De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1891 19 april pagina 3

19 april 1891 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

DB AMSTERDAMMER, WEEKFLAD VOOR NEDERLAND. door Kreon en Teiresias vermeld, zegt zy ge ruststellend: Laat alle zorg daarover varen vriend, En leer van mij, dat alle wichelkunst Der menschen ijdel, niets dan onzin is! en vertelt, nn zelve van het orakel dat haar in de* tjjd voorspelde, dat Laïus door zijn eigen zoon gedood zou worden, en toch niet uitgekomen is. D» voordracht van deze woorden door Jokaste scheen m\j niet geheel juist opgevat; zij voert het aan als geruststelling en moest het dus met eeriigen triomf, onbevangen en blijmoedig, zeggen, zooals men een verhaal van eene gelukkige ge nezing verrelt om een zieke moed in te spreken. Te tragischer werkt het dan, dat dit zelfde woord voor Oedipus en het koor eene openbaring der vreeselijke waarheid is. Dit tooneel van ontzetting gaf den acteur ge legenheid tot het schilderen van eene nieuwe aandoening; en nu volgt het drama zijn weg met haastige schreden naar het eind. Oedipus zoekt klaarheid, ontbiedt al wat getuigen kan, schoon reeds gevoelend dat hij in zijn eigen verderf wroet. Als hij zelf het verhaal doet van het oogenblik, waarop hij den grijsaard versloeg, waren zjjne voordracht en houding voortreffelijk; de plooien van den parelgrijsen koningsraantel, met breeden rand van goudborduursel, vielen als eene antieke draperie van den schouder neer over het lange purperen kleed; met den korten baard, het niet te hooge voorhoofd, deed hij aan den Oedipus van Ingres denken. Ook daar waar eenvoudige woorden de hoofdpunten der handeling aangeven: Hoe-? ben ik dan zoo slecht, Zoo gansch verworpen." en, na de verhooren van den bode, en van den herder: Wee! wee! Zoo komt dan alles, alles, uit! O zon, moge ik voor 't laatst uw stralen zien, Ik, die het licht zag van wie 't niet mocht zijn, Die 't bloed vergoot van wie het niet mocht zijn, Die omgang had met wie het niet mocht zijn,... waar het gebaar van den mantel over het hoofd te trekken verrassend, klassiek en indrukwekkend was. In het laatste bedrijf, Oedipus met uitgestoken oogen, het afscheid en de beschikkingen omtrent volk en gezin, had wellicht eenige bekorting kun nen aangebracht zijn, maar de acteur nuanceerde zooveel hij kon, en ook hier schoten noch bij het overdragen van de landszorgen aan Kreon, noch bij het weemoedige vaarwel aan zijne kinderen, stem en voordracht te kort. De Oedipus-avond zal allen die hem mochten bywonen, in het geheugen blijven als een feest in den edelsten zin. Het is iets opmerkelijks en verheffends, te zien, hoe, na al wat bizar?, gekunstelds, buitensporigs. als kunst" wordt aange boden, niemand de bekoring kan weerstaan MM den eenvoud en duidelijkheid, de harmonie in vorm en inhoud, den afgewerkten vorm er. al die eigen schappen, die men nog bij uitnemendheid klassiek noemt en die nimmer verouderen. v. L. MUZIEK IX DE HOOFDSTAD. Vele compositiën hadden reeds eene lange ge schiedenis achter zich, alvorens zij worden ten gehoore gebracht. Zoo was het ook nipf. Berlioz, »Messe des Mart s" die hij op last van de Frausche regeeriug componeerde ten einde op kosten van den staat te worden opgevoerd. Borlioz toog aai het werk en zorgde na d« voltooiing voor nitsehrijving van partijen, terwijl hij reeds voor bereidende repetitiëu hield, en zie'.! de staat veranderde van opinie en bepaalde dat op den voor de uitvoering bsstemden dag eene stille mis zou gelezen worden. Na allerlei pogingen van Berlioz om ten minste het geld t» rug te krijgen dat hij voor dit doel had uitgegeven, bepaalde men, dat de mis zou uitgevoerd worden ia de Eglisede.s Invaliden, ter eere van den gesneuvelden Generaal Damr mont. Op 5 Dec. 1837 had die uitvoering plaats en maakte een diepen indruk. Berlioz verhaalt, dat hem in deze. uitvoering ook nog allerlei moeielijkhedeu werden ia den weg gel<-gd en dat zelfs onder de uitvoering de dirigent Habeneck die hem vijandig gezind was, bij het begin van het Tuba Mirum (eeu van de moeielijkste oogenblikken) den stok neerlei en doodbedaard eeu snuifje nam. zoodat Berlioz moest bijspringen om de maat aan te gev-n. Heel geloofwaardig komt dit verhaal mij niet voor, doch het is Berlioz zelf die het verhaalt, en dus basta i Voor de vierde maal werd dit Requiem thans in ons lind uitgevoerd, n.l. tweema tl iu's-Hage onder leiding van S de Lange, eer.s te Utrecht onder die van Richard Hol en thans door de zangvereeniging «Excelsior" onder leiding van mr. H. Viotta. Dit werk eischt eene buitengewone bezetting van koperen blaasinstrumenten en slaginstrumen ten. Behalve het gewone orkest waarin o. a. twaalf hoorns en vierdubbele bezetting van hou ten blaasinstrumenten zijn volgeschreven, ko men er vier bijorkestjn, die bij bet biatste oor deel het bazuingeschal in alle richtingen doen weerklinken. Er waren in die bij-orkesten l cornettcT. IL' trompetten, l (i bazuinen, 2 tubas e:i -l ophicltjide?; terwiil de slaginstrumenten bestonden uit 10 in verschillende tonen gestemde pauken, '2 groote trommels, -l tamtams en 10 bekkens. Dit alles was werkelijk aanwezig. Het k,mr was in het midden geplaatst, de strijkinstrumenten links en de blaasinstrumenten rechts, terwijl de vier bij-orkesten niet aan de vier uiteinden, docli ach ter de beide groepen gep'aatst w<uea. De slag instrumenten bevonden zich achter het koor. Voor het Tuba Mirum was deze plaatsing voortreffelijk, doch voor de aaltre (vooral de eerste) nummers had Int dit nadeel, dat het koor niet geno?g steun voor de intonatie vond en te laag zong, terwijl ook tusschen de st-'ijken blaasinstrumenten door den afstand niet altijd genoeg overeenstemming werd verkregen. Van af het Tuba Mirum gaf bet koor veel goeds, eu als geheel moet ik vooral de muzikale opvatting roemen, die mij een zeer artistieke toescheen. Deze compositie wijkt, wat conceptie en in strumentatie aangaat, zoozeer van de bestaande werken af dat zij evenveel zal afstooten als aan trekken, doch allen zullen, dunkt mij, het genie van dezen meester moeten erkennen, die niet alleen alle vormen volkomen meester is, en zich nooit in de effecten die hij wil aanwenden ver gist, doch die eene grootscbheid van opvatting heeft getoond in dit werk, dat als stijl eenig in de muziekgeschiedenis is. Reeds het in eerste nummer waren tal van schoonheden op te merken, (het staccato van de tenoren, de arabesken op de woorden: »donaeïs'' van de sopranen en het eerste motief van de bassen, l it frappeerde mij ondanks het voort durend te laag zingen. In het Dies Irae werkte dit laag zingen nog meer demoraliseereud, doch het Tuba Mirum, zoo schoon door het orkest uitgevoerd, deed dit spoedig vergeten (Ie goede onderlinge stemming moest ik vooral releveereti). Van de volgende nummers roem ik vooral het Quaerens me dat (zonder begeleiding) in vele op zichten zeer goed werd uitgevoerd eu vooral het uitgewerkte Laerijnioto. Het tweede melodieuze motief door alt en tenor ingezet, geeft eene wel dadige afwisseling Aan het slot Judicandus h'imo r.ius komt de geweldige kopennassa weer aan het laatste oordeel herinneren, eu hier vooral deed zich de behoefte aau een sterker koor ge voelen. Ik vermeld nog het Hoslias, zoo eigenaardig van kleur door de tus-<chenspel waarin de op vallende zamenvoeging van drie fluiten en bazui nen in het lage register (die op het ge.dcht belache lijk schijnt) in werkelijkheid een verrassend efIVct maakt, vervolgens het Sanctus met de fuga (de eenige in dit werk) op het Hosanna en ten slofte het Agnus Dei, dat we>-r leed door te laag zingen en waarin hetzelfde effect van lluiteu en bazuinen herhaald wordt, thans echter was de onderlinge stemming niet zoo schoon als bij het Hnstiaf. Dit gedeelte eindigt met een schoon en bevre ligeud slot in majeur, hetgeen na de vele sombere en grijze tinten die dit werk natuurhik heeft, mij deed huiswaarts keeren uiet den indruk, een zeer schoon eu zeldzaam werk te hebben gehoord, dat, hoewel het tech nisch niet in alle opzichten zooals ik bad veiwacht wer l uitgevoerd, in strtistiek opzicht zeer veel te genieten bad gegeven, en hiervoor breng ik den lieer Viotta mijnen warmen dank. Ik heb M>g verzuimd en solo van den heer Rogmans in het Saitctus te bespreken, doch boe dit te doen ? He lezer most weten dat deze moeielijke partij hem op een zeer ongeschikt oogenblik is opgedragen, nl. eenige dagru voor hij een nieuw leven zon beginnen aan de zijde van baar, die hij tot levensgezellin heeft ge kozen. Heden is de gewichtige dag dat hij met Hamerlirjg kan zicgtn : To H ist das Tch" nun, Selige Ruh ! Es lebe das Holde Das \vonnige sDu". Hij moest zich nu verplaatsen in : iuisterr.is en (lood", terwijl alles iu hem «juichte en ju belde/'. Kau men h°ra nu kwalijk nemen, dat bij onder die omstandigheden van liet Sanctus niet veel terechtbracht, en de noodige zelf beheersching over i-tem en voordracht miste om die partij naar be hooren uit te toeren y Aanstaanden Maandag wordt de ui'v.,«ring v>,n dit werk herhaald. Ik twijfel niet of' de teehriscbe tekortkomingen zull-n dan verbeter.! zijn, en ik hoop dat ae interpretatie e-'eii artistiek moge wezen. Den volgenden avond had de laatste soiree voor Kamermuziek van de Maatschappij tot !>??vordering; der Toonkunst plaats. Het progni'itina bestond uit een strijkkwartet van Mozart (C dur) een Sonate van Leclair voor viool en alt. en het Trio (opus !)o Bes dur) van Beethoven, terwijl de beer Mt'sschaert eene nieuwe Ballade van J. Röitgen : »I)as Kind vou Oesterreicii'' eri eenige Schot-che lieileren van Reethovt-n met begelei ding van piano, viool en violo: cel voordroeg. Ik heb ree Is vaak de piaeuschHpcpn van de lieeren RöiUgen, Oamer, Frowein. Hofmeester eu B isma-is besjjroke i. Ik zal d'is hoofdzake lijk bij de nieuwe compositie van Rontgen stil staan. Vooraf een kort woord over Je en-emblenummers. Het kwartet van Mozart werd zeer correct en muzikaal voorgedragen. Hetzelfde moet ik van de sonate van I/elair door de heeren Cra.ner en Hofmeester getuigen. Het trio van Beethoven wou het, wat gloed, aangaat, t-ehter van de beide bovengenoemde nummers, en dit trio was dus een zeer waardig slot van de vele schoone soirees die ons in dezen kring in dit saizoea geboden zijn De Ballade van Rëmtgen is gecomponeerd naar een gedi 'ht van II. von tiilm. Dit gedicht verhaalt ons, dat de vader ten strijde is getrokken raar S'eeswijk-licil-tehi. De eade en liet kind blijven in () istentijk? .?-.rht.er, en iuisli ren naar de wind of die hun ook kan verhalen boe bet hem gaat. Da wind brengt slechte tijding; d? vader is gevallen in den slag aan bet Oevmneer. liet kind khiairt : »wie zal uu voortaan voor a'les zorgen eu wio zal mijn vader zijn?'' waarop de moeder z<-gt: Uw vader is thans een sterke beid: Oj*teurijk zal uw vad-r ziju. Toon u dit waardig, \vor.l groot en sterk, eu bed -uk steeds : N-:;b!e-se oblige.'' De wind zwijgt, het kind valt i;i slaap e:) i:u zinkt de moeder weenend op de knieën eu denkt aau het vervlogen geluk. OH schooiie en poëtisch opgevatte denkbeeld is door den heer lii'mtgen /eer artistiek behandeld. Er is eene zeer schoone eu diep gedachte stem ming in deze. muziek. Het eerste couplet, dat geheel in Br.ihmschen stijl i-i geschreven, ja, zelfs rhyüimisch sterk aau Brahms' ->LiebfNt''eu:' doet denken, w< rdt dooi' een schoon voorspel voorafgegaan. Het daaropvo'geilde: sDort haben sie Decken vun Eulerdün", heeft mij zeer getroffen wat den stijl betreft, terwijl het geheele volgende middengedeelte grooten hartitoctitelijken climax bereikt. Het kwam mij echter voor, dat de stijging wat heel sterk was in aanmerking nemende dat het eene vrouw wns die sprak, zij het dan ook eene heldiu " Des te te meer iudruk maakte echter daardoor Let sombere slot. Dit indrukwekkende nummer heeft zeker op allen groote impressie gemaakt ; alleen speet het mij dat de componist er het Oostenrijksche volks lied heeft ingelascht Hoewel dit met het oog op het verhaal zter goed te verdedigen is, had ik dit liever gemist omdat het efïet reeds te veel i-t aan gewend ; ik zou den componist nog wel iu overwe ging willen geven, dit als naspel te laten vervallen. Het verzwakte in i. den scboonea indruk, dien het laatste couplet maakte. De componist bad zich geen beter vertolker dau Messchaert (hoewel met zoo gedispoueerd als een vorige maal) kun nen wenschen ; ik heb reeds meer gezegd boe uitstekend zij elkander altijd verstaan. DeHchotsche liedereu \ an Beethoven werden eveneens zeer i-choon ge«mg-D. Ik noem vooral No. l't, ea (i. In de begeleiding van deze liederen had, dunkt mij, wat meer eenheid eu discretie kunnen heerscheu. Ten slotte ro?p ik den voort'effelijken kunsteuaars.die met zooveel piëteit en meesterschap dezen winter verschillende werken voor kamer muziek vertolkten, een hartelijk : tot weerziens toe. VAN MiLi.KiEX. VEHKOOPING VAN DE COLLECTIE l'. IX DE BKA.KKËGROXD. De auctior.arissen Roos en Co. hebb.;n alle vol doening van de door hen gehouden veiling der collectie-P, die een volledig succes is geweest. De zaak was door hen dan ook Hink aangepakt en de belangstelling was algemeen. Op de tdjkdagen was liet zoo vol dat men eigenlijk niets te zien kon krijgen, men maakte tile aan den ingang, en verdrong elkaar in de groote zaal van de Brakke Grond \vaar de col lectie zeer smakelijk was tentoongesteld. Op de verkooping waarbij een driehonderd merschtn tegenwoordig waren, zag men een aantal kunst koopers', zoo groot als men dat op een Amstcrdaio.sche anctie niet gewoon is. Uit Parijs Arnold en Tripp, Durancl-Rtiel en Bernhoim jeune. Uit New- Vork Palmer. Uit Glasgow Brovne. Uit Lon den lloliituder eu Cremetti en Koekkoek. Uit den Haag Terstceg en Van Wisbolingh. Uit Amster dam Tessaro, Preyer on van Gogh. Uit Rotterdim de Kuyper en Kloek. Bovendien tal van be kende verzamelaars : de heeren Mesdag en Jhr. Stcengracht uit den Haag, van Jv'gheu uit Amsterdanij l'. L-ingenhuizen uit Uussu;n eu por slot zoowat allo Amsterdamsche kunstliefhebbers. O ischoon niemand er der. lieer P, van verdenkt i-pe'üihuievübedoelingen te hebben gehad, is het beksnd dat do opbrengst va.i de/e veiling i/':i'7;i.'K)ti) de som die deze. verzameling den llaagschen lief hebber moet hebbon gekost verre overtreft. En dat behoeft waarlijk geen mensch te verwonderen. Wan neer men zouals de lieer P. verlicht er, oordeel kundig genoeg is zich fec.hildorijeii te koopen van grojte schilders, dikwijls vóór dat hun reputatie tot de m:-t>sa is doorgedrongen, doet men, al is men er ver ai' die bedoeling te hebben, vanzelf nooit eeu slechte speculatie. Die mooie Danbigny die r, u door Ai mild van Tripp voor meer dan zeven dnizeiul gulden gekocht is. werd indertijd door den Heer P. aan het buis Goujiil stellig met vrij wat min der bolauld, maar de lieer P. was U, en ook de eerste bier te lainlo die eeu schilderij van Dauliigny aankochl. Eu ook dat Ugexioht van Jaap Maris werd bijna iwintig jaren geleden door hom genomen, toen Maris nog volstrekt niet alg'-ineen bekend w a--, en toen lieden als D. Van der Keilen diuim zi.ij'jo^ aan Maris ook al mooi gaat prijzen, en bij deze gelegenheid de» II 'er P. zolfs zijn coüipliiaent dor^t. maken over den smaak d^nr hum bij het aanleggen vau zijn coliectic getimnei, nog mo ord en b:a:;d rienen over Zil-ke ketterij iu (te sehi!uo:'kunst. Alieeu de negen nu:nmers van Corot brachten te zanKT. /'.SI, i n «i cp, e;i dit budiag bc'ho.-tt niet te hoog geacht te wor.ten, omdat juint. al deze stukken door kiinstkocpers wo;(ieu gekoi'ht. Jiimncr dat er, en dat zeker nog slechts v.iui'i""pig, muar ecu enkele van in ons land blijtt. \'oor de Corottentoonstelling dio ons iu l'uiehri nog altijd !>lij;t toi'geze,:;'!, is het dm vers', rooien van u .'ze col lectie al een gvoote M iuiue. De Anisteraani.sche \"erceniging voor moderne kunst, noch het MusiMim-T<'.y.er te iiaariem wor de/i, als ik wel ingelicht ben. door deze veiling een enkel stuk rijker. Het liordtsehe Museirn kocht het mooie kindertL;nur!Je van Ja".p Maris en deed daar wol aan, a! bleef liet bij z:jn gewoonte om duur te koopen ; / J-ldd). li._-t zeldzam:; schil.leriitj \ van Biom:ii(rs (iat in een mn.icuiii van moderne Hollandst-i. e luuis!, ecu niliiemende pi.'-ui/s zou iii.-.g;,n in. lemen, g';ng inder daad T'.iiiuleiiïiiüog |(),().r)()) ; de Dordtsciie fieeren hadden gelijk d,.it zij het. toen het zóó 'jing, lieten bciiieten. l)e Bosboom brai ,:t / f). :?;',' ) <ip. Il-" hoe;' 'l'ü.isaro mug hut moe-terstnk vau Bo'boo'.iJ. da', lui r,.».; h'.'ett, nu wel terdege up-duan. i Ie gro ..,!>tc pi'ijs werd bi;taaiil \oi-r de Ko»a Bouaeiu (/ It^.l.V'). in het bezit va i welk ptvnlisiuk >.i.:U nu waarscïiij.'iiijif spoedig ^cn Ainenzai tnogeu verl'e eer va1.: do particuliere HoiLvidsche verzanielaarn wei ?!, dat moet men zeghel., k'.'anig ojigeliduiiou door (ie royaliU-i' \an diMi H.'i}!' i'. Langerhuizi-n. di(^ lliuke pi::j/.en dorst bes: ;.de:;. en di'm.i.ii nit.-.lu'tend Ilollaudseiie K[Ü',S( . ivoclit. .Maar do lieer i.aiigerhiii/on is eeu gansch a'üler eolieetioneur al.- de Heer i'.. liij wacht geduldig tol een reputa'ie /oer algemeen gesaoetioneoist i:> ge\v(.T(lon. \\.iot. als ik zoo bodi.-nk, lief is nog maar kon g.:le leii dat Mauve geen kwartier gaans vau den ilrer Langertnüzen a:, aau den Laardeiweg woonde, en 1,0 lieer L. de mools'e gele^eiiiieiil ha i van den .schilder op ziju gemak de .stukken uit zijn rijpste peiiodo af te koopen; miMaiuo gï;st,,rve;i is. moet h:j eeu minder mooi specimen van zijn kunst ncn;cn voor meer clan het dubbele vau wat Mauve bij zijn leven wed ooit voor een schilderij ontvangen hoeft. Eu den grootcn Israels, de Heer Langerhuizen heeft dit schil derij uit de vroegere periode van den Haagschen meester met 14,410 gulden durven betalen. Wat moet dan in verhouding de prachtige Verkwikking in Teylers Museum en het heerlijke groote schil derij van Israels in Dordt wel niet waard zijn? Eén ding dan ook, dunkt mij, valt er na elke groote veiling op te merken. Het is, dat verzame laars zoo onverstandig doen, liefst op ancties te koopen. Er is een idee dat zulk een marktprijs sekuurder is, dan de prijzen die de kunstkoopers vragen. Maar laat hen eens de aucties bijwonen, goed uit hun oogen kijken en de prijzen noteeren, en laat hen daarna een bezoek brergen aan de goede kunstkoopers die werk hebben van dezelfde meesters waarvan zij zooeven schilderijen zagen veilen. Zij zullen, voor znover althans de kunst van onze levende voorname schilders aangaat, spoedig zien, dat onze grooto kunstkoopers niet overvragen, en dat men meestal in hunne handen veiliger is, dan in de grillige opwinding van een groote openbare verkooping. Bewijzen te over 'zou ik hiervoor kunnen geven, als per slot dit geschrijf over cijfers mij niet vervelen ging. V. AAXTEEKEXIXGEX-SCHILDERKUNST. Binnen kort krijgt men te Parijs weer eenige verkoopingen waar kunst in voorkomt van de periode der, bij gebrek aan een beter naam, zoogezegde Kransche romantiek. Den 28aii en 29en April bij den verkoop van bet atelier-Chaplin in het Hotel Drouot zaken van Daubigny, Diaz. Jacque. Den Gen Mei in het Hotel Drouot, bij de collectie A. werken van Corot, Daubigny, Oec.imps, Delacroix, Fromentin, Gavarni, Jongkind, Tassaert. En 11,12 on 13 Mei bij Georges Petit in den verkoop der collectie van den schil der Emile van Marcke: schilderijen, pastels en teekeningon van Daubigry, Delacroix, Rottseeau, Troyon, Vollon. De Xederlandsche afdeelir.g van het Berlijnsch Museum, waarin de oud-IIollandsche schilder kunst voortdurend met een zekere voorliefde en een groote nauwgezetheid van oordeel wordt aangevuld, is nu weder met eenige schilderijen verrijkt. Uit een Kngelsche collectie werd een als buitengewoon mooi geprezen om vangrijk landschap van .Tacob van IJuy^lael aan gekocht, dat zeer gord geconserveerd is. Een andere uitstekende anmvii st is een groote Ter Borch. musiceerende d'imes, dat ik voor eenigen tijd bij Hanser zag die het H'hoor.moakte, een zeldzame Ter Borch die bijna zoo schitterend is als een Van der Meer. Dit schilderij komt ook uit Engeland en werd door eenigc, kmistvrienden samen met een oudcmans figuurtje van Rernbrandt, bij diens nieuwe benoeming tot Museumdirecteur aangeboden aan dr. Bode, die beide stukken aan do door hem bestuurde collectie afstond. Verdere acquisities zijn stillevens van Abraham van Beijeren. riouts cu J. F. Treek. De heer G roesbeek op het Rokin heeft drie nieuwe- H'hiblrrijen, Een uitstekend landschap van Georgfts Midit'l, den Imiiengowonen l'arijsdien schilder uit het begin van dfxe eeuw. die bij bet noemen van de groote meesters van het Fransche landschap to dikwijls vergeten wordt: een mof iet' dat denken doof aan de gezichten op Haarlem van de duinen af gezien, die Ruysdael zoo heerlijk schilderde. De groote, grijze lucht is: stout en krachtig van houw, er is pon los heid ie de behandeling vau dit schilderij' dio men bij iemand dio maar als een vooHoopcr" van het Fransche lardschap to hoek slaat misschien niet /ocken zon. Het tweede schüd-Tij een Troyon. is kleiner, het is een mooi werk uit zijn beste pe riode, zeer breed van doen. een jjroot licht straalt uit do lu.'ht over een weiland met koeien. Het derde is ecu zeege/icbt van Jongkind, gedateerd liS'Jil, een stukje met zeer mooie kwslileiten. Bij do firma Buil'i vindt men op 't oogenblik twee proeven van de hooi'sto Hollandsche, kunst va.i deze dagen. Een Israël,je, een moeder haar kind 7oogend. zóó lijn en zóó kompleet, als ik er geen tweede wcc-t. De rustige gretLdieid van bet kindje dat men v«n achter- op-zij zir-t. en de in tieme zorgzaamheid van de gansch in haar moe derschap verzoeken jonge vrouw1 zijn eenig van uitdrukking. En oen zeer krachtige rij'c-grijze sluotkant van Jakob Maris bui'on hij een drassig pad niet een stadje op den achtergrond mot door brekend licht in de regenlucht en een enkel scheer. licht over het water dat prachtig op /ij;i plaats staat, is eeu specimen vau deze zijde van hot onvolpre zen talent van den meester, zoo mooi ais men het maar wenschen kan. Omtrent het feest van TtCcliri "in den Haag dat verleden Zaterdag gebonden werd.cn dat door de, smaak volle zorgen van de heeren van der Maarol en B.iuer schitterend geweest moet zijn, vertelt men mij een aardig voorval, dat ik hier wel de onschadelijke indiscretie hebben ma_' over te ver tellen. Een Kamerlid dronk dien avond in het lliiftgschp schildersgezelschap ep Xederland's drie ;iniot:,!e schilders. Bosboom, Israël s en M>,lag Maar de heer M >???<! i'.r kouipleteerde dien lo.ist dadelijk d ,or op Jacoh Maris te drinker. En do heer Mesrhiir moet hiervoor niet do warmste foeju;chinjjCii beloond geworden zijn. terwijl .iaeub Mü.ris. die zich wat achteraf hiel 1. op een stool door do opgewon.uen schiLlers de zaal rondgedragen werd. Na'ir aanleiding van een verschil van meening niet z'jn vasten medewerker voor schilderkunst niüiront de nuttigheid vau den Prïx d'1 Itome. is de hoofdredacteur van het Ji«inlrl*Ii!«il op hot /eer goede idee gekomen do hoeren J.izef Israels on .ï.icob Maris hunne meening over deze kwestie to \!':ii;o!i. De hoer Israels. die in AVieshadeu is, werd, jiinimer genoeg, niet thuis gevonden, de heer Israëls weet anders no;r bij ondervinding wat zulk oen wedstrijd is. maar van wat do hoer Maris zeide, is het Hinith'lxlAnd zoo gelukkig een verslag te kunnen aanbieden. Het is werkelijk vreemd dat Ilollaniischc jour nalisten niet moer op hot idee komen bij eenige aanhangige kwestie, autoriteiten daaromtrent te gaan interviewen. Een objectief weergegeven inter view van een man die wat is, is leesbaarder en meer

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl