De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1891 17 mei pagina 6

17 mei 1891 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

'mm DE AMSTÏRDAMMEK, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 725 Hing en ontroering. nuuaa," zeide het kind moedig, wees «pracht, houdt u ook niet meer van mijnbeer ' duo van dokter Falk?" ie, tot geen woord in staat, stond daar de ; Marvritz trad dicht voor haar. ", fluisterde hij bewogen, om den wil van "', en h\j zag haar diep in de oogen. Marwitz", klonk het zacht van haar )in mijnentwil ik, ik kan de leuffiet zoo met mij meevoeren, het doet mij sterven". ,Sophie, Sophie". juichte de jonge man, zij aaa z^jn borst O, gij, mijn lang verloren rMffld geluk, nu heb ik u, nu behoud ik u." Hansje vond het in de kamer akelig stil, hij v---l> naar grootmama geloopen, maar daar waa hem reeds iemand voor geweest, daar stond reeds de oude Lore en weende luid van geluk. Zoo moest het gaar, mevrouw Rubens, het vermet was niet meer aan te zien,?hen beiden j heeft immers de hemel voor elkander bestemd: de «ode dokter past in 't geheel niet voor het huweIjfk, die bad maar zichzelf, en mevrouw erbij, ^ «Bgelukkig gemaakt. Ach, maakt u het nu de ;. ns^e jonge mevrouw maar niet lastiger, zij zal wet genoeg booze woorden te hooren krijgen, maar lat uuur op, ze worden zoo gelukkig met elkanals kinderen let maar op!" En de oude Lore heeft gelijk gehad. WAAKOM TIMOTHEUS OVJER WAS. In aanmerking genomen, dat er zulk eene memenschen waren, die Timotheus Totten l overbodig vonden en die hem zeer verzouden geweest zijn, als hij heelemaal voorgebleven was, is het wel verwonderlijk, dat hij f-«Ifcti toch in deze koude wereld waagde. f In de eerste plaats kan men van zijne eens zoo < fftétddige, lieve moeder, aan wier borst hij nu eens t schreide en dan weer sliep, niet zeggen, dat zij hem noodig had, want zij bad er reeds negen rooals hjj het leven geschonken en had al lang en lang achtereen al haar kracht en vlugheid en schoonheid verloren bij het opkweeken en verzorjten van de lastige voorgangers van Timotheus. Van haar standpunt was dus, dit moeten we ter stond constateeren. het doen geboren worden van Timotheus niets meer dan een alledaagsch staaltje yan de verheven onvergelijkelijke lijdzaamheid der vrouw, gepaard aan de stompzinnige onderworpen heid van een sloofje, dat geen kans ziet, aan haar lot te ontsnappen. Inderdaad waren de gevoelens der moeder van Timotheus langzamerhand juist het tegenovergestelde geworden van die der Bijbelsche Kachel In plaats van te zeggen: Heer, jfeef mij kinderen, of ik sterf!'' zou de toon, die in haar hart klonk, als hij eene uiting had ge bonden, geluid hebben: Laat mij toch niet meer kinderen krijgen, of ik sterf er aan!" Voorzeker, wie ook anders den kleinen Timotheus begeerde, 't was duidelijk, dat zijne moeder hem niet noodig had. Evenmin bestaat er twijfel aan het feit, dat Timotheus zijnen vader niet welkom was, al liet ? die het met zijne gewone onverschilligheid niet bemerken. Hij was arbeider en had al zooveel kinderen, dat h;j ze met geene mogelijkheid eenigszins behoorlijk kon opvoeden en dat nu Timotheus het aantal gapende monden nog kwam vermeer deren, juist nu het zoo moeilijk was, om werk te krijgen en de arbeid zoo goedkoop was. dat was wel wat onverantwoordelijk van den jongen en weer een echt staaltje van ongeluk. Natuurlijk zouden er weer wat schamele kleeren voor Timo theus moeten worden aangeschaft en misschien Kwam er een doktersrekening en schoolgeld, als Timotheus ten minste iets zou leeren, en dat alles zag de vader van Timotheus reeds in het voor uitzicht, waarom hij een bepaald ongastvrij gevoel tegen den indringer had en als het mogelijk ware geweest, zou hij hem hebben teruggezonden naar de plaats van herkomst. Ja, voorwaar, niets was klaarder dan dat, wat Timotheus' vader betreft, de knaap wel had kunnen wegblijven. Zoo min als Timotheus' ouders haddon zijne broertjes en zusjes den jongen noodig. Zij likten steeds hun borden en vingers schoon af bij het sobere maal en wilden altijd nog wel meer hebben, en als zij zich er helder van bewust waren geweest, dat hun karige portie gedeeld zou moeten worden met den nieuw aangekomene, dan zouden ze luider dan een der anderen hebben geprotesteerd; Ti motheus' broeders en zusters, die het toch al niet te breed hadden, wonnen niets bij zijne komst, dus hoe konden ze hem noodig hebben? Om hen had hij gerust kunnen heengaan, zoo gauw hij het levenslicht bad aanschouwd. Dan verder was er eene stille maar innige over tuiging bij de overige inwoners van bet stadje, waar Timotheus geboren was. dat er Tottens genoeg waren. Ofschoon ze denkelijk geene mee ting zouden hebben belegd, om stappen te nemen, die de komst van Tirnotheus zouden hebben ver hinderd, ook al hadden ze er voorgevoel van ge had, toch bestaat er geen twijfel aan, of ze be schouwden zijne geboorte als eene nationale ramp. Er was niet veel kans, dat Timotheus eene verbeterda editie zoude zijn van de anderen, en van die had men reeds last genoeg. Geen standje of oploop, geen lastige guitenstreek of eeu Totten had er de hand in, eu de armverzorging zag Timotheus reeds als een erfenis aan. terwijl do man, die de belastingpenningen inde, bij zijne komst in hun huis vroeger al een gezicht zette, alsof hij von1, dat er te veel van hen waren. Bij dien wassenden stroom van ontevredenen over Timotbeus' geboorte kon men gevoegelijk alle honden en katten uit het dorp rekenen en dan den ouden ezel, die op een weide bij de stad graasde, als men ze er naar bad gevraagd. Ook de kikvorschen zonden mee hebben ingestemd, gesteenigd als hunne broeders zoo dikwijls waren door de Tottens. Een kwelgeest te meer, dat mei hle hun de komst van Timotheus. Zij dus hadden hem niet noodig. En tot overmaat van ramp had een droge, koele, hardhandige oude man, Malthns genaamd, een hr,ok geschreven, waarin met feiten en onweerlegbare cijfers bewezen waa, dat Timotheus over was en dat de wereld er veel beter aan toe zou zijn zon der hem, zoodat men hem toch had moeten aan moedigen, om stil weg te blijven. Alle wetenschap mannen hebben grooten eerbied voor dit boek, zoodat als er onder de beschaafden van alle landen gestemd had kunnen worden over Timo theus' komst, een verpletterende meerderheid zou hebben tegengestemd. Ten spijt van dat alles is Timotheus er; hij heeft het publiek getrotseerd, laat hem er voor boeten! En zijn hobbelig levenspad moet de stuiuper afleggen zonder liefkoozingen, zonder opvoe ding en onderwijs, zonder goede gewoonten en zoete herinneringen, en wij verbazen ons nog, dat hij gevaarlijk wordt voor de maatschappij! Die maakt zich soms voor een poosje van hem af, door hem in de gevangenis te sluiten, maar af en toe komt hij weer te voorschijn en is een leelijke vlek in ons leven, dat zoo schoon kon zijn! Wat deed hy ook te komen, waar men hem niet noo dig had! F. J. v. U. VOOK DAMES. De pantomime. Ken schoonheidsmiddcl. Thee. Een nieuw genre te doen slagen, is geen kleine verdienste; de actrice Jeanne May heeft te Lon den en te Parijs de pantomime doen herleven. De vertooning heeft echter weinig gemeen met de oude pantomime, komisch, conventioneel en door dansen afgewisseld; het stuk, waarin zij optreedt, L'enfant prodigue, is een ernstig, poëtisch drama. Oorspionkelijke muziek geeft er groote artis tieke waarde aan; te Londen heeft, nu het ver staan der taal geen beletsel meer was, de panto mime evenveel succes gehad als te Parijs, en men is de heldin, Jeanne May, ijverig gaan intervie wen. (Als wij ons niet vergissen was het Jeanne May, die bij de voorstelling alhier van La Toxca met Sarah Bernhardt, de rol van koningin Carolina van Napels vervulde). ,Zelfs wanneer zij gekleed is in het eenvoudig costuum der welopgevoede Parisienne", zegt de reporter, zweeft er om mlle Jeanne May een soupcon van den grilligen bekorenden Pierrot, niet den halfw ijzen knaap der middeleeuwsche fantasie, maar Pierrot fin de sifde, L'Enjnnt prodigue van gisteren, die morgen als piou pion zal worden opgeëischt. Eer zij spreekt heeft zij ook met vlugge gebaren haar gedachten reeds vertolkt, vóórdat zij tijd heeft gehad om ze uit te spreken." In den loop van het gesprek beweert Jeanne May dan ook, dat pantomime een aangeboren talent is, dat men niet leeren kan, en dat zelfs groote actrices, na studie, als onbereikbaar moe ten opgeven. Wij vormen geheel eene cole part", vervolgt zij; vroeger, op het Italiaanscbe tooneel, hadden de acteurs een geheelen dictionnaire van gestes, die zij en hun hoorders volko men begrepen. Wilde men tot zijn knecht spre ken, men wees op zijn elleboog; dacht eene dame aan haar minnaar, zij bracht de beide handen aan haar schouders, een doofstoinmen-alphahet". Maar wie hebben dan de nieuwe panto mime uitgevonden?" De acteur Larcher en zijn broeder Félix Larcher. Zij hebben eene club van bohêrnes en artisten opgericht, den eerde funarnbulcsque"; onder de leden waren vele musici en letterkun digen, worstelend en arbeidend, maar allen begeerig om wat te leveren. Om hun eene gelegen heid te geven, deed Larcher de pantomime her leven ; zij zetten bun dichters aan het schrijven van libretto's, hun musici aan hot coraponeere», et Ie tour tait joué. Er waren dan ook acteurs in de club? Ja, maar geen dames; wc hebben daarom mad. Sarah Bernhardt gevraagd, ons te helpen, en zij is altoos bereid. Go weet welk een succes zij gehad heeft; toen kwamen ook Saint Gerraain, Coquelm cadet, andere acteurs en actrices; ein delijk, toen Larcher directeur van de liouft'es werd en de proef voor het algemeen publiek herhaalde, was de toevloed even groot als vroeger op de in ? vitatie-avonden." Het instudeeren van de rollen kost vooral niet minder moeite dan bij gewoon cornediespelen, want tot op de generale repetitie worden alle rollen gesproken en bij iedere repetitie de gestes duidelijker, artistieker, sprekender, afwisselender gemaakt. Van op impulsie" spelen is ook geen sprake; iedere blik, beweging, moet geheel over eengekomen zijn; ierlcre noot van de muziek moet men kennen. Pierrot is ook, nu hij niet meer danst en dwaasheden doet. maar poëtisch en zelfs tragisch geworden is, eene veel moeielijker, maar ook veel ambitieuser rol geworden. Xog meer dan de poëten, zijn de componisten op het nieuwe genre gesteld, want hnn muziek krijgt veel meer beteekeiïis dan bij eene opera. Te Parijs was den vorigen winter de panto mime zeer in do mode: de acteurs speelden veel dans Ie monde". En boiinc forlunc van Marnoc l en liarbe li/uette met muziek van Thotnéwaren twee groote favorieten voor den sa'on En in bet buitenland is het natuurlijk vee! dankbaarder d n n comedie. Er is iets grappigs en verrassends in", zegt mlle. Jeanne May volkomen verstaan te worden door menschen van wier taal men geen woord begrijpt." Dozer dagen werd het middel onthuld, waardoor de whoone Diaue de Poitiers. die t^ee koningen van Frankrijk betooverde en nog op zpvcntigj-irijeri leeftijd den dichter Brantóme iu .verrukking '.-r;..-!;;-, hare wonderbare schoonheid zoolang wist te !>'?houden. liet was regenwater. X'a ba:ir dood w< r l door Oiidard, baar parfumcur. het geheim, a!s het l een geheim is, verraden. Waarlijk, ine>da:nos. ik zeg u. dat niets ter wereld in ver-jelijkin _' k'i::u i met regenwater, wanneer het er op aa-i komr het gezicht te conservoereu en te vernieuwen, de huid te voeden, haar donzigheid en veerkracht te be houder, hare poriën te reinigen, hare kleur te verfris-'-clien, hare schooiihcM duura'i.a::i e.-; biji a onvergankelijk te maliën Ik, Oudnrd, imv-tor in bet apothekersuilde, chirurgijn, barbier on ]i:irt.inieur, ik verklaar op woord en geloof, f- bij d.' ziel mijner zalige moe-tere^, Dianc- de IVIiier-1. hertogin van Valeiuinoï.s, dat rogyriv.vifiT !:."! | cenige cosmetiek was, wanrv.in die doorlachte l dame zich gedurende baar gansche leven bediend j bscft, o ra jeugd, schoonheid en gezondheid tut ir, i hoogen ouderdom te bewaren." De heer F. A. L. de Gruyter heeft, met het oog op de Parakan Salak thee, een boekje doen verschijnen, De thee als volksdrank, waarin de geschiedenis der thee, de verschillende vervalschingen en de wijze om te ontdekken, en eindelijk de kunst van theezetten, op onderhou dende wijze zijn verteld. De moraal van de bro chure is, dat de eenige goade, betrouwbare, zin delijk bereide, onschadel'jk verpakte, onvervalscht zuivere, geurige, versterkende en opwekkende tree die van Parakan Salak is. E?e. Allerlei. Vóór de opening van den Parijscheii Salon deed, zooals bekend is, ee» jonge beeldhouwer, genaamd George Dubois, hierdoor van zich spreken, dat hij zijn werk, een fetandbeeld, zelf stuksloeg, omdat de jury het een ongeschikte jdaats had aangewe zen. Deze driftige kunstenaar heeft een zeer bont ! leven achter zich. Hij had in 't eerst een betrek king in een manufactuunvinkel en muntte daar- ' enboven uit als ijverig gymnast. Een beeldhouwer j bemerkte in de gymnasdekzaal de prachtige out- ' wikkeling zijner spieren en sloeg hem voor, voor ! hem als model te staan. Dubois stemde toe en i werd nu van beroep beeldhouwersmode], daardoor j kreeg hij zelf' lust, de klei te kneden en gaf het j mcdeizijn op. Om levensonderhoud te bekomen, j liet hij zich in het Nouveau Cinjue als clown engageeren, hetgeen hem in staat stelde, overdag zijne studiën te vervolgen. Hij heeft bet daarin zoover gebracht, dat hij reeds dikwijls in den Salon toelating gevonden heeft en onlangs ook het clownboroep kon laten varen. Of zijn stukgeslagen standbeeld Les Siècles fnturs iets waard geweest zou zijn, weten wij niet. Het stelde een naakten man voor, die een rechterszwaard in de hand hield en op een houweel leunde. Een opschrift ! luidde: De mcnsch zal, gesteund op het ruw geweld, bet recht bespotten." De twee Duitsche actrices van voor vijftig jaar, Charlotte von Ilagn en Karoline Bauer, waren mededingstcrs zoowel in haar vak als in de gunst van hot publiek. Gedurende eene kunstreis te St. Petersburg in den herfst van 1823 ontstond er tusschen de beide schoone en bevallige kunstenaressen eene vriendschappelijke verhou ding. Toch zal men de, mededcelirtgcn van Karoline Bauer over Charlotte von Ilagn ook na deze verzoening slechts cum gruno milis moeten opnemen. Professor Geiger bericht volgers de opteekeningen der kunstenares, dat Charlotte von Ilagn eene vereering voor keizer Xicolaas gehad heeft, die aan aanbidding grensde. Karoline Uiiner weet op haar beminnelijk kwaadsprekende wijze juist hierover menig pikant anecdotctje, dat toen in de tooneclkiïngen in omloop was, te vertellen. Zoo moet de czaar eens tot de kunstenares gezegd hebben: Mejuffrouw, ik zou mij gelukkig achten, een of anderen wensch. die u na aan het hart ligt, te kunnen vervullen!" waarop Charlotte be koorlijk blozend antwoordde: Sire. door ecu kus zouclt u mij zeer gelukkig maken !" Doch plotseI ling was toen de keizer zeer ernstig geworden en moet geantwoord hebben: Mejuffrouw, tot mijn leedwezen kan ik dezen wensch niet vervullen. Want ik zou eerst de keizerin om verlof moeten vragen eu gij zult begrijpen, dat ik dat niet mag doen." lief slot van de anecdote luidde algemeen: het verzoek van de kunstenares bleef onvervuld. Karoline Ijauer schijnt echter heter ingelicht te zijn geweest, want zij meldt; Het verzoek der kunstenares werd schitterend vervuld. Do keizer Hot haar tot de kus-audiontic in het winterpaleis j brengen en zij reed er in het vwleidendst t-./üet heen, en keerde geknot en door de keizerlijke genade gezaligd terug Dan volgenden dag toonde ze mij een rijk sieraad met de woorden: dit heeft J mijn vadertje jnij geschonken ]" Czaar X'icolaas hield j de bevallige kunstenares in vriendelijke herinne ring. Toen hij met zijn koninklijken scboonva !er in 1S.'!5 in bet kamp te Kaliseh samenkwam, kon bij den troep Kcrüjnf-clie tonneelsjielcrs, waarmede de c/aar zijn gast op ussischen bodem begroette, ook Cliarlotte v. Hapn niet gemist worden. Wat Karoüuo Bauer daarover aanmerkt, kan men ; in haar nagelaten herinneringen lezen. Maar dv oordeelen van critische tijdgenootcn, die zij over hare medcdingsler mededeel?, zijn j ook nog va;: a"..ig belang. Vooral dit eene: ,,/ij is de vrouw-olijke Seydelmann. Dezelfde koudheid, do hoon, de l'ere'i.enirg: nergens eene uitstorting \;i!i bet hart, eene geniale onvoorzichtigheid. ; !! 'iilen zijn en blijven echter groote kunstenaar)*, want de kunst werkt nu eenmaal het liefst iu koud. bar.l marmer." En nu de koeiv.ijde van de medaille: In bet j-:ar I^TiJ <i-itiü<ie!ten Charlotte v. llrtirn cti Kiuviliao Hauer elkander va-der, na veertig jaren. De eerste was Mevrouw von Oven, de laatste gravin I'iater (."'worden. Maar ach, zij waien iiriden geen liiode.h'ng-ïters meer, noch iu sclioonh'Md, j'Ocb in kunst. K" irnliiie liauc-r schildert de voormalige mededïn^tcr o]i de volgende Wijze : .,zrj. de t'/eiiiiiaals /(?i Mrinlc- !''i:u'!-itto met den beroemden xwaneithal-i, v. a eik i T. ouheho'per. geworden, hij bet b;"! T. ji. <!-.-:! Nar had eene beroerte haar ge? \[:;!Ï,TI e; ;,H>rn-lij!-; >li'ei)!e zij hè! ecue verlamde ' stijn1 lu-i ;; u::1,ie. De v;i';>i hètanden dedr'i 1111; dienstmeisjes te Bilbao, maar het was nog niets bij de wanhoop, die eene afdeeling meisjes een, herbergier uit de wijk Saint Pierre d'Alost aan gedaan hebben. Er is daar een danszaal wa-arvooral de miliciens van het garnizoen komen. Nu hebben dansers danseressen noodig, en de her bergier was gewoon iederen Zondag en Maandag eene geheele collectie meisjes te engageeren voor een glas bier en 20 centimes per avond. Alles ging best; de soldaten hadden pleizier en de herbergier maakte goede zaken; tot een geest van opstand en verzet ook deze gehuurden aan vatte. De dames van het corps de ballet vonden een glas bier en een dubbeltje niet voldoende meer; zij verlangden loonsverhooging, en toen de herbergier deze niet wilde toestaan, vertrokken zij in massa, ruim twintig, en lieten de arme soldaatjes alleen. Deze, van hun vermaak beroofd, waren zeer ontstemd; het draaiorgel zweeg, de herberg was in treurigen toestand. Men beweert, dat er on derhandelingen zijn aangeknoopt, de danseressen hebhen gedelegeerden benoemd; men weet niet of de zaak nog aan een raad van deskundige vroedemannen zal worden voorgelegd, maar er is alle hoop oj) eene verzoening, tot groote vreugde der solda'.en. Se non c rero.... Op een eerste verdieping in de Potsdamerstrasse te Berlijn woont sedert eeni. gen tijd eene familie, die uit den omtrek daar heen verhuisd is, en die zeer verheugd was, dat de huurders van de tweede verdieping zulke rus tige stille lieden waren. Xu stierf echter de huur der van de tweede etage, een ambtenaar van hoogen ratig. Zijn weduwe, die de woning nu ook te groot vindt, moet kleiner gaan wonen en zegt daarom de huur op. Dat vond de zeer vermogende huurder van de eerste etage zeer onaangenaam. bij vreesde, dat er nu boven hem onrustige lieden zouden intrekken en zoo besloot hij dan, naar de Allyemeïne Fleischergcituii/j bericht, den huisheer voor te stellen, voorioopig de weduwe drie jaar lang 500 mark goedkooper te laten wonen; hij zou dan, natuurlijk buiten wet on van die dame, de 500 mark aan den huisheer betalen. De hmsheer stemt toe en de weduwe was zeer blijde, in de woning, die haar lief geworden was, en waaraan voor haar zoo vele dierbare herinnerin gen waren verbonden, te kunnen blijven wonen eu 500 mark minder te betalen. De huurder van de eerste verdieping was gelukkig. tot hij or zekeren dag boven zich piano hoorde spelen. Hij was verwonderd en ging mismoedig naar eene andere kamer, daar hoorde hij boven zich piano spelen, begeleid dooi een fluit. De weduwe was namelijk eene overleggende vrouw, daarom had zij een paar kamers van de woning, omdat deze haar te groot was, en om haar inkomen te vermeerderen aan drie jongelui verhuurd, natuurlijk aan zeer soliede. zeer vlijtige hoeren. En daar de drie jongelui' leerlingen van de hoogetchool voor muziek zijr. en bover.dien werkelijk vlijtig, studceren zij ook don geheelen dag maar voorioopig slechts pianc en ff ui t. De Northnnipton J'crnld vertelt van een be zoek, dat Jenny Lind aan eene familie te Littlc llougbton bracht: De Zweedsche nachtegaal ging ook hier naar de kerk. en de menschen van het dorp hadden natuurlijk nooit van haar gehoord. Toen begon hot Te Denm en Jenny Lind zong mee. Het duurde niet lang, of alle anderen, dooi de toovermaoht van hare stem geboeid, hielder op. en Jenny Lind bracht geheel alleen het liec. ten einde''. Ingezonden. Amsterdam, 10 Mei 181*1. Geuclile Hen' lledukteur ' Ingevolge de belangstelling door uw blad steedi aan de Schoone Kunsten gewijd, zou ik de vol gende vraag bij u aanhangig wenschon te maken . Bestaat er een geheime ziei;ver',vantK'hap tusM'hen de schilderkunst hier en in Denemarken ?' J Iet was deze vraag die ik mij stelde, zondei oplossing te vinden, bij het zien van uw plaat der Berlijnscho Tentoonstelling, of juister, bij het lezen van bet onderschrift ervan, terwijl ik juis' ter zelfde tijde kennis nam van een artikel door den heer A. de Lostalot in bet salonnummer der Jllustrutioii, waarin d;iar van Jozef Israels, als l>oij;tru danois" gespreken wordt. l'w -Uw ]>itttitar, A. D. l'. S. Is deze samenloop der beide attributies bloot toeval, of zou er een oorzaak of reden vooi te vinden zijn? Een van uw lezers misschien die daarover moei licht weet te ontsteken? Reclames 40 cents per regel. ('harloiti1 v. Il.ign vertelde echter van b;ue \vieoiiiu i,a h-'.'t eerste wederzien: 'o gra\i:: is iv:; r:i:aai;;te geworden en. sederi tien ^ii'-'ünir-l \-;M. hu:'.:1 ui'';Mi.cholii'k skit i;- d;- lu-rfü-ii fi:'?"--i i-i!.!. grV-r! ii: hot huishouden oyigegari!1. il,; i;i-a;:i tyrar^'i-.ecrr b.iar vreevclijk, iic ln.-,:;ijp niet, hoc :'.}', ,.;i!lv vu 'even uitbrult. . . .'' /?v i \ - ??" i ik s J ijk. i,!:- sta,;! f je van Duitschc:'. (-I'-T.-T;e:,r.!>'i: '.ui:: ?' i- di; ;ln!;:;n. \ya:iniv"!e K.uvliiie K.'.:U;- ?"' <!<;>:< i- ';? vn'tcoif: En toch hu:th:'l<] '?: -v-ij :--gi '.-? "ii:,u!;u-i' geluk in tevred'.'-i.hoid. b! ;-r.i 'di:-!.:id en ;:..:-no>chüi'. Wij h.ld-:;>;u i:ct .?.,;;,'i'ir ;-..;??? :?!,'?? T i,-t ;;fgeleor.l c-r. ..'i:;;ii.:-'ld!.1'.., -ie" i.!:-' cii.nüd'--' v.'ed'-TzIVii. te b'.'k!a>ren l" Speciale inrichting voor Schoenen naaa inaat, in gi;>!) afdruksel voor gevoelige, pijn lijke, rebrekkige voeten, knobbels, eic etc. " AM TOK HuF J r., I'e UK-OS! iiitgobi-side en m-K'st prijswaardigt sorteo-rii!'/ /.\v.;rte f"- gekleurde Zijde vooiCv'STCMEs e'; G AKNEiïlilNGEM vindt men in hei ; Kacfazij;: KeJzerah'jf", ' iii-iiia SCHA l') K £ O L D E X K O T T. J\ n:illi i H'l(i'.' -l''(>, A jtXrVvA - ni. I OOl'M >! )»£!?< rj.- v<,(! Dr. JAKüfcli's Oriii'. X.irm. \VoiarlikoIeu, Etnige :;;:ec;a!iti:it in u-::<e artikelen 'u Nt-nei'ar.-.i A L'iiVIMGRTELLL. Leidschestrartt 1O NO i >!?:?<. CO.Y/''/?:< T/C.\X O.ilv ingci- de nieuwste ,TA( 'ni'E'l'S en S'!'OFFE\ ! voor het aanstaande Seizoen <.'<»!>' <".:r.'PÏ.I-. ll'TTEX VIM'EXT.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl