Historisch Archief 1877-1940
No. 732
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
bloedaandrang naar de inwendige organen, ver
sterkt de intensiteit van alle levensverrichtingen
? en waar dat plaats beeft, blijft een gunstige
uitwerking nooit uit en wordt wat ziekte ver
oorzaakt heeft of tengevolge zou kunnen hebben,
uit den weg geruimd, zoo lief en wijs heeft
moeder natuur ook ons ingericht. Laat gerust
de jongeus en meisjes zwemmen, al wijst de
thermometer eene watertemperatuur van 11 i
12 graden aan ; de gunstige invloed uit fysieke
en moreele oogpunten is er wezenlijk niet min
der om en des te langer in het najaar zal uw
huis vervroolijkt zijn door den gezonden levens
lust, dien uwe huisgenooten van de bad- en
zweminrichtingen meebrengen.
F. J. v. II.
') Helaas, neen ! voor zoover ons bekend is,
is dit voorrecht alleen aan Dr. P. J. Barnouw
voorbehouden. (Run j
DE HOUTEN KURASSIER.
Naar het Fransch
van
Ju LES MARY.
Op den boulevard, op den hoek van de rue
'Taitbout.
Er valt een fijne, een zeer fijne motregen, bijna
onzichtbaar, alsof hij te voorschijn kwam uit
den kolossalen gutta percha-bal van een
ontzaglijken sproeier, die boven in de lucht door een of
andere reusachtige hand werd saamgeknepen.
De geheele hemel is grijs en schijnt laag neer
te hangen. De boomen hebben hunne bladeren
verloren. Een zwarte modder bedekt de straten;
de voorbijgangers glijden uit, de paarden
strui'kelen en de wielen van de rijtuigen pakken niet.
Het is in December en vinnig koud, en toch,
ondanks den motregen, ondanks den kouden wind,
is de boulevard vol menschen.
Er zijn een menigte menschen, die het druk
hebben en zich haasten, een menigte menschen
die loopen te wandelen, zoo langzuam, alsof zij
achter een begrafenis gaan, allen door elkaar
heen.
Op den hoek van de rue Taitbout en den
boulevard is een jongen blijven stilstaan. Hij is
ongeveer tien jaar; ongekamde, bruine haren
vallen stijf en sluik over zijn voorhoofd, tot aan
.zijne wenkbrauwen. Hij ziet er niet erg netjes
uit Zijn broek, zijn vest en zijne ja-t zijn lomp
gesneden uit een kleedingstuk van gestreept
fluweel, dat al lang geleden was afgedankt en
vroeger bruin wa?, maar tegenwoordig vuil grijs.
Alles is hem te wijd en te lang, maar de jon
gen moet nog groeien Hij heeft zijn gezicht
ook niet heel goed gewasschen Een eigen rijtuig,
?dat een oogenblik geleden vlak langs het trot
toir reed, beeft zijn gezicht met zwarte droppels
bespat Hij heeft er eventjes met zijn mouw
over gewreven, zonder te bedeuken, dat hij
daardoor de modder nog meer verspreidde.
Hij heeft b'.auwe oogen, klein, levendig en
zacht.
Hij heet Charles Frou. Zijn vader is straat
venter. En dat is hij ook.
Sedert een paar dagen verkoopt zijn vader
«en nieuw stuk speelgoed, een houten kurassier,
met een hel ihaftig uiterlijk, die in vollen draf
zijn sabel zwaait. Het paard galoppeert op wielen,
«n de sabel gaat omhoog ea omlaag, doorboort
onzichtbare harten en slaat denkbeeldige hoof
den af, terwijl de kurassier die een recht op
staande snor heeft, woest met de oogen rolt.
De oude Frou verkoopt er veel vao, langs de
groote boulevards van den Ambigu af tot aan
de Madeleine.
Hij heeft zijn zoon op den hoek van de rue
Taitbout neergezet, met een blaadje om zijn
hals gehangen en op dat blaadje etn regiment
prachtige, woeste kurassiers.
Schaakspel.
34e Jaargang. 5 Juli 1891.
Redacteur: RUD. LOMAN, te Londen.
Adres: Mira Lodge, 49 Deronda Road, Herne Hill,
Londen (S. E.)
Verzoeke alle mededeelingen de schaakrubriek
betreffende aan bovenstaand adres te richten.
Probleem n". 81 van Captain G. H. Mackenzie,
f April 1891.
ZWART
2 stukken.
f
a b cd e
WIT
4 stukken.
Wit geeft in 3 zetten mat.
Oplossing van No. '9 (Otto 'ft'üraburg).
l D.b2!, K.cG: 2 D.cH, K.fó 3 L gi T K.có 2 L.e2,
K.d5 3 D.eó T, K.c-i 2 T.eö, K.d3 3 L.e2 T,
nevcnoplossing! K.c4 2 L.f3, K.c5, 3 T.cG ±.
Oplossing van probleem van A. H. Eobbins.
l P.b2 en volgende zet mat.
Goede oplossingen van No. 79: Van C. T. van Ham,
\f. v. H., W. Albregts, schaakclub Morpby", A.E.lt.
(Delft).
Van probleem Kobbins: F. A. Termos, W. v. H.
C. T. v. Ham.
Hij gfeft hem er eiken morgen twintig en zij
kosten een franc het stuk.
Eiken avond wanneer Charles thuis komt op
de zesde verdieping van een huis in de Rue des
Acacia's, moet hij zijn vader even veel francs
geven als hij kursissiers heeft verkocht
Charles staat te rillen in den kouden motregen
Zijn wangen, ziju ooren en zijn neus zijn
heelemaal rood en ziju gebarsten handjes heeft hij
tot aan de ellebogen in de zakken van zijn broek
gestopt.
Met een zwakke, vriendelijke en treurige stem
roept hij: Kurassiers! mooie kurassiers voor een
franc!... .'?'
En de menschen loopen onverschillig voorbij.
En Charles herhaalt regelmatig zijn uitlok
kend geroep, zooals hij het zijn vader heeft
hooren doen.
Maar zijn vader, een metaalvergulder, die
weduwnaar is en geen werk beeft en dit beroep
heeft opgevat om niet leeg te loopen, prijst deu
houten kurassier v rooi ij k aan, met dwaze gezegden
en flauwe, onschuldige grappen, die de aandacht
trekken en de menschen er toe brengen om te
koopen. Da kleine jongen daarentegen is treurig.
Kurassier*! mooie kuraasiers voor n f anc !"
Er klinken tranen ia zijn stem. Niet omdat
hij het koud. heeft; daaraan is hij geiend. O >k
niet omdat hij ziek is of honger heeft, want hij
is gezond en stevig en zij a vader is heel goed
voor hem. Maar waarom schreit hij dan ? Waar
om kijkt hij hen, die zijn mars naderen, de rijke
kindereu, die zoo graag een houten kurassier
willen hebben, met verschrikte, bijna angstige
oogen aan!... En als het speelgoed verdwijnt,
ais hij den franc in zijn zak laat glijden, waarom
begint hij dan te snikken en kijkt hij neet
denzelfden afgunstigen, wanhopigen blik bet kind
na, dat wegloopt met den mooien kurassier 1 . ..
Hij heeft vandaag goede zaken gedaan ... Hij
heeft nog maar oen soldaat over en negentien
francs rammelen in zijn beurs.
Een kind, aan de hand zijner moeder, gaat
vlak langs hem heen. Het jongetje is heel klein
en nietig, zijn gezichtje is mager, bleek en zie
kelijk. Hij sleept zich met moeite voort en zijn
rechterschouder is misvormd door een boe iel.
Hij is ongeveer even oud als Charles Frou;
bovendien kennen zij elkaar, zon Ier dat zij ooit
samen gespeeld hebben of een enkel woord tegen
elkaar hebben gesproken. Zij zijn elkaar dikwijls
tegengekomen.
Het gebochelde jongetje heet Gaston Lembelly
een gekke naam voor zoo'n mismaakt licbaam,
had Cbarles gedacht en zijne moeder, een
rijke weduwe, woont op de eerste verdieping van
het huis in de rue des Acacias, dat haar eigen
dom is.
Nu Gaston voorbij Charlei gaat, blijft hij staan.
Hij heeft het marskramertje herkend en glim
lacht, terwijl hij hem met een knikje goelendag
zegt. En dan ziet hij het eenig overgebleven
stuk speelgoed in het marsje.
»0, wat een mooie soldaat, mama, wat een
mooie soldaat!" .. .
Zijn oogen, met donkere kringen er onder,
oogen van een zieke, veroordeeld om spoedig
voor altijd te worden gesloten, worden grooter,
en zijn smalle, magere hand, zoo wit als was,
wordt haastig uitgestoken, pakt den kurassier en
win-H de veer op.
En dadelijk holt het paard weg en de soldaat
zwaait met zijn sabel, hakt hoofden af en door
boort harten.
»Toe, mama, koop er een voor me, als 't u
blieft... toe ..."
«Hoeveel kost je kurassier, ventje?'' vraagt de
moeder aan den kleinen koopman.
»Een franc, mevrouw."
«Alsjeblieft."
En Gaston Lembelly neemt het speelgoed mee.
Er is niets meer over op het blad... En
Charles laat zijn hoofd hangen... hij klemt zijne
lippen op elkaar . .. hij zou liever niet schreien..
Maar hij kan het niet laten . .. Hij begint te
snikken, hardop met zijn hoofd bijna op zijn
CORRESPONDENTIE.
W. v. H. te D. Op l T.di, T.hu: 2 T.el kan zw.
mat verhinderen door K.du. J. Pel te L. Uwe oplos
sing is onvolledig. Hoofdvariant ontbreekt.
BINNENLANDSCH NIEUWS.
Yan den secretaris van den Xed. Schaakbond ver
nemen wij, dat de jaarlijksche wedstrijd dit jaar ver
moedelijk 23 Ang. te Utrecht zal aanvangen. Wij
kunnen niet nalaten om nogmaals op do groote
voordeelen te wijze», die aan 't lidmaatschap van den
Ned. bond verbonden zijn. Voor hen, die zich in 't
praktische spel wenscheu te bekwamen en daartoe in
do plaats hunner inwoning geen gelegenheid hebben,
kunnen de bondswedstrijden van onberekenbare waarde
zijn. De door eigen studie opgedane kennis en erva
ring kan men daar aan praktische proefnemingen
onderwerpen. Niet alleen uit de partij-'ii, ilie men
zelf te spelen heeft, maar ook uit 't zien spelen vaa
anderen, in en buiten 't concours, kan men veel nut
trekken. Wij raden alle echte schaakliefhebbers van
ons land aan, bij wij/e van proefneming, eens te
Utrecht een kijkje te gaan neni(-ri; wij durven er ge
rust voor instaan, dat men niet onvoldaan huiswaarts
zal keeren. Kon engere aaneensluiting van schaak
spelers uit allo deelen des lands is een
hooflvcreischte voor den bloei v;in 't Nederlandsche
M'iiaakleven. Ue bond heeft vau den beginne af aan naai
de bereiking van dit duel gestreefd, maar tot nogtoe
met weinig succes, althans vergeleken met de
buitenlandsrhe schaakbonden. Wij /.ouden hen, die met de
samenstelling van het programma belast zijn, in ern
stige overweging willen geven, 't voorbeeld van den
Düitschen bond te volgen en oeiiige avonden van 't
congres dispoidbel te stellen voor consultatie, blin
delings en sininl taanpartijon, benevens voor een
jirobleemoplossui^slouniuui. \Yij ziju vast overtuig'! dat
dit voor velen een reden zou zijn 't congres ie gaan
bijwonen. Wij verzoeken allen, die mei dit ]>lnii in
stemmen, ons hiervan in kennis te stellen, de /.aak
kan dan wellicht op de vergadering van 23 Aug. ter
sprake gebracht worden.
Tot ons leedwc/.ou zien wij uit 't pas verschenen
jaarboekje, dat 't ledental van den bond in 't at'^e
loopen jaar van 172 tot 1G2 gedaald is. Ken reden te
meer om 't programma voor Utrecht zou aantrek
kelijk mogelijk te maken.
BU1TENLANDSCH NIEUWS.
De stand van den wedstrijd bij Simps»n, te Lon
den, w-as Vrijdag 2(i Juni, nadat alle deelnemers vier
partijen gespeeld hadden, aldus: Loman 4 (won al
zijn partijen), Mortimer en van Vliet 3, Ponton en
Gossip 2, Bird, Muller en Tinsley 11'/,, Jasnagrodsky
1 en Lee Hj.
leege mars en zijne handen nog altijd in zijne
zakken «Heu heu heu " snikt de arme
jongen met schokkende borst.
Gaston Lembelly hoort het en keert zich om;
hij trekt zijne moeder mee naar den kleinen
marskramer.
»VVaarom huil je?" vraagt hij vriendelijk,
»heeft iemand je iets gedaan ?"
Charles snikt nog steeds, maar antwoordt niets,
dat zou hij niet kunnen.
Het mismaakte kind houdt vol: kom, zeg mij
maar, waarom je huilt?"
Charles veegt met zijn mouw zijn oogen af,
maar daardoor vermengen de tranen zich met de
moedervlekken van straks ea er komt een zwarte
veeg op het ongelukkige gezicht van den jongen,
van zij a oog tot aan zijn oor.
Tusschen zijn snikken door vertelt hij met af
gebroken woorden : »Ik huil niet... niemand
heeft me iets gedaan ... Neen, ik huil ijiet. ..
maar... mijn kurassiers mijn kurassiers..."
»Hebben ze je dan die kurassiers niet betaald!"
«Jawel maar ik houd zooveel van ze... Ze
ziju zoo mooi... als ze daar allemaal voor me
staan ... dan bekijk ik ze.. . dat vind ik prettig...
maar ik durf ze met aanraken. .. dat heeft vader
me verboden. Eu, als ze dan allemaal weg ziju.. .
dan moet ik huilen ... omdat ik er zoo graag
een zou willen hebben . . . voor mij zelf voor
mij alleen ..."
»Heb je er dan niet om gevraagd aan je
vader^.. .
»Jawel, maar vader wil het niet hebben. Ze
zijn te duur . .."
Het kind kijkt den marskramer verwonderd
aan met zijn zachte oogen.
«Zou je het heel prettig vinden?" zegt hij dan.
»O ja! heu ? heu!" antwoordt Charles, en
hij begint weer rnet vernieuwde kracht te snikken.
Daarop geeft Gaston hen zijn eigen kurrassier.
»Daar, je moogt hem hebben... houd den franc
maar en neem dit.. ."
Charles Frou weet niet wat hij hoort hij
durft het niet te gelooveu. Met zijn haaiden half
uitgestoken, met schitterende oossen en een glim
lach om den mond over het geluk, dat hij nog
met eenige aarzeling beschouwt, blijft hij wachten.
Het gtboclielde jongetje zet den houten kuras
sier op het tafeltje.
»U vindt het wel goed, niet waar, mama?"
»Zeker, kindlief," antwoordt dd verteederde
moeder.
En mevrouw Lembelly verdwijnt met het kind
tussehen de menigte.
Charles Frou gaat terug naar de rue des
Acacias. Zijn rekening sluit goed. Hij had
's morgens twintig kurassiers; 's avonds brengt
hij twintig francs mede. Hij heeft den soldaat
in zijn zak verstopt, 's Avonds speelt hij ermee
en 's morgens voordat hij uitgaat weer. En hij
neemt hem mee naar de boulevards uit angst
dat zijn vader hem zal vinden en verkoopen.
Eu zoo gaat het eiken dag, gedurende de
koude Decembermaand.
Maar nu is de kleine koopman vroolijk. En,
al is zijn stem nog wat zacht, zij is met meer
treurig, wanneer hij roept: «Kurassiers! mooie
kurassiers voor n franc !"
Er zijn twee maanden voorbijgegaan. De kleine
marskramer heeft het gebochelde jongetje niet
weergeven, maar zijn mooie kurassier geeft hem
nog altijd veel pleiiier.
Kens op een avond hoorde hij zijn vader zeg
gen : Gaston Lembelly, het zoontje van de me
vrouw van wie het huis is, is erg ziek !"....
Charles Frou voelde zijn hart ineenkrinpen,
groote tranen kwamen hetn iu de oogen. Twee
dagen later zeide zijn vader: Gaston Lembelly
is dood !"
Charles ging naar het kamertje waarin hij sliep,
en deed de deur dicht. Hij ging op zijn bed
liggen, trok de lakens en de dekens over zijn
hoofd en begon te schreien. Hij schreide, zonder
Te Caracas (Venezuela) verscheen onlangs 't eer
ste nummer eener schaakcourant. L)e inhoud bestond
hoofdzakelijk uit in 't Spaansch vertaalde copieën
naar 't Weekblad <tt- Amst?r<ln>iiniei'.
Partijen van den wedstrijd te Londen.
Fransche verdediging.
Wit. Zwart.
Louis van Vliet. Sam Tinsley.
l e4 eG '2(! T hij "cd4:
2 (14 (15 27 P.tU: D.c4
,'( P c3 P i'G 28 Td3 T.c8
4 L.g5 Le7 2!) K.bl P.ff)
f. L.ffi: Lt'G: 30 P13'. D.14:
G P.f3 1'eGV .31 T.d4!
7 e5 L.e7 ^"a dezen zet staat 't
^ ^ fij zwarte rpel geheel
ho9 L .13 0-0 Pdoos.
10 h4! \\l :??? ,J ?£?
't Doel van dezen zet ''" . " . ( '
blijktspocdig. (Ziezet.15). 33P;h4. I).e2:T
10 1,<17 34 K.al D.,12
11 ef(i: L.fi;: J)-"- ?'?"' D-": > K-ïS
12 I,li7:t f?,KK'.s ^ ^'j
De corvcethc.d van du. ^T^ jj'- ^ j' s'
schitterende uil, r werd . '
al-enieen lietvvijfeld. De '.','' ",!,'?. -r -i .?
?>'> -l.«'l:
J».«'1:T
L.1|5
moeielijk, dat 't in een
partij, waar ie lei' speler 37 K. al'
21) /.etten per unr moet ;',8 l'.ef) 'f K.e
doen, zeer goed te wag. 11 ;ji) I).j7 | K.dfJ
"'?"? 4O I).li7 : K. «.")
1-2 .... K.h7: .u ]U)r): 1)C7
13 P.g:> t k.gS 4-_> T a-1 ai!
14 I).li5 L.gf) : 4;, j,,,.,.;- -Kd(;
1:1 bS-'; , '.'?"> 41 Tab f Kc7
Ui l Uu T Iv.W 4f) i^c(;: j K.f
11 £''?" 4i; T .cd 1U7
17 T.h5 was nog sterker.
18 D.lkS-'r
l!' g-i:
20 g5
'21 14
2-2 0?0?0
'J3 D.hó
24 T.dfl
'25 P.e2!
47 T.cSf K.g7
48 D.e.")f opgegeven
P.e7
!>s
T.gG:
K.f7
P.e7
r O
D.c7 Loman en Jasuagrodsky
c5 voor de brillantste.
te weten, waarom. Hij viel snikkend in slaap,
en schreide nog in zijne droomen.
* *
*
Twee dagen later waren onder de koetspoort
van het huis zwarte kleeden gespannen, waarop
in zilveren letters geschreven stond :
G. L.
En onder kransen en bloemen, tussehen bran
dende waskaarsen stond een klein, een heel klein
doodkistje, niet grooter dan vojr eeu kmd van
vijf jaar.
Er gingen een menigte vrienden achter deze
kleine doodkist. EU beelemaal achter aan den
stoet liep Charles Frou, gekleed in zijn
fluweelen pak, met nog slordiger haar dau gewoonlijk
en altijd met de handen in de zak.
De hemel was grauw en somber.
Nu en dan viel er een natte sneeuw. Een
harde wiud, die telkens met vlagen woei, joeg
dien ijzigen regen in ieders oogeu. Werkelijk,
het levea zag er niet vroolijk uit bij zuik een
weer; het was maar verstandig geweest van den
kleinen jongen, dat hij was heengegaan. Hij was
vertrokken naar het land, waar aüe kinderen,
die goed geweest zijn, aüe rijke kinderen die
medelijden hebben gehad met de armen, bijeen
komen, om elkaar lief te hebbeu.
Charles Frou durfde de kerk niet binnengaan.
Hij zwierf wachtend door de straat, maar toen
de lijkstoet de richting naar het Jserkhof van
Montmartre insloeg, voegde hij zich weer er bij.
Hij bleef een heel eind van de anderen af
staan, toen men het kind begroef. Hij schaamde
zich erg, dat hij daar was, omdat hij memand
had gevraagd of het wel mocht. EU hij bleef
op een afstand van de bewakers uit angst dat
hij zou worden weggejaagd.
Hij zag de heeren en dames in den rouw
voorbij gaan, en ook kinderen, de vriendjes van
den ougelukkigen knaap.
Velen hunner hadden roodgeschreide oogen.
Toen er niemand meer bij het graf stond, toen
de kleine jongen daar alleen was achtergelaten
onder den kouden vochtigen grond, kwam hij
zachtjes nader, hij omziende, of nij ook be
spied werd.
Maar, neen, .... hij was alleen.
Toen natn hij, voorzichtig en teeder den houten
kurassier uit den diepen zak van zijn fluweelen
broek. . . .
Hij bekeek hem nog een oogenblik . . . wond
de veer op ... en voor de laatste maal galop
peerde het paard, de sabel zwaaide en onthoofdde
de verschrikte vijanden. . . .
Eu Charles gat' den soldaat een kus. . .
Toen zette lüj het stuk speelgoed zachtjes
neer tussehen de kransen en de bloemen. . .
VOOR DAMES.
Twee dichteressen. l'romceiJjewcging
in Oostenrij/; en Denemarken. Turksche
keuken.
De tijden van gekroonde troubadours en
dichtende prinsessen, die poëzie en politiek door
elkaar mengden, zijn nog niet zoo ver weg als
men zou meenen. Op dit oogenblik wordt te
Boekarest een roman en action gesponnen, waarin
Carmen Sylva beproeft, fantazie en staatkunde te
verzoenen.
Herhaaldelijk hadden de Duitsche bladen brui
den aangewezen voor den jongen prins Ferdinand
van Hohenzollern, neef en vermoedelijk troon
opvolger van den koning van Roemenië. Men had
hem gekoppeld met du beschikbare prinsessen van
alle kleine Duitsche fatniliën, en zelfs eene zeer
goede partij voor hem bedacht, prinses Marie van
Edinburg, eene kleindochter van Victoria en
nicht van den Czaar. Met deze relaties, daaren
boven rijk, en geneigd om den orthodoxen gods
dienst te omhelzen, zou de jonge vorstin te
Uoekarest zeer goed ontvangen zijn.
Maar naar het schijnt, is er over het hart van
den prins op andere wijze beschikt. Geen
keizersSpaansche partij.
Wit. Zwart.
Loman. Mortimer.
l e4 e5
2 P.ftS I'.i'G
Dit is de zoogenaamde
lïussische verdedig ing.
3 P.c3 l'.ci;
Xu is de partij over
gegaan i n een
vierpaardenspel.
4 04 ed4:
5 P.<14:
En thans in een variant
van de yrhot.-che partij!
:> ... ai;
Om den dubbelen f pion
te verwijderen.
18 P.f.) D.c7
3 i) D.d2 T.adS
20 T.adl P bij
21 c4 ho
22 P.e3 D e7
23 P.df> L.d5:
24 edf>: P c7
25 P.g3 D.d7
D.h-l -li', T.fj en zwart
verliest ziin koningin,
'21! L.g4 " 15
27 P.if>: D.f7
een bpan- ^ ^^ K^7
En dreigde 2!) l'hij f
2!» D. (13
Zwart kan anders met
h5 een stuk winnen.
L.d7
L e7
ai;?
positie
(j L 1)5
Y"or be.tluit
.iaard'.
l> ....
l 0 0
8 b:;
Jn dczelfd
speelile IJlaekbunie tt'gell
dr. TarriiM-h 'Manches- ., ,,,
;,.,. !;HIJ U-U. stellig be- ?" -1 .01
tt r dan ai!.
!l L.e-2 0?0
10 L.b2 T.eS
L. f8
D.c
P.,18
30 P.hl
.
32 T.eS:
33 l'.gt', :'.
34 l '.f8:
T.el-.-r
T.eS
11 M
12 l..f'3
13 1)3
M T el
3(i K.hl
37 D.g7r
38
Kg8
K.t8:
D e.'jf
D.14:
K.e8
, . ..?. .... , K (18
HieidoorwordtdCzwak. 3!l L.fi> f K.cS
15 P.,le2 L.('G En wit geeft in 3 zet
lij P <>vïPcl> ^en mat.
17 l\cu-2 P.d7
In een volirend nnmmor zal een caiisultatiepartij
verschijnen, de/er lianen te Londen gesjieeld. Bird
en ainateur iwiti tegen Lee en Tinsley'zwart). Bird
maakte een oiï'crcuinbinatie, die tot de sehitteienclste
behooren, die wij ooit zagen. De paitij maakte een
ongekenden opgang.
Errata. J n de party Fritz-Tarrasch (zie Ie nooit
partij Lee-Tinsley vorig nummer) moet staan IL.gS,
L.eT ó c5. B.gX