Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD YOOR NEDERLAND.
No. [724
,800.000 moesten brengen, terwijl bij algemeen
kiesrecht bet dubbele aantal Belgen politiek
mo*dig zou worden verklaard.
t Kunst en Letteren.
~ HET TOONEEL TE AMSTERDAM
Zoo is dan de zomer-campagne begonnen.
Het Ned. Tooneel heeft den Plantageschouw
burg v. Lier weder betrokken en geeft, reprises
run Ferréol, Ultimo, enz. terwijl aangekondigd
is een uit het Duitseh vertaalde klucht: De
Kwistbacterie. Veel verwachting schijnt men dus
van het optreden der Kon. Vereeniging in de
zomermaanden niet te behoeven te koesteren.
Beter geloof ik, dat het gesteld is, met de
plannen van het gezelschap van den Salon
des Variéiés. Reeds lang koesterde de
directeuradministrateur den wensch, met een klein uitge
lezen gezelschap zich te bepalen tot de
vertoonin» yan tooneel werken, die een bepaalde kunst
waarde bezitten, en nu in het winterseizoen zoo
afdoende bleek, dat stukken als Viola, Nora,
Spoken, Bedda Oabler, nog meer aantrekkings
kracht uitoefenden dan vroeger Het huwelijk van
Harilton of De commandant van de brandweer,
ia men tot een scheiding overgegaan. De direc
teuren Bigot en Blaaser traden uit en vormden
met het eene gedeelte van de artisten een
gezelgchap, dat begonnen is de proviccie te bereizen
en bet eerst zijn zetel te Maastricht opslaat.
De heer Kreukniet verbond zich met den over
gebleven mededirecteur Poolman, en koos zijne
Medewerkers uit de jongere artisten, die den
Salon in den laatsten tijd zulk een goeden naam
bezorgde».
Van hen die in de stufrken van Ibsen, Agrell
e.. a. optraden, is alleen de heer Smith naar Bet
Ked>. Zboneel overgegaan,
In den &alon is de zomercampagne begonnen
met reprises van Sanda en Uedda Oabler en
met de vertooning van Eenzaam van Agrell,
waarover ik in het volgende overwicht hoop te
schrijven.
Tegen de Pinksterdagen zal een b'-jzonlere
noviteit ingestudeerd worden.
Er is namelijk te Londen en te Parijs met
Teel succes een nieuwe vorm van melodrama
. in een stuk getiteld i'Enfant Prodigut vertoond.
De nu en dan invallende muziek is aangegroeid
tot een volledige begeleiding, die elke handeling,
elke gebeurtenis karakteriseert; liet dramatische
gedeelte is teruggebracht tot een pantomime.
Dit moet een geweldigen indruk gemaakt heb
bes. Volgens de Engelsche critici is het het
terugvinden van de muziekdrama's der Ouden.
Ia een vertoouing met muziekbegelei Mug zijn
de. woorden, het libretto, niet hoofdzaak zoo
redeneert o. a. the Tlieatre integendeel, waar
het op aankomt Is het verhaal. De woorden zijn
aanwijzingen voor de acteurs. De muziek maakt
de woorden voor driekwart onverstaanbaar,
welnu, waarom zou men het gesprokene niet
weglaten, en de acteurs door gebaren tot het
publiek laten spreken.
Voorzeker. moet de muziek bier hoog staan,
maai niet minder moeten de acteurs uitrrunten
iüactie. Dit liatste nu is bij de Fransche
arti.sten van de Bouffes Parisiens en bij die te Lon
den in zoo hooge mate het geval, dat wie hun
spel aanschouwden, een diepgevoelden indruk
ontvingen
Eén onzer beke-'de critici, die ju'st uit Londen
teruggekeerd is, zeide op het gebied van
tooBeeiBpeelkunst nooit zoo iets verfijnd» gezien te
hebbén.
In den Sa^on treden in de hoofdrollen van
TEnfant Protigue op de dames Rö.ssing en
Biankenstein, en de heeren Poolman en Pilger. Het
is een ander voordeel van dit stuk, dat het aan
tal personen, dat er in optreedt zeer beperkt is.
In 't kort verteld, is de inhoud, dat de jonge
Pierrot verliefd wordt op een waschmeisje. Deze
wil hem wel tot aanbidder, maar a'Jeen als bij
Trede van den dood verstoorde. Boven de
gesloten oogen kleefden de verwarde lokken
op de witte huid van voorhoofd en slapen,
druipnat legden zich de kleederen otu het
lichaam, nat was liet lange, blonde haar,
dat in. wanorde het kussen bedekte. Zoo had
men haar binnengedragen; in den plas ginds
op de heide had men haar gevonden, toen
nog de nevel over het stille water zweefde.
Dood! Dood, door haar eigen wil! Dood
en oafcrouw! Schuldig. Schuldig? Ontrouw?
Neer>7 dat kon zij niet zijn! Verleid en be
drogen, ellendig, laaghartig bedrogen! rnaar
schuldig zijn Pauwtje, nooit!
Op het kleine kerkhof, tusschen heide en
bossehen, had men haar ter ruste gelegd.
En toen Rienk de kist langzaam zag
nederdalen in de groeve, was de zon van zijn
leven ondergegaan.
Wat den baas toch schelen mag? Zoo
vroeg in. het veld eri nog altijd hangt het
geweer hem over den schouder. Diaan weet
zeker dat achter gindsche pollen een haas
moet liggen en vragend wendt hij den
schrauderen kop.
»Wat is er, Diaan, jongen?" Met geweld
rukt Rienk zich los uit zijn droomen. «Voor
uit maar."
Daar gaat-ie al. Pang! mis! Pang! weer
mis. Verbaasd kijkt Diaan den in dolle
vaart vluchtenden haas achterna en zijn
opgeheven staart zinkt in teleurstelling lang
zaam neer.
Gemeen geschoten! Ja, zijn hand is niet
vast vandaag en zijn blik niet helder. Dat
doet-die droom.
't I» nu al vier jaren geleden. Vier jaren
een lange tijd, maar te kort, veel te kort,
om genezing te brengen voor de wonde,
welke die dag in zijn leven sloeg. Sinds die
slag viel, is Rienk de jager een verloren
rijk is. Daarom besteelt de jonge man zijne
ouders en vlucht met zijne minnares. Al spoedig
geraken hunne financiën uitgeput en het jonge
meisje, Pkrynette, begint te pruilen. Ten einde
raad wordt Pierrot een valnche speler, en slius
wint hij eene som, groot genoeg om we.ier eenigen
tijd van te leven.
Als hij, daarover verheugd, naar hu's terugkeert
vindt hij P/try nette niet zij heeft hem verlaten
voor een rijker aanbidder.
In het derde bedrijf komt de verloren zoon in
het ouderlijk huis terug.
Hoogdramatisch moet de eerste scèie daarvan
zijn, als vader en moeder Pierrot samen over
hnn eenigen lieveling bij zijn Itdigen stoel zitten
te treuren.
Het stuk eindigt met Pierrot's vertrek, die als
soldaat de verloren eer terug winnen wil. Het
zijn oude gegevens, maar geheel nieuw bewerkt.
Het result4at moet verrassend zijn.
De pantomime, die de heer Poo'man in Hooide
Pookie speelde, waarborgt ons, dat zijn rol goed
vervuld zal worden.
Ojk van de andere medespelenden hebben wij
veel verwachting, terwijl de regisseur van Kuyk
hier ook wel zichzelf waardig zal blijven. Met
veel belangstelling mag men dus deze première
tegemoet zien. Het is iets nieuws, het kan iets
zeer schoons zijn. Voor een groot gedeelte zal
eet e beoor Jeeli.jg echter onder de Muziek-rubriek
vallen.
Wie in de laatste dagen het Paleis voor Volks
vlijt bezocht, zal zic:i een voorstelling ervan kun
nen maken, hoe het gemis van het gesproken
woord een gewin kan zijn.
Aldaar treedt namelijk op het gezelschap van
den Nederlandschen Schouwburg te Antwerpen;
ik woonde er de eerste voorstelling bij van
CfiariMe Cordny, groot lyrisch drama door E. v. d. Ven,
muziek van Peter Benoit.
Deze voorstelling bleek grootendeels aan de
muziek gewijd, en de beoordeeling daarvan moet
ik dus aan onzen muziekrecensent overlaten.
Wat het dramatisch gedeelte aangaat, moet
ik tot mijn leedwezen zeggen, dat het werk
van deii heer v. d. Ven alles te wen^chen over
laat. Het is een gerommel van holle klan
ken, die zonier te vatten het oor voorbij gaan.
Een enkele zinsnede hield ik vast om een voor
beeld te kunnen geven van den stijl, waarin het
geschreven is. Ciiarhtfe Corday houdt een al
leenspraak en zegt daarin o. a. O, gij scb.it
terende meteoor der vrijneid, on tsproten uil
millioenen hoofden ! . .. "
De muziek heeft mij zeer getroffen, maar het
drama is even zinledig als de dwa'isste op^ratekst,
diea men zich herinneren kan ; personen werden
ten tooneele gevoerd, waa-van men niet anders
zeggen kan, dan dat zj eigenlijk ni^ts met, de
zaak te maken hebben. Zoo is er een
stiefzu^ter vau CkirlaUeu\\, eeu tweede geh?i:n huwelijk
van mevrouw de Corday, welk zusje alleen door
den auteur geschapen schijnt om in de gevan
genis een zeer aandoenlijk afscheid te komen
nemen.
Tw^e scènes werden zeer realutiscb.behandel l,
ten eerste de komst vau het volk met een kan m
op h<st openbire bal, ten t«reele het dansen van
hert gepeupel als Cltarlo'.te naar de guillotine
gebracht i«.
Orerigens zij-i er onder de ariHten van het
Zuid Nederlaudsche gezelschap uitnemende krach
ten. Een actrice van veel talent is mej. Jalia
Cuypers, die zeer tclioon zegt en staat, en wier
Vlaamscbe tongval zeer weinig te onderscheiden
is. Mej. Elisa Jonkers herinnerde door uiterlijk
en spel onmiddellijk aan de bevallige actrice
van dien naam, die wij in het vorige jaar bij
het gezelschap van Haspels zagen optreden.
Frits Bouwmeester vertoonde ons een Mirat,
zoo bloeddorstig en afschuwelijk als maar mo
gelijk was.
In den schouwburg T'riiseati1 van de hoeren
Prot, wordt een nieuwe operette, l'rinses
man. Verloren voor zijn medemen'chen en
voor zichzelf; onbcmcrkt gaal, het leven
aan hem voorbij, zijn leven is herinnering.
Toen zijn vader stierf is hij hem als jager
opgevolgd. Hier wilde hij blijven, waar alles
hem spreekt van zijn ongelukkige, bedrogen
Pauwtje, waar zij hem heeft liefgehad, en
waar de arme verdoolde uitrust van baar
kort, verloren leven. Hier gevoelt hij zich
het dichtst bij zijn vervlogen geluk. En op
haar graf moeten altijd frissche bloemen
bloeien.
llrrr! een koppel patrijzen! Te laat! »Ja,
Diaan, 't is vandaag weer mis met den baas.
Weet je Pauwtje nog wel, Diaan? Weet je
nog wel dat je, haar zocht, in 't begin?
Maar 't vrouwtje was weg, Diaan, 't vrouw! je
wou niet langer leven, ze wou den baas
nooit meer zien. En vannacht. .."
Vervloekt! die droom! Kan hij zijn ge
dachten dan niet meester worden'? Weer
grijnst die doodskop hem aan. Weg!
Colombine vertoond, waarvan ik veel goeds ver
nam, doch waarvan ik nog geen voorstelling
kon bijwonen.
In Ttvoli gaat men op den ouden luchtigen
weg voort.
Uit den vreemde komt in de volgends week
nog een Fransch gezelschap met de populaire
Parijsche zangeres Thérèsa aan het hoofd,
die reeds een respectabelen leeftijd bereikt moe
hebben, in den Plantage-schouwburg een paar
voorstellingen geven. FK.
EEN NEDERLANDSe H
TOONEELGEZELSCHAP VOOR INDIE.
Reeds vele jiren geleden werd de vraag ge
steld, of men geen goele zaken zou kunneti ma
ken als men met een Nederlandsen
tooueelgezelschap de voornaamste steden op Java brzoclit.
Daar toch komen geen andere gezelschappen
dan Frausche, Dirtsche en Kogels"he
operettetroepr-n, grootecafés-chantants en alhleten. maar
wil men er eens de vertoouing zien vau een mooi
salonstuk, een ni-uw dr«na of een geestige co
me lie, dan moeten de liefhebbers het maar zelf
op de planken brengen en hunne krachten aan de
voorstelling wijden.
Het wa< de heer Deen, de hoofdredacteur van
de IJeli Coitra-nt, dij voor eeiiige maanden we
der op het vraagstuk teiugktvam en de overtui
ging uitsprak, dat de waarborggeldeu we! ge
vonden kodden worden, die zeifs aannam in
Deli een groot gedeelte daarva i bij elkaar te
krijgen, en ten achttal weken geleden kwamen
uit Indiëde berichten, dat te Blitar (Java) DU
e n ondernemend man was opge-taan, die iu de
Vorstenlanden, te Soerabaia, isamarang en
Batavia propaganda zocht te maken voor bet
denkbeeli om een Nederlaudsch tooneelgczelschap
voor Indiëte engageeren.
Die man is de heer Sameibini, d i?, mits gesteund
door de li:>anci?ele krachten van eenige parti
culieren, de onderneming aandurfde en nu ook
met de toezeggingen van een waarborgfonds van
? 40 O iu J>eder!and is aangekomen
De lieer Samethini heeft een vergadering
balegd en daarin /ijn plannen en voorwaarden
geopenbaard, tl ij zr-lf blijft als directeur-admini
strateur en regisseur aan het hoofd, en zoekt S
dames en K hoeren artisten en -l- dames en i
heeren figurant ji, een muzikaal quanet en een
pianist. Orkestdirecteur zal zijn broeder zijn.
Zijn plan i.-i om, gedurende een jaar in het geheel,
ie Padang, te Batavia, ie Semarjng en te
Soerab:ij i, en naaste omgeving der drie l tatstgeuoemde
steden niet ZLJN gezelschap voorstellingen t.' ge/en.
Zijn voorwaarden zijn van /' LS'XJ?f iüioo sa
laris, vrije h.'eiireis -'e kl., recht op een benpfice
voorstelling, waarvan de opbrengst op ?' fiCO
gewaarborgd wordt (het ombrekvnde past de
Reeds neigt do zon zich naar bet Westen
en nog dwaalt Rienk rusteloos door het veld.
't Is hem vandaag of hij dien dag nogmaals
doorleeft. liet beeld van Pauw!je, dat hem
dien nacht zoo helder voor de oogen is ge
treden heeft alle herinneringen wakker ge
roepen. Als een sluier hebben zij zijn den
ken omhuld.
In de verte klinkt, een schot, gedempt
door den afstand. Dat is op Voorde. Wie
daar wel jagen mag? Peter zeker. Ja. die
heeft daar vrije hand. Sinds vier jaren is
Voorde verlaten gebleven en Peter 'huist er
als heer en meester.
Lusteloos sjokt de hond achter den jager
aan. Er vah niets voor hem te doen, van
daag. Het geweer hangt over den schouder,
beide hanen zijn gespannen, maar Diaan
ziet geen kans om het eraf te krijgen. Hij
j directeur bij, bj een hoog'r be.irag wordt het ver
schil tusschen de kas en ddu b'-neficiaüt verdeeld),
en vier speelav «uden in de weck.
Met goede hotels kan men overeenkomsten
betrtHende kont en inwoning sluiten tegen /' (i
per mua'id. Reis- en verblijfkosten buiten de
lio if istedeu komen voor rekening van de directie.
Mislukt de onderneming, dan i-i er een reserve
fonds vars f '^iMCjU gedeponeerd bij de Interna
tionale Handels- e a C !ped iet vereen i git) g te Rot
terdam, om den ledenvan het gezelschap terugkeer
naar het vaderland mogelijk te maken.
Reeds moeten ?,ich vele canrlidaten voor een
engagement hebben aangemeld. Elr Is een com
missie ge-ormd uit de heeren Judels, voorzitter,
B.mwme.'ster en Kreeft en mevr. Stoetz, die eene
keuze za'. doen.
\Vij zouden echter elk artist, die er over denkt
naar Indiëte gaan, willen aanraden over arbeid
en belooning eens een o id^ast te raadpleger..
MUZIEK IX DE HOOFDSTAD.
Mijne kroni'k i.s thans gewijd aan »(Jharlotte
Corday", lyrisch drama, bewerkt naar eene novelle
van K. Frenzel door K. vau der Ven, gecompo
neerd d,;or Peter lienoit.
weet er alles van. 't Is weer eens een kwade
da-.
Plotseling blijft Rienk staan. Daar, boven
het lage hout rijst een eenzame, brecdgotakte
beuk. Hoe goed kent hij dien boom, juist
aan de grens van zijn veld. Twintig: pas
verder s:nat de jachlpaal van Voorde. In
den gladden stam hebben zij eens hun voor
letters gesneden, hij de hare en Ptiuwljc de
zijne. .Ijixng, heel lang hebben zij toen ge
ze ten op het, zachte mos en plannen gemaakt
voor de toekomst en elkaar geplaagd en met
handen vol mos om de ooren gegooid, den
vrede gesloten en behoorlijk bezegeld. En
boven ben zong het koeltje door de groene
bladeren een geheimzinnig lied.
Daar staan ze nog, de letters en
verpaan is de kleine hand, die ze sneed. De
zomerzon heeft ze geschroeid, de herfstwmd
heeft er langs gegierd, de winler heeft ze
gevuld met ijzel en sneeuw, en ze zijn be
waard gebleven. Kn het geluk, waarvan
zij spivken oen ademtocht van het nood
lot vaagde het van de aarde weg.
Achter het donkere denncnboscli, dat den
horizon begrenst, zinkt de zon. Langzaam
duikt zij weg achter de toppen en over
stroomt, de aarde met vloeibaar goud. Als
gloeiende pijlen schieten hare slralcu over
boomen en struiken en wat zij raken om
hullen zij met toovcrachtigen glans. En
daarboven welft zich de hemel, vurig rood
waar zij zich tot de aarde neigt en zich
badend in den gloed, die van daar uitgaat
en zich uitbreidt in zachter tinten tot het
violet wegsmelt in het effen blauw.
Met strakken blik ziet Uienk den gloeien
den bol kleiner en kleiner worden. Zóó
zinkt zij heden, zóó zal het morgen zijn en
overmorgen en eiken dag. Zoo zinkt zij
over Pauwtje's graf, zoo zal zij zinken over
het zijne. Leed of vreugde, leven of dood
Het was nog alsof ik (wat het gesprokene be
treft) eene tooneelvoorstelling uit vroeger tijd
bjjwoonde. Galmende volzinnen klonken weder door
de zaal De Leitmotive van het gesprokene waren;
vaderland, vrijheid, gelijkheid, broederschap, revo
lutie, bl jed, etc. etc. Wij hoorden Marat »een
wild di'jr gelijk" u'troepen : »bloed, meer bloed"
en wij zagen het gepeupel in de straten van Parijs
in alle realistische naaktheid (in figuurlij ben zin )
Er was gelegenheid te over om te sidderen en
tevens om Charlotte Corday's lange ontboezemin
gen te ho )ren, in het genre dat aan bezoekers
van rederijke:skamers zoo welgevallig is en vooral
was.
Drama en muziek zijn reeds voor eenL>e jaren
ontworpen, en thans zal de smaak voor
hettooneel bij beide heeren wel eeuige wijzigingen
ondergaan hebben.
Briuoit heeft echter van de gelegenheid tot ka
rakterschildering een rijk en noogst kundig ge
bruik gemaakt. Zijne kunst heeft een eigen
aardig cachet. De re/olu ie moet hem wel aan
trekken, want o )k iüzijne miuiek erkent hij
geene conventie. Met forsche lijnen werpt hij
zijne gedachten neer en door de kleuraanwen
ding weet hij dadelijk den jui4en toon te treffen.
Hoewel de techniek voor hem ge^n geheim schijnt
te b'zitten, is het vooral als colorist dat Bauoit
mij belang inboezemt. Hij durft realistisch te
zijn (ik zou zeggen: nu en dan zooals zijn land
genoot Wiertz) doch het muzikaal schoone wordt
door hetn nooit uit liet oog verloren.
Ik moet wel bekennen dat, wanneer men b. v.
de begeleidende orkestoiiuiek voor (Jharlotte
Corday hier en daar van de instrumentale kleur
ontdeed, men misschien wat de inhoud betreft
teleurgesteld zou zijn; doch het komt mij voor
dat bij dramaüsch-uiuzikale schildering vau een
karakterb-eld de kleur- min of meer hoofdzaak
is, daar de muz'ek hhr niet absoluut optreedt,
doch alleen als illustreeriog van eene idee.
Het d'ama vangt aan mst een openiugsstuk
waarin de motieven van Marseillaise en Cj)a ira
zijn uitgewerkt, afgewisseld en vergezeld door
eene schildering die de revolutie reeds aankon
digt, terwijl ook het hoofdthema vau de heldin
een woord medespreekt. Deze ouverture is niet
onstuimig wild, doch liet langzame tempo ver
hoogt het i idrukwekkende van net reiolutiebeeld.
Het doet u tevens het noodlot en den ondergang
zien, zich onverbiddelijk daaraan vastklampend.
In het eerste tableau, waarin O'iarlotte Corday
optreedt, op weg zynde, naar Parijs, worden de
motieven slechts aangestipt. Eerst het voorspel
vau het tweede tableau : .Harat's karakterbeeld,
krijgt i u li^t dranin beteekenis. Als het scherm
opgaa1, zingt een vau d; vrouwen Cdu lied (Chant
du dépari). Het gezelschap beslaat abten uit
tooueelkiinstenaars, en dus is lift te begrijpen dat
dat lied evenals de Carmagnole in net derde
tableau, door den operazanger LOUH voor het volk
gezongen, niet de va.melding w.tard is. (Het i»
echter opmerkelijk dat laatstgenoemde den naam
van Lavoix draagt).
lïij Jlarat's ontboezeming : Moed-loosheid, op
gewondenheid bloeddorst, is d-.1 instrumentatie
zeer kleurenrijk. De kompom-it heefi hier som
bere, zelfs schrille efl'-cten weten aaa te brengen,
geheel in overeenstemming met het zielkundig
raadsel dat Marat heet.
De balletmuziek vó ir en gedurende het derde
tafereel is bekend. Op uitvoeringen vau de S'ed.
too;ikuust"naarsvereeniging was die reeds uitge
voerd. Deze muziek is aantrekkelijk ook door
grouten eenvoud. Men h lort het hoof huotief iu de
verte door lr>uten blaasinstrumenten, terwijl htt
strijkkwartet in het orkest antwoordt. Hoewel
de twee m itieven wan vaak t^rugkeeren, maakt
het geheel, vooral na het voorafgaande, een zeer
weldaiigeu indruk.
Het volgende tableau vangt mat een idylle
aan. Het schildert de liefde va'i (,! moveva voor
Marcel Lecomte. Hij b-mint echter C larlotta
Corday en zegt haar dit ook Z.j mag die niet
het komt, en gaat heen en komt weer
altijd altijd . . .
Daar kraakt het in do takken en uit het
Inge hout treedt een man, het geweer over
den schouder. \Vie i.s dat0 llienk bescha
duwt de oogen met de hand, hij kan niets
herkennen tegen dien gloed. Onbeweeglijk
ziet de ander hem aan en slap zinkt de
hand van den jager langs het lichaam en.
j valt op de kolf van het geweer. Voor zijn
i oogen vlamt en schittert het vonken en
stralen, rood, bloedrood! En daarin rijst
het weer op, dat beeld van Pauwtje, bleek
en stil. Eu daarboven, boven de kouue
borst, het gehate gelaat, het gelaat van den
man, die haar in den dood heelt gedreven !
Xn niet vermetel meer als toen, maar
hem aanstarend met strakke oogen, als ware
hij een geest. Eu tegen zijn hand voelt hij
het gladde hout van de kolf, liefkoozend
strijkt het langs den hamerenden pols ; liet
koude ijzer van de trekkers legt, zich tegen
de gloeiende huid en dringt zich tus»chen
zijn vingers en altijd nog staren zij hem
flan, die vervloekte oogen en daar ligt
Pauw! je, dood, dood door hem ! n ruk
en tusschen zijn buk en de breede, verra
derlijke borst ligt de kleine, zwarte korrel.
xMan, om Go Iswil !'' roept de jonker en
| werpt zich terug. Zwaar dreunt het schot
door de avondstilte, vooruit vliegt de ho iel,
maar blijft kort staan, houdt een oogenblik
de oogen gevestigd op n punt en sluipt
dan, benauwd, ingehouden jankend, naar zijn
meester terug.
Pamvtje is gewroken.
Boven de heide glinsteren de sterren en
spiegelen zich in den donkeren, eifen plas
en op den bodem ligt Rienk de jager.