Historisch Archief 1877-1940
No. 719
AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
PLATS DU JOUR. (Beperkte keuze).
EERSTE KAMER. ,.Dank-je, SanJcr. Daar niet van. Ik sc.l liever zoo straks icat gebruiken i,it i/ien fchotel ran mijn oreruwurvrouit:.''
SANDEK. (Beleefd, maar beslist). Pardon, mcrrouw, dan ~oudt U te lang moeten wachten. U diett heuseh liermet te beginnen.
BANGE TWIJFEL, KLOEK (?)
BESLUIT.
Neen, zoo kan 't niet langer blijven !
't Kiesrecht worde uitgebreid.. . .
Durft ge 't nummer n te schrijven?
't Is wellicht wat boud gezeid,
Wikt en weegt, mijn beste vrinden!
't Kiesrecht worde uitgebreid....
Vraagt toch, vóór ge u zelf/.oudt binden
Gaan de nieuwe kiezers mee ?
Wikt en weegt, mijn beste vrinden !
Kiesrecht, ja! Maar nu alreê?
't Wordt een neetlige positie.
'Gaan de nieuwe kiezers mee ?
Gaan zij mee met de oppositie,
Dan ligt ons program op straat.
't Wordt een neetlige positie.
Ja, hervormen, inderdaad,
Willen wij maar liefst met haar niet;
Dan ligt ons program op straat.
Zelf hervormen is zoo naar niet.
Heuseh, wij meenen 't: flink vooruit
'Willen wij maar liefst met haar niet!
Laat ons dus slechts dit besluit
Moedig in ons vaandel schrijven,
(Heuseh, wij meenen 't): Flink vooruit!
Neen, zoo kan 't niet langer blijven!
IN HOC SIGNO ?
Dyserinck maakt plaats voor Kruys ;
Zijn promotie heeft hij binnen.
Maar wat zal hij nu beginnen ?
Gaat hij varen ? Blijft hij t' huis ?
Stil zijn zal hij, als een muis ;
Want slechts dit vervult zijn zinnen :
Dyserinck maakt plaats voor Kruys ;
Zijn promotie heeft hij binnen.
Zal Mackay hij koos dit kruis
In dit teeken overwinnen ?
't Klinkt al vast van dak en tinnen,
In kajuit en in kombuis:
Dyserinck maakt plaats voor Kruys!
EEN MUZIKAAL>POLrfIEKE
QUAESTIE.
Sedert de schout-bij-nacht Dyserinck het
Kabinet heeft verlaten is daar een andere
toon in gekomen nl. G. Kruys.
Heeft het Kabinet nu drie kruizen ?
Of' is het geheel in G-kruis gekomen ? Dan
zou het zeven kruizen hebben/waaronder n
tlubbelkruis.
En wat valt er uit die kruizen te voorspel
len ?
Ridderorden ? Dan zouden er zes van de
heeren een kunnen krijgen, en n een dub
bel, denkelijk een Cpmmandeurskruis. Eén
zou zijn knoopsgat niet zien versieren.
Laat ons in elk geval het ministerie kracht
«iaar kruis wenschen.
GRONDWETS ALGEMEENE STREKKING."
Grondwet vergadert. o Lezer, weet ge wel wal dit bcteekent ?
Grondwet, de keur en het puikje van AmsteFs deftige heeren !
Zet dus uw hoed af, o Lezer en leg uw cigaar naast u neder;
Aandacht past u en eerbied, waar zooveel edels bijeenkomt.
Zie, daar zit het bestuur, dat bestaat uit vijf van de knapsten.
Zes is het aantal der leden, die straks ook hun wijsheid doen hooreu.
Ijverig teekenen vijf reporters elk woord uit hun mond op.
Hoort hoe de voorzitter spreekt: «Mijne heeren. ik moet het u zeggen,
Dit manifest van de Unie bevalt ons ('t spijt mij) slechts matig.
Had men het ons maar gevraagd dan was er wat anders gekomen !
Kiel ontbreekt het aan woorden ; er zijn zelfs goede gedachten ;
Maar kleingeestig, meneeren, dat is het: te vol van détails ook.
Slechts niet de strekking is 't moog'lijk dat wij hier ons vereen'gen,
Naam'lijk: met d' a l ge m e e n e ; gevaar schuilt, juist in 't bijzondre.
Vrijheid eisch ik voor ons, voor hen, die ir ij zullen zenden
Naar de vergad'ring der Unie, en ook naar t Binnenhof later.
Eigenlijk is hiermede de zaak voldoende behandeld,
Maar ik ben hou oifuni; dus zegt maar wat ge op 't hart hebt."
(.-onliniere oiui/rs; dat wil zeggen, dat niemand het woord vroeg.
Eindelijk waagt het er n : de heer Westrouen van Meet'ren ;
:>Edele mannen" zoo zegt hij --als jong lid zit 'k in uw midden.
Leereii, ik wil het van U; dus vergeeft mij mijn staam'lende vragen.
Lang is het stuk, o ja! maar 't kon toch langer nog wezen.
Mag men wel alle détails als even onnoodig verwerpen ?
Zie, daar hebt ge bijvoorbeeld de zinnetjes over het kiesrecht.
Ik o staat het mij toe ! wou die allen op n na behouden,
Daar ik persoonlijke invulling van het billetje niet goedvind.
Ov'rigens juich ik van harte de woorden toe van den praeses.
Dolgraag wil ik mijn oordeel wat broeder nog voor u ontvouwen."
?-Dank u, meneer" zegt plechtig en toch welwillend de praeses.
»Waarlijk, u spreekt als een boek, maar ik schenk u die lijst van uw grieven.
Vrijheid begeer ik, en 'k laat door geen Unie aan banden mij leggen.
't, Imperatief mandaat, ge weet het, dat is uit den booze."
-Maar" zegt Mr. van Eik is de volgorde óók onverschillig?
Kiesrecht voorop'? of' belastinghervorming? wat zal het wezen 'i"
Fier luidt 's voorzitters woord: Laat hem, dien wij afzenden, vrij zijn!"
»Maar" vraagt Bergsma beleefd >men wil ons gevoelen toch hoorcn ?''
->Juist, meneer Bergsma, dat wil men en daarom zeg ik het nogmaals:
Zoo i 11 het algemeen let wel! beaam ik de strekking."
Kareltje Boissevaiii vraagt, of kiesrecht óók een détail is.
Of dan belastinghervorming óók niet een hoofdpunt mag heeten ?
"Óók die twee punten" zoo luidt het behooren van zelf tot de strekking."
Verder kon de vergaadring niets uit den voorzitter krijgen.
Daarom achtte men 't best, conform met, zijn raad ook te stemmen.
Ondoorgrondelijk zijn, o Grondwet, uw wijze besluiten:
Wij echter buigen het hoofd in stillen, bewondrenden eerbied.
het k wecken van ontevredenheid niet het
middel behoeft ie zijn en niet mag wezen om
menschen te brengen tot hooger streven en
tot vrijer worden".... Dat vrijer worden",
is. dunkt me de hoofdzaak, want daardoor
ontstaat immers het huisgezin. Of de mensch
nu door tevredenheid of ontevredenheid
vrijer wordt", wat doet dat er toe'.' Op
zulke kleinigheden moest, men niet, zien.
Hu-hl n,oi' Ai!fii vindt het vreemd, dat de
koningin aan het Avondmaal op den eersten
I'aasehdaiv heeft aangezeten, zonder nog den
brief van D. N. beantwoord te hebben. Ik
acht die opmerking onjuist, liet schrijven van
D. N. z:d haar juist er toe geleid hebben aan
het Avondmaal deel te nemen. Dat is immers
een maaltijd, waaraan allen, rijic en arm.
precies hetzelfde ontvangen ; wei beschouwd
de eeltige maaltijd waarop voor een overtuigd
socialist niets te zeggen valt.
J)c Heer v. Kerve! verdedigt Dyserinek's
passeereii van Land, en hij verzekert dat de
oude heeren in de Marine het met hem eens
zijn; ook zij achten Land's schrijven gevaar
lijk voor (Ie tucht aan boord. Dit geeft mij
De lieer Waterschoot van der Gracht heeft
in zijn redevoering in den gemeenteraad over
Gerhard's beschouwing van het huisgezin
gezegd: »Zoo lang men van meenmg is, dat
aanleiding den Heer v. Kervel te vragen, hoe
men de belangen van de oorlogsmatrozen,
die men verwaarloosd oordeelt, in het vervolg
zal moeten bepleiten, zonder de tucht in ge
vaar te brengen? En ook waarom die oude
heeren er niet voor gezorgd hebben, dat de
Heer Land niet het woord behoefde te nemen.
Of had v- Kervel zelf reeds op betere wijs
verricht wat Land uu ten overvloede nog
eens deed?
*
De Heer Schaepman praat tegenwoordig
dat het een aard heeft, maar hij houdt zijn
waar op prijs. Drie kwartjes voor een speech
waarvoor hij als bhunvboekje hoogstens n
kwartje zou kunnen vragen. Wat zal prof.
Bnys daar wel van zeggen? Dr. Schaepman
deed hem aan een noodhulp" denken in een
burgerhuishoudcn, maar nu zal de professor
toch moeten erkennen dat het een overleggende
i>, een ivaar men rijk mee kan worden.
* *
Do Dordrechtsche kiesvereeniging
]'>ur(jerjilir/il heeft metgroote meerderheid verklaard,
dat zij de kiesrechthervorming als de drin
gendste hervorming beschouwt. En dat ter
wijl (t'roi/r/iri't alhier maar niet te weten is
kunnen komen, welke van alle voorgestelde
hervormingen de eer der prioriteit verdient.
' u-lukkig- wegen de elf Amsterdamsche
(frondirctit-i-s gemakkelijk tegen de zeven en dertig
Dordtsciie liitrr/i'r/iHr'iffrs op.
De laatsten hadden dus gerust kunnen zwij
gen. Eigenlijk begrijp ik in het geheel niet,
waartoe liet noodig kan zijn dat iemand over
dat manifest verder nog een meening uit
spreekt. Nu mr. Itahusen aan tien voor
name Amsterdammers reeds afdoend advies
daaromtrent heeft gegeven,, is al dat praten
van de rest een hatelijke onbescheidenheid.
LENTELIEÜ.
Ik weet het. we zijn in de Lente,
Want ik he_b alweer een cattarrh;
Ik nies en ik hoest en ik snuffel,
De kou maakt me aaklig en naar.
Ik weet het, we zijn in de Lente,
Want rad ijs is er daaglijks te koop.
Ze schrobben en plassen en boenen;
Mijn huis ligt geheel overhoop.
ik weet het, we zijn in de Lente,
Ze schreeuwen om zeep en om loos,
Ze zijn aan het schildren en witten,
Van daag kreeg ik kalk in mijn oog.
ik weet het, wij /ijn in de Lente,
\Vunt mijn vrouw is geheel van haar streek;
Ze kibbelt met. werkvolk en meiden,
Is knorrig, vervelend en bleek.
Ik weef het, wij zijn in de Lente,
AVant 't. geld vliegt, met kracht uit mijn kas.
Och Heer, kon ik maar kommandeeren
Dut 't nimmer meer schoonmaaktijd was.
Mevrouw, waarom probeert u niet eens
of de homeopathie u van uw zenuwiijden
afhelpt? _
Eenvoudig, omdat ik er zoo'n groote
vereerster van ben en mijn vertrouwen niet graag
beschaamd zou zien.