De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1891 17 mei pagina 3

17 mei 1891 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

Vb. f25 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. had h\j wat goed te maken jegens Hjalmar. Hjalmr was de zoon van een klein ambtenaartje, die indertijd betrokken wan in een diefstal, waarbij een zekere Werle zyn medeplichtige wae, een bankier, de broeder van onzen Werle of deze «elf. Z(j stalen samen hout uit de staatsbosschen, en de bankier is vrijgekomen, terwijl het ambtenaartje heel wat jaren gevangenisstraf ondergaan heeft. i Mjjnheer Werle gevoelt zich dus eenigszins onder verplichting jegens de familie. Daarom gaf hij aan Hjalmar, met een goeden bruidschat, die Gina, en aan den vader, die ontslagen was, gaf hij kleine werkzaamheden te doen, die hij boren de waarde betaalde. Maar er was «og een reden. Die Gina, mevrouw Werle's kamenier, was verleid door menheer Werle, en die mijnheer had nu z\jn vergrijp jegens den armen drommel goedge maakt door hem met zijn maitresse te laten trouwen. Uit dit huwelijk is een meisje geboren (een aardig meisje, uitmuntend gespeeld door Mlle Bieuris), dat vijftien j lar oud is, als het stuk be gint. Zy heeft van menheer Werle een cadeau gekregen, een wilde eend, en is van dat beest buitengewoon veel gaan houden. De eend leeft op een zolder, boven het photographisch atelier, met een heelen troep andere dieren, vooral konyuen. De oude Ekdal namelijk, die bij Hjalmar inwoont, is half onwijs. Indertijd was hij een groot berenjager, en nog is de jacht zijn liefhebberij; iederen dag gaat hu op den zolder konijnen schie ten met een oud pistool, en meent dan beren te Tellen. Ja, zoo is hij. Dat is dus het gezin Hjalmar Ekdal: een oude waanzinnige, de berenjager; een halfgekke, d« photograaf; het meisje, een aardig vriendelijk kind, dat geen andere zonderlingheid heeft dan overdreven liefde voor de eend; en de moeder, een onuitstaanbaar wijf. Voorts op den zolder de konijnen en de eend, zwijgende personen, maar waarvan de een, de eend, zijn schaduw werpt op het heele stuk. In dat gekkenhuis komt nog een halfwijze ver dwalen: maar zijn gekheid is niet zoo onschadeIjjk als van de anderen. Het is Greger, de zoon van Werle, een soort van visionnair menschenhater, die de wereld wil hervormen en op de aarde het rijk van waarheid en gerechtigheid wil stichten. Hij heeft hetgeheimvan zijnsvaders gedrag jegens Hjalmar opgevangen en kan dat niet onder zich houden. Eerst verwijt hij het den vader, op heftigen toon; hij treedt als rechter op, zegt dat zijn moeder van verdriet gestorven is, om die kame nier; vervloekt zijn vader, en verklaart dat hij geen voet meer bij hem in huis zal zetten. Hij gaat nu gastvrijheid vragen aan den photograaf, met het plan dezen de oogen te openen. Uij stuurt daar dan ook alles in de war. Ge kunt u voorstellen wat het gevolg is van die onthullingen in het arme huishouden. De praatjesmaker Hjalmar profiteert ervan om eindelooze klaagredenen en beschuldigingen uit te galmen. Hij wil Gina wegjagen, hij gaat zelfs twij felen of Hedwig zijn kind is. Hij houdt innig veel van het meisje; als zij zijn kind eens niet was! HU ondervraagt Gina; zij antwoordt dat zij het Biet weet. Er is ook een reden van twijfel: de oude Werle is blind, en de kleine Hedwig heeft zeer zwakke oogen. Het huis is dus in opstand. Hedwig is verdrietig. Haar vader en moeder, die zoo tevreden met elkander waren, gaan scheiden! Haar vader, die zooveel van haar hield, stoot haar weg! Wat kan zij doen om hem weer goed te stemmen? Nu is er in het stuk een dokter, zooveel als de raisonneur in onze oude coniedie. Hij zal straks ook de oplossing van al de geheimen ge ven, altoos op de eend na, maar zoover zijn wij nog niet. De dokter neemt Hedwig apart eri zegt tot het kind: Er is maar n middel om uw va der te laten zien, dat ge boven alles van hem houdt: als ge hem kondt opofferen hetgeen u het liefste is op de wereld, je wilde eend. Het kind rilt van afschuw bij dat voorstel. Men ziet niet goed in, welk pleizier het den photo graaf zou kunnen doen, als de eend doodgescho ten was, maar de dokter, de verstandige man in het stuk, zegt dat dat helpen zal. Hedwig voert lang strijd met zich zelve, maar eindelijk geeft zy' toe, Zij zal haar eend doodschieten; zij neemt het pistool, dat, waarmede haar grootvader ko nijntjes jaagt, en gaat naar den zolder. Men hoort een schot, inaar let er niet op. 't Is zeker de oude halfwijze die aan zijn gewone liefhebberij is. Maar hij komt binnen. Was hij het clan niet, die schoot? Wie was het dan? Men gaat kijken. en vindt het kind, dood. Zij wou liever zich zelf dan haar eend doodschieten. Nu, wij hadden al zooveel onzinnigs bijgewoond in het akelige stuk, dat deze ontknooping niet eens zoo heel erg verwonderlijk scheen. Wie met gekken leeft, al is het maar een nnr of drie, verliest allicht het gevoel van de juiste evenredigheden der dingen. En wij waren ook zeer in ons schik ; want nu was er ook licht in gekomen, onver wachts een projectie naar achteren over allo vier de vroegere bedrijven. De dokter had het nu uit gelegd : de wereld leeft alleen van illu-ii>n; ieder heeft zijn levensleugfin, en den menschen dien te willen ontnemen, is hun het eenige geluk ontne men, dat zij kunnen genieten Gregger. mei zijn manie om de waarheid te zeggen, om de menschen te hervormen, was niet anders dan een kwakzalver. Dit was de uitleg van het stuk, eigenlijk de expositie, in het laatste tooneel. Wij begrepen nu dat al deze personen ook hun levensleugen had den, de een het konijnen schieten voor beren, de ander zijn mislukte uitvindingen, het kleine meisje haar poëzie; de gewaande wijze met zijn hervor mingsplannen ontneemt hun die illusies en allen z;jn diep rampzalig, het kleine meisje zelfs zoo, dat zij zelfmoord verkiest boven het verdwijnen van haar droom. Maar wat is dat alles onduidelijk! liet stuk heeft het publiek een beetje teleurgesteld en ver veeld, maar daarom is het niet zonder befeekenis. Zeker niet; het is duister, onsamenhangend, on uitstaanbaar, maar bij nadenken, den volgenden dag, laat het een diepen indruk achter. De rol van den photograaf is aardig waargenomen en geteekend, ook die van den profetischen laenschenhater Gregger; en er is n persoon in, bet meisje, allerliefst frisch en onschuldig, teedcr. dioomerig. een weinig mystisch, kortom allerliefst, op haar eend na". (Slot volgt). MUZIEK IN DE HOOFDSTAD. Hoewel de Meimaand de aangewezen maand is om deze rubriek op te heffen, komen er nog steeds laaiste en afscheidsconcerten voor den dag, en dus moet ik den lezers, die thans zeker veel liever de buite lucht geiieten dan muziekverslagen volgen, nog weer eens met een artikel schrik aanjagen. Ter geruststelling zeg ik er bij, dat ik zoo be knopt mogelijk zal zijo. In de eerste plaats vermeld ik, dat Zaterdag avond een concert plaats had van mevr. Van Ophemert-Schwencke en den heer Joh. Schmier, met medewerking van den heer en n.evromv Orelio. Ik heb alleen de eerste afdeeling bijgewoond, waarin, ik echter gelegenheid had vijf lange operaaria's te hooreu en dus kon ik met een gerust geweten vertrekken, daar ik overtuigd was uiijn plicht te hebben g»daau. Mevr. Vau Ophemert Schwencke hoorde ik in de aria van Leonore uit Htradella van Flotow. Haar medium is nog zeer schoon van timbre en zij weet van hare stem een goed gebruik te maken. Ook in muzikaal opzicht heeft zij mij (hoewel ik Fiotow's muziek van ga'ischer harte veraf-chuw) zeer voldaan. Terwille van het behoud van hare stem moet ik deze zangeres echter aanradeu de grenzen van hare stem (vooral het hooge register) zooveel mogelijk te sparen en dus bij voorkeur voor drachten te kiezen die voor rniddelstem geschre ven zijn. Mevr. Orelio had met de aria uit Les Dragons de Villars van Maülart eene goede keuze voor het eigenaardige karakter van haar talent ge daan. De figuren werd licht en helder gezongen, ter wijl in dit nummer een kk-iue nuance operetteuttijl er vtel mede door kan. De heer Orelio verraste het publiek weer met zijn bekende fraaie steminiddelen. Hij heeft zich in den laatsten tij l blijkbaar uitsluitend op den Frangcben opera-stijl toegelegd. Aan volume heeft zijn geluid nog. gewon: en ; doch daarentegen miste ik het vveeke in zijne stem, waardoor hij vroeger zulk reu schoon mezza-voce wist te verkrijgen. De Fransche opera richting bevat tal van klip pen die eok de heer Orelio niet ge'ieel wist te outzeilen. daar ook bij hem, door te veel uitzet ting van stem, de eenvoud van voordracht wel eens verloren ging. De Fransche operazangers zijn in dit opzicht zeer slechte voorbeeMen, zij offeren (op weinige uitzonderingen na) den goed n smaak gaarne aan het «fféctbejag op. Men moet dus, als rnen zich uitsluitend in die richting beweegt, dubbel op passen niet medegesleept te worden. Het was mij f c iter zeer aangenaam dezen zanger weer eens te hooren. Hij droeg aria's uit Héroi/ia/lc van Massenet en Lc L\ndoïi de P/'jcrmcl van Meyerbeer voor. De heer Sc'iinirr heeft de L'ister-aria uit Le Barbier van Itossini op >.ijne bekende wij-e voor gedragen. Ik hoor hem liefst in werken in dezen stijl, en dus deed do voordracht mij veel ge noegen. Een tweetal kwartetten, die de heer chmier met drie andere heeren na de pauze zong, u. 1. Omhoog van Heinze en Aiiiour van Massenet, heb ik vroeger gehoord en wel op het kwartet concours van de Liedertafel »Zangluat". De voor dracht heeft mij toen zeer goed voldaan. Wie heeft in den laatsten tijd niet van Paderewski gehoord? Groot is de roep die van hem urging en nog grooter het succes dat hij te Parijs voortdurend heeft. Hij toch is de artistieke held van de aristocratische salons aldaar. Wie een concert van Paderewski van de Salie Erctnl bijwoont, heeft dan ook me'een gelegenheid, <le voornaamste gravinnen, baronessen en rnarkiezinnen uit Parijs te bewonderen. Deze buitengewone vittuoos die (laat ik het er bijvoegen) fr'vens een voortreffelijk kunstenaar is, toonde zeer vroeg buitengewone gaven. Hij is zelfs in alle opzichten zijn leeftijd steeds voor uit geweest. Op 17-jarigen leeftijd reeds getrouwd zijnde, was hij voor zijn twintigste jaar weduw naar en heeft op ruim dertigjarigen leeftijd eeu zoon van 1'2 of l;j jaar. Zeer begaafd, heeft hij door zeldzame wils kracht en volharding weten te bereiken dat hij een virtuoos van den allereernteu rang is ge worden. O.)k als componist heeft hij met zijn klavierconcert getoond groote begaafdheid en keiinis te bezitten Deze pianist gaf thans een concert met de heeren Joseph Salmon (vlolonc Ij en Ladishis Gor.-ki (vioo!) beiden uit Parijs. Ik heb dit concert niet kunnen bijwonen, doch mijn kunstbroeder, de heer Wouter Hutschenniyter, deelt mij op mijn verzoek als zijn indruk me.Ie, dat Padcrewski's spe' in alle opzichten verbazit'gwekke: d en tevens ze.-r ar tistiek was. Jlij wist aan alle r,urnmers, zoo verf-.ehiileiïd van karakter, de juiste kleur te neven of er een nieuw licht on te laten vaileu, terwijl -???-il er tevens poe/.ie 111 znn spel lag. Onze landgenoot de heer ^ulinon speelde zijne beide solo .ununers o-.i eenvoudige muzikale wijze, terwijl mijn berichtgever veimeldt dat het vioolsp'-l van den lieer Gorsld een slecht--.'.] indruk maakte, zoowel in in u ikaa! a!s technisch op zicht. A. s. Zondag geeft Paderewski nog een con cert en dus vind ik IKXJ; v.el aanleiding op dezen k luisteraar terug te komen. Het Pa'eis voor Volksvlijt amonceerde eeu kh;s-i>k concert '-p Donderdag l l M"i met me dewerking van den heer Ltvpold ds Beer, eerste tenor aan de Kei/.orMjke Opera te Linz. Het bleek dn heer i)e 15.'er van de Ned. Opeia te zijn, die echter, zooals ;k latur las, i,uar Li;^y, iraat. ]-. hij reeds werkelijk als ar.-lr tenor aldaar g<Yii<r:!;;-Ptrd, dan vrees ik dut hij groote teleurstelling zal baren of.?dat de/c Kei 'er'ijke Op«-i:i weinig te be-tcekt-ntu Leeft. Wat bleek toch'.' Dat de heer De Beer die over aangename stemmiddelen beschikt, nog bijna alles te leeren heeft. Een voortdurend vibrato ontsierde zijn stem, om rhythmiek bekommerde hij zich volstrekt niet, zooals vooral in de liederen van Schumnnn en Schubert bleek, eu in de voordracht vau deze liederen was hij zoo ziekelijk gevoelig en sma keloos, als een weinig ontwikkeld dilettant. Bovendien was de slechte wijze waarop hij de stijging in Schubert's lied: »Du bist die Kuu!" bij de woorden: »Stemenzelt" zong, bepa>dd ergerlijk. Daarna zong hij een Frausche aria uit de oppra: aSi j tais roi", in het Deensch ! ! Heeft het applaus van een gedeelte van het publiek den heer De B^er misschien in den waan gebracht dat hij heel mooi gezongen heeft, zoo acht ik mij toch verplicht te verslaren dat do keuze van zijne stuiken van zser weinig zelf kennis getuigde, eu dat hij nog heel wat zal moeten leereu eu hooren jilvor.-ns hij in staat is eeu lied van een der Duitsche meesters naar behooren voor te dragen. Het spijt mij dit te moeten neerschrijven, maar de heer De B.:er heeft werkelijk knorren verdiend. VAN MILLKJKN'. JUBELFEESTEN TE WEIMAR VAX 4?tO MEI. Weimar, 7 Mei. Heden was de eigenlijke dag. waarop voor honderd jaren het nieuwe Hof theater met de Jlif/er van If'Üand .werd geopend. Vooraf ging eeu proloog van Goethe. De geheele voorstelling van voor honderd jaren werd heden herhaald. Mej. Jenicke sprak in het costuum van Corona Schröter meesterlijk den ouden proloog. Na de uitvoering der Jüi/er volgde een sccnische epiloog van Wiklenbruch : Schiller en Goethe, zoo als ze in Weimar voor het Hoftheater door llietschers meesterhand gebeiteld staan, ontwaken uit hun langen slaap. Bewonderaars van alle standen en van verschillenden leeftijd naderen met bloemen. Op de vraag, of zij beiden, de groote dichters, nog in het hart van hun volk leven, leggen allen de bloemen aan hunne voeten neder, en antwoorden eenstemmig: Ja! Op 't laatst bracht een der vreemde gasten een lioch" uit op Carl Alexaiidor en Sophie, de dierbare heerschers van Weimar. Beiden neigden zich, onder het eindeloos gejuich der aanwezigen, dankend tot het publiek. De standbeelden van Schiller en Goethe zijn sedert gisteren feestelijk met bloemen en kransen om| hangen; de stad is met vlaggen versierd. W e i m a r, S Mui. De jaarlijksche vergadering ] van de Goethcgesellschaft" werd heden zeer tal rijk door de leden bezocht. Professor Valentin uit Frankfurt sprak over de Klunnirke Walfinrfliznacht uit het tweede deel van Yansi. Prof. Sophan berichtte over een nieuwe vondst, die in het Guethe-archicf werd bewaard ; zij omvat een aantal documenten uit de jaren van Goethe's di recteurschap, 's Avonds werden J)ie schliimiicn lii' der. Volksspel in 4 akten en een voorspel, op gevoerd. ! Weimar, !) en 10 Mii. Hot jab:!f«est is ten einde, de nieuwe eeuw is begonnen. Wat zal l na afloop van nogmaals honderd jaren het standj punt der kunst en der dramatische poëzie zijn? j Oji 'toogenblik hopen alle partijen, idealisten on ! realisten, verbetering; wij met hen. Het leest sloot met eenc opvoering van de trilogie Walleiistein van Schiller, met Sonnenthal in de titelrol. Met realistische pracht, maar die geen oogenblik het leidende ideale gehalte verloochende, en daardoor volkomen stijlvol bleef, was het stuk nieuw gemonteerd, men zegt. naar schotsen van het Meiningor Hoftheater Naar noord en zuid vliegen de gaston uit elkaar, zeer zeker in ver schil van meening omtrent enkele voorstellingen,om trent het speelplan en de opvatting van enkele rollen. Maar ook zeer zeker met de vasto hoop, dat er een da^; komen zal. gelijk 7 Mei f 7itl het was, waar op een evengroot dichtergenie weer aan het hoofd der dramatische dichtkunst in Duitschland treedt, en tegelijkertijd ibior gunstige omstandigheden de macht heeft, invloedrijke veranderingen en verbeteringen voort te brengen, ten ze0'cn van kunst en poëzie! LINA Scitxi'ahKK. (Onder de dames welke door Weimar's vorstinnen bij het feest eervol onderscheiden worden, behoort ook mevr. Lina Schna'der; zoowel do groothertogin, als de erf groothertogin, prinses Hormina van Weimar en prinses Olira. haar dochter, ontvingen haar in lange en vertrouwelijke audiëntie, l'.ed.) KUXST EN" THKi:. Een thee-h lude'iaar wilde zijn thee aanprijzen en had van artistieke reclame gehoord. Toen wilde hij daarvan het zijne hebben. Hij schreef' een prijsvraag uit eu benoemde eeu jury. Daarin waren drie schilders, een on Ie, fameuze, en twee jonge, verder vier nu-tscbüders, arc.hitekten eu 7,0') en iv,i schillerp'oi'e.s<or - om zoo te zeggen een getemde variet."it van 't schiiderras die staat tot eeu schilder als een wolfshond tot eeu wolf. En onder de houderde inzendingen verschool zich iet.- eclit arti-ticks Xu zou 't, toch uit komen, mocht de thcehandchiar denken, of er iet- a°.n va.- van die artistiekerigliei 1. Dan zou den ze dat <c!ite (-r irauw uitvis-cheii. De schilders muiden het ook srau.v te pakken, maar den priis krcoir het niet. Want, zei 'en de anderen, ln-t L'cUU hi^r niet alleen kunst, maar ook tli.°(j, Ku al iiemeii wc uu de ;<rti-4it-ke thee, de mooie thee 'kunst dan hebben ue de rec.'amc r o c.r i;iet. Want reclame is voor d-e massa, eu die wef't vun het mooie zjo niet. alleen vau liet. lieve of becldeiisre. Deze bewijsvoering o.'f-rwon, liet mooie kreeg geen prijs, iinar i;"-' wat de heeren voor reclameach'ig. voor thec-driiikers-niooi hielden. Muur ziet ! in'IJt-r ijn. hot onartistieke, in kunst 7'.o ver iii.diteistaande licrlijn, had d" threhandtdaar dezelfde gr;:;> ;;eliad. l'n daar. uaanu'htig ! daar vodden ze hel echte, mooi?, arti-ticks en iK-krooii'icu het. Tol d;'n theeniaii i-ei'len ze : -dit is mooi, CM de-prijs w;i ird. dit is rti.-tieke rcelaiuo wil jetc'nl"!- vo!k>r-.-cianie. iUcc-dri; kiT.s reclame, nsriüdun dit; of <iis (.-f die." Dit was verstandige taal. en die jury heeft haar eer gered. Maar de Hollandsche kunstkenners werden leelijk op hun plaats gezet. Want de wijze thee handelaar zei: hoort eens heeren ! van kunst heb ik geen verstand, maar van thee en van beelde righeid hebben jelui geen verstand. Jelui hebben geen artiesten durven zijn, en jelui hebben geen theehandelaars kunnen zijn. Nu ga ik maar mijn eigen gang." En toen koos hij niet alleen een ander stuk, precies wat hij hebbeu moest, een snoeperig prentje voor 'n theekrausj», vau een bekende beelderigheids firma hier ter stede. Wat deoolijkerd gelijk hud, en wat lange neuzen de heeren jury leden ! Wie dit verhaaltje uitvoerig toegelicht en ge llustreerd wil zien, spoede zich naar de loods op 't Darnrak, waar hij bovendien nog wel voor een kwartje pU-izier zal hebben aan de vijf mooie teekeiihigen vau den heer Bauer. PAVLSEX. AANTEEKENIXGEN SCHILDERKUNST. De bekende Engelsche artiest Walter Crane,de savante maker der prachtige Picture-books, en groote decorateur, die door vele bemoeiingen metterdaad heeft willen bewijzen ook een warm volksvriend te zijn, heeft ter gelegenheid der laatste Mei-manifestaties een prent van belang rijke afmeting ontworpen, die aan de arbeiders van alle landen is opgedragen. Le trioinphe du travrnl heet zij. (Uitgave van llenri Scheu, Strand 2(i.'i, Londen.) Het is een houtsnede met niets van het zoetig moderne erin van het industrieel ver fijnde procédé, maar met dikke omtrekken open geteekend bijna, maar met meer sierlijkheid, naar de formule der primitieve houtgravuren uit de oude volksboeken. De half-ornamentale stijl doet donken aan t'rane's zeer ongemtene, vindingrijke vignetten bij de sprookjes van Grimrn. De triomf van den arbeid is in fries vorm voor gesteld als de allegorische optocht bij een landelijk Mei feest. Voorop gaat met den vrijen tred als van een der vlugge figuren uit Flora's J'Vast, een jonge machtig gevleugelde vrouw, de Vrijheid, een frygiesche muts op het hoofd en een toorts in de hand. Omziende wakkert zij met uitgestrekten arm die volgen aan. Naast haar rijdt op een vurig paard dat door een jongen aan den teugel wordt gehouden, de aanvoerder van den stoet, een ideale arbeider met oen cartouche waarop Le !<.">' Mui lii!)l op een hooivork. Hij wuift zijn kameraden toe met een grooten stroohoed in de lucht. Dan komen twee bejaarde arbeiders, achtenswaardige dragers van een enorme banier, waarop driu figuren : li'berti', Jv/alité, l*'mternité. Daarna volgen twee zware, bekranste ossen; op een daarvan is een kloeke vrouw gezeten, beeld der vruchtbaarheid met een hoorn des overvlooda waaruit veldvruchtcn opschieten. Ken knaap, die een der rijders van het Parthenon fries kon zijn en een gracieus huppelend landmeisje treden aan deze zijde, er naast, musiceerende met schalmeien tainbourijn. Aan den anderen kant een hellebardier-werkvnan als ruiter met in zijn blazoen: ]{cj»<!>lt/liie sociale internationale, Hustig trekken de plastische ossen een opjresierden boeronwagen als zegckar, waarin de arbeiders van verschillende ambachten en daaronder de schilder gezeten zijn. Naast den arcadischen voerman, wien door een omhooggetihl kind oen lauwerkrans wordt toogereikt, zit ecu meisje dat op een spade het devies Ni J)ieu tii muitrc omhoog houdt. KT. in den wagen dragen jonge vrouwen een aardbol, waarop: Siilidni'itt' internittiontile ilen trarailleurs ; achterin den wagen bazuint er een: J'mlètnires detomles i pai/* 'Hiiiwes 'con*. Ia deze zoo mooi in elkander gezette, nobel geteekende prent is niets van het oververnuftige dat een enkele maal in Cranes compositie hin deren kan; het schijnt een plaat in n lan neergeworpen. Het is een overtuigd ideale voorstelling van de arbeidersbeweging, een zeer aristocratische ver' hoerlijking van het proL-tariaat, een huldeblijk : aan de Mei-manitcstatics in een werk van voor treffelijke kunst. Het beroemde portret van Carlyle door Whistler is door de Glasgow Art Corporation voor haar Museum voor do som van duizend pond aange kocht. De 3Iercitre de Francc van Mei geeft de af1 beelding eener buste van Flauhurt, den zoo zeld zaam geportretteerde!!, door den beeldhouwer Clesirger. Het is een fiere, victorieuse, maar harschc kop. hoog opgericht op een sievigen nek. ! Hij heeft het lange iiaar. don krachtigcn knevel, : den niooiou n-'us en heel het stoere type dat uien zich iler.kt van een heroïakcn Frankenkoning, maar daarbij komt een schijntje van iets deftig militairs. Ken gepensioneerde Merovinger zou men ! kunnen zeggen met. wat te wei lig eerbied dan toch voor deze blijkbaar zeer mooie, purtretbuste. \ Matinee Mauterlinck, de schrijver van La PrinI trsw JI//t?i'i»f, van l'Int m*: en van len Arctti/les, vertaler van Uuijsbroek. zal een bock over Memlinck uitgeven. Met verlangen zien we dit werk van den geheimzinnigcn Gentenaar tegemoet. Waüt hot belooft wat. eens niet een archacoloog o i' een kunsthistoricus, maar een verfijnd mystiek artiest, die Momlinck hegrijpen moet, te ZMÜIMI I'>zen over den onvcrgetolüken gothieken Vlaam. f>2 Irma C F. Itoos .V ('o., verkoopt den 20en Mei i:i de J!;'<i/,:!,'<; (Iroiul een collectie, jxroott"dcels al'üoiïT-tig v.in den schilder G. P. Ver schuur, waaronder nnniiinTs zijn van Artz. Diïders, ! G. .i. Kus. Van Ksseii, Ihiverman, Jac. van Lioijj lloelc.f-, Sam Vervoer, ?)? H Weiser.bmck, Mesdaïit'ichiiK-en. SeL'antini. Wijiiauller. l*o tii-m:; Fredeï'ik Maller & Co. veilt l!) en L'I) Mei (diïiizolfden da .; dm als de aii''tie van Itiosi oen verzameling onde. schilderijen, meubelen, zil ver en mnvelein, afkomstig voornamelijk van Dr. Kki'ma, en Mr. de ia Sablonirre. Onder de schiidcrijfp noemt de cr.fal'itni, er van P. Hreughcl, Urelic-jcnkarnp, vun Deler en Palamedesz. J. C. Droi.chsl'Xil, Dirk Hals, Cor:iclis de Heem. P. van Noort.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl