BIJVOEGSEL van de Amsterdammer, Weekblad voor Nederland, van 26 April 1891. Het Militarisme in de Tweede Kamer. ".-...-> «*i>-. ?- X' Amst. Boek- en Steendrukkeri], v/h. Ellonnan, Harins ,t Co. »1W l / ^i l Minister BERGANSIUS : De Heeren schijnen niet goed te begrijpen waartoe het Krijgswezen eigenlijk dient: Mijnheer Seyffardt. mag ik U. als peetvader van de vesting Holland, beleefdelijk verzoeken deze maand met de Heeren oefening in den Vestingoorlog op de kaart te houden? Majoor SEYFFARDT: Vindt Uwe Excellentie goed, dat ik dan maar begin met de gewone onderstelling: Duitschland heeft ons den oorlog verklaard, het veldleger trekt langzaam terug op de N. H. VV.-Linie". en Minister BERGANSIUS : Ja, ja, dat is goed (zachtjes) veldleger zoetjes an terug en geen discussie over mobilisatie of inundatie. Majoor SEYFFARDT : en dat de vijand, na de vernielde spoorwegbruggen te hebben hersteld en zijn belegeringsgeschüt te hebben aangevoerd, de loopgraven opent in de plassen bij Loosdrecht tegen de forten Spion en Kijkuit? Minister BERGANSIUS: Heel goed, heel goed; dan kunnen de Heeren de kracht van de Vesting Holland eens leeren kennen, en zelf nagaan of hier sprake kan zijn van misleiden.