De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1891 14 juni pagina 5

14 juni 1891 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 729 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. in zyn On colour as a test of the races of man: ^Dit is een van de ondoorgrondelijke geheimen der natuur, die wij evenmin kunnen oplossen als we het verschil in de kleuren der laagste dier soorten kunnen verklaren." Voor hem is de kleur ?een vaststaand kenmerk van de rassen en bijgevolg, want voor die consequentie deinst hij niet terug, behoort hij niet tot de monogenisten, d. i. tot heD) die voor de uiteenloopende rassen enen oorsprong aannemen. Hij neemt voor elk ras een eigen ontstaan aan. De groote bezwaren, aan die theorie verbonden, behoeven wij echter volstrekt niet te aanvaarden, ?op grond van de boven aangehaalde feiten. Die feiten bewijzen enkel en alleen, dat sedert 4000 jaren geen grocte veranderingen in de kleur der onderscheiden menschenrassen zijn ingetreden, niet echter, dat in het geheel en van den aanvang af het klimaat geen invloed op het ontstaan der ver schillen heefs plaats gehad. Want wat zijn 4000 jaren in vergelijking met den hoogen ouderdom van het menschelijk geslacht, dien wij het op grond van wetenschappelijk onderzoek met zekerheid kunnen toekennen l Zij bewijzen verder, dat do natuur zekere kenmerken, zooals de kleur der huid, van den iris en van het haar, voortgebracht door bepaalde omstandigheden en in een bepaald «klimaat, door een lange rij van geslachten heen, ook in andere klimaten vasthoudt, zoodat de in standhouding dier eigenaardigheden door overer ving machtiger is dan de invloed van de veran derde luchtstreek. Een Duitsch ethnoloog, Schaaffhausen, heeft eene andere poging tot oplossing gewaagd. Voor hem treedt naast het klimaat als gewichtige factor ?de kuituur op. Hij wijst er op, hoe de blauwe iris geen andere pigmentkorreltjes bevat dan de bruine en hoe slechts gebrek aan pigment de iris blauw doet schijnen; hoe in het hooge Noorden vele dieren wit zijn, terwijl wij in het Zuiden de kleurigste dieren aantreffen, hoe in Engeland en Nederland vele Joden blauwe oogen en rood haar vertoonen en besluit daaruit, dat de kleur van «ogen, haar en huid geen rassenkenmerk is, maar in nauw verband staat met klimaat en be schaving. Enkele vogels uiigezonderd, treft men in de dierenwereld geene blauwe oogen aan, ook bij nog wilde volken ontbreken zij, zoo schijnt het, dat werkelijk de kultuur van invloed op de verandering is, ja, dat men met Schaaffhausen gerust de lichte kleur van huid en haar kultuur 'produkten kan noemen. HET BACCARAT-PROCES. In het baccarat-proces, waarbij de prins van "Wales als getuige moest optreden, is thans de uitspraak geschied. Kolonel sir William GordonCumming had eene aanklacht wegens laster inge diend, tegen degenen die hem in 't geheim een valschen speler genoemd hadden; de aanklacht is afgewezen en de kolonel aldus door de jury voor een valschen speler verklaard. Het proces heeft de hooggespannen verwachting geheel bevredigd. Geen details zijn onbesproken gebleven. Royalty" heeft voluit getuigd, het pu bliek heeft zijn eisch gehad. Wellicht is het belangwekkend, de geheele behandeling in't kort na te gaan. Op den achtergrond vindt men den eigenaar van het buitengoed Tranby Croft. den heer Arthur Wilson, mede-eigenaar der groote stoombootreederij te Huil. Hij verdient schatten, en men beweert dat hij gaarne in het Peerage Book zou prijken. In elk geval gelukte het hem, reeds vroeger en nu ook weer in het laatste najaar, den prins van Wales over te halen, Tranby Croft als pied-ii-terre te gebruiken, om de wedrennen te Doncaster bij te wonen. Men inviteerde ook een aantal der menschen die hij gaarne zag : Lord en Lady Coventry, generaal O wen Williams, kolonel sir William Sshaakspel. 3de Jaargang. 14 Juni 1891. Redacteur: RUD. LOMAN, te Londen. Adres : Mira Lodge, 49 Deronda Road, Herne Hill, Londen (S. E.) Verzoeke alle mededeelingen de schaakrubriek betreffende aan bovenstaand adres te richten. Probleem no. 78 van Sam Loyd te New-York. (Nieuwste werk). ZWART 8 stukken. ede f g h WIT 6 stukken. Wit geeft in 3 zetten raat. Vervaardigd voor het oplossingstournooi van l(j Mei j.l., gehouden in de pas opgerichte Xew-York City Chess club. De bedenktijd was l' - uur.'De prijs werd gedeeld tussehen E. Kenncdy en dr. O. Meijer, die hunne oplossingen gelijktijdig aan 't komitéover handigden. Wij verzoeken de hceren oplossers, den tijd te vermelden dien zij voor de oplossing gebruikten. Oplossing van no. 77. l .hl !, L.d7 of eS, 2 D.bl, ad lib. 3 D.gl of b-1. Goede oplossingen van schaakclub Jlorphy", Kaatsheuvel; W. Albregts, Amsterdam: F. A.. Termos, Kotterdam ; W. v. H. te Delft; van 't eindspel van Coster van F. A. Termos. Daar tot ons leedwezen in de batste opgave van 't eindspel wederom een kleine fout geslopen is Gordon-Cumming van de Schotsche Garde, die zich in Egypte onder anderen bij Tel-el-kebir onder scheiden had, Lord Edward Somerset, kapitein Somerset, enz. Ook vroegen de Wilsons een neef' van hen, luitenant Berbeley Levitt, hun zoon Arthur Stanley Wilson, hun dochter, Mrs Lycett Green en den man van deze. Het was een vroolijk clubje logeergasten ; 's mor gens spoorde men in een salonrijtuig naar de wedrennen, waar men lunchte; 's avonds kwam men thuis dineeren, bleef eenigen tijd in den sa lon, waar de dames wat muziek maakten en bab belden, en maakte daarna in de rookkamer een partijtje baccarat. Bij zijn vorig bezoek op Tranby Croft had de prins van Wales dit spel er inge voerd ; na het vertrek van Zijne Hoogheid had de heer Wilson niet meer gewild dat er gespeeld werd, maar nu de prins er weer was en deze het verzocht, kon hij het moeielijk weigeren. * " * Op den eersten avond, 8 September vau het vorige jaar, ging men dan in de rookkamer een partijtje maken. Over een gewone tafel en twee speeltafeltjes, die iets lager waren en die men er aanschoof, spreidde men een tafelkleed, en maakte zoo een voldoende baccarat-tafel. De prins nam het eerst de bank ; het maximum van den inzet werd op 100 pond bepaald. Een croupier hield men er dien avond niet op na: het ontvangen en uitbetalen der gelden ging geheel huiselijk; ook de dames deden mee. Men wisselde voor geld wat fiches in, die 5 en 10 pond vertegenwoordigden. De prins reisde altoos met zijn eigen fiches. Ook de jonge Wilson, 22 jaar oud, die een beetje te Cambridge gestudeerd heeft en ook een beetje bij zijn vader op het kantoor geweest is, speelde mee. Hij keek, kort na het begin, wat over de tafel rond, om te zien welke inzetten de ervaren spelers deden, en zich daarnaar te richten. Daarbij merkte hij op, dat Sir William Gordon-Cumming als inzet een fiche van 5 pond voor zich had liggen, en was dan niet weinig verbaasd, toen hij kort daarop aan dezen 15 pond als winst zag uitbetalen. Hij keek nu nog eens oplettend toe, en zag hoe een weinig later de kolonel weer een fiche van 5 pond neerlegde, maar, nadat zijn partij bleek gewonnen te hebben, uit de hand nog twee dergelijke fiches er bij liet glijden, en aldus weer 15 pond opstreek. Dat is toch te erg", fluisterde bij zijn neef, den jongen luitenant Berkeley Levitt, in, die naast hem zat. Het is onmogelijk, je moet je vergist hebben," antwoordde deze. Help rne maar eens kijken", antwoordde Wilson. Weldra herhaalde sir William de kunstgreep, die onder de valsche spelers als la. ponssette'1 be kend staat. De jonge luitenant zag het, en was over de daad van zijn superieur zeer onthutst. Na het spel overlegde bij met den jongen Wilson, wat hun te doen stond, en smeekte dezen hem buiten spel te laten. Wilson ging het nu aan zijne moeder vertellen; deze vond het beter, het haren man niet mee te deelen, zij wilde hem, die toch reeds tegen het spel was, geen ergernis geven. l Den volgenden morgen vertelde Wilson het nog l aan zijn zwager, Lycett Green; en men besloot, niet den prins van zijn geliefkoosd baccarat te berooven, maar te trachten, het valscb spelen nog eens na te gaan. Tegen den avond w:erd in de biljardkamer een groote tafel geplaatst, daarover een kleed gelegd, en met belangstelling zagen de ontdekkers, dat door den prins zelven op het kleed, op eenige duimen van den rand, een krijt streep geteekend werd. De inzet moest, daarover heen, op het kleed gelegd worden ; de poussette was dus onmogelijk gemaakt. 's Avonds na het diner, op 9 September, begon al spoedig het spel weer. De prins van Wales hield weder de bank; nu echter had hij een crou pier, generaal Owen Williams. Luitenant Uerkeley Levitt keek den ganschen avond opzettelijk niet houden wij de oplossing tot de volgende w-eek ach terwege. Pion c7 moet zijn cG. CORUESI'ONDEXTIE. G. M. S. te H. Op 8 l'.f3 krijgt zwait o. i. 't betere spel door T.eS! ('J L.d3, f G! 10 D.li3, I'.f8). Op 8 Ld3!, T.eS? zou volgen !) D.h3 en zwart is ge dwongen f5 te spelen, wilt zijn ontwikkeling zeer belemmert. W. A. te A. Een pion op f3 zou eveneens aan 't doel beantwoorden. )e toren geeft wit een grootere keus van zetten, waardoor de oplossing bemoeilijkt wordt. W. v. H. te D. In uw oplossing was een klem abuis, daar de hoofdvarianten echter in orde waren, hebben wij u onder de oplossers vermeld. J. Wteegstra te D. Wij hebben de door u voorge slagen zetten nauwkeurig onderzocht en zijn van meening dat Tschigorin in beide gevallen in 't voor deel blijft. In partij II kan bijv. op 30 f:i volgen : l'.f5 31 D.e4, (zw. dreigt I'.eSf) T.aeS en 't witte spel is hopeloos. Over partij I later. Match om 't Championship der City of Lomion Chess Club Eerste partij, gespeeld ;>;> Mei jl.; ge weigerd Koninginne Gambiet. Wit. Zwart. R J. Loman. Camille Moriau. l c!4 d5 1T bl P.d5! 2 c4 eU 18 ed5: V L.hi : 3 P.c3 P.fG l!l D.el? Cd5:! 4 Lg5 L.eT 20 D.d.'i 5 e3 cGV (20 P.d.V.?, Lf2:f enz.;) G L (13 0-0 20 L.eT l P.f3 l'.bdT 21 L d l aG 8 D.c2? h<; 22 L.c2 gG L.f'4 del: 23 P.c5 L.c8 10 L.c4: P.bG 21 Tel P.c-1 11 L e2 L.dG 25 0-0 l'.dG 12 L g3 D.eT 20 <rl V P.r-4 ! 13 L.bl D.d8 27 l'.ei : Lb5! 14 e-1 f,.e7 en zwart won na eenige 15 a.'! L.(17 veraere zetten. 1G b3 T.c.8 TWEEDE PARTIJ (l Juni). Geweigerd Koning's Gambiet. Wit. naar het spel van zijn superieur; de jonge Wilson, diens zuster en zwager echter verloren Sir Wil liam's spel niet uit het oog en tot hunne verwon dering bracht bij de poussette even geregeld in praktijk als den vorigen avond. Het ging nu iets moeielijker, maar blijkbaar was de kolonel een ervaren valsch-speler; hij had een lang timmermans potlood in de hand, en wist daarmede de supplementaire fiches handig over de streep te krijgen. Lycett Green, de schoonzoon, was wat drif tig ; hij kon het niet langer aanzien, ging de kamer uit, en schreef een briefje aan zijne schoonmoeder, ik heb den schurk Sir William Gordon-Cumming nu reeds tweemaal zien valsch spelen ; wat kan er gedaan worden", en liet dit door een bediende naar binnen brengen. Mrs. Wilson keek van zelf ook nader toe, temeer om dat de prins van Wales op de opmerking van Cumming, dat hij nog 10 pond te vorderen had, vrij scherp had geantwoord: Ik wou dat ge me uw inzetten liet zien." Mrs. Wilson en de anderen bemerkten nu spoedig tweemaal achtereen het bedrog; de eene maal schoof Sir William na het noemen van den uitslag met het potlood twee fiches bij, de andere maal liet hij er twee uit zijn hand bijvallen. Er waren nu dus vijf getuigen: Mevr. Wilson, haar zoon, de luitenant Berkeley Levitt, en de heer en mevr. Lycett Green. * * Den volgenden dag deelde deelde men het ge val aan lord Coventry en generaal Owen mede; deze vonden dat men het den prins moest zeggen. Hoe de prins de mededeeling opnam, blijkt uit zijn eigen getuigenverhoor. Toen vijf ooggetuigen eenstemmig verklaarden", zeide hij, .,kon ik wel niet anders dan- de beschuldiging voor gegrond houden." Intusschen hadden de generaal en lord Coventry den beschuldigde zelf van de zaak in kennis ge steld. Deze loochende op heftige wijze, maar verlangde, zonderUng genoeg, niet, met zijn be schuldigers geconfronteerd te worden. Daaren tegen wenschte hij den prins; dien hij sedert twintig jaar kende, en met wien hij sedert tien jaar bevriend was, zelf te spreken. De prins ontving hem 's avonds na het diner, en antwoordde op zijn betuigingen van onschuld, dat hij vijf getuigen tegen zich had. Cuinming vond, dat men het geval aan den opperbevelhebber van het leger, den hertog van Cambridge, ter beslissing moest voordragen; de prins zeide, dat hij hier niets tegen had, maar dat de hertog zeker niet zoo zacht met hem han delen zou als hij zelf tot nog toedeed. Intusschen was er eene schriftelijke verklaring opgemaakt, waarin de beschuldiging vermeld werd, en waarbij de kolonel zich verbond, nooit meer eene kaart aan te raken. Op die conditie beloofde men hem geheimhouding. Als ik dat onderteeken, ' zeide Cumming tot lord Coventry, is dat zoo goed als eene bekenten!?." Zij antwoordden hetzelfde als de prins. Nu,'' zeide hij, gij zijt oude vrienden; raadt gij mij, dit te ondertcekenen 'f'' De generaal zoowel als lord Coventry meenden dat het inder daad het beste was; Cumming wilde het toen doen, maar bedong dat men hem zijn gewone whistpartijtje in de ofh'derschib zou toelaten; ook dit echter stond men niet toe. Hij onderteekende nu, en schreef zoo zijn eigen vonnis. Ondanks het voorgevallene wilde hij toch den volgenden morgen nog weer naar de wedrennen sporen; de hoeren moesten hem dit gestreng af raden, voordat hij besloot, Tranby Crott vaarwel te zeggen. De verklaring en een kort verslag van het geval werden door den prins van Wales in een verzegelde enveloppe gesloten, bij zijn papieren bewaard, en nu eerst bij het proces weer te voorschijn gebracht. * * * Dat een geheim, aan ongeveer een dozijn menschen, waaronder eenige dames, bekend, lang een i» f5 10 L.b5 11 L.a4 12 L.c2 13 P.d2 14 P.fl 15 dc4: 1(5 gt 17 g5 18 f (3 1il fg7: 20 P.e3 21 L.e3 : 22 0-0 P.aó cG b.5 P.bT do de4: D c7 'T. f (18 P.e8 TdG! P.g7: L.e3: T.ad P.e 23 T.f'2 24 L.c.5 : 25 K.h-2 2G h4 27 D.gl 28 T.at'l >!» D.f 30 a3 Zw. dreigt 31 Kgl 32 T.b2 33 T.<:2: opgegeven. P.c5 P.c5 : i'. ei; P.f4 D.bl) T.d2 I».c5|, :>.c4 j ? D.ll : D.ei; T.c2:! T.d3 geheim kon blijven, bleek eene illusie te zjja. In het begin van dit jaar reeds kreeg Sir William Gordon-Cumming uit Parijs een anoniemen brief, om hem er aan te herinneren, dat hij ook te Monte-Carlo niet spelen mocht. Spoedig daarop liep te Londen het praatje over zijn avontuur; eerst als los gerucht, toen voluit met naam en feiten. De kolonel deed nu door middel van luitenant Berkeley Levitt eene poging, om de Wilson's te bewegen tot eene verklaring, dat zij zich konden vergist hebben. Dit mislukte echter, en hij deed nu, hetgeen bij in den beginne had voorgesteld, de zaak zijn militaire superieuren voor te leggen en een eisch voor de rechtbank in te dienen. Van daar het proces. De advocaat van Sir William was Sir Edward Clarke, de solicitorgeneral; de advokaat der Wilsons de scherpzinnige en bekwame Sir Charles Russell. De taak van dezen laatste was, daar de feiten zoo duidelijk waren, niet moeielijk; Sir Edward Clarke intusschen deed voor zijn kwade zaak" wat hij kon. Hij zag ervan af, gelijk menigeen gedaan zou hebben, van een complot der Wilsons tegen zijn cliënt te spreken ; integendeel hij gaf toe dat zij goede fatsoenlijke lieden waren. Maar zij hadden geen verstand van baccarat, zooals een chic speler dat behandelt. Cumming had een eigen systeem van verdubbelende inzetten ; hij speelde serieën, de goede lieden hadden daarvan geen idee on nu maakten zij van eene vermeende ontdekking grooten ophef. Hoe kwam het ook, dat slechts die vijf personen het bedrog hadden meenen te be speuren en niemand anders? Ook stond er in het document iets van vermindering van den inzet als de kolonel verloor; hoe ging dat'? Dit laatste was echter door generaal Owen, die het stuk had opgesteld, bij vergissing er ingebracht; de familie Wilson liet zich door de vernuftige crossexamination van Sir Edward Clarke geen oogenblik van haar stuk brengen. De zaak is afgeloopen zooals men verwacht had. liet hooren van den prins als getuige is niet in de doos" gedaan, maar zeer bevredigend behan deld; toch doet het aan zijn prestige geen goed, dat zijn speelwoede zoo aan den dag komt. Het reizen met die eigen fiches, als wel wetend met wat voor schurken hij lederen dag bij het spel in aanraking kon komen, en het opzettelijk mee nemen van zijn speeleluije neemt men hem zeer kwalijk. Dat de jonge Witson de zaak niet aan zijn vader vertelde, maar aan zijn moeder, is zoo vreemd niet, als sommigen het vinden; de oudeheer Wilson zou wellicht terstond een clat gemaakt hebben, en men wilde den prins, wiens vriend GordonCumming toch was, niet ontstemmen. Wel is het vreemd, dat <Ae kolonel niet alles liever heeft af gewacht, dan de verklaring teekenen, die hem vroeg of laat (en met zooveel getuigen zeker al heel spoedig) aan handen en voeten gebonden overleverde. En eigenlijk is het verwonderlijk, dat men van de geheelo zaak zooveel werk gemaakt heeft, daar men toch voor de geringe bedragen, wat toch zijn op zulke baccaratbanken een paar fiches van 5 of lo pond? ? de kolonel zijn on schuldige pouifcettes wel had kunnea gunnen en den prins zijn vriend laten houden. Kolonel Gordon-Cumming is den dag na de uitspraak getrouwd met eene Amerikaaiische millionnaire, miss Eiorence Josephine Garner. VOOR DAMES. Motie- Jltagazijnen Jfirsch. Hu df/sch c Kuoksch ooi. Zelden is eer. mode", schrijft men uit Parijs, zoo spoedig algemeen geworden, als die der p lérines. mantilies en mantelets met Mediciskraag, ledereen draagt ze, in alle nuances, en ze zijn C. Moriau. l c4 o5 2 n L.c5 3 p.fis <n; 4 L.c4 P. f(3 /wart. l!. J. Loman. 5 d.'! i'.ei; ? ?> e3 L »-l 7 1:3 i,.13: 8 D.f3 ; U-O V DElïDE PARTIJ (3 Juni). Franscho verdediging. Wit K. Loman. Zwart C. Moriau. l e4 el! 24 bgG : !ig<j: 2 (14 ('5 25 T.u(>: T.giJ : 3 P.c3 P.f<; 2G D.gG: iv.d'8 4 c5 P.fdT 27 K.bl K.cT 5 i"4 c."» 28 T.elf K.bT i; ('.c5: L.c5 : 2!» D.gl V 7 D g-1 o-o Sterker is 2<i dien 30 H L.d3 f5 O .o2. '.) 1) h3 L.gl:V 2!l . . . . L.d7 10 T.irl : I'.c5 30 D.c.V/'/ 11 L.<12 P.<13: Met 30 T.c.">: bad wit 12 cd.'!: P i'G gewonnen. Nu is't spel 13 g!'. aG onherroepelijk remise 14 gt5: T.('5 : wegens den zwakken 15 o-o-o b5 f pion. lU T.g4 T.a7 30 .... D..'5:! Op b l volgt T.dgl! :;l T.c5: T.g7! 17 T.dgl g*i 32 T.cl T V; 18 r.e2 T.g7 33 T.cl L> l!f l> u2 T.li'.7 31 K.c2 L.1:5 20 !\T' P.cT 35 K.d2 T.12 21 Ii5 K.fó 3G K e/3 T.i3-;Wir dreigde 22 h». 37 K ,!t T.:'2 22 L.bl! K 08 38 K.e3. Homivj. 23 L.eT : D.oT : YIEUDE EN LAATSTE MATYIIPAKTU (5 en 8 Juni). Wit Moriau. Zwart Loman. Eerste 7 zetten als in partij 11. 8 D.V3: D.e7 '. del: e:iz ) '.) t'5 !'.... ' Pa5 d) D.g3, d5! 10 L.b5, 10 l, l,5t (.G 11 L.a4 12 L.c2 13 g4 14 W | , 15 a-J | ' 10 at).'): 17 de4: 18 L.c3 l!) Taii 20 L.bb': 21 P.d2? 22 T.al 23 g5 24 D.h5: 25 T.cl 20 T.h-2 27 I).f7:f 28 Deli 211 T.c2: 30 'T.f2 31 D.dfrjb5 34 K.e2 T.c3 P.b7 35 P.f3 T.gcS! o-o-o Eenige zet die wint L.bi; (T.a3 3G-DeG! en T.c2f d5 3G P.d2, T.c3 37 T.1'3 dc4: en minstee s remise voor ('1)5: wit) D.c7! 3G f7 D.f4 I'.dlï37 h4 abii: Op 37 K.fl kan volgen K.bT 'T f3: 38 I) a'2f, K.bT, T.eS 39 D.5t,T.c<;40D.d7t, P.h5 T.cT 41 D.d5f. D.aT Dc3: 42 D.aSf, K.bS on wint. P.c4 37.... T.eSf l' c3 38 K.dl T.aS T.cT Zwart overziet in de P.c2:t baast (hij had slechts D.g3j 2 minuten tijd voor zijn T.c2: 40cn zet) een mat in K.a(3 4 zetten. T.clf 3!) K.cl:, 32 ft)' {.'tl!: T.e3f enz. 33 giG: 'Tg8! 3!» K.e2 T.c2f l dreigt mat in 3 zetten 40 P.d2 D.g4f j of winst der koningin, en mat in twee zetten. 'i MATCII-PAHT1J gespeeld te Berlijn 23 April 1891. l Spaansche partij. i Wit Zwart. C. Von Bardelc-ben. Theod. Von Scheve. l o4 o5 23 P.ce2 L.e5 2 P.13 l'.cG 24 c4! D.h7.J 3 L.b5 P.fG 25 L.e5: fe5: -l o O L.eT 2G D.ao: T.bG 5 l'.c.'S ilG 2T T.fi P.fG i', !,.(?(>?.-r lit'G: 2>S D.t!2 d5 T dl od-1: 2!) D.g5 D.g7 8 P.d-1: i..(17 30 cd.r): cd5: !f h.'i d -O 31 cdf»; L.d3 lo L.e3 ? ") 32 T.dl el H r.e2 P.eS 33 dG: T dG: 12 4 T.1)8 34 D.c5: T.d5 13 T.bl! ^'3 35 Del g5? ! i j,-) L.t'li 3<; P.f5 D.d7 13 i..;4 D.eT 37 D.°5:-j- K.h3 1G a3! L.cS 38 Pl4! 1T I>tl2 L.aG Een aardig slot. 18 T.e l 'T b7 38.. . T.t'5: l!' I'.i;3 L.dir 3!) P.gG f K.gT -'O K h2V K: 40 T.t'5: P.L7 21 1>3 go 41 P.f8:f P.gö: 22 fyG: e.p IigG: 42 P.dT: Opgogcvöa,

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl