Historisch Archief 1877-1940
Vb. f25
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
had h\j wat goed te maken jegens Hjalmar.
Hjalmr was de zoon van een klein ambtenaartje, die
indertijd betrokken wan in een diefstal, waarbij
een zekere Werle zyn medeplichtige wae, een
bankier, de broeder van onzen Werle of deze
«elf. Z(j stalen samen hout uit de staatsbosschen,
en de bankier is vrijgekomen, terwijl het
ambtenaartje heel wat jaren gevangenisstraf ondergaan
heeft. i
Mjjnheer Werle gevoelt zich dus eenigszins onder
verplichting jegens de familie. Daarom gaf hij aan
Hjalmar, met een goeden bruidschat, die Gina,
en aan den vader, die ontslagen was, gaf hij
kleine werkzaamheden te doen, die hij boren de
waarde betaalde. Maar er was «og een reden. Die
Gina, mevrouw Werle's kamenier, was verleid
door menheer Werle, en die mijnheer had nu
z\jn vergrijp jegens den armen drommel goedge
maakt door hem met zijn maitresse te laten
trouwen.
Uit dit huwelijk is een meisje geboren (een
aardig meisje, uitmuntend gespeeld door Mlle
Bieuris), dat vijftien j lar oud is, als het stuk be
gint. Zy heeft van menheer Werle een cadeau
gekregen, een wilde eend, en is van dat beest
buitengewoon veel gaan houden. De eend leeft
op een zolder, boven het photographisch atelier,
met een heelen troep andere dieren, vooral
konyuen. De oude Ekdal namelijk, die bij Hjalmar
inwoont, is half onwijs. Indertijd was hij een groot
berenjager, en nog is de jacht zijn liefhebberij;
iederen dag gaat hu op den zolder konijnen schie
ten met een oud pistool, en meent dan beren te
Tellen. Ja, zoo is hij.
Dat is dus het gezin Hjalmar Ekdal: een
oude waanzinnige, de berenjager; een halfgekke,
d« photograaf; het meisje, een aardig vriendelijk
kind, dat geen andere zonderlingheid heeft dan
overdreven liefde voor de eend; en de moeder,
een onuitstaanbaar wijf. Voorts op den zolder de
konijnen en de eend, zwijgende personen, maar
waarvan de een, de eend, zijn schaduw werpt op
het heele stuk.
In dat gekkenhuis komt nog een halfwijze ver
dwalen: maar zijn gekheid is niet zoo
onschadeIjjk als van de anderen. Het is Greger, de zoon
van Werle, een soort van visionnair
menschenhater, die de wereld wil hervormen en op de
aarde het rijk van waarheid en gerechtigheid wil
stichten. Hij heeft hetgeheimvan zijnsvaders gedrag
jegens Hjalmar opgevangen en kan dat niet onder
zich houden. Eerst verwijt hij het den vader, op
heftigen toon; hij treedt als rechter op, zegt dat zijn
moeder van verdriet gestorven is, om die kame
nier; vervloekt zijn vader, en verklaart dat hij
geen voet meer bij hem in huis zal zetten. Hij
gaat nu gastvrijheid vragen aan den photograaf,
met het plan dezen de oogen te openen. Uij
stuurt daar dan ook alles in de war.
Ge kunt u voorstellen wat het gevolg is van
die onthullingen in het arme huishouden. De
praatjesmaker Hjalmar profiteert ervan om
eindelooze klaagredenen en beschuldigingen uit te
galmen. Hij wil Gina wegjagen, hij gaat zelfs twij
felen of Hedwig zijn kind is. Hij houdt innig veel
van het meisje; als zij zijn kind eens niet was!
HU ondervraagt Gina; zij antwoordt dat zij het
Biet weet. Er is ook een reden van twijfel: de
oude Werle is blind, en de kleine Hedwig heeft
zeer zwakke oogen. Het huis is dus in opstand.
Hedwig is verdrietig. Haar vader en moeder, die
zoo tevreden met elkander waren, gaan scheiden!
Haar vader, die zooveel van haar hield, stoot
haar weg! Wat kan zij doen om hem weer goed
te stemmen?
Nu is er in het stuk een dokter, zooveel als
de raisonneur in onze oude coniedie. Hij zal
straks ook de oplossing van al de geheimen ge
ven, altoos op de eend na, maar zoover zijn wij
nog niet. De dokter neemt Hedwig apart eri zegt
tot het kind: Er is maar n middel om uw va
der te laten zien, dat ge boven alles van hem
houdt: als ge hem kondt opofferen hetgeen u het
liefste is op de wereld, je wilde eend.
Het kind rilt van afschuw bij dat voorstel. Men
ziet niet goed in, welk pleizier het den photo
graaf zou kunnen doen, als de eend doodgescho
ten was, maar de dokter, de verstandige man in
het stuk, zegt dat dat helpen zal. Hedwig voert
lang strijd met zich zelve, maar eindelijk geeft
zy' toe, Zij zal haar eend doodschieten; zij neemt
het pistool, dat, waarmede haar grootvader ko
nijntjes jaagt, en gaat naar den zolder. Men hoort
een schot, inaar let er niet op. 't Is zeker de
oude halfwijze die aan zijn gewone liefhebberij is.
Maar hij komt binnen. Was hij het clan niet,
die schoot? Wie was het dan? Men gaat kijken.
en vindt het kind, dood. Zij wou liever zich zelf
dan haar eend doodschieten.
Nu, wij hadden al zooveel onzinnigs bijgewoond
in het akelige stuk, dat deze ontknooping niet
eens zoo heel erg verwonderlijk scheen. Wie met
gekken leeft, al is het maar een nnr of drie, verliest
allicht het gevoel van de juiste evenredigheden
der dingen. En wij waren ook zeer in ons schik ;
want nu was er ook licht in gekomen, onver
wachts een projectie naar achteren over allo vier
de vroegere bedrijven. De dokter had het nu uit
gelegd : de wereld leeft alleen van illu-ii>n; ieder
heeft zijn levensleugfin, en den menschen dien te
willen ontnemen, is hun het eenige geluk ontne
men, dat zij kunnen genieten Gregger. mei zijn
manie om de waarheid te zeggen, om de menschen te
hervormen, was niet anders dan een kwakzalver.
Dit was de uitleg van het stuk, eigenlijk de
expositie, in het laatste tooneel. Wij begrepen nu
dat al deze personen ook hun levensleugen had
den, de een het konijnen schieten voor beren, de
ander zijn mislukte uitvindingen, het kleine meisje
haar poëzie; de gewaande wijze met zijn hervor
mingsplannen ontneemt hun die illusies en allen
z;jn diep rampzalig, het kleine meisje zelfs zoo,
dat zij zelfmoord verkiest boven het verdwijnen
van haar droom.
Maar wat is dat alles onduidelijk! liet stuk
heeft het publiek een beetje teleurgesteld en ver
veeld, maar daarom is het niet zonder befeekenis.
Zeker niet; het is duister, onsamenhangend, on
uitstaanbaar, maar bij nadenken, den volgenden
dag, laat het een diepen indruk achter. De rol
van den photograaf is aardig waargenomen en
geteekend, ook die van den profetischen
laenschenhater Gregger; en er is n persoon in, bet meisje,
allerliefst frisch en onschuldig, teedcr. dioomerig.
een weinig mystisch, kortom allerliefst, op haar
eend na".
(Slot volgt).
MUZIEK IN DE HOOFDSTAD.
Hoewel de Meimaand de aangewezen maand
is om deze rubriek op te heffen, komen er nog
steeds laaiste en afscheidsconcerten voor den dag,
en dus moet ik den lezers, die thans zeker veel
liever de buite lucht geiieten dan
muziekverslagen volgen, nog weer eens met een artikel
schrik aanjagen.
Ter geruststelling zeg ik er bij, dat ik zoo be
knopt mogelijk zal zijo.
In de eerste plaats vermeld ik, dat Zaterdag
avond een concert plaats had van mevr. Van
Ophemert-Schwencke en den heer Joh. Schmier,
met medewerking van den heer en n.evromv
Orelio.
Ik heb alleen de eerste afdeeling bijgewoond,
waarin, ik echter gelegenheid had vijf lange
operaaria's te hooreu en dus kon ik met een gerust
geweten vertrekken, daar ik overtuigd was uiijn
plicht te hebben g»daau.
Mevr. Vau Ophemert Schwencke hoorde ik in
de aria van Leonore uit Htradella van Flotow.
Haar medium is nog zeer schoon van timbre
en zij weet van hare stem een goed gebruik
te maken. Ook in muzikaal opzicht heeft zij
mij (hoewel ik Fiotow's muziek van ga'ischer
harte veraf-chuw) zeer voldaan.
Terwille van het behoud van hare stem moet
ik deze zangeres echter aanradeu de grenzen van
hare stem (vooral het hooge register) zooveel
mogelijk te sparen en dus bij voorkeur voor
drachten te kiezen die voor rniddelstem geschre
ven zijn.
Mevr. Orelio had met de aria uit Les Dragons
de Villars van Maülart eene goede keuze voor
het eigenaardige karakter van haar talent ge
daan.
De figuren werd licht en helder gezongen, ter
wijl in dit nummer een kk-iue nuance
operetteuttijl er vtel mede door kan.
De heer Orelio verraste het publiek weer met
zijn bekende fraaie steminiddelen. Hij heeft zich
in den laatsten tij l blijkbaar uitsluitend op den
Frangcben opera-stijl toegelegd. Aan volume heeft
zijn geluid nog. gewon: en ; doch daarentegen miste
ik het vveeke in zijne stem, waardoor hij vroeger
zulk reu schoon mezza-voce wist te verkrijgen.
De Fransche opera richting bevat tal van klip
pen die eok de heer Orelio niet ge'ieel wist te
outzeilen. daar ook bij hem, door te veel uitzet
ting van stem, de eenvoud van voordracht wel
eens verloren ging.
De Fransche operazangers zijn in dit opzicht
zeer slechte voorbeeMen, zij offeren (op weinige
uitzonderingen na) den goed n smaak gaarne aan
het «fféctbejag op. Men moet dus, als rnen zich
uitsluitend in die richting beweegt, dubbel op
passen niet medegesleept te worden.
Het was mij f c iter zeer aangenaam dezen zanger
weer eens te hooren. Hij droeg aria's uit Héroi/ia/lc
van Massenet en Lc L\ndoïi de P/'jcrmcl van
Meyerbeer voor.
De heer Sc'iinirr heeft de L'ister-aria uit Le
Barbier van Itossini op >.ijne bekende wij-e voor
gedragen. Ik hoor hem liefst in werken in dezen
stijl, en dus deed do voordracht mij veel ge
noegen.
Een tweetal kwartetten, die de heer chmier
met drie andere heeren na de pauze zong, u. 1.
Omhoog van Heinze en Aiiiour van Massenet,
heb ik vroeger gehoord en wel op het kwartet
concours van de Liedertafel »Zangluat". De voor
dracht heeft mij toen zeer goed voldaan.
Wie heeft in den laatsten tijd niet van
Paderewski gehoord? Groot is de roep die van hem
urging en nog grooter het succes dat hij te
Parijs voortdurend heeft. Hij toch is de artistieke
held van de aristocratische salons aldaar. Wie
een concert van Paderewski van de Salie Erctnl
bijwoont, heeft dan ook me'een gelegenheid, <le
voornaamste gravinnen, baronessen en
rnarkiezinnen uit Parijs te bewonderen.
Deze buitengewone vittuoos die (laat ik het er
bijvoegen) fr'vens een voortreffelijk kunstenaar is,
toonde zeer vroeg buitengewone gaven. Hij is
zelfs in alle opzichten zijn leeftijd steeds voor
uit geweest. Op 17-jarigen leeftijd reeds getrouwd
zijnde, was hij voor zijn twintigste jaar weduw
naar en heeft op ruim dertigjarigen leeftijd eeu
zoon van 1'2 of l;j jaar.
Zeer begaafd, heeft hij door zeldzame wils
kracht en volharding weten te bereiken dat hij
een virtuoos van den allereernteu rang is ge
worden.
O.)k als componist heeft hij met zijn
klavierconcert getoond groote begaafdheid en keiinis
te bezitten
Deze pianist gaf thans een concert met de
heeren Joseph Salmon (vlolonc Ij en Ladishis
Gor.-ki (vioo!) beiden uit Parijs.
Ik heb dit concert niet kunnen bijwonen,
doch mijn kunstbroeder, de heer Wouter
Hutschenniyter, deelt mij op mijn verzoek als
zijn indruk me.Ie, dat Padcrewski's spe' in alle
opzichten verbazit'gwekke: d en tevens ze.-r ar
tistiek was. Jlij wist aan alle r,urnmers, zoo
verf-.ehiileiïd van karakter, de juiste kleur te neven
of er een nieuw licht on te laten vaileu, terwijl
-???-il
er tevens poe/.ie 111 znn spel lag.
Onze landgenoot de heer ^ulinon speelde zijne
beide solo .ununers o-.i eenvoudige muzikale wijze,
terwijl mijn berichtgever veimeldt dat het
vioolsp'-l van den lieer Gorsld een slecht--.'.] indruk
maakte, zoowel in in u ikaa! a!s technisch op
zicht.
A. s. Zondag geeft Paderewski nog een con
cert en dus vind ik IKXJ; v.el aanleiding op dezen
k luisteraar terug te komen.
Het Pa'eis voor Volksvlijt amonceerde eeu
kh;s-i>k concert '-p Donderdag l l M"i met me
dewerking van den heer Ltvpold ds Beer, eerste
tenor aan de Kei/.orMjke Opera te Linz. Het
bleek dn heer i)e 15.'er van de Ned. Opeia te
zijn, die echter, zooals ;k latur las, i,uar Li;^y, iraat.
]-. hij reeds werkelijk als ar.-lr tenor aldaar
g<Yii<r:!;;-Ptrd, dan vrees ik dut hij groote
teleurstelling zal baren of.?dat de/c Kei 'er'ijke Op«-i:i
weinig te be-tcekt-ntu Leeft. Wat bleek toch'.'
Dat de heer De Beer die over aangename
stemmiddelen beschikt, nog bijna alles te leeren
heeft.
Een voortdurend vibrato ontsierde zijn stem,
om rhythmiek bekommerde hij zich volstrekt
niet, zooals vooral in de liederen van Schumnnn
en Schubert bleek, eu in de voordracht vau deze
liederen was hij zoo ziekelijk gevoelig en sma
keloos, als een weinig ontwikkeld dilettant.
Bovendien was de slechte wijze waarop hij de
stijging in Schubert's lied: »Du bist die Kuu!" bij
de woorden: »Stemenzelt" zong, bepa>dd ergerlijk.
Daarna zong hij een Frausche aria uit de
oppra: aSi j tais roi", in het Deensch ! !
Heeft het applaus van een gedeelte van het
publiek den heer De B^er misschien in den waan
gebracht dat hij heel mooi gezongen heeft, zoo
acht ik mij toch verplicht te verslaren dat do
keuze van zijne stuiken van zser weinig zelf
kennis getuigde, eu dat hij nog heel wat zal
moeten leereu eu hooren jilvor.-ns hij in staat
is eeu lied van een der Duitsche meesters naar
behooren voor te dragen.
Het spijt mij dit te moeten neerschrijven,
maar de heer De B.:er heeft werkelijk knorren
verdiend. VAN MILLKJKN'.
JUBELFEESTEN TE WEIMAR VAX
4?tO MEI.
Weimar, 7 Mei. Heden was de eigenlijke
dag. waarop voor honderd jaren het nieuwe Hof
theater met de Jlif/er van If'Üand .werd geopend.
Vooraf ging eeu proloog van Goethe. De geheele
voorstelling van voor honderd jaren werd heden
herhaald. Mej. Jenicke sprak in het costuum van
Corona Schröter meesterlijk den ouden proloog.
Na de uitvoering der Jüi/er volgde een sccnische
epiloog van Wiklenbruch : Schiller en Goethe, zoo
als ze in Weimar voor het Hoftheater door
llietschers meesterhand gebeiteld staan, ontwaken uit
hun langen slaap. Bewonderaars van alle standen
en van verschillenden leeftijd naderen met bloemen.
Op de vraag, of zij beiden, de groote dichters, nog
in het hart van hun volk leven, leggen allen de
bloemen aan hunne voeten neder, en antwoorden
eenstemmig: Ja! Op 't laatst bracht een der
vreemde gasten een lioch" uit op Carl Alexaiidor
en Sophie, de dierbare heerschers van Weimar.
Beiden neigden zich, onder het eindeloos gejuich
der aanwezigen, dankend tot het publiek. De
standbeelden van Schiller en Goethe zijn sedert
gisteren feestelijk met bloemen en kransen
om| hangen; de stad is met vlaggen versierd.
W e i m a r, S Mui. De jaarlijksche vergadering
] van de Goethcgesellschaft" werd heden zeer tal
rijk door de leden bezocht. Professor Valentin
uit Frankfurt sprak over de Klunnirke
Walfinrfliznacht uit het tweede deel van Yansi. Prof.
Sophan berichtte over een nieuwe vondst, die in
het Guethe-archicf werd bewaard ; zij omvat een
aantal documenten uit de jaren van Goethe's di
recteurschap, 's Avonds werden J)ie schliimiicn lii'
der. Volksspel in 4 akten en een voorspel, op
gevoerd.
! Weimar, !) en 10 Mii. Hot jab:!f«est is
ten einde, de nieuwe eeuw is begonnen. Wat zal
l na afloop van nogmaals honderd jaren het
standj punt der kunst en der dramatische poëzie zijn?
j Oji 'toogenblik hopen alle partijen, idealisten on
! realisten, verbetering; wij met hen.
Het leest sloot met eenc opvoering van de trilogie
Walleiistein van Schiller, met Sonnenthal in de
titelrol. Met realistische pracht, maar die geen
oogenblik het leidende ideale gehalte verloochende,
en daardoor volkomen stijlvol bleef, was het stuk
nieuw gemonteerd, men zegt. naar schotsen van
het Meiningor Hoftheater Naar noord en zuid
vliegen de gaston uit elkaar, zeer zeker in ver
schil van meening omtrent enkele voorstellingen,om
trent het speelplan en de opvatting van enkele rollen.
Maar ook zeer zeker met de vasto hoop, dat er
een da^; komen zal. gelijk 7 Mei f 7itl het was, waar
op een evengroot dichtergenie weer aan het hoofd
der dramatische dichtkunst in Duitschland treedt,
en tegelijkertijd ibior gunstige omstandigheden
de macht heeft, invloedrijke veranderingen en
verbeteringen voort te brengen, ten ze0'cn van
kunst en poëzie!
LINA Scitxi'ahKK.
(Onder de dames welke door Weimar's vorstinnen
bij het feest eervol onderscheiden worden, behoort
ook mevr. Lina Schna'der; zoowel do groothertogin,
als de erf groothertogin, prinses Hormina van Weimar
en prinses Olira. haar dochter, ontvingen haar in
lange en vertrouwelijke audiëntie, l'.ed.)
KUXST EN" THKi:.
Een thee-h lude'iaar wilde zijn thee aanprijzen
en had van artistieke reclame gehoord. Toen
wilde hij daarvan het zijne hebben.
Hij schreef' een prijsvraag uit eu benoemde
eeu jury. Daarin waren drie schilders, een on Ie,
fameuze, en twee jonge, verder vier
nu-tscbüders, arc.hitekten eu 7,0') en iv,i
schillerp'oi'e.s<or - om zoo te zeggen een getemde
variet."it van 't schiiderras die staat tot eeu
schilder als een wolfshond tot eeu wolf.
En onder de houderde inzendingen verschool
zich iet.- eclit arti-ticks Xu zou 't, toch uit
komen, mocht de thcehandchiar denken, of er
iet- a°.n va.- van die artistiekerigliei 1. Dan zou
den ze dat <c!ite (-r irauw uitvis-cheii.
De schilders muiden het ook srau.v te pakken,
maar den priis krcoir het niet. Want, zei 'en de
anderen, ln-t L'cUU hi^r niet alleen kunst, maar
ook tli.°(j, Ku al iiemeii wc uu de ;<rti-4it-ke thee,
de mooie thee 'kunst dan hebben ue de
rec.'amc r o c.r i;iet. Want reclame is voor d-e massa,
eu die wef't vun het mooie zjo niet. alleen vau
liet. lieve of becldeiisre.
Deze bewijsvoering o.'f-rwon, liet mooie kreeg
geen prijs, iinar i;"-' wat de heeren voor
reclameach'ig. voor thec-driiikers-niooi hielden.
Muur ziet ! in'IJt-r ijn. hot onartistieke, in kunst
7'.o ver iii.diteistaande licrlijn, had d"
threhandtdaar dezelfde gr;:;> ;;eliad. l'n daar. uaanu'htig !
daar vodden ze hel echte, mooi?, arti-ticks en
iK-krooii'icu het. Tol d;'n theeniaii i-ei'len ze : -dit
is mooi, CM de-prijs w;i ird. dit is rti.-tieke rcelaiuo
wil jetc'nl"!- vo!k>r-.-cianie. iUcc-dri; kiT.s reclame,
nsriüdun dit; of <iis (.-f die."
Dit was verstandige taal. en die jury heeft haar
eer gered.
Maar de Hollandsche kunstkenners werden
leelijk op hun plaats gezet. Want de wijze thee
handelaar zei: hoort eens heeren ! van kunst heb
ik geen verstand, maar van thee en van beelde
righeid hebben jelui geen verstand. Jelui hebben
geen artiesten durven zijn, en jelui hebben geen
theehandelaars kunnen zijn. Nu ga ik maar mijn
eigen gang."
En toen koos hij niet alleen een ander stuk,
precies wat hij hebbeu moest, een snoeperig
prentje voor 'n theekrausj», vau een bekende
beelderigheids firma hier ter stede. Wat deoolijkerd
gelijk hud, en wat lange neuzen de heeren jury
leden !
Wie dit verhaaltje uitvoerig toegelicht en ge
llustreerd wil zien, spoede zich naar de loods
op 't Darnrak, waar hij bovendien nog wel voor
een kwartje pU-izier zal hebben aan de vijf mooie
teekeiihigen vau den heer Bauer.
PAVLSEX.
AANTEEKENIXGEN SCHILDERKUNST.
De bekende Engelsche artiest Walter Crane,de
savante maker der prachtige Picture-books, en
groote decorateur, die door vele bemoeiingen
metterdaad heeft willen bewijzen ook een warm
volksvriend te zijn, heeft ter gelegenheid der
laatste Mei-manifestaties een prent van belang
rijke afmeting ontworpen, die aan de arbeiders
van alle landen is opgedragen. Le trioinphe du
travrnl heet zij. (Uitgave van llenri Scheu, Strand
2(i.'i, Londen.) Het is een houtsnede met niets van
het zoetig moderne erin van het industrieel ver
fijnde procédé, maar met dikke omtrekken open
geteekend bijna, maar met meer sierlijkheid, naar
de formule der primitieve houtgravuren uit de
oude volksboeken. De half-ornamentale stijl doet
donken aan t'rane's zeer ongemtene, vindingrijke
vignetten bij de sprookjes van Grimrn.
De triomf van den arbeid is in fries vorm voor
gesteld als de allegorische optocht bij een landelijk
Mei feest.
Voorop gaat met den vrijen tred als van een
der vlugge figuren uit Flora's J'Vast, een jonge
machtig gevleugelde vrouw, de Vrijheid, een
frygiesche muts op het hoofd en een toorts in de
hand. Omziende wakkert zij met uitgestrekten
arm die volgen aan. Naast haar rijdt op een
vurig paard dat door een jongen aan den teugel
wordt gehouden, de aanvoerder van den stoet,
een ideale arbeider met oen cartouche waarop
Le !<.">' Mui lii!)l op een hooivork. Hij wuift zijn
kameraden toe met een grooten stroohoed in de
lucht. Dan komen twee bejaarde arbeiders,
achtenswaardige dragers van een enorme banier, waarop
driu figuren : li'berti', Jv/alité, l*'mternité.
Daarna volgen twee zware, bekranste ossen;
op een daarvan is een kloeke vrouw gezeten,
beeld der vruchtbaarheid met een hoorn des
overvlooda waaruit veldvruchtcn opschieten. Ken knaap,
die een der rijders van het Parthenon fries kon zijn
en een gracieus huppelend landmeisje treden aan
deze zijde, er naast, musiceerende met schalmeien
tainbourijn. Aan den anderen kant een
hellebardier-werkvnan als ruiter met in zijn blazoen:
]{cj»<!>lt/liie sociale internationale, Hustig trekken
de plastische ossen een opjresierden boeronwagen als
zegckar, waarin de arbeiders van verschillende
ambachten en daaronder de schilder gezeten zijn.
Naast den arcadischen voerman, wien door een
omhooggetihl kind oen lauwerkrans wordt
toogereikt, zit ecu meisje dat op een spade het devies
Ni J)ieu tii muitrc omhoog houdt. KT. in den
wagen dragen jonge vrouwen een aardbol, waarop:
Siilidni'itt' internittiontile ilen trarailleurs ; achterin
den wagen bazuint er een: J'mlètnires detomles
i pai/* 'Hiiiwes 'con*.
Ia deze zoo mooi in elkander gezette, nobel
geteekende prent is niets van het oververnuftige
dat een enkele maal in Cranes compositie hin
deren kan; het schijnt een plaat in n lan
neergeworpen.
Het is een overtuigd ideale voorstelling van de
arbeidersbeweging, een zeer aristocratische
ver' hoerlijking van het proL-tariaat, een huldeblijk
: aan de Mei-manitcstatics in een werk van voor
treffelijke kunst.
Het beroemde portret van Carlyle door Whistler
is door de Glasgow Art Corporation voor haar
Museum voor do som van duizend pond aange
kocht.
De 3Iercitre de Francc van Mei geeft de
af1 beelding eener buste van Flauhurt, den zoo zeld
zaam geportretteerde!!, door den beeldhouwer
Clesirger. Het is een fiere, victorieuse, maar
harschc kop. hoog opgericht op een sievigen nek.
! Hij heeft het lange iiaar. don krachtigcn knevel,
: den niooiou n-'us en heel het stoere type dat
uien zich iler.kt van een heroïakcn Frankenkoning,
maar daarbij komt een schijntje van iets deftig
militairs. Ken gepensioneerde Merovinger zou men
! kunnen zeggen met. wat te wei lig eerbied dan
toch voor deze blijkbaar zeer mooie, purtretbuste.
\ Matinee Mauterlinck, de schrijver van La
PrinI trsw JI//t?i'i»f, van l'Int m*: en van len Arctti/les,
vertaler van Uuijsbroek. zal een bock over
Memlinck uitgeven. Met verlangen zien we dit werk
van den geheimzinnigcn Gentenaar tegemoet.
Waüt hot belooft wat. eens niet een
archacoloog o i' een kunsthistoricus, maar een verfijnd
mystiek artiest, die Momlinck hegrijpen moet, te
ZMÜIMI I'>zen over den onvcrgetolüken gothieken
Vlaam.
f>2 Irma C F. Itoos .V ('o., verkoopt den 20en
Mei i:i de J!;'<i/,:!,'<; (Iroiul een collectie,
jxroott"dcels al'üoiïT-tig v.in den schilder G. P. Ver
schuur, waaronder nnniiinTs zijn van Artz. Diïders,
! G. .i. Kus. Van Ksseii, Ihiverman, Jac. van Lioijj
lloelc.f-, Sam Vervoer, ?)? H Weiser.bmck,
Mesdaïit'ichiiK-en. SeL'antini. Wijiiauller.
l*o tii-m:; Fredeï'ik Maller & Co. veilt l!) en
L'I) Mei (diïiizolfden da .; dm als de aii''tie van Itiosi
oen verzameling onde. schilderijen, meubelen, zil
ver en mnvelein, afkomstig voornamelijk van
Dr. Kki'ma, en Mr. de ia Sablonirre. Onder de
schiidcrijfp noemt de cr.fal'itni, er van P. Hreughcl,
Urelic-jcnkarnp, vun Deler en Palamedesz. J. C.
Droi.chsl'Xil, Dirk Hals, Cor:iclis de Heem. P. van
Noort.