Historisch Archief 1877-1940
DB AMSTERDAMMER, WEEKFLAD VOOR NEDERLAND.
door Kreon en Teiresias vermeld, zegt zy ge
ruststellend:
Laat alle zorg daarover varen vriend,
En leer van mij, dat alle wichelkunst
Der menschen ijdel, niets dan onzin is!
en vertelt, nn zelve van het orakel dat haar in
de* tjjd voorspelde, dat Laïus door zijn eigen
zoon gedood zou worden, en toch niet uitgekomen
is. D» voordracht van deze woorden door Jokaste
scheen m\j niet geheel juist opgevat; zij voert het
aan als geruststelling en moest het dus met
eeriigen triomf, onbevangen en blijmoedig, zeggen,
zooals men een verhaal van eene gelukkige ge
nezing verrelt om een zieke moed in te spreken.
Te tragischer werkt het dan, dat dit zelfde woord
voor Oedipus en het koor eene openbaring der
vreeselijke waarheid is.
Dit tooneel van ontzetting gaf den acteur ge
legenheid tot het schilderen van eene nieuwe
aandoening; en nu volgt het drama zijn weg met
haastige schreden naar het eind. Oedipus zoekt
klaarheid, ontbiedt al wat getuigen kan, schoon
reeds gevoelend dat hij in zijn eigen verderf
wroet. Als hij zelf het verhaal doet van het
oogenblik, waarop hij den grijsaard versloeg, waren
zjjne voordracht en houding voortreffelijk; de
plooien van den parelgrijsen koningsraantel,
met breeden rand van goudborduursel, vielen als
eene antieke draperie van den schouder neer
over het lange purperen kleed; met den korten
baard, het niet te hooge voorhoofd, deed hij aan
den Oedipus van Ingres denken. Ook daar waar
eenvoudige woorden de hoofdpunten der handeling
aangeven:
Hoe-? ben ik dan zoo slecht,
Zoo gansch verworpen."
en, na de verhooren van den bode, en van den
herder:
Wee! wee! Zoo komt dan alles, alles, uit!
O zon, moge ik voor 't laatst uw stralen zien,
Ik, die het licht zag van wie 't niet mocht zijn,
Die 't bloed vergoot van wie het niet mocht zijn,
Die omgang had met wie het niet mocht zijn,...
waar het gebaar van den mantel over het hoofd
te trekken verrassend, klassiek en indrukwekkend
was.
In het laatste bedrijf, Oedipus met uitgestoken
oogen, het afscheid en de beschikkingen omtrent
volk en gezin, had wellicht eenige bekorting kun
nen aangebracht zijn, maar de acteur nuanceerde
zooveel hij kon, en ook hier schoten noch bij het
overdragen van de landszorgen aan Kreon, noch
bij het weemoedige vaarwel aan zijne kinderen, stem
en voordracht te kort.
De Oedipus-avond zal allen die hem mochten
bywonen, in het geheugen blijven als een feest
in den edelsten zin. Het is iets opmerkelijks en
verheffends, te zien, hoe, na al wat bizar?,
gekunstelds, buitensporigs. als kunst" wordt aange
boden, niemand de bekoring kan weerstaan MM
den eenvoud en duidelijkheid, de harmonie in vorm
en inhoud, den afgewerkten vorm er. al die eigen
schappen, die men nog bij uitnemendheid klassiek
noemt en die nimmer verouderen.
v. L.
MUZIEK IX DE HOOFDSTAD.
Vele compositiën hadden reeds eene lange ge
schiedenis achter zich, alvorens zij worden ten
gehoore gebracht. Zoo was het ook nipf. Berlioz,
»Messe des Mart s" die hij op last van de Frausche
regeeriug componeerde ten einde op kosten van
den staat te worden opgevoerd. Borlioz toog
aai het werk en zorgde na d« voltooiing voor
nitsehrijving van partijen, terwijl hij reeds voor
bereidende repetitiëu hield, en zie'.! de staat
veranderde van opinie en bepaalde dat op den
voor de uitvoering bsstemden dag eene stille mis
zou gelezen worden.
Na allerlei pogingen van Berlioz om ten minste
het geld t» rug te krijgen dat hij voor dit doel
had uitgegeven, bepaalde men, dat de mis zou
uitgevoerd worden ia de Eglisede.s Invaliden, ter
eere van den gesneuvelden Generaal Damr
mont. Op 5 Dec. 1837 had die uitvoering plaats
en maakte een diepen indruk.
Berlioz verhaalt, dat hem in deze. uitvoering
ook nog allerlei moeielijkhedeu werden ia den
weg gel<-gd en dat zelfs onder de uitvoering de
dirigent Habeneck die hem vijandig gezind was,
bij het begin van het Tuba Mirum (eeu van de
moeielijkste oogenblikken) den stok neerlei en
doodbedaard eeu snuifje nam. zoodat Berlioz
moest bijspringen om de maat aan te gev-n.
Heel geloofwaardig komt dit verhaal mij niet
voor, doch het is Berlioz zelf die het verhaalt,
en dus basta i
Voor de vierde maal werd dit Requiem thans
in ons lind uitgevoerd, n.l. tweema tl iu's-Hage
onder leiding van S de Lange, eer.s te Utrecht
onder die van Richard Hol en thans door de
zangvereeniging «Excelsior" onder leiding van
mr. H. Viotta.
Dit werk eischt eene buitengewone bezetting
van koperen blaasinstrumenten en slaginstrumen
ten. Behalve het gewone orkest waarin o. a.
twaalf hoorns en vierdubbele bezetting van hou
ten blaasinstrumenten zijn volgeschreven, ko
men er vier bijorkestjn, die bij bet biatste oor
deel het bazuingeschal in alle richtingen doen
weerklinken.
Er waren in die bij-orkesten l cornettcT. IL'
trompetten, l (i bazuinen, 2 tubas e:i -l
ophicltjide?; terwiil de slaginstrumenten bestonden uit 10
in verschillende tonen gestemde pauken, '2
groote trommels, -l tamtams en 10 bekkens. Dit
alles was werkelijk aanwezig. Het k,mr was in
het midden geplaatst, de strijkinstrumenten links
en de blaasinstrumenten rechts, terwijl de vier
bij-orkesten niet aan de vier uiteinden, docli ach
ter de beide groepen gep'aatst w<uea. De slag
instrumenten bevonden zich achter het koor.
Voor het Tuba Mirum was deze plaatsing
voortreffelijk, doch voor de aaltre (vooral de
eerste) nummers had Int dit nadeel, dat het
koor niet geno?g steun voor de intonatie vond
en te laag zong, terwijl ook tusschen de
st-'ijken blaasinstrumenten door den afstand niet altijd
genoeg overeenstemming werd verkregen.
Van af het Tuba Mirum gaf bet koor veel
goeds, eu als geheel moet ik vooral de muzikale
opvatting roemen, die mij een zeer artistieke
toescheen.
Deze compositie wijkt, wat conceptie en in
strumentatie aangaat, zoozeer van de bestaande
werken af dat zij evenveel zal afstooten als aan
trekken, doch allen zullen, dunkt mij, het genie
van dezen meester moeten erkennen, die niet
alleen alle vormen volkomen meester is, en zich
nooit in de effecten die hij wil aanwenden ver
gist, doch die eene grootscbheid van opvatting
heeft getoond in dit werk, dat als stijl eenig in
de muziekgeschiedenis is.
Reeds het in eerste nummer waren tal van
schoonheden op te merken, (het staccato van de
tenoren, de arabesken op de woorden: »donaeïs''
van de sopranen en het eerste motief van de
bassen, l it frappeerde mij ondanks het voort
durend te laag zingen. In het Dies Irae werkte
dit laag zingen nog meer demoraliseereud, doch
het Tuba Mirum, zoo schoon door het orkest
uitgevoerd, deed dit spoedig vergeten (Ie goede
onderlinge stemming moest ik vooral releveereti).
Van de volgende nummers roem ik vooral het
Quaerens me dat (zonder begeleiding) in vele op
zichten zeer goed werd uitgevoerd eu vooral het
uitgewerkte Laerijnioto. Het tweede melodieuze
motief door alt en tenor ingezet, geeft eene wel
dadige afwisseling Aan het slot Judicandus
h'imo r.ius komt de geweldige kopennassa weer
aan het laatste oordeel herinneren, eu hier vooral
deed zich de behoefte aau een sterker koor ge
voelen.
Ik vermeld nog het Hoslias, zoo eigenaardig
van kleur door de tus-<chenspel waarin de op
vallende zamenvoeging van drie fluiten en bazui
nen in het lage register (die op het ge.dcht belache
lijk schijnt) in werkelijkheid een verrassend efIVct
maakt, vervolgens het Sanctus met de fuga
(de eenige in dit werk) op het Hosanna en
ten slofte het Agnus Dei, dat we>-r leed
door te laag zingen en waarin hetzelfde effect
van lluiteu en bazuinen herhaald wordt, thans
echter was de onderlinge stemming niet zoo
schoon als bij het Hnstiaf. Dit gedeelte eindigt
met een schoon en bevre ligeud slot in majeur,
hetgeen na de vele sombere en grijze tinten die
dit werk natuurhik heeft, mij deed huiswaarts
keeren uiet den indruk, een zeer schoon eu zeldzaam
werk te hebben gehoord, dat, hoewel het tech
nisch niet in alle opzichten zooals ik bad veiwacht
wer l uitgevoerd, in strtistiek opzicht zeer veel te
genieten bad gegeven, en hiervoor breng ik den
lieer Viotta mijnen warmen dank.
Ik heb M>g verzuimd en solo van den heer
Rogmans in het Saitctus te bespreken, doch boe
dit te doen ? He lezer most weten dat deze
moeielijke partij hem op een zeer ongeschikt
oogenblik is opgedragen, nl. eenige dagru voor
hij een nieuw leven zon beginnen aan de zijde
van baar, die hij tot levensgezellin heeft ge
kozen.
Heden is de gewichtige dag dat hij met
Hamerlirjg kan zicgtn :
To H ist das Tch" nun,
Selige Ruh !
Es lebe das Holde
Das \vonnige sDu".
Hij moest zich nu verplaatsen in : iuisterr.is
en (lood", terwijl alles iu hem «juichte en ju
belde/'.
Kau men h°ra nu kwalijk nemen, dat bij onder
die omstandigheden van liet Sanctus niet veel
terechtbracht, en de noodige zelf beheersching over
i-tem en voordracht miste om die partij naar be
hooren uit te toeren y
Aanstaanden Maandag wordt de ui'v.,«ring v>,n
dit werk herhaald. Ik twijfel niet of' de
teehriscbe tekortkomingen zull-n dan verbeter.! zijn,
en ik hoop dat ae interpretatie e-'eii artistiek
moge wezen.
Den volgenden avond had de laatste soiree
voor Kamermuziek van de Maatschappij tot
!>??vordering; der Toonkunst plaats. Het progni'itina
bestond uit een strijkkwartet van Mozart (C dur)
een Sonate van Leclair voor viool en alt. en het
Trio (opus !)o Bes dur) van Beethoven, terwijl de
beer Mt'sschaert eene nieuwe Ballade van J.
Röitgen : »I)as Kind vou Oesterreicii'' eri eenige
Schot-che lieileren van Reethovt-n met begelei
ding van piano, viool en violo: cel voordroeg.
Ik heb ree Is vaak de piaeuschHpcpn van de
lieeren RöiUgen, Oamer, Frowein. Hofmeester
eu B isma-is besjjroke i. Ik zal d'is hoofdzake
lijk bij de nieuwe compositie van Rontgen stil
staan. Vooraf een kort woord over Je
en-emblenummers.
Het kwartet van Mozart werd zeer correct en
muzikaal voorgedragen. Hetzelfde moet ik van
de sonate van I/elair door de heeren Cra.ner en
Hofmeester getuigen. Het trio van Beethoven
wou het, wat gloed, aangaat, t-ehter van de beide
bovengenoemde nummers, en dit trio was dus
een zeer waardig slot van de vele schoone soirees
die ons in dezen kring in dit saizoea geboden
zijn
De Ballade van Rëmtgen is gecomponeerd naar
een gedi 'ht van II. von tiilm.
Dit gedicht verhaalt ons, dat de vader ten
strijde is getrokken raar S'eeswijk-licil-tehi.
De eade en liet kind blijven in () istentijk? .?-.rht.er,
en iuisli ren naar de wind of die hun ook kan
verhalen boe bet hem gaat. Da wind brengt
slechte tijding; d? vader is gevallen in den slag
aan bet Oevmneer. liet kind khiairt : »wie zal
uu voortaan voor a'les zorgen eu wio zal mijn
vader zijn?'' waarop de moeder z<-gt: Uw vader
is thans een sterke beid: Oj*teurijk zal uw vad-r
ziju. Toon u dit waardig, \vor.l groot en sterk,
eu bed -uk steeds : N-:;b!e-se oblige.''
De wind zwijgt, het kind valt i;i slaap e:) i:u
zinkt de moeder weenend op de knieën eu denkt
aau het vervlogen geluk.
OH schooiie en poëtisch opgevatte denkbeeld is
door den heer lii'mtgen /eer artistiek behandeld.
Er is eene zeer schoone eu diep gedachte stem
ming in deze. muziek.
Het eerste couplet, dat geheel in Br.ihmschen
stijl i-i geschreven, ja, zelfs rhyüimisch sterk aau
Brahms' ->LiebfNt''eu:' doet denken, w< rdt dooi'
een schoon voorspel voorafgegaan. Het
daaropvo'geilde: sDort haben sie Decken vun
Eulerdün", heeft mij zeer getroffen wat den stijl betreft,
terwijl het geheele volgende middengedeelte
grooten hartitoctitelijken climax bereikt. Het kwam
mij echter voor, dat de stijging wat heel sterk
was in aanmerking nemende dat het eene vrouw
wns die sprak, zij het dan ook eene heldiu "
Des te te meer iudruk maakte echter daardoor
Let sombere slot.
Dit indrukwekkende nummer heeft zeker op
allen groote impressie gemaakt ; alleen speet het
mij dat de componist er het Oostenrijksche volks
lied heeft ingelascht Hoewel dit met het oog op
het verhaal zter goed te verdedigen is, had ik dit
liever gemist omdat het efïet reeds te veel i-t aan
gewend ; ik zou den componist nog wel iu overwe
ging willen geven, dit als naspel te laten vervallen.
Het verzwakte in i. den scboonea indruk, dien het
laatste couplet maakte. De componist bad zich
geen beter vertolker dau Messchaert (hoewel
met zoo gedispoueerd als een vorige maal) kun
nen wenschen ; ik heb reeds meer gezegd boe
uitstekend zij elkander altijd verstaan. DeHchotsche
liedereu \ an Beethoven werden eveneens zeer
i-choon ge«mg-D. Ik noem vooral No. l't, ea
(i. In de begeleiding van deze liederen had,
dunkt mij, wat meer eenheid eu discretie kunnen
heerscheu.
Ten slotte ro?p ik den voort'effelijken
kunsteuaars.die met zooveel piëteit en meesterschap
dezen winter verschillende werken voor kamer
muziek vertolkten, een hartelijk : tot weerziens
toe.
VAN MiLi.KiEX.
VEHKOOPING VAN DE COLLECTIE l'. IX
DE BKA.KKËGROXD.
De auctior.arissen Roos en Co. hebb.;n alle vol
doening van de door hen gehouden veiling der
collectie-P, die een volledig succes is geweest.
De zaak was door hen dan ook Hink aangepakt
en de belangstelling was algemeen. Op de
tdjkdagen was liet zoo vol dat men eigenlijk niets
te zien kon krijgen, men maakte tile aan
den ingang, en verdrong elkaar in de groote
zaal van de Brakke Grond \vaar de col
lectie zeer smakelijk was tentoongesteld. Op de
verkooping waarbij een driehonderd merschtn
tegenwoordig waren, zag men een aantal kunst
koopers', zoo groot als men dat op een
Amstcrdaio.sche anctie niet gewoon is. Uit Parijs Arnold
en Tripp, Durancl-Rtiel en Bernhoim jeune. Uit
New- Vork Palmer. Uit Glasgow Brovne. Uit Lon
den lloliituder eu Cremetti en Koekkoek. Uit den
Haag Terstceg en Van Wisbolingh. Uit Amster
dam Tessaro, Preyer on van Gogh. Uit
Rotterdim de Kuyper en Kloek. Bovendien tal van be
kende verzamelaars : de heeren Mesdag en Jhr.
Stcengracht uit den Haag, van Jv'gheu uit
Amsterdanij l'. L-ingenhuizen uit Uussu;n eu por slot
zoowat allo Amsterdamsche kunstliefhebbers.
O ischoon niemand er der. lieer P, van verdenkt
i-pe'üihuievübedoelingen te hebben gehad, is het
beksnd dat do opbrengst va.i de/e veiling i/':i'7;i.'K)ti)
de som die deze. verzameling den llaagschen lief
hebber moet hebbon gekost verre overtreft. En dat
behoeft waarlijk geen mensch te verwonderen. Wan
neer men zouals de lieer P. verlicht er, oordeel
kundig genoeg is zich fec.hildorijeii te koopen van
grojte schilders, dikwijls vóór dat hun reputatie tot
de m:-t>sa is doorgedrongen, doet men, al is men er
ver ai' die bedoeling te hebben, vanzelf nooit eeu
slechte speculatie. Die mooie Danbigny die r, u
door Ai mild van Tripp voor meer dan zeven
dnizeiul gulden gekocht is. werd indertijd door den
Heer P. aan het buis Goujiil stellig met vrij wat min
der bolauld, maar de lieer P. was U, en ook de eerste
bier te lainlo die eeu schilderij van Dauliigny
aankochl. Eu ook dat Ugexioht van Jaap Maris werd
bijna iwintig jaren geleden door hom genomen,
toen Maris nog volstrekt niet alg'-ineen bekend
w a--, en toen lieden als D. Van der Keilen diuim
zi.ij'jo^ aan Maris ook al mooi gaat prijzen, en bij
deze gelegenheid de» II 'er P. zolfs zijn coüipliiaent
dor^t. maken over den smaak d^nr hum bij het
aanleggen vau zijn coliectic getimnei, nog mo ord
en b:a:;d rienen over Zil-ke ketterij iu (te
sehi!uo:'kunst.
Alieeu de negen nu:nmers van Corot brachten
te zanKT. /'.SI, i n «i cp, e;i dit budiag bc'ho.-tt niet
te hoog geacht te wor.ten, omdat juint. al deze stukken
door kiinstkocpers wo;(ieu gekoi'ht. Jiimncr dat
er, en dat zeker nog slechts v.iui'i""pig, muar ecu
enkele van in ons land blijtt. \'oor de
Corottentoonstelling dio ons iu l'uiehri nog altijd !>lij;t
toi'geze,:;'!, is het dm vers', rooien van u .'ze col
lectie al een gvoote M iuiue.
De Anisteraani.sche \"erceniging voor moderne
kunst, noch het MusiMim-T<'.y.er te iiaariem wor
de/i, als ik wel ingelicht ben. door deze veiling
een enkel stuk rijker. Het liordtsehe Museirn
kocht het mooie kindertL;nur!Je van Ja".p Maris
en deed daar wol aan, a! bleef liet bij z:jn
gewoonte om duur te koopen ; / J-ldd). li._-t
zeldzam:; schil.leriitj \ van Biom:ii(rs (iat in een
mn.icuiii van moderne Hollandst-i. e luuis!, ecu
niliiemende pi.'-ui/s zou iii.-.g;,n in. lemen, g';ng inder
daad T'.iiiuleiiïiiüog |(),().r)()) ; de Dordtsciie fieeren
hadden gelijk d,.it zij het. toen het zóó 'jing, lieten
bciiieten. l)e Bosboom brai ,:t / f). :?;',' ) <ip. Il-"
hoe;' 'l'ü.isaro mug hut moe-terstnk vau Bo'boo'.iJ.
da', lui r,.».; h'.'ett, nu wel terdege up-duan.
i Ie gro ..,!>tc pi'ijs werd bi;taaiil \oi-r de Ko»a
Bouaeiu (/ It^.l.V'). in het bezit va i welk
ptvnlisiuk >.i.:U nu waarscïiij.'iiijif spoedig ^cn
Ainenzai tnogeu
verl'e eer va1.: do particuliere HoiLvidsche
verzanielaarn wei ?!, dat moet men zeghel., k'.'anig
ojigeliduiiou door (ie royaliU-i' \an diMi H.'i}!' i'.
Langerhuizi-n. di(^ lliuke pi::j/.en dorst bes: ;.de:;. en
di'm.i.ii nit.-.lu'tend Ilollaudseiie K[Ü',S( . ivoclit. .Maar
do lieer i.aiigerhiii/on is eeu gansch a'üler
eolieetioneur al.- de Heer i'.. liij wacht geduldig tol een
reputa'ie /oer algemeen gesaoetioneoist i:>
ge\v(.T(lon. \\.iot. als ik zoo bodi.-nk, lief is nog maar
kon g.:le leii dat Mauve geen kwartier gaans vau
den ilrer Langertnüzen a:, aau den Laardeiweg
woonde, en 1,0 lieer L. de mools'e gele^eiiiieiil
ha i van den .schilder op ziju gemak de .stukken
uit zijn rijpste peiiodo af te koopen; miMaiuo
gï;st,,rve;i is. moet h:j eeu minder mooi specimen
van zijn kunst ncn;cn voor meer clan het dubbele
vau wat Mauve bij zijn leven wed ooit voor
een schilderij ontvangen hoeft. Eu den grootcn
Israels, de Heer Langerhuizen heeft dit schil
derij uit de vroegere periode van den Haagschen
meester met 14,410 gulden durven betalen. Wat
moet dan in verhouding de prachtige Verkwikking
in Teylers Museum en het heerlijke groote schil
derij van Israels in Dordt wel niet waard zijn?
Eén ding dan ook, dunkt mij, valt er na elke
groote veiling op te merken. Het is, dat verzame
laars zoo onverstandig doen, liefst op ancties te
koopen. Er is een idee dat zulk een marktprijs
sekuurder is, dan de prijzen die de kunstkoopers
vragen. Maar laat hen eens de aucties bijwonen,
goed uit hun oogen kijken en de prijzen noteeren,
en laat hen daarna een bezoek brergen aan de
goede kunstkoopers die werk hebben van dezelfde
meesters waarvan zij zooeven schilderijen zagen
veilen. Zij zullen, voor znover althans de kunst
van onze levende voorname schilders aangaat,
spoedig zien, dat onze grooto kunstkoopers niet
overvragen, en dat men meestal in hunne handen
veiliger is, dan in de grillige opwinding van
een groote openbare verkooping. Bewijzen te over
'zou ik hiervoor kunnen geven, als per slot dit
geschrijf over cijfers mij niet vervelen ging.
V.
AAXTEEKEXIXGEX-SCHILDERKUNST.
Binnen kort krijgt men te Parijs weer eenige
verkoopingen waar kunst in voorkomt van de
periode der, bij gebrek aan een beter naam,
zoogezegde Kransche romantiek.
Den 28aii en 29en April bij den verkoop van
bet atelier-Chaplin in het Hotel Drouot zaken van
Daubigny, Diaz. Jacque. Den Gen Mei in het
Hotel Drouot, bij de collectie A. werken van Corot,
Daubigny, Oec.imps, Delacroix, Fromentin, Gavarni,
Jongkind, Tassaert. En 11,12 on 13 Mei bij Georges
Petit in den verkoop der collectie van den schil
der Emile van Marcke: schilderijen, pastels en
teekeningon van Daubigry, Delacroix, Rottseeau,
Troyon, Vollon.
De Xederlandsche afdeelir.g van het Berlijnsch
Museum, waarin de oud-IIollandsche schilder
kunst voortdurend met een zekere voorliefde
en een groote nauwgezetheid van oordeel
wordt aangevuld, is nu weder met eenige
schilderijen verrijkt. Uit een Kngelsche collectie
werd een als buitengewoon mooi geprezen om
vangrijk landschap van .Tacob van IJuy^lael aan
gekocht, dat zeer gord geconserveerd is. Een
andere uitstekende anmvii st is een groote Ter
Borch. musiceerende d'imes, dat ik voor eenigen
tijd bij Hanser zag die het H'hoor.moakte, een
zeldzame Ter Borch die bijna zoo schitterend is
als een Van der Meer. Dit schilderij komt ook
uit Engeland en werd door eenigc, kmistvrienden
samen met een oudcmans figuurtje van Rernbrandt,
bij diens nieuwe benoeming tot Museumdirecteur
aangeboden aan dr. Bode, die beide stukken aan
do door hem bestuurde collectie afstond.
Verdere acquisities zijn stillevens van Abraham
van Beijeren. riouts cu J. F. Treek.
De heer G roesbeek op het Rokin heeft drie
nieuwe- H'hiblrrijen, Een uitstekend landschap van
Georgfts Midit'l, den Imiiengowonen l'arijsdien
schilder uit het begin van dfxe eeuw. die bij bet
noemen van de groote meesters van het Fransche
landschap to dikwijls vergeten wordt: een
mof iet' dat denken doof aan de gezichten op
Haarlem van de duinen af gezien, die Ruysdael
zoo heerlijk schilderde. De groote, grijze lucht
is: stout en krachtig van houw, er is pon los
heid ie de behandeling vau dit schilderij' dio men
bij iemand dio maar als een vooHoopcr" van het
Fransche lardschap to hoek slaat misschien niet
/ocken zon. Het tweede schüd-Tij een Troyon. is
kleiner, het is een mooi werk uit zijn beste pe
riode, zeer breed van doen. een jjroot licht straalt
uit do lu.'ht over een weiland met koeien. Het
derde is ecu zeege/icbt van Jongkind, gedateerd
liS'Jil, een stukje met zeer mooie kwslileiten.
Bij do firma Buil'i vindt men op 't oogenblik
twee proeven van de hooi'sto Hollandsche, kunst
va.i deze dagen. Een Israël,je, een moeder haar
kind 7oogend. zóó lijn en zóó kompleet, als ik er
geen tweede wcc-t. De rustige gretLdieid van bet
kindje dat men v«n achter- op-zij zir-t. en de in
tieme zorgzaamheid van de gansch in haar moe
derschap verzoeken jonge vrouw1 zijn eenig van
uitdrukking. En oen zeer krachtige rij'c-grijze
sluotkant van Jakob Maris bui'on hij een drassig
pad niet een stadje op den achtergrond mot door
brekend licht in de regenlucht en een enkel scheer.
licht over het water dat prachtig op /ij;i plaats staat,
is eeu specimen vau deze zijde van hot onvolpre
zen talent van den meester, zoo mooi ais men het
maar wenschen kan.
Omtrent het feest van TtCcliri "in den Haag dat
verleden Zaterdag gebonden werd.cn dat door de,
smaak volle zorgen van de heeren van der Maarol
en B.iuer schitterend geweest moet zijn, vertelt
men mij een aardig voorval, dat ik hier wel de
onschadelijke indiscretie hebben ma_' over te ver
tellen. Een Kamerlid dronk dien avond in het
lliiftgschp schildersgezelschap ep Xederland's drie
;iniot:,!e schilders. Bosboom, Israël s en M>,lag Maar
de heer M >???<! i'.r kouipleteerde dien lo.ist dadelijk
d ,or op Jacoh Maris te drinker. En do heer
Mesrhiir moet hiervoor niet do warmste
foeju;chinjjCii beloond geworden zijn. terwijl .iaeub Mü.ris. die
zich wat achteraf hiel 1. op een stool door do
opgewon.uen schiLlers de zaal rondgedragen werd.
Na'ir aanleiding van een verschil van meening
niet z'jn vasten medewerker voor schilderkunst
niüiront de nuttigheid vau den Prïx d'1 Itome. is
de hoofdredacteur van het Ji«inlrl*Ii!«il op hot
/eer goede idee gekomen do hoeren J.izef Israels
on .ï.icob Maris hunne meening over deze kwestie
to \!':ii;o!i. De hoer Israels. die in AVieshadeu is,
werd, jiinimer genoeg, niet thuis gevonden, de heer
Israëls weet anders no;r bij ondervinding wat zulk
oen wedstrijd is. maar van wat do hoer Maris
zeide, is het Hinith'lxlAnd zoo gelukkig een verslag
te kunnen aanbieden.
Het is werkelijk vreemd dat Ilollaniischc jour
nalisten niet moer op hot idee komen bij eenige
aanhangige kwestie, autoriteiten daaromtrent te
gaan interviewen. Een objectief weergegeven inter
view van een man die wat is, is leesbaarder en meer