Historisch Archief 1877-1940
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTÜS VAN MAURIK Jr.
Ieder nornmer bevat een Plaat.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
Verschijnt eiken Zaterdagavond.
Uitgaven Tj. VAN HOLKEMA, te Amsterdam,
Keizersgracht 436.
Zondag 26 April.
Abonnement per 3 maanden ?1.50, fr. p. post ? 1.65
Voor Indiëper jaar mail l 2.
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . . . ,0.12*
Advertentiën van l?5 regels ?1.10, elke regel meer .... 0.20
Reclames per regel 0.40
i ir H o v n >
VAN VERRE EN VAN NABIJ. FEUIL
LETON: Ellens Chinees, Amerik. novelle, I.
Het Bestelhuis van den Boekhandel. KUNST
EN LETTEREN: Tooneel te Amsterdam, door
Fr. Tragédiennes. Muziek in de hoofdstad,
door Van Milligen. Necrologie, door v. M.
Aanteekeningen Schilderkunst, door V.
Toekomst-philosophie, door F. J v. . VARIA.
SCHAAKSPEL. MILITAIRE ZAKEN: De
voeding en verpleging van het leger. Vlaamsch
dorpje, door Herman Bogaerd. Voor Dames,
door E-e. ALLERLEI. RECLAMES
PENEN-POTLOODKRASSEN. ADVERTENTIËN
BIJVOEGSEL: Het Bestelhuis van den Boek
handel.
Van verre en van nabij.
De Duitsche Eijksdag heeft zich incidenteel
bezig gehouden met het vraagstuk van den
normalen arbeidsdag. Het aanhangige ont
werp tot uitbreiding der arbeidsbescherming
had deze quaestie onaangeroerd gelaten, voor
zoover het volwassen mannelijke arbeiders
gold, ofschoon in dit ontwerp (de
Gewerbenovelle) tal van bepalingen, meest beperkin
gen, voorkomen betreffende den arbeid van
vrouwen, kinderen en jeugdige arbeiders. Van
sociaal-democratische zijde was nu het voor
stel gedaan, om aan het regeeringsontwerp
eene nieuwe paragraaf 136a toe te voegen.
Het doel der voorstellers was, dat onmiddel
lijk een maximaal-arbeidsdag van hoogstens
tien uren zou worden ingevoerd, en dat dit
maximum in het Jaar 1894 zou worden
terug? gebracht tot negen, en in 1898 tot acht uren
per dag. Voor de mijnwerkers zou echter
dadelijk de achtuurswerkdag worden vastge
steld, en die acht uren zouden worden gere
kend van het oogenblik, dat de werklieden
zich aan den ingang der mijn bevonden, tot
zij dien weer verlieten, met andere woorden,
de »Einfahrt" en de «Ausfahrf, waarmede
dikwijls veel tijd gemoeid is, zou in den werk
tijd begrepen zijn.
Het verdient te worden opgemerkt, dat de
sociaal-democraten niet van een normaal
arbeidsdag, maar van een maximaal-arbeids
dag spraken. Uit hunne toelichting bleek,
dat zij begrepen niet voor alle bedrijven
denzelfden arbeidsduur te kunnen eischen.
Verder volgde reeds uit hun voorstel, dat zij
hun wenschen slechts voor geleidelijke ver
wezenlijking vatbaar achten, ofschoon het
tempo, waarin zij de gewenschte hervorming
tot stand willen brengen, altijd nog zeer snel is.
Van instemming met het voorstel was bij
geen der andere partijen in den Rijksdag
iets te bemerken. Wel verzekerden alle spre
kers de Duitsch-vrijzinnige redenaar nog
Feuilleton.
ELLENS CHINEES.
Amerikaansche novelle.
«In zijn leven, dat een aaneenschakeling
van de vreeselijkste moorden en misdaden
was, is hij tot driemaal toe opgehangen ge
worden, tweemaal heeft het woedende volk
hem in de rivier gegooid en altijd weer
wist hij te ontsnappen op wonderbaarlijke
wijze."
Deze belangwekkende persoon, die zich in
zulk een buitengewone levenstaaiheid mocht
verheugen, leefde tot geruststelling van
het vreedzamer deel der menschheid niet
op deze wereld, maar alleen in de fantasie
des schrijvers van den sensatie-roman, welken
een ruim dertienjarige knaap juist toesloeg
en, als ontzet over het pas gelezene, op de
tafel legde. Misschien zou hij lang nog in
nadenken verzonken zijn gebleven over dit
nieuwste voortbrengsel van Amerikaansche
sensatielitteratuur, wanneer de deur niet
geopend geworden en een bejaarde, eenigzins
gezette dame binnengetreden ware.
De knaap haastte zich, om een naderend
onheil te voorkomen, het kostbare kleinood
achter zijn rug te verbergen, maar de scherpe
oogen van Mrs. Sweet was deze beweging
niet ontgaan en na een korten, ongelijken
strijd had zij het boek in handen, dat ze op
goed geluk opsloeg.
«Met zijn sterken arm,'' las zij, «omvatte
John de schreiende, weerstrevende vrouw,
liief haar op zijn steigerend ros en rende
voort door de uitgestrekte prairie bij het
met de meeste reserves dat het beginsel
der geleidelijke bekorting van den arbeids
dag hun volle sympathie had, doch die
sympathie bleek uitermate platonisch te we
zen. Het verst waagde zich de
nationaalliberale afgevaardigde Müllenseifen uit
Bochum, maar deze sprak slechts uit eigen
naam en niet uit dien zijner partij.
De minister Von Berlepsch deed uitkomen,
dat n de regeering n de meerderheid van
het parlement geneigd zouden zijn tot de
invoering van een sanitairen maximaal ar
beidsdag mede te werken, en dat het aan
hangige ontwerp, in verband met reeds
bestaande wettelijke voorschriften, eene be
perking van den arbeidsduur in het belang
der gezondheid mogelijk maakte voor de
bevoegde autoriteit, ook waar het volwassen
mannelijke arbeiders gold. Maar men moest
van deze bevoegdheid slechts Von Fall zu
Fall gebruik maken en de eischen, door de
concurrentie met het buitenland aan de
Duitsche industrie gesteld, niet uit het oog
verliezen. Op die eischen was trouwens
reeds in de keizerlijke rescripten, op welke
de sociaal-democraten zich beriepen, met
nadruk gewezen.
De motiveering van het sociaal-democra
tisch voorstel ging mank aan een zekere
tweeslachtigheid. Aan den eenen kant werd
gewezen op het voorbeeld van Zwitserland,
om te bewijzen, dat een elfuurs-werkdag aan
de productie geen schade zou doen, maar
aan den anderen kant werd een veel aan
zienlijker beperking (tot tien, negen en acht
uur) gevraagd, en daarbij het bewijs niet
geleverd, dat ook deze beperking de pro
ductie niet zou verminderen of niet duurder
zou maken. Voorts werd de opmerking der
tegenstanders niet weerlegd, dat het hier
eigenlijk om loonsverhooging t'e doen was.
De beperking van den dagelijkschen arbeids
duur zoo redeneerde de meerderheid
zal, indien zij iets beteekent, het
indienstnemen van een grooter aantal arbeiders
noodig maken. Zij zal met het aantal der
werkeloozen ook het aanbod op de arbeids
markt doen verminderen en dus den prijs
van den arbeid doen stijgen. Dit is op zich
zelf natuurlijk zeer wenschelijk, maar het is
de vraag, hoever die loonsverhooging kan
gaan, zonder aan een bepaalden tak van
nijverheid zijn levensvatbaarheid te ontne
men. De regeering acht het onmogelijk
hierop nu reeds door den wetgever een po
sitief antwoord te doen geven, en wil althans
eerst door internationale overeenkomsten de
zekerheid verkrijgen dat de bescherming vari
den arbeid niet de industrie zal te gronde
helle licht van den bliksem en het geratel
des donders, terwijl het machteloos
woedegehuil zijner vervolgers achter hem weg
stierf/'
De dame sloeg het boek dicht terwijl haar
kritiek erover hierin bestond, dat ze er den
veelbelovenden knaap mee om de oorcn
sloeg, waarbij de jongen de slagen ontweek
met een handigheid, die van veel oefening
getuigde.
«Van. wien heb je dat vod?" vroeg de
moeder.
»Van Richard," antwoordde de zoon, nog
altijd in zijn verdedigende houding.
»Ik zal het Mrs. Ruiter terugsturen eu haar
meteen schrijven, dat wanneer ze dergelijke
boeken voor de opvoeding van haar eigen
kinderen geschikt acht, ze in elk geval
moest zorgen dat de kinderen van andere,
christelijker families er niet mee vergiftigd
werden. O, Fred, je hebt toch waarlijk wel
beter boeken om in je vrijen tijd te lezen!"
»Wat heb ik dan?" klaagde Fred. »Moet
ik misschien de geschiedenissen lezen, die
Ellen meebrengt, waarin het kwade jongetje
eeuwig door den wolf opgevreten en het
brave millionair wordt; waarin het brutale
meisje iu de vullisbak stikt en het lieve
met een duitschen prins trouwt?"
»Ga weg!" /ei Mrs. Sweet, »ga in de
parlour en leer je lessen!" een bevel, dat de
knaap, snel zich uit de voeten makend, op
volgde, door dadelijk de straat op te ren
nen en een zeer levendige postzegelbeurs te
openen met een paar andere New-York er
jongens.
»flet is het beste dat Fred naar een
kostschool of op een kantoor komt," sprak
Mrs. Sweet bij zichzelf. Sweet bekommert
richten, waardoor men van kwaad tot erger
zou komen.
De heer Von Bismarck zal. zooals men
weet, op 30 April in het district
Geestemünde-Otterndorf in herstemming komen
voor het lidmaatschap van den Rijksdag
Ofschoon het waarschijnlijk is dat hij zal
worden verkozen, -is dit toch lang niet ze
ker. Stemmen de Welfen en de
Duitsch-vrijzinnigeu voor den candidaat der sociaal
democraten, den sigarenmaker Schmalfeld,
dan is de verkiezing van den heer Von
Bismarck slechts mogelijk door groote krachts
inspanning van de zijde der nationaal-lib
ralen.
Men heeft op de Duitsch-vrijzinniger. en
de Welfen invloed trachten uit te oefenen,
door in schrille kleuren de ondankbaarheid
af te schilderen van hen, die een zetel in
den Rijksdag zouden weigeren aan den grond
legger van Duitschland's eenheid en groot
heid, om dien zetel aan te bieden aan een
onbekend werkman, die evenmin als vorst
Bismarck tot hunne politieke geest ver wan ten
behoort. Zoo heeft men het politieke element
uit deze verkiezing trachten te verwijderen
om er het persoonlijke voor in de plaats te
stellen. Ongelukkig heeft de heer Von Bis
marck zelf het tegendeel gedaan. Hij maakte
er volstrekt geen geheim van, dat hij in het
Parlement wil optreden als een agrariër en
een verdediger der hooge beschermende rech
ten. Daarenboven heeft hij voor eene delegatie
van conservatieven uit Kiel een rede gehou
den, waarin hij aantoonde, dat hij gedurende
zijne politieke loopbaan eigenlijk nooit opge
houden had conservatief te zijn. Quictn non
movere moest volgens hem de zinspreuk zijn
van elke verstandige regeering; wat rustig
was, moet men rustig laten liggen. Wel was
hij schijnbaar menigmaal van die leer afge
weken, maar slechts wanneer voor het ge
brekkige iets beters, iets grootere, iets
duurzamers moest worden in de plaats gesteld.
De gansche rede was een bedekt verwijt
aan de conservatieven, die een jaar lang niet
over zich hebben kunnen verkrijgen, den
gewezen rijkskanselier een zetel in den Rijks
dag aan te bieden, en die deze taak, welke
hun eene eer had moeten zijn, thans over
laten aan nationaal-liberalen en
oppositiemannen. Waarlijk, indien de heer Von Bis
marck bij de herstemming slaagt, dan zal
zijne intrede in den Rijksdag droevig zijn.
Maar men zal moeten toegeven, dat hij, hoe
wel op krukken, niet onder valschc vlag binnen
komt; duidelijk genoeg heeft hij verklaard,
dat het zijn voornemen is, de sociale en
zich in het geheel niet om hem, en ik en
Ellen hebben teveel met anderen te doen.
Ga je uit. lieve kind?" vervolgde zij tot
een jong meisje, dat in wandeltoilet juist
binnentrad.
»Met het avondeten ben ik weer terug,
ma. Wij hebben vandaag een vergadering
over de Bolubiri-negers. Domino Bretford
houdt de voordracht, miss Harrison is ver
slaggeefster en ik maak de notulen op."
;>De hemel zegen je, lief kind," hernam
Mrs. Smeet met veel gevoel. »O, waren al
onze vrienden toch zulke ijverige strijders
in den wijnberg neen, strijders, zegt men
eigenlijk niet."
?^Arbeiders, ma."
«Juist, arbeiders in den wijnberg, dan zou
den millioenen die nu nog omwandelen in
zwarte duisternis tot het goddelijk licht der
erkentenis komen, en de zon der waarheid
zou ook voor hen opgaan. Degenen, wier
uiterlijk wel zwart en afstootend moge zijn,
doch inwendig hoe zei domino Bretford
dat ook weer zoo schoon?'1
»Wier innerlijk wit en rein kan zijn, on
bevlekt van het drijven der zoogenaamde
beschaafde maatschappij en die tle steun
pilaren kunnen worden van den Eeuwigen
Tempel," vervolgde het jonge meisje, een
weinig snel en onverschillig. »Maar ik moet
weg, tot het avondeten heb ik Tsha-Che-Tsu
uitgenoodigd, ik dacht, dat zou u wel ple
zier doen."
«Bonifacius, wil je zeggen. Zeker, kind,
het doet me buitengemeen veel plezier, het
is een ijverige jongeling dien ge uit den
nacht der heidensche duisternis gered hebt.
Maar heb je het al aan je vader gezegd ?"
vroeg Mrs. Sweet, die wel wist dat haar
economische politiek der tegenwoordige
machthebbenden te bestrijden.
Onze Nederlandsche Kamer heeft een aan
vang gemaakt met de behandeling der
legerwet. Eene zonderlinge onderneming voor eene
Kamer, die over eenige weken de vernieuwing
van haar mandaat aan de kiezers zal moeten
vragen. Inderdaad moeten regeering en volks
vertegenwoordiging haar eigen werkkracht
zeer overschatten, of het met de behandeling
eener organieke wet van zoo groote
beteekenis si zeer luchtig op nemen, wanneer zij
meenen vóór de verkiezingen nog de nieuwe
wet tot stand te kunnen brengen.
De debatten zijn pas begonnen, maar heb
ben eerst verschillende verrassingen opgele
verd. In de eerste plaats de rede van den
heer Schaepman, waaruit bleek, dat deze zijne
ingenomenheid met het ontwerp van den
minister Bergansius zoo al niet geheel, dan
toch grootendeels had ten offer gebracht aan
de noodzakelijkheid om de eendracht in de
Katholieke schaapskooi te herstellen. Of dit
den herder zal gelukken, staat nog 'e be
zien : er was nog een groot verschil op te
merken tusschen zijne eenigszius aarzelende
houding en de scherpe afkeuring van den
heer Van Vlijmen.
Ook uit het kamp der antirevolutionairen
gingen stemmen op tegen het ongelukkig
ontwerp. De rede van den heer Lintelo de
Geer, die het diffieile est sa/irani non
scribere tot zijne leus had gemaakt, bracht de
Kamer in eene vroolijke stemming. Men
lachte, maar ten koste van den minister
van oorlog en van zijn papieren kind.
De grootste verrassing bleef voor de vol
gende zitting bewaard, toen de heer Domela
Nieuwenhuis de volgende motie voorstelde:
>.De Kamer, overwegende dat de hoofdbe
ginselen der legerwet zijn verhooging van
het contingent en vermeerdering der
oorlogsuitgaven, en dat door de aanneming daar
van een bedenkelijke stap wordt gezet in
de richting van het militarisme, den kan
ker, die knaagt aan de welvaart van alle
volkeren, keurt de hoofdstrekking af, on
danks het daarin opgenomen rechtvaardig
beginsel der afschaffing van plaatsvervan
ging, en gaat over tot de orde van den dag".
Deze motie van het eenige sociaal-demo
cratische lid onzer Kamer werd gesteund
door vijf leden der regeeringspartij, de anti
revolutionairen Keuchenius en A. van
Dedem en de katholieken Hafï'mans,
Schreineinacher en Harte. Zonderling is het zeker,
dat geen enkel lid der oppositie zich bij het
zestal aansloot. Waren de liberalen wellicht
echtgenoot de heilige roeping van zijn vrouw
en dochter zeer weinig sympathie toedroeg.
Een kleine wolk van misnoegen vloog
over het gezicht der aardige blondine.
»Ik heb het hem door Fred laten weten
en er bijgevoegd dat ik zijn toestemming
als reeds gegeven beschouwde. God zij met
u, Ma!"
Haar moeder zette een zeer bedenkelijk
gezicht en zuchtte diep toen ze alleen was.
Zij bedacht dat Fred met zijn ongegronden,
maar openlijken afkeer van Chineezen
dien hij met alle New-Yorker jongens van zijn
leeftijd deelde -?niet de aangewezen per
soon was geweest om haar echtgenoot, op
zachte wijze, voor te bereiden op de eer om
met een Chinees zijn souper te deelen, want
Mr. Sweet stelde in weinig anders belang
dan in zijn beroep, dat daarin bestond om een
deel van het Wilde Westen van alle moge
lijke muziekinstrumenten te voorzien. Hij
liet het vrouwelijk deel van zijn familie ten
opzichte van alle huiselijke zaken vrij haar
gang gaan en beschouwde de zelf gekozen
roeping der beide dames als een stokpaardje
voor menschen, die den ganschen dag nie-t
veel te doen hadden. Zoolang men hem niet
met de zaak aan boord kwam, had hij er
zelden iets tegen gezegd, maar hoe hij zich
houden zou, wanneer men hem een levend
voorwerp der bekeering, 't zij een neger of
Chinees, in huis bracht, bleef' de vraag nog.
Mrs. Sweet schrok daarom onwillekeurig even
op, toen haar man juist met snellen tred de
kamer binnenkwam.
»Maar Emmy, wat is dat toch voor een
historie," riep hij uit, >.Fred was daar net
bij me en vertelde, dat als we van avond
wat te eten wilden hebben, we oppassen