Historisch Archief 1877-1940
bang voor het gemengd gezelschap, of maakt
voor hen nog steeds het eene punt, de af
schaffing van dienstvervanging, alle zonden,
gebreken en onvolkomenheden van de wet
goed?
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No, 722
HET BE3TELHÜIS VAN DEN BOEKHANDEL.
(Bij de plaat.)
Als extra-bijvoegsel ontvangen de abonnés van
het Weekblad deze week eene afbeelding van
het Bestelhuis van den Boekhandel", zooals dit
over een jaar het centrum der stad tot sieraad
zal strekken. Op de organisatie dezer onderne
ming, waaraan onze betreurde Van Holkema zoo
lang zijn energie en zaakkennis wijdde, komen wij
wellicht nog terug; de royale wijze, waarop zij
de uitbreiding harer lokalen opvat, bewijst, dat
zij aan bare bestemming beantwoordt eu haar
bloei niet ziet verminderen.
De nieuwe verkeersweg naar het westelijk deel
der stad begint aan den N. Z. Voorburgwal, waar
"door de verbreeding der Huiszittensteeg, de Raad
huisstraat, ter breedte van 25 Meter, eene
prach?tige opening zal maken.
De Raadhuisstraat tot aan de Spuistraat zal
.slechts twee gevels hebben, ten Noorden den zijgevel
van het te verbouwen Postkantoor, ten Zuiden
den gevel van het te verbouwen Bestelhuis. De
teekening toont den gevel van het Bestelhuis in
de Raadhuisstraat.
Het Bestelhuis behoudt zijn gebouwen aan de
Spuistraat, doch de voormalige perceelen 210, 208,
206 op den N. Z Voorburgwal worden daarbij
aangebouwd, voor zooverre de nieuwe straat ruimte
overlaat. Dat terrein te zamen is 450 M'J groot
,en ligt, als de bouw voltooid is, naast het
Nutsgehouw.
De verbouwing van het bestelhuis is ontworpen
naar plannen van den ingenieur Architect II. J.
Wenneken te Amsterdam in den Vlaamschen
Re'naissancestijl en dus worden uitgevoerd in
Hollandsche baksteen, graniet en zandsteen. De hoek
aan de Nieuwezijds Voorburgwal wordt ingericht
voor winkelhuis, doch zoodanig ingericht, dat later
wanneer de behoefte zich daaraan doet gevoe
len, deze bouw bij het bestelhuis kan worden
aangetrokken. Ofschoon dit winkelhuis op zichzelf
een geheel vormt, is het ook in overeenstemming
met de gevels van het bestelhuis; zij vormen te
zamen een geheel, waarvan de verdieping
gelijkstraats als het ware de sokkel kan genoemd wor
den van den gcheelen bouw, en welk gedeelte
.van de gevels zal worden daargesteld uit graniet
en Kijelburger zandsteen. De hoofdingang van het
hestel'huis aan de Raadhuisstraat bestaat uit een
avant-corps of voorsprong met langwerpigen erker
en lost zich op in een frontispice, bekroond met
een symbool van den boekhandel.
De gevels van het winkelhuis worden tegenover
het paleis afgerond, waaraan een erker is uitge
bouwd, even gemotiveerd als sierlijk.
Het geheel is monumentaal en van degelijke
constructie en zal zeer zeker een aangenamen.
rustigen indruk maken.
De gebouwen moeten tegen l Mei 1892, geheel
voltooid worden opgeleverd.
Kunst en Letteren.
TOONEEL TE AMSTERDAM.
Kon. Vereen. Het Ned. tooneel'': Schuldig.
Het Theerandje.
Grand Thcatre: Ver Zigennerbaron.
De vertooninsc van Schuldig door de Kon.
Vereeniging: Het Ned. tooneel heeft mij versterkt in
de meening, dat Richard Vosz zijn stof niet aan
gedurfd heeft en in plaats van de gegevens door
te voeren, een zijweg heeft ingeslagen.
Tot de komst van Uei-gnr belooft het drama
veel. Na het eerste bedrijf', waarin de teekening
van het langzaam tot bewustzijn en herinnering
moesten, want er kwamen drie van die ver
vloekte Chineezen hier soupeeren."
»Een, Charley, n, n enkele maar," sprak
zijn vrouw, verheugd, dat de
overdrijvingszucht van haar zoon haar in staat stelde de
zaak in een gunstiger licht te plaatsen. »Ik
weet niet of ik je al verteld heb dat Ellen
onlangs een jongeling gevonden, of laat ik
zeggen, ontdekt heeft, die zich door buiten
gewone begaafdheden van zijn stamgenooten
onderscheidde en dien Domino Bretford onder
den naam Bonifacius in de gemeente opge
nomen heeft. Hij sprak Ellen, toen ze in de
negerschool kwam om onderwijs te geven, in
gebroken Engelsen aan en vroeg haar of ze
geen waschklanten voor hem wist. Maar
Ellen bemoeit zich niet met de wasch.''
»Zoo," bromde Mr. Sweet.
»En daarom vroeg ze hern op heerlijk
ernstigen toon of zijn eigen ziel wel schoon en
rein van vlekken was, en uit dat gesprek
heeft zich een soort gemeenschap ontspon
nen. Ellen stelt veel belang in den jonge
ling, ze bewerkt hem, zooals Domino Bret
ford zegt, en geeft hem les. Bonifacius
maakt in het Engelsen, en wat meer zegt, in
de heilsleer ontzaggelijke vorderingen en
ik wou je het pleizier niet onthouden orn je
eens kennis met hem te laten maken."
Mr. Sweet had maar half naar de
eenigzins schroomvallige uitlegging geluisterd en
maakte de opmerking, die niets met de zaak
te maken had : »'t Is goed dat Ellen gauw
trouwt. Mr. Barnes is een zeer verstandig
man."
Tegen den avond waren Mr. Sweet en zijn
vrouw, Ellen, Mr. Barnes, haar verloofde, en
Fred bijeen in de eetkamer, waar het souper
reeds wachtte.
komen van Lehr zeer goed geslaagd is, treft ook
de eerste scène van het tweede bedrijf; de hard
heid van toon van Julie is dan nog zeer waar.
Ongelukkig is hier ook het keerpunt. Berger's
liefde brengt Julie spoedig over de grenzen der
sentimentaliteit. Haar broeder, die zich zelf een
dronkaard noemt en hoog opgeeft van dien vriend,
die hem vergetelheid bezorgt, komt aan eerst met
een praatje over zijn kinderjaren, dan met een
ideaal van samenkomen met zijn moeder ergens,
waar Kramer hen niet opzoeken kan. Er komt
langzamerhand over de voorgestelde figuren een
geest van huilerigheid en flauwheid, terwijl er
had moeten zijn een allesbeheerschende macht
van vertwijfeling en haat.
Ik heb mij de verdere ontwikkeling der verdor
venheid van Lelir's gezin niet gedacht, zoo als ik
in de vorige week schreef, omdat ik zooveel mo
gelijk afschuwlijks bij elkander werischte te zien,
maar omdat ik zulk een afloop natuurlijker had
gevonden. Vrede had ik met Schuldig, zooals het
nu is, kunnen hebben als Lehr eerst betrekkelijk
korten tijd gevangen was geweest. Tot de on
rechtvaardigheid van de veroordeeling doet het
niet af, of een man vijf of twintig jaren onschul
dig in hechtenis is geweest. Dan had behouden
kunnen blijven, dat zijn vrouw hem de eerste ja
ren geschreven had maar plotseling niets meer
van zich liet hooren. Dan is ook te begrijpen, dat
de kinderen nog zoo weinig verdorven waren, ter
wijl de moeder reeds met Kramer samenleefde
en zelfs het berouw van den waren schuldige, de
bekentenis door wroeging, zou na zes of zeven
jaren aannemelijker zijn geweest.
Doch, ik zal niet verder gaan met te bedenken,
hoe het had kunnen zijn ; het staat bij mij vast
dat zooals het nu is hot niet goed is. Er is ge
werkt op licht ontroerde gemoederen, en van rea
lisme is slechts weinig sprake. Bovendien zijn er
twee juridische bezwaren tegen Schuldig, die den
geheelen toestand eigenlijk omverwerpen.
In de eerste plaats kan de president der recht
bank vroeger niet wel procureur-generaal zijn ge
weest, omdat de ambtenaren van het Openbaar
Ministerie afgescheiden zijn van de rechters, en
voor zoover ik weet alleen in Ned. Indië, een
ambtenaar nu eens rechter is dan officier van
justitie. In de tweede plaats wordt een gevangene
niet in vrijheid gesteld als een ander zich als de
ware schuldige komt aanmelden, maar komt zijn
zaak voor de tweede maal in behandeling. Dit
heeft Vosz ook over het hoofd gezien.
Wat de vertooning door de Kon. Vereeniging
aangaat, de voorstelling die ik bijwoonde, voldeed
vrij wel.
Mevrouw Holtrop (Juhe) was in de reeds ge
noemde eerste scène van het tweede bedrijt uit
muntend in waarheid. Toen ik de onverschillige
hardheid hoorde waarmee zij haar moeder ant
woordde, vond ik het dubbel jammer dat de
auteur deze meisjes-figuur niet afgewerkt heeft
zooals hij begon. Van de andere personen is wei
nig bijzonders te zeggen De heer Clous als de
jonge Lehr, mevrouw Pauwels?Van Biene als zijn
moeder, zij konden niet anders dan fatsoenlijk
zijn. De heer Morin, als de president der rechtbank,
de vergrijsde ambtenaar, snikte als een kind. In
tegenstelling maakte de heer Wensma van den
gevangenbewaarder een komieke figuur Deze praat
over Lehr grinnekend als over een best nummer".
Kramer werd door den heer Schoonhoven ge
speeld, die weder hersteld is. Ook hij kon mij
niet doen denken aan een man die vijftien jaren
lang een vrouw bij zich houdt, alleen omdat hij
weet dat zij gaarne weg zou willen, omdat hij
zich verlustigt, als zij telkens weer opstaat in het
genoegen om haar te doen buigen.
Eindelijk de hoofdpersoon Lehr. De heer Bouw
meester was uitmuntend in het eerste bedrijf met
zijn: Ik weet het niet, het is al zoo lang gele
den", maar in do twee volgende bedrijven kreeg
ook deze acteur hoe langer zoo meer den
melodramatoon te pakken.
Niet juist vind ik het van den heer Bouwmeester
dat hij alle drie bedrijven eindigde met ineen te
zinken.
I:i het eerste bedrijf bezwijmt hij bij de
gedachte, dat hij zijn vrouw terug zal zien; het
tweede eindigt als hij zijn vrouw in haar woning
»Waar blijft Bonifacius toch; hij is immers
zulk een stipt man, Ellen ? Hij zal, hoop ik,
niet ziek zijn," sprak Mrs. Sweet.
»Diin moeten we om den veearts sturen,"
fluisterde Fred zijn vriend Barnes toe, ter
wijl men ging zitten.
Eindelijk verscheen de verwachte, een
klein, maar krachtig gebouwd man, wiens
leeftijd, zooals van de, meeste Chinee/.eii,
moeielijk te raden viel, zoodat men zich
moest vergenoegen met Ellens opgaaf dat
hij pas twintig jaar telde. Hij bleef'op den
drempel staan en keek onrustig om zich
heen, terwijl hij sneeu" bleef schudden op
Mrs. Swects vriendelijk verzoek om toch plaats
te nemen, zoodat Ellen hem aan de hand
moest nemen en hem een plaats aanwees
naast Fred, die dadelijk een groot eind van
hem afschoof.
Onder het eten vroeg Ellen den
zwijgonden Chinees, om de begaafdheden van haar
leerling te doen uitkomen : :.Je houdt veel
van domino Bretford, niet waar, Bonifa
cius 'r"
:>DominéBretford, goed man! Arme Chi
nees was dom, arme Chinees was ellendig,
nu is arme Chinees niet meer ellendig.
Tsha-Che-Tsu was ellendig, Bonifacius is
gelukkig."
Hij scheen dit bewijs van zijn vorderingen
in het Engelsch en in het Christendom
voorloopig voor genoeg te houden, want hij sprak
geen woord meer, maai1 ontfermde zich over
de worst en het koude vlcesch.
xBonifacius," vroeg Ellen, toen hij verza
digd scheen, »heb je nooit heimwee naar je
land en je vrienden daar ?"
«Vroeger," zei de Chinees, »nu niet meer.
Tsha-Che-Tsu was blind Bonifacius is
opzoekt en hij bij de herkenning ineen zakt; het
derde besluit de heer Bouwmeester met een drie
maal gekreund Schuldig!" en weder een val.
Ook merkte ik eenvormigheid op in de
standen van de heeren: Morin, Spoor en Schwab
in het eerste bedrijf. Alle drie deze heeren ston
den daar voor het voetlicht met de rechterhand
tusschen den derden en den vierden knoop van
hun gesloten jas gestoken. Dit schijnt een zeer
geliefkoosde houding te zijn. Ik herinner mij haar
ook eens tegelijk opgemerkt te hebben bij een
drietal heeren (Morin, Clous en nog een der jon
gere acteurs) bij een voorstelling van Galeotto,
toenmaals nog in den Stadsschouwburg.
Na Schuldig werd vertoond liet Theerandje
van Wilkama. Reeds toen ik dit stukje in Ue
Gids las stelde ik mij weinig van een vertooning
voor. Het is 'e gekunsteld, er is te veel geknutsel
mot woorden in Niet onaardig is overigens liet
Theernndje als symbool gebruikt om de voorliefde
der schoone weduwe te teekenen voor een
krachtigen jongen man .flie (ook in het huwelijk) nog
flink toehappen kan. De oude vrijer die met zijn
knnstgebit geen theerandje meer kan knabbelen
is niets voor haar. Ua figuur van dien ouden heer
is echter wel wat uitvoerig bewerkt. De
tooneeltjes tusschen hemen het pittige kameniertje staan
te veel op den voorgrond. Kr is m i. in dit
tooneelstukje te veel van het woordenspel dat Pot
gieter vaak zoo tot het uiterste kon doordrijven.
liet Theerandje deed nog minder op het tooneel
dan ik gedacht had. De heer Rooyaards is daar
niet geheel onschuldig aan; hij overhaastte zich
en sprak verbazend snel, nog wel voor het groot
ste gedeelte met zijn rug naar het publiek toe,
zoodat ;vie het stukje niet kende veel gemist moet
hebben. Mevrouw Holtrop deed met een onver
stoorbare frischheid van toon, wat zij kon om
relief aan het geheel te geven.
Ik heb nogmaals het Weener operettegezelscbap
bezocht. Vertoond werd Der Zigeimtrlmron en
Die Puppen/ee. In deze operette komt vooral het
talent van den heer Oohmig tot zijn recht, veel
meer dan in De arme Jonathan, en blijkt deze
heer een zeer omvangrijke stem te hebben. Hoe
wel er zeer veel gecoupeerd is met het oog op
de balletscène, beviel mij de voorstelling toch zeer
goed. Die I'uppenfee werd weder sterk toegejuicht.
Zooals medegedeeld wordt blijft het gezelschap
nog slechts korten tijd hier ter stede en ik kan
iedereen aanraden de laatste voorstellingen te be
zoeken. Zoo ergens, dan komt men hiervan vol
daan te huis. FR.
TRAGE UIENNES.
In Sarcry's laatste tooncel-feuilleton komt een
aardige tirade voor over de trours-pelspeelsters.
Het is naar aanleiding van Mad. Sjgond-\Veber,
die indertijd in het Odéon in een stuk van Coppée
zoo debuteerde, dat men er een tweede Kachel
uit voorspelde, en sedert dien tijd enkel teleur
stellingen heeft opgeleverd.
Waarlijk, het is alsof er, in de laatste veertig
jaron; een booze betoovering op de tragédier.ncs
rust. Wij hebben er vier of vijf gehad van won
derbaar rijke begaafdheid, en geen enkoio heeft
vervuld hetgeen men van haar wachten kon.
Ik zie nog Mlle Atjar voor mij, niet op den
tijd van haar uébuf, maar veel vroeger DOK. toen
zij nog een schoolmeisje was. Die dwaze Ricourt.
die heel sterk was in bet opdelven van tragische
talenten, kwam uitgelaten bij rnij: Ik moet je
eens wat laten zien, een Rachel in den dop! Mijn
vriend ,,'anin beeft haar gehoord en is er verrukt
over. Kom mee' Kon wonder!" Ik vertrouwde den
opgewonden leeraar niet erg; er schoten in dien
tijd zooveel Rachels op tusschen de groote steenen
van de llue Bergere. Maar ik ging mee naar zijn
cursus in de Rue Latour d'Auvergne, hij liet juf
frouw Agar opstaan en verzocht haar, iets voor
te dragen. Het duizelde mij: zij bezat toen reeds
die indrukwekkende, sculpturale schoonheid, die
later zoo beroemd zou worden; die sombere diepe
stem die zoo heerlijk klonk, het was de
Asrrippiua die de dichter zich moest gedroomd hebben ;
zij deed denken aan Mlie Georges
\Vat scheen zich toen de toekomst heerlijk voor
haar te openen. Wie meende niet dat zij in de
ziende geworden."
:>Hij meent dat hij als vroom Christen i
niet meer naar zijn lleidcnsch land terug- j
verlangt," /ei Ellen, en haar beschermeling j
knikte bevestigend met het hoofd, terwijl
hij boluigulijk zijn thee slurpte.
s/'ijn er in China veel blanke menschcn'!"
vroeu1 de nieuwsgierige Airs. Sweet.
-Niet veel," zei Bonifacius, .twintig, hon
derd, weet niet. Blinde Chineezen houden
niet van vreemden zouden blanke
mensohcn hebben doodgemaakt als ik niet bij
2'ekomen was."
»llij zinspeelt, op een voorval,''verklaarde
Ellen, :;dat hem overkwam in China en zijn
handelwijze daarbij doet zijn hart veel eer
aan. /al ik het vertellen, Boniï'aeius ':"
/.?Neen, neen.'' zei de bescheiden Chinees, i
;>niet trotseh zijn daarop, trotsch zijn is j
zonde." j
Ken goede daad behoeft men zich niet te
schamen, dat is geen zondige trol s," her- j
nam Ellen. >Bonifacius ploegde eens aan i
het, strand " |
»\Vat aan het strand ? daar ploegt men
niet," zei Mr. Barnes kalm. ;
::Nu, dan deed hij wat anders, Bill, dat
doet. er ook niets toe. Een boot met
Engelsehen naderde den oever, maar nauwelijks
waren ze uitgestapt, of een troep Chincezen
, overviel hen en mishandelde hen op gruw
zame wijze en zou hen zeker vermoord en
uilgeplunderd hebben, als deze brave
jon1 coliiig niet op hen losgc.-lagen had met een
ijzer werktuig en hen op de vlucht had ge- j
dreven, maar niet zonder een litteeken als
i herinnering te behouden. Laat eens zien,
i Bonifacius/'
Bonifacius draaide zijn hoofd half om,
Rue Richelieu zou troonen als de koningin der
antieke tragedie. Zij kwam bij de Com
die-Frangaise, zij ging er weer van daan, h wam er weer
bij, zonder dat men ooit goed vernomen heeft
waarom al dat komen en gaan. Zij zwierf in de
provinciën, versleet en verloor er haar krachten
en haar stem, en deze week juist werd, om haar een
stuk brood in vrede te verzekeren, eene
liefdadigheidsvoorstelling gegeven. Als zij niet het goude
geluk had gehad, de booze zondares te spelen in
Le Passant, zou zij in de jaarboeken van het tooneel
van onzen tijd geen enkele herinnering nagelaten
hebben.
Bij die liefdadigheids-voorstelling was er nog
een andere trafjéilimnie, die ons ook de schoonste
verwachtingen gegeven had : het was .Mlle
llousseil. /ij had iets wonderlijk aantrekkelijks,
opwindends, toen zij van bet Conservatoire kwam,
mager, slank, buigzaam, met vlammende oogen,
die schitterden j n baar bleek gelaat; en met een
stem van doordringende liefelijkheid in de hooge
tonen, van wonderbare kracht a!s zij de borststem
gebruikte. Zij ook heeft geen orde weten te stellen
0]i haar talent en haar leven. Zij heeft van schouw
burg tot schouwburg gezworven, zonder zich er
gens (e kunnen hechten; aan de
Cmni'.diz-Vranrnixe is zij ook al geweest; en ge bad t moeten
hooren hoe zij er Chimène speelde, hoe zij zeide:
,.Rodrigue, ijui IVüt dit?"
Zij had steenen vermurwd. Housseil was een ware
kunstenares, misschien meer dan Agar, die meer
adel en waardigheid bezat. En nu is zij, na zoo
veel tochten en avonturen, weer zoekend naar een
plaats; zij klopt weer aan de deur van het Thcatre
Fnn:cais, dat zij in een booze luim heeft laten
varen.
Ik wil, in dit kort overzicht van onze trag
(lienncst niet van de beroemdste spreken. Men zou
mij uitlachen, als ik zeide dat Mad. tiarah
Bernhardt hare zending niet vervuld heeft. Men zou
meenen, dat ik mij met paradoxen amuseerde. En
toch is het in den grond mijn gedachte wel. Als
Mad. Sarnh Jiernhurdt, in plaats van rond te
reizen, zich bij de Coinédie l^rancaise gehouden
had, als zij eenige der grootsche figuren van het
klassieke theater het leven weer had geschonken,
als zij haar talent ter beschikking had gesteld
van eenige der jonge dichters, die dan voor het
huis van Molière zouden gewerkt hebben, dan had
zij daar de traditie van het groot historisch drama
kunnen handhaven, zij had er een paar rollen van
Shakespcare het huisrecht kunnen geven, zij was
er de eerste geweest, jaren lang, zonder noodig
(e hebben zich af te werken en te verslijten zooals
zij doet. Wat een reine glorie zou dan haar deel
geweest zijn in de geschiedenis van ons tooneel,
en hoeveel dienst zou zij aan de kunst onzer
dagon bewezen hebben.
En nu Mad. Wcber. Zij is nog heel jong, en
wat beeft zij slordig met haar talent omgespron
gen. Van het O léon naar de Comédie-Fram;iise;
toen van de Comédie-Franraise naar het 0>léon,
en intnsïchen ook ai karavanen door de provinciën,
uitstapjes met toevallig bijeengebrachte troepjes,
rollen bijna onvoorbereid gespeeld, dikwijls met
volkomen onvoldoende medespelers, overal oneven
redigheid en misbruik. Het, moet de tragedie
zeif zijn, die haar gunstelingen het hoofd op hol
brengt.
EU in dien zelfden tijd heeft Mlle Diullay, die
wellicht niet eens zulk een genialen aanleg had,
zich langzaam, door intelligentie, vasten wil en
studie omboog gewerkt, om de eerste in hare
knust te zijn, in de moeielijkste en edelste
aller kunsten, on dat alleen omdat zij, een
maal tot de Comédie-Frarcaise behoorend, zich
daaraan gehecht heeft, altoos heeft gewerkt, naar
raad geluisterd en daarvan geprofiteerd, de wer
ken die zij speelde geëerbiedigd heeft en niet zoo
onbeschaamd geweest is om te meeren dat de
groote dichters rnaar al te gelukkig waren
haar tot vertolkf-ter te mogen hebben. Mad. Weber
heeft r.og een lange carrière vóór zich; o mocht zij
verstandig worden! Mochten de jaren baar hoofd
wat minder licht maken. O die tragédiennes, die
tragédienncs! Rachel heeft baar hot voorbeeld
nagelaten van een ongeregeld leven, en zij heb
ben het gevolgd, bijna allen.
zoodat men het begin van een diep littee
ken zien kon, vlak bij zijn nek.
Maar als je met iemand vecht," zei de
ongeloovigo Fred, :,dan krijg je een wond
in je gezicht, of op je borst, maar niet van
achteren."
/Ileidensche Chinees is arglistig, sluipt
achter zijn vijand,'' zei de Chinees kortaf
met een onrustigen blik. Hij keek in het
vrij weelderig ingericht vertrek rond en sprak :
Schoone kamer, zeer schoone kamer."
Mrs. Sweet voelde zich zeer gevleid door
die bewondering en voerde hem met Ellen
door al de kamers heen en legde hem uit,
dat beneden het magazijn en het kantoor
was. Boiiifacius toonde over alles een kin
derlijke bewondering en blijdschap, bekeek
en betastte alles en stelde buitengemeen veel
belang in de kunstige, vergulde deursloten.
Daar Bonifaeius zich bij dit eerste bezoek
als een zeer stil en ordentelijk mensch had
doen kennen en hij ook Mr. Sweet in niets
gehinderd had, stond deze stilzwijgend toe,
hoewel zonder blijdschap, dat de Chinees
nu en dan in zijn huis verscheen en er
soms zeer lang vertoefde.
Merkwaardig snel was ook Freds afkeer
van den zoon van het Hemelsche rijk ver
dwenen. Helaas, zijn verandering in ziens
wijze was van niet zeer edelen aard. Boni
faeius had de liefhebberij van den knaap
ontdekt eri bracht geregeld uit zijn diepen
broekzak een aantal zeer zeldzame en kost
bare postzegels te voorschijn, welke Fied
goedgunstig aannam, hoewel de strijd in zijn.
hart tusschen principe en hebzucht zeer
zwaar was geweest in den beginne.
(Slot volgt).