vinden dat vele der etsen die thans voor
het eerst tentoongesteld worden, dezelfde goede
eigenschappen bezitten welke altoos de
Hollandsche kunst beroemd gemaakt hebben."
De etsen zoowel als de etsers zijn door de kun
stenaars zelve gekozen. Het is dus geheel zooals
zij zich geven willen, dat zij zich aan het
Amerikaansch publiek voorstellen. Het is slechts een
gezelschap van tien kunstenaars: Philip Zikken,
Barbara Van Houten, W. de Zwart, Jan Veth|
M. Bauer, Jac. van Looy, J. Ed. Karsen, Floris
Verster, A. L. Koster en Etha Fles. De tentoon
stelling blijft van 1?30 April geopend in het
lokaal 20 East 16th. str. te New-York.
Het museum van kunstnijverheid te Haarlem is
gedurende de maand Maart laatstleden door 1126
personen bezocht.
Bij Hugo Helbing te München wordt op 15
April een groote collectie teekeningen verkocht,
van oude en nieuwe meesters; van Rubens zijn
er zeer belangrijke, verder van Altdorfer, den
monogrammist II. F. (Hans Fries), Rembrandt,
Titian; ook zijn er scboone werken van GaJIidi
Ribiena, Jan en l'eter Breughel, Goltzius,
Meissonier, J. H. Koos, Jacopo Robusti (Tintoretto)
en anderen.
TOONEEL EN MUZIEK.
Op het eind van hot saizoen komen te Parijs
nog overal de nieuwe stukken voor den dag. Van
Gandillot is in den Vaudeville een stuk opge
voerd, Le bonheur a quatre, dat heel ondeugend,
maar heel amusant is. Indertijd had Labiche ge
sproken van Ie plus heureux des trois", dat
was de echtgenoot; en sedert heeft het bonheur
a trois" stof tot een aantal blijspelen gegeven.
In het stuk van Gandillot wil noch de dame,
noch haar man, erin toestemmen, dat de beide
huisvrienden, een platonische en een amusante,
die op elkander jaloersch zijn, worden wegge
zonden. Curieus is het, dat het publiek, door
Gandillots humor bekoord, over veel heenstapt,
dat het in Becque's Parisienne niet heeft willen
hooren.
Gedurende de week vóór Paschen worden in
andere lokalen passie-drama's opgevoerd, in het
Cirque d'hiver gedeelten, van de Passion van
Haraucourt, waar Mad. Malvau tot haar nadeel
de vergelijking met Sarah Bernhardt uitlokt; in
de zaal op de Boulevard des Capucines Le mystère
du Christ van Grandmougin, door hemzelf met
vier acteurs voorgelezen, met muziek van
Lippacher.
In de Porte Saint-Martin is een groot drama
opgevoerd van een Rus, graaf Rzwuski, L'imp
ratrice Faustwe; het heeft niet veel succes gehad,
oischoon men een paar jaar geleden den jongen
Rus, na een moderne comédie de moeurs, Le
compte de Witold, in het Théatre Libre opge
voerd, een goede toekomst voorspeld had, en ook
het laatste drama werkelijk goede eigenschappen
heeft. Rzwuski heeft, in navolging der Meiningers,
de figuranten op het forum een wcrkdadig aan
deel aan de handeling laten nemen, zelfs wat al
te veel. Jane Hading, eene uitmuntende actrice,
was voor de rol van de wulpsche Faustina in 't
geheel niet geschikt.
In de Menus-Platsirs is onder do nieuwo direc
tie Lagoanère eene operette van Audran opge
voerd, L'oncle Célestin, die succes had. Er is eene
nieuwe operette diva in, Yvonne Stella, met wei
nig stem maar veel bekoorlijkheid en dramatisch
talent.
Wij vestigen de aandacht op de
Benefice-voorstelling voor den verdienstelijken acteur J.
Jurgens, welke in den Schouwburg Van Lier, Plan
tage Franschelaan, op Donderdag !) April 1891,
zal plaats hebben. Opgevoerd zal worden: Net
Meiye van het eiland Marken, tooneelspel uit
het Marker usschersleven, in zes tafereclen, door
W. N. Peijpers,
In een concert te Weenen is Moj. Loiiise
Ileymann opgetreden. Prof. Ed. Hanslick spreekt met
veel lot, vooral over de coloratuur van deze
jonge dame. Hij wil haar zelf terwille van de
voortreffelijke uitvoering vergeven dat zij o. a. de
leelijke variaticn van Proch zong. Vooral de bui
tengewone staccatie vermeldt hij met ingenomen
heid. Hij noemt haar eer/ van de meest talent
volle jongere leerlingen van Mevr. Marchesi.
Mej. Heyraann deed zich hooren in eenige
nummers die zij ook hier eens of meermalen voor
droeg o a. Taubert's Vogel hn Walde.
LETTEREN EN WETENSCHAP.
Ikne juridische qiiaestie uit Giïth-e's Faust. In
den Götue-Verein te Weenen hield dezer dagen
Dr. Alfred Freihcrr von .Berger eene voordracht
over den aard van het contract, dat Faust met
den duivel sloot".
Omtrent do contracten met den duivel" be
staan namelijk twee opvattingen. Volgens de eeno
is het contract niets anders dan een huur van
diensten", dat Faust met Mophintopheles voor den
duur van zijn eigen leven sluit, liet contract be
paalt, dat Fatist de verplichting op zich neemt,
in het volgend leven Mephistopheles te dienen,
terwijl de contra-praestatie van den duivel daarin
bestaat, dat deze aan Faust gedurende diens
leven alles zal geven wat hij verlangt.
Volgens eene andere opvatting en deze wordt
door baron Berger gedeeld, heeft het contract een
aleatoir karakter, het is spel en weddenschap.
(Volgens het Nederlar dw:h recht zou er dos geen
actie uit volgen). Faust is namelijk overtuigd, dat
de duivel hem nooit zooveel genoegen zal kun
nen bezorgen, dat hij het voortvliedcnd oogenblik
zal willen bevelen nog te toeven. Mephistopheles
daarentegen beweert dat dit hem wel gelukken
zal. Bbiden gaan nu een weddenschap aan.
Wordt deze door Faust gewonnen, dan is de
duivel hem, zoolang hij leeft dienstbaar; hij
ontvangt dus den prijs der weddenschap reeds
vooruit. Maar wint de duivel de weddenschap, dan
verbeurt Faust zijn ziel aan hem.
Wie heeft nu de weddenschap gewonnen ? Niet
Mephistopheles, zooals het op het eerste oogenblik
zou kunnen schijnen, maar Faust. Als deze na
melijk, schijnbaar blind, maar innerlijk helderziend,
ineenzakt, bedient hij zich niet van de beslissende
woorden tot het oogenblik: verweile doch, du
bist so scbön!" maar hij zegt: Zum Augenblicke
durft ich sagen: Verweile doch, du bist so schön!
lm Vorgefïihle solch hohen Giückes geniess ich
jetst des schönsten [Augenblickes." Mephistopheles
heeft dus de weddenschap zoowel naar de letter,
als naar den geest der bepaling verloren.
Aan dit juridische betoog knoopte baron Ber
ger deze opmerking: De inhoud van het contract,
de weddenschap en de eigenaardige toestand bij
het sterven van Faust geven een diepen blik van
Göthe's meening omtrent het wezen van den mensch.
Ieder mensch laat zich met de helsche machten
in, wetend dat hij hun toch niet toebehoort, ook
als hij zich aan hen belooft, om zich van hen te
bedienen. Ieder heeft zijn klein duivelscontracr,
met bloed geschreven, in de kast of in de kas of
onzichtbaar in het hart, maar troost zich met het
duistere gevoel: al doe ik ook dikwijls wat verkeerd
is, geheel verloren ben ik toch niet. Uit dit verborgen
bewustzijn is het duivelscontract ontsproten."
Dinsdag 31 Maart werd te Leiden door
geoefenden in het Ned. stelsel van stenographie een
algcmeene vergadering gehouden tot oprichting
van een Bond van Ned. Stenografen."
liet resultaat dezer bijeenkomst was, dat het
voorgenomen plan tot uitvoering werd gebracht, en
een Bondsregleraent werd aangenomen, waarin,
als doel van den Bond, wordt aangegeven: de
gelegenheid tot aanleering der stenographie (Xed.
stelsel) zoo algemeen mogelijk te maken en wegen
te openen, waarlangs de toepassing der sten.
wordt bevorderd.
De onlangs opgerichte
Stenografen-Vereenigingen" te Leiden, Rotterdam, Haarlem en Schie
dam traden als afdeelingen toe.
Het Hoofdbestuur is samengesteld als volgt:
X. C. Hennis, te Haarlem, Voorzitter, J. J. v. d.
Berg te Leiden, Secretaris, J. II. Kraay, te Leiden,
Penningmeester, S. Linnebrink, te Schiedam, 2e
Commissaris.
De firma D. Bolle, te Rotterdam, geeft eene
nieuwe vertaling uit van de werken van Frits
Reuter.
De overweging, dat de Ilollandsche vertaling,
die vijf-en-tieintig jaren geleden door de firma
Engels & Zoon, te Leiden, werd uitgegeven, tot
hoogen prijs in den handel is gebracht, gaf de
verklaring, waarom tot dusver de werken van den
beroemden Platduitschen humorist slechts zeer wei
nig in Nederland bekend waren. Daar de heer Bolle
voor deze uitgave zich wenschte te verzekeren van
de toestemming en medewerking van de
eigenarenuitgevers van Frits Reuter's werken, nl. zijne weduwe
en de Hinstorffsche Hofbuchhandlung te Wismar,
stelde hij zich met hen in contact en vernam dat
tot dusver GEENE ENKELE Nederlandsche firma,
door hen tot de uitgave van de vertaling van
Frits Reuter's werken was gerechtigd. De heer
Bolle kocht nu van de Wed. Reuter en de
Mecklenburger uitgeversfirma het recht om al de werken
vau den bekenden humorist te doen overzetten,
benevens de clichés, behoorende bij de werken van
Reuter, welke in Duitschland geïllustreerd zijn
verschenen. Ook verbond zich die firma, deze clichés
direct noch indirect aan een anderen
Nederlandschen uitgever te verkoopen. Daarenboven werd
aai) do Nederlandsche artisten Wilh. Steelick en
Ed, Witkamp opgedragen, de oosspronkelijk niet
geïllustreerde deelen met tal van teekeningen op
te sieren.
Terwijl de eerste aflevering bij den heer Bolle
ter perse was, verscheen de aankondiging van de
Gebr. Cohen (door aankoop eigenaren geworden
van bet fonds Engels) dat door deze firma een
nieuwe geïllustreerde uitgave van Reuter's werken
in het licht zou gegeven worden, en ook deze
noemde hare uitgave als eeniyst geautoriseerde in
Nederland. De moraal van deze historie is voor
het lezend publiek alleen, dat het voor goedkoopen
prijs de keuze heeft tusschen twee uitgaven van
Fritz Reuter, terwijl de uitgave der firma Bolle,
naar de eerste aflevering te oordeelen, er keurig en
aantrekkelijk uitziet. Reuter zal, als weleer, weer
veel lezers vinden, want hij bezit twee dingen
die niet uit de mode gaan, een frisschen ukop
en een warm hart.
Te Parijs is op 31 Maart het congres voor de
kaart des hemels" bijeengekomen, om de laatste
details voor dezen reusachtigen arbeid te regelen;
daarna beginnen terstond op de verschillende
observatoria de werkzaamheden. De
photographitche kaart des hemels zal uit 20,000 afzonder
lijke bladen bestaan, en naar men meent, 40
millioeu sterren bevatten. Achttien sterrewachten
nemen aan dezen grootschen arbeid deel en zullen
op bet congres vertegenwoordigd zijn. namelijk die
van llelsingfors, Potsdam, Oxford.Greenwich, Parijs,
Bordeaux, Toiilouse, Catania. Algiers,San Fernando,
Tacubaya, Rio de Janeiro, Santiago de Chile,
Sydney, La Plata, Kaapstad, Melbourne en dio
van het Vaticaan.
Bij Brockhaus te Leipzig verscheen deze week
Dr. Heinrich Schliemann's Bericht ber die
Aus(jriibuiitjen in Troju i m Jahrc IS'JO, met bijdra
gen van Dr. Wilhelm Dörpield, en een voorwoord
van Mevr. Sopbie Sdiliernann, waarin zij verklaart,
het als een heilige erfenis van haar man te be
schouwen, de opgravingen te Hissatlik ten einde
te brengen, en de verslagen, die haar man ge
woon was, daarvan te geven, voort te zetten. liet
voorwoord is gedateerd uit Athene.
De gouden herinneringsmedaille, die aan prof.
Virchow ter gelegenheid van zijn 70sten verjaar
dag zal worden aangeboden, en waarop zijn por
tret staat, door den medailleur Anton Scharff te
Weenen gegraveerd, zal niet minder dan 170
millimeter in doorsnede zijn, en vijf pond wegen.
Vele buitenlandsche musea en corporaties hebben
zich reeds voor afgietsels aangemeld.
Den 31en Augustus a.s. zal Prof. Hermann vou
llelmboltz zijn 70-jarig feest vieren. In alle lan
den hebben zich leerlingen en vereerders vereenigd
om bij die gelegenheid blijk te geven van hunne
hulde: als vorm daarvoor is gekozen de stichting
eener jaarlijks uit te reiken von Helmholtz-medaillo.
Ook in Nederland heeft zich daartoe eene
commissie geconstitueerd, waarvan te Amsterdam
de hoogleeraren Van 't Hot, Stokvis, Place, Van
Pesch, Julius. Kubn, Korteweg, Guye, W. M.
Gunning en Bellaar Spruyt leden zijn.
SOUVKRE1NEN THUIS.
Er is in Londen een dik boek verschenen met
zoer uitvoerige biographieën van de vorsten van
Europa. Wij ontleenen er eenige schetsen aan
omtrent het huiselijk leven van eenige koninklijke
en keizerlijke gezinnen.
* #
*
Vooreerst die van Duitschland.
Do keizer staat onveranderlijk zeer vroeg op;
de keizerin ontbijt met hem samen; want hoe
vroeg hij ook uit zijn vertrekken is verschenen,
nooit ontbreekt zij bij het eerste maal. De lunch
is verbannen uit bet paleis, evenals alle Engelsche
gewoonten. De keizer is getrouw aan het burger
lijke gebutik van om oen uur te dineercn; zelfs
hecht hij daar zóó aan, dat ook de gala-diners
op dat lastige uur gehouden worden. De Franscho
keuken, zoowel als alle Fransche namen op de
menu's, zijn verboden door den keizer. Om vijf
uur vcreenigt zich do familie bij do thee;'s avonds
nemen de keizer en de keizerin nog een vluchtig
en sober souper voordat zij zich ter ruste bege
ven, op het uur dat hunne grootmoeder, de koningin
van Engeland, nauwelijks klaar is met haar diner.
's Namiddags, indien de bezigheden van den
keizer bet toelaten, gaat het echtpaar samen uit,
te voet of per rijtuig, soms zelfs in een boot; zij
nemen gaarne hunne kinderen meo, van welke do
keizer, die zeer vatbaar is voor hartelijke aan
doeningen, zeer veel houdt. Gedurende de
afwezigbeid van haren echtgenoot houdt de keizerin
zich bezig met liefdadige genootschappen, welke
zij gesticht heeft of waarvan zij beschermvrouw
is, en 's avonds vereenigt zij om de tafel in haar
salon een aantal dames, die met haar kleederen
voor de armon naaien. Evenals haar echtgenoot
houdt zij zeer veel van muziek, bovenal van die
van Wagner, wiens Duitsche en vaderlandscho
strekking den keizer zeer behaagt. Maar de kei
zerin heeft niet de artistieke waarde van haar
man, want ofschoon de keizer weinig op zijno
moeder lijkt, heeft hij een van hare gaien: hij
schildert, ovenals zij, uitmuntend, vooral
zeestukken, welke hij boven alle verkiest.