De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1891 21 juni pagina 5

21 juni 1891 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 730 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. ja zelfs voor ?1.25, dat is 30 pCt. minder dan verleden jaar. Ea dan zijn nog die maaiers blij werk te hebben gevonden; het is hun aan te zien, als zij met den boer op den wagen naar diens boerderij vertrekken, om morgen voor vier uur reeds aan het werk te gaan tot zoolang 's avonds het don ker wordt. Dien geheelen dag is met ijver gewerkt, hij ?verstaat zijn vak ter dege, en als hij dan op meet, wat dien dag ia neergesabeld, dan blijkt het, dat het bijkans of even ruim n mad is en ?1.25 is verdiend. Het is wel niet zooveel als verleden jaar, maar ?de tijden zijn ook zoo slecht; hij eet zijn brood met koude koffie of karnemelk, scherpt zijn zeis, om morgen vroeg dadelijk weer te kunnen aan vangen en legt zich te ruste in een hoopje gras. in zijn linnen tentje uitgespreid, dat hem tot kussen, pel uw en dekens dient. Te midden van het grasland, in alle eenzaam heid, rust die arbeider daar van zijn dagelijkschen arbeid, van zijn 17-urigen arbeidsdag niet zelden, met een loon van 10 ets. per uur. Hij is te moe om te denken en te overwegen ?waarom hij nu juist weer het. allereerst moet boeten, dat het grasgewas dit jaar zoo slecht is, waarom dB boer niet meer loon per mad kan geven. Tal' zijner kameraads zijn op de markt nog niet zoo gelukkig als hij geweest. Den geheelen dag h'bben zij op de markt vertoefd; moe van het staan zijn zij ten leste op de straatsteenen gaan liggen en om den honger te stillen, hebben zij gezamenlijk brood bij een bakker gekocht, ?dat met smaak gegeten wordt. ' Zoo voor gezamenlijke rekening koopen z\j goedkooper en misschien gevoelen zij daardoor iets van de groote waarde van het vereenigingsleven. Misschien ? ! De markt loopt af, de boeren vertrekken de arbeiders hebben zich niet verkocht,, klagen ?over den slechten tijd en de knieperige boeren, en besluiten naar huis terug te keeren of naar een andere plaats te vertrekken, waar het den vol genden dag weekmarkt is, op hoop van beteren handel en hooger prijzen.» Die miaiers zijn menschen; zij zijn voor een groot deel vaders van gezümen, die belasting betalen voor zout, zeep, deuren en vensters, voor een deel jongelingen, die voor een of twee jaar nog geoefend werden in de behandeling van sabel ?en geweer, om hun vaderland te verdedigen dat ook zijne weerbare zoneu lü-fheeft. Evenals bij de indeeling in het manege-gebouw te Leeu warden, staat hij ook nu ter markt, toen op hoog "bevel, nu om zijn dagelijksch brood. LAUWEREN. Ik ben gelukkig." zoo besloot Marc-Antoine, .?volkomen gelukkig." En 'waarlijk, als men dat rustig binnenhuis zag, met den helderen parketvloer, waarop, tusschen ?de spiegelend weerkaatste pooten der meubelen, het vroolyke schijnsel van het haardvuur danste, met zyn witte, goedgesteven gordijnen, hier en daar vernuftig gestopt, altoos in eene bloem of ?een rand, en achter die gordijnen het keurig ge schoren prieeltje in den netten tuin; vooral als men nu naar het gevuld en kalm gezicht keek van dien vroegeren dollen musicus, dien ik gekend had, dor en trillend, de zenuwen altoos gespannen, gereed om te breken als een strak geschroefde ?snaar, dan zag ik wel dat hij niet loog, en dat hij ?zich in zyn nieuwe bestaan volkomen gelukkig Schaakspel. 3d« Jaargang. 21 Juni 1891. Redacteur: RIJD. LOMAN, te Londen. Adres : Mira Lodge, 49 Deronda Koad, Herne Hill, Londen (S. E.) Verzoeke alle mededeelingen de schaakrubriek betreffende aan bovenstaand adres te richten. Probleem no. 79 van Otto Würzburg. ?{?PittsburgDispatch" probleem tournooi 16 Mei j.l.) ZWART 2 stukken. abcde fgh WIT 4 stukken. Wit geeft in 3 zetten mat. Bovenstaand probleem zal ongetwijfeld algemeen in den smaak vallen. 't Volgende aardige probleem van A.. H, Kobbins in twee zetten verscheen 31 Mei j 1. in een Amerikaansoh blad. Wit K.a3, D.g5, T.c2, L.c7, P.c5 en d3. Zwart K.d4, P.fl, pionnen a4, c3, cO en e5. (ieder 6 stukken). Oplossing van 't eindspel van J. Coster l c7, T.ei, 2 T.hlt, K.g5 ! 3 T.elü, T.cl: 4 P.elf, K.fi, 5 P.c3 en wint. (Goede oplossing van F. A. Tjrmos). Daar alle ingezondene oplossingen van No. 78 foutief blijken te zijn, houden wij de oplossing tot ?een volgend nummer achterwege en hopen dan een groot aantal goede oplossingen te kunnen vermelden. De meeste oplossers hebben over 't hoof l gezien dat op l T.dékan volgen: T.h6: waarna mat in 2 zetten onmogelijk is. BUITENLANDSCH NIEUWS. De .Londensche bladen berichten 't belangrijke nieuws dat de onderhandelingen tusschen Dr. Tarrasch en Gunsberg tot 't resultaat hebben geleid, ??dat genoemde meesters dezen zomer -d. i. aan moest gevoelen. Aan niets om hem heen kon men den artist herkennen; alleen de piano was er, maar deze moest gesloten blijven omdat er bloemvazen opstonden, en boven de piano hing aan den muur een soort van hoepel, met een verbleekt lint er aan, dat nog de sporen van gouden letters droeg, en een groenachtig blaadje. Dat lint wekte mijn herinneringen. Terwijl MarcAntoine in het vuur pookte, dacht ik aan een avond van triomf, aan die geweldige symphonie virgilienne, waarin de musicus het onmogelijke beproefd had, de ziel van den dichter terug te vinden, zooals zij verspreid was in al de deelen van zijn werk, en in n orkestwerk de Eneis met de herdersdichten en de idylle te vereenigen. Op den rustigen achtergrond van het landschap, het geloei der runderen, den wind in de dennen, het murmelen der bronnen, deed hij door een geniale inspiratie, de twee groote beheerschers der wereld, het Geweld en de Smart oprijzen, in de fanfaren der Trojaansche krijgers en de hopelooze liefde klacht der verlaten Tyrische. Dien avond had te midden der algemeene ontroering, eene onbekende vrouw, eene vreemdelinge, schoon als eene godin, aan Marc-Antoine een lauwerkrans aangeboden; Marc-Antoine, bleek van trots, dronken van genot en hoop, had vernomen dat deze lauwertak opzet telijk voor hem op het graf van Virgilius ge pinkt wss. Maar Marc-Antoine dacbt nu op dit oogenblik aan den ouden lauwer niet meer;hij pookte en pookte. Het leven is toch zonderling, niet waar? Wie drommel zou ooit gedacht hebben, dat je me hier zoudt weerviuden bij toeval, in vrywilüge ballingschap, diep in een afgelegen pro vincie. .. En hoe het eigenlijk toegegaan is, weet ik niet.... Op een morgen kwam ik op het idee, weg te gaan. Niet voor lang, voor een maand hoogstens. Ik was moede van Parijs, van het dagelijksch werk van den artist, van de opwinding en de koorts, en die eindelooze reeks weken zonder Zondagen, zonder vacantie.... Ik bleef hier hangen, alleen op gezag van het spoorwegboekje, omdat de naam van de plaats mij aangenaam klonk. Een echt land voor kalmte en vergetelheid; langzaam vloeiende rivieren, wilgen, nevelachtige heuvelrijen,.... En weet ge wat mij het eerst en meest bekoorde? Het was een wer kelijk genot na het helsch geraas van Parijs met zijn duizend klanken, het was het hooren van wer kelijke geluiden, duidelijk, karakteristiek, in eene atmosfeer van stilte: eene klok, het hameren op een aambeeld, het kloppen van de waschvrouwen, en in de heuvels, tegen den herfst, het schot van den jager. Toen kwam de Voorzienigheid er bij; ik ont dekte een oud kameraad, die in zijn familieslot, dat veel op een boerderij geleek, hier dicht bij, als een landedelman leefde. Hij had een nichtje, jong, vrij mooi, niet al te rijk, maar drieduizend francs rente maakten mij tot eene behoorlijke party'. Wy' zijn waarschijnlijk verliefd op elkaar. geworden, in de eenigszins romaneske beteekenis die men in de propincie daaraan hecht althans wij zyn getrouwd! Het was myn plan niet, van Parijs af te zien. Integendeel, ik rekende er op, daar ieder jaar de wintermaanden door te brengen. Tweemaal hebben we dat ook gedaan, maar de derde maal hadden we geen moed ervoor. Mijne vrouw was niet heel wel, en ik zelf, in myn ruime schoenen en mijn werkhuizen van geribt fluweel, ik zag niet zonder landerigheid op tegen al de diners in den rok, de staanden zomer! te Nü>nberg een match zullen spelen. Aan den grooten Schaakwedstrijd bij Simpson te Londen nemen alle schakers van beroep deel, met uitzondering der drie sterkste, BJaekbnrne, Gunsberg en Mason. Onder de 10 deelnemers bevinden zich slechts 2 amateurs n.1. Mortimer en B. J. Loman. De professionals zijn : Bird, Fanton, Gossip. Jasnagrodski. Lee, Muller, Tiusley en van Vliet Er wor den geregeld dagelijks twee partijen gespeeld. Maandagmiddag Muller remise met Bird. avond Loman won van v. Vliet. Dinsdagmiddag Mortimer won van Fenton. avond Tinsley won van Lee. CORRESPONDENTIEPARTIJ begonnen Dec. '89, geëindigd Mei '91 Evansgambiet. Wit. Baltimore. l e4 2 P.f3 3 L.c4 4 b4 5 c3 L.d6? Een geliefkoosde zet van den onlangs overleden Bostonschen schaker Ware. De zet is, gelooven wij van Kieseritzky afkomstig. Zwart krijgt, evenals bij de Steinitz' verdediging" een gedrongen spel. 6 d4 b.6 ed4: 7 cd4 : L.b<t t 8 k f l voert de partij terug tot een weibekenden variant, die gewoonlijk voor zwart nadeelig atloopt. P.f6 komt ons sterker voor dan h6. 7 0?0 P.f6 8 de5: L.ef>:! P.e5:? 9 P.c5:, L.ea: 10 f4, L.dGlleS, L.c5fl2klil d5 13 efG:, dei: 13 D.e'2t en wint. 9 P.e5: P.e5: 10 L.b3 dG 11 f4 P.gG? 12 L.a3 0?0 13 e5 P.e8 14 D.d3! Hiermede dreigt wit 15 eG! 14 K.h7 15 P d2 b6 16 T.ael! dreigende f5! met grandi oos spel. 16 ..... f5 17 T.e3 Een handige zet, die voor den aanval met g4 Zwart. Boston. e5 zeer noodzakelijk was. P.c6 17 a5 L C5 18 g4! D.h4 L b4- ff?4: 19 f5, P.h4 20 06, T.fG 21 e7, D.d7 22 D.Aa enz. 19 Tg3 fg4: Deze zet, hoewel gevaar lijk, is o. i. gedwongen. 20 eG! L.aG 21 c4 c5! 22 h3 P.f 23 T.f2 Kg8! Juist op tijd gespeeld. 24 Pfl! P.e7 25 L.b2! Wit mankt 't best mo gelijke gebruik van zijn stukken, er dreigt nu 20 L.c2 gevolgd door L.f i: 25 . . . d5 26 hg4: dc4:! P.g4:? 27 T.ge:, D.gl: 28 .g2 en wint. 27 L.c4: T.adS Beido partijen hebben thans volop gelegenheid tot mooie combinaties, de keus is echter moeilijk. 28 D c2 De kracht van 24 P.fl blijkt nu duidelijk. 28 ... L.c4: ?2!l T.h2 D.g3: f 30 P.g3: L.eö:?? Een foutzet, die wit zeer ten goede komt. 31 T.e2 L.g4: 32 T'e7: T.f'7 33 T.f7: K.fT: 34 L.fG: K.fG: 35 D.b2t en zwart gaf na eenigc verdere zetten op. visites, de onbeduidende praatjes en de schouw burgen waar men komt gapen. Toen kwamen de kinderen er bij; we zyn moeten gaan sparen voor hen. Langzamerhand ben ik van Parijs afgewend; het scheen mij steeds meer een reusachtige stad in de verte, door een nevel van onbestemde beelden heen, alsof ik er den weg niet meer heen zou kunnen vinden. Nu ben ik op en t'op een plattelander. Ik heb een lieve vrouw en kinderen, allen gezond; ik heb beste vrienden, wier hartelijk egoïsme het beantwoorden ervan niet moeielijk maakt. Ik jaag een beetje, ik visch een beetje, ik maai zelf mijn hooi en dat ruikt heel lekker, ik berg zelf mijn koren in de schuur, ik drink den. zuiveren wijn van mijn wingerd, en dat duurt nu al tien jaar. En de muziek? De muziek, zei Marc-Antoine, een beetje verlegen, o, die heb ik niet heelemaal laten varen... ik heb daar een hoop melodieën in portefeuille, het plan voor groote werken, je zult het eens zien. Maar er is niets af.... Onder ons, er man keert me iets, de prikkel, en die duivelsche Parijsche lucht, die opwindt als dunne jonge wijn. Maar ja bezoek heeft me opgeschud, op mijn woord! En morgen vroeg ga ik weer aan den gang! Weer aan den gang? Arme Marc-Antoine! Eensklaps hoorde ik klop en, toen eene meid haastig en ijverig in de gang loopen; de deur werd zacht opengedaan en bescheiden gesloten. Mijn vrouw!... zei Marc-Antoine, mij voorstellend aan eene knappe vrouw, die binnen kwam, voorafgegaan door twee mooie kinderen, die er heerlijk uitzagen in hun matrozenpakjes, met appelroode wangen en bruine kuiten met krabbels er op. Blijft mijnheer vandaag bij ons eten? Varidaag en morgen, en zoolang als hij hier in de streek blijft. Mare-Antoine was verrukt; mevrouw Mare-Antoine duwde de kinderen, die een beet je'schuw waren, naar den vreemden mijnheer; ik gevoelde mij aangedaan over de vriendelijke ontvangst. Maar over het voorhoofd van mevrouw MarcAntoine trok zoo iets als een wolk. Ik bedenk me daar; we hebben niet anders dan een daube, en ik weet niet of mijnheer.... Een daube! Dat zou ik denken! Alleen het woord al doet me watertanden. Het is een zuidelijke schotel; mijn man heeft me er het recept van geleerd, met wyn, spek, kruiderijen.... en het schijnt dat ik ze hem naar den zin kan maken. Mevrouw Marc-Antoine ging naar de keuken, die aan de kamer volgens de oude gewoonte in de provincie tegelijk salon en eetkamer grensde; zy lichtte het vuurdcksel, met gloeiende kolen bedekt, even op, waaronder in de gegoten ijzeren pan het klassieke gerecht pruttelde, en een geurige witte wasem omhulde haar als een witte wolk. Zij verscheen weer, uit haar wolk, met oen lepel in de hand, waarop zij met de statigheid van een priesteres, zachtjes blies. Proef eens! zeide zij tot Marc-Antoine. Heerlijk! Toen proefde zij ook. Neen! er ontbreekt nog iets aan. Na eenige seconden diepe overpeinzing ver volgde zy': Ik heb het laurierblad vergeten! Glim'achend naderde zij de piano en met haar mollige, onbewust heiligschennende hand, plukte zij het laatste blaadje van den tak van Virgilius' graf. Kaal en dor hing hij aan den muur en het vergulde lint beefde. De volgende partij werd gespeeld bij gelegen heid eener simultane séance van Guntberg, 11 Jali 1888 te Amsterdam. De partij werd tot nog toe niet gepubliceerd. Gunsberg won 19, maakte 2 remise en verloor 4, partijen. De sterkste Amsterdamsche spelers namen aan deze séance deel. GEWEIGERD EVANS3AMBIET. Wit. J. Gunsberg. l e4 e5 2 P.f3 P.c6 3 L.c4 L.c5 4 b4 L b6 5 b5? 5a4 is veel sterker. 5 P a5 6 P.e5:? Bird speelt hier L.e2, Pollock 6P a3 en Tres ling in een bli'udpartij te Hilversum GD.e2. Bij al deze voortzettingen be houdt zwart o. i. 't betere spel. G P.h6? Na D.g5! staat wit vrij wrel hopeloos. 7 d3 De theorie speelt hier 7d4. 7 ... dG 8 P.f3 8L.hu:, ghG:9P.f7:, D.fö! enz. Zwart. C T. van Ham. 17 .... 18 f4 19 P.g5 dreigt T.go: 20 T.t3 L.d7 D.eG D.g T.afS Zwart dreigt nog steeds T.gó:! a6 ab5: c6 cb5: bc4:! 8 .... 1) c3 10 dc4: 11 D.d3 12 0?0 13 P.e5: 14 K.hl 15 P.bd2 1G ef5: 17 P.e4! dreigt 18 f4! D.fG P.c4: L.eG P.g4 P.e5 D.e5: fó! 0?0 T.fö: 21 L.d2 22 a4 23 ab5: 24 T.e l 25 T.g3 Alles zeer consequent gespeeld. 26 i).c4:f (15 27 D.fl K.h8 Ifi afwachting van een foutzet. 28 P.eG? die niet lang uitblijft. 28 D.g3:! 2!) P.I8: T.h5 ;!0 h3 L.h3: 31 P.gGf hgG: en mat in 4 zetten. . Met genoegen zien wij dat de heer van Ham niet alleen een goed probleem oplosser is maar tevens voor 't praktische spel veel talent bezit. Wij hopen op den a.s. bondswedstrijd te Utrecht meer van hem te hooren, evenals van de hoeren Deelman, Steegstra, Stolp tn v. d. Leij. SPAANSCEÏE PARTIJ, gespeeld op den openingsdag van het tournooi in Simpson's Divan te Londen. Deze handeling, die mij in haar symboliek van burgerlijke huiselijkheid verschrikte, scheen MarcAntoine niet bijzonder te verwonderen. Hy was er sinds lang aan gewend, zijn vroegeren roem in de sausen te zien weeken. Een kwartier later dacht ik er zelf niet meer aan; met haar bitteren lauriergeur, in die omgeving van provinciale harte lijkheid, was de daube uitmuntend! MIDDEL TEGEN COLPORTEURS. Als hij binnenkomt, omdat'uw meid zich heeft laten verschalken, zult ge hem beleefd een stoel aanbieden. Dan gaat hij zitten met losse beval ligheid ; zijn smoezelige handschoenen vallen u dadelijk in 't oog en ge glimlacht over de punt van zij a papieren boord die tegen zijn linkeroor steigert. Een weeïge lucht van oudbakken kleêren omwalmt hem en zijn glazige oogen staren u aan, als hij zijn gomelastieken tong losmaakt en begint: De Algemeene Historie van het Heelal, mijn heer, in tweehonderdvijftig afleveringen a dertig cents de aflevering, is het degelijkste, goedkoopste en fraaiste werk dat...." Laat hem dan vooral niet verder komen, maar val hem dadelijk iu de rede met: »Waarde heer, ik weet dat, ik gevoel dat diep, houd dus uw welsprekende woorden terug en luister weet ge wat mij gebeurd is sedert ik het laatst het genoegen had u te zien, ik meen 't was verleden jaar October." »Maar mynheer," antwoordt hij dan, »u heeft me vroeger nooit gezien en ...." Zeg dan onmiddelijk: »U nooit gezien ? On mogelijk l Een gelaat als het uwe vergeet men nooit, als men 't eens heeft aanschouwd. Uw edele trekken, die zedige wrat aan uw neusvleu gel, heugen mij nog als gisteren, die welspre kende moedervlek, onder aan uw stalen kaak, ligt nog versch in mijn geheugen. Ja! 't was in October, dat ik u voor 'c eerst zag. Gezegende maand van rijpheid en ingehouden passie. Weet u wel dat in October de ..." Neem me niet kwaüjk mijnheer," zegt hij dan weer, maar..." Pardon, waarde heer," zij dan uw antwoord, ik verzoek u mij te laten uitspreken. Om dua weer op ons gesprek te komen : mijn grootmoe der was de meest krasse vrouw, die ik ooit kende, ze is honderd en twee jaar geworden en was in October jarig en mijn broer liet in October zijn jongste kind dropen, ergo . .." Maar mijnheer de Algemeene Geschiedenis van het Heelal..." Juist! juist! daar sprak ik over maar val me niet telkens in de rede asjeblieft; ik zei dan dat het hard voor een man en vader is om zijn kind te laten doopen in October als het in No vember moet geboren worden, en als dan zoo'n kind een moedervlek heeft zooals de uwe, wel sprekend maar zwijgend, dan is zoo'n kind heeft u kinderen 1" Vermoedelijk antwoordt hij dan: Dertien, mijnheer! bloedjes van kinderen en daarom be grijpt u, dat ik die Algemeene Geschiedenis van het Hee..." Zeg dan haastig:?Inderdaad?Dertien!o! datisveel, dan zult u ook des te beter begrijpen waarom mijn neef William, die geen kinderen had, de diepte der moederliefde niet kon peilen. En toch is 't aoet moeder te zijn als men geen vader is. Nieuw leven doorstroomt ons, wij gevoelen het eeuwig ware : 't Is zalig een kind nog te zijn en ..." Hij «ordt dan onrustig en zegt: Mijnheer, Wit, R. J. Loman. l e4 e5 2 P f3 P.cG 3 L.b5 dG 4 d4 ed4: Zwart. Louis van Vliet. Wij houden dit voor beter dan L.d7. De auto riteiten zijn 't echter niet eens op dit punt. 5 P.d4: L.d7 6 P.cG: Ook omtrent wat wit hier te doen staat loopen de meeningen zeer uit een. Dr. Tarrasch speelt steeds (6 P.c3. P.d4: L.d7: f en 8 D.d4: enz.) Max Weiss en von Bardeleben spelen G L.cG: terwijl Burn en Hoft'ur (in Chess Monthly) G P.cfi : voor 't beste houden. Ieder doet per slot van lekening 't verstandigst datgene te spelen wat 't best met zijn speeltrant strookt. G .... bcG : 7 L.d3 P.f'6 Hier komtP.e", gevolgd door P.gG sterk in aan merking (P.e7 8 L.g5, Dc8!) 8 0-0 L.e7 i) P.c3 O O 10 Le3 P.g4 Om plaats te maken op ±0 voor den looper. 11 L.d2 L.t'G 12 h3 P.e5 13 L e2 P g6 14 K.h2 Om, indien zwart 't toelaat, g3 te spelen en daarna L.f3 cu g2. de epion is dan voldoende beschut om i'4 te kun ne;! wagen. 14 .... T.e8! Dit verijdelt wit'splan. I)e kracht van zwart in deze verdediging ligt hoofdzakelijk in du open c lijn, die hij zoo spoedig mogelijk met zijn toren moet bezetten. Wit dient, wegens 't z\vakke punt ei zeer voorzichtig te zijn met 't uitspelen van zijn f pion. 15 Lu;3 T.b8 16 T.bl! Op löbij kan a5 volgen, dreigende vroeg of iaat Je witte pionneiistelling op den ?linkervleugel te bederven. Als een voor beeld kan de partij Harmonifet-Mackenzie dienen (Weekblad 10 Mei 1891). 16 .... L.c3 : ? 17 L.c3: P.f4 18 D.f3 P.d3: 19 D.d3: Wegens de ongelijke kleur der loopers bestaat alle kans op een remise 19 .... f6 20 T.fel D.e7 21 T.adl met 't doel e5 te spelen (22 e5, fe5 23 L.e5: enz.) 21 .... D.f7 22 b3 Minder om a2 te dek ken dan wel om later met c4 te vervolgen. Neemt zwart a2 dan wint wit den pion door T.dl met goed spel terug. 22 . .. T.b 23 L.b2 T.g5 24 f4! T h5 25 D.f3 25 fö! ware sterker ge weest; zwart is gedwon gen daarop gG of g5 te spelen om kwaliteitverlies te ontgaan met gi en L.cl, de zw. toren wordt zoodoende voor goed opgesloten. 25 .... f5 26 e5 T.h6 (de5: ? 27 T.d7 : enz.) 27 T.d2 T.gG 28 Tedl T.eeG 29 04 D.e8 30 D.d3 c5 31 g4! fg4: 32 t'5 T.h (T.c5: 33 fgG:, T.e3 34 D.dof, K.h8 35 D.g5! enz.i 33 feu: L.c6 (T.h3:r 94 D.h3 :; gh3: .'!5 ed7 : en wit blijft met 3 stukken tegen koningin in 't voordeel). 34 T.gl! T.h3:t 35 Dh3: gh3: 3G edG; gG: 37 d7 opgegeven.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl