De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1891 19 juli pagina 3

19 juli 1891 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

Ko. DB AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOO B de kritiek is het vooral, i a te gaan of een wat st\jl en strekking aangaat, goed- of atki'ur'ng verdient, of het muzikaal gedacht, degeIJc bew«ikt en dus aaubevelenswaardig is. Hierop km ik van ganscher harte ja zeggen. E e conponiet heeft blijkens deze stukken gron dige- stil liën gemaakt eu wat hij te zeggen heeft is btlangrjk en verdient gehoord te worden. Ook als instructief werk voor gevorderde dilettiotcn kunaen deze klavierstukken zeer goede dieas'en bewijzen en deze eigenschap stel ik mede zeer hoogi Vin dezen nog jeugdigen componist mag men dus veel verwachten., VAX MlLLlüEN. 1) Uitgegeven bij P. Noordhoff te Groningen, prijs Klavierui'treksel ?1.90, Zangstemmen /'0.60. 2;) Uitgegeven bij De Algemeene Muziekhandel te Amsterdam, prij* /'1.50. DE D2 RESZKES TE HUIS EN IN HET BUITENLAND. Ifl Stilt ray's Magazine voor Juli is een huiseIjjke tchets over de gebroeders de Reszkéopge nomen, waaraan wij het volgende ontleenen. Ee gebroeders De Reszké, wier verschijning int Covent Garden altijd wordt te gemoet gezien alS d« gebeurtenis van het seizoen, sedert Adeline Patti de historische flanken -waar zij haar eerste succes {.e:ioot, heeft verzaakt, zijn groote bewon deraars van Engeland en de Engelschen, en nooit gelukkiger dan wanneer zij een paar maanden in OBB mh'den doorbrengen. Toch beschouwen zij, sedert hi n A-erkkring hej weg riep van hun ge boorteland Polen, hun appartementen te Parijs il de Rue d'lsly als hun eigenlijk tehuis. Mon sieur Jean bewoont hier, zooals een ouder broeder en heeisciierd tenor past, een appartement de garcon op de eerste verdieping, terwijl Mon sieur Edouard au troisième gehuisvest is, met vrouw en kinderen. Het huis is gemakkelijk ge legen ten opzich e dtr Groote Opera, waar d broeders gewoonlijk voor het winterseizoen ge ngageerd zijn. Evenals Mario vóór hem, is Jean de Reszkéeen uitmuntend kunstkenner en heeft zijn vertrekken te Parijs met-gedistingeerden smaak ingericht. De vensters zijn behangen met wijnkleurige drape rieën, de muren bedekt met een aantal interes sante studies in olie- en waterverf, terwijl een licht, vernuftig gearrangeerd hoven een bronzen groep van Barbédienne, een glans werpt over de prachtige Venetiaansche spiegels en Lou'.s XVI meubels, die door de kamer verspreid zijn. Edouard ia ook zeer trotsch op zijn huisgoden en verzoekt u met bijna naïve verrukking zijn groote schilde rijen van Verdi en andere schatten te bekijken, die hij gedurende- zijn lange en schitterende car rière heeft verzameld. De ouders van Jean en Edouard de Reszk waren beiden zeer goed bekend in de kringen te Warschau, Monsieur als Conseiller d'Etat, en Madame als bezitster van een prachtige sopraanstetn. Deze begaafde dame, een leerling, naar iaën zegt, van Garcia en Viardot, en veel artisten om zich heen verzamelend, werd in de stad be schouwd als een groote muzikale autoriteit. De trots van den kleinen Jeau kende geen grenzen, toen zijn moeder er voor de eerste maal in toe stemde hem muzieklessen te geven, en met haar vond hij het heerlijk, avond aan avond de opera l>\j te wonen, gedurende de Warschauscheseason. Zondags morgens mocht hij zijn kinderlijke stem oefenen in het koor der Katholieke kerk. Eenige jscren later begon hy zang te studeeren onder sïgnor Cotogni, aan het stedelijk Couscrvatoire te Turijn, eu werd naar Londen gestuurd om Mario te hoortn in eene reeks geliefkoosde rollen, hetgeen reeds op zichzelf een ruime bron van leering was voor den intelligenten student. De wonderlijke bekoring en meesleping van Mario wekten in Jean de Reszkéeen bewustheid vaa wat hij zelf zou kunnen volbresigen, en onder den invloed van dit enthousiasme nam hij een eagagement aan om ala Alfonso in La Favorita op te treden, in de Opera te Venetië. Dit was in het jaar 1874. A's baryton beproefde de beroemd ste van onze opera-tenors eerst de vleugels waarop wjj nu zou trotsch zweeft. Het was de eenige dwaasheid van mijn leven," verklaart hij. Het was op aanraden van signor Siriglia dat de jonge kunstenaar opnieuw les ging nemen en zijn loopbaan opnieuw begon, als eerste tenor. De proef werd in alle opzichten gerechtvaardigd, en ia 1879 deed Jean de Reszkézijn début in Madrid als Roberto in Meyerbeer's opera, met verbazend veel succes. Massenet, de lastigste van alle componisten, preste hem onmiddelijk om de hoofdrol te nemen in zijn belangrijke opera's Le Uid en Hérodiade. Sedert dien tijd is de intelli gente artist in iedere Europeesche hoofdstad ver schenen. Gounod's verrukking over Jean's lïmto kende geen grenzer, en hoewel een weinig com plimenteus, was er toch een ware oprechtheid in de regels die hij onder zijn eigen portret, dat hij den beroemden tenor cadeau deed, schreef: A raon cher et beau Romeo, Jean de Reszké, aff-jction et admiration. Charles Gounod," Edouard, de jongere broeder, was niet evenals hij voor het tooneel bestemd, maar bij bem wilde het genie ook naar buiten. Na les te hebben genomen, ecrtt onder zijn broeder en later onder verscheiden uitstekende meesters, trad hij het eerste op in de Salie Ventadour, liet meest ge liefde operagebouw van Parijs, een jaar of wat geleden, om mot overweldigende hartelijkheid te worden ontvangen. Van Elouard kan alleen gezegd worden, dat zijn talent volstrekt niet min der is dan dat van zijn broeder, en wanneer hij Mephistopheles speelt bij den Faust van Jean, dan is het moeilijk te bepalen aan wien de palm van uitmuntendheid toekomt. De de Rcszkés brengen gewoonlijk bun tijd te Parijs door, van October tot April of Mei; 's zo mers zijn zij in Londen, waar zij hun toevlucht zoeken in de Savoy of Continental Hotels, eu r,a een kort verblijf te Ems nemen zij een kleine vacantie te Borovno, hun oud tehuis in Polen, waar zij een buitengewoon mooie stoeterij bezit ten. Hun liefde voor dieren is een van de sterkste instincten ii hunne natuur, en, als het mogelijk ware, is hun hartstocht voor sport nog meer in geworteld dan voor de kunst waaria zij zulke i bekwame meesters zijn. Als ieder lid van het ras waarvan zij afstammen, zijn de begaafde Polen van diepe gehechtheid voor huis en land door drongen, en het is geheel onmogelijk voor hen om in hunne gesprekken niet voortdurend de goede oude tijden te Warschau op te halen, waar zij geboren en opgevoed zijn en gaarne hunne dagen zouden hebben gesleten, wanneer het lot het zoo had beschikt. EEN SCHEFFEL MONUMENT. Voor den dichter van Kkl-eliard en Gaudeamus is te Heidelberg een monument opgericht. Een correspondentie uit de schilderachtige Neckarstad geeft geheel de stemming weer. benevens de feiten: Oud-Heidelberg prijkt in feesttooi. De vlaggen wapperen van alle daken. Prachtige zonneschijn straalt over slot en stad, over de groene golven van den Neckar en het ruime land in de verte. Dit alles dient om den eeredag van Victor Scheffel ie vieren, wiens aandenken met de Muzenstad aan den Neckar onafscheidelijk is samengegroeid, die baron roem in zijn lied door alle streken van Duitschand gevoerd heeft. Reeds bij het aanbre ken van den dag gingen vele feestdeelnemers ter beevaart naar den slottuin, waar do feest optocht zich verzamelde. Voorafgegaan door een muziek corps, voorfs door het comité, de vertegenwooreigors van het studentencorps in vol tenue, het professoren-college en de gczangvereenigingen, zet de optocht zich om half elf in beweging naar het slotterras, waar het standbeeld, met een onbe schrijfelijk schoon uitzicht op do stad en het Neckardal, is opgercht. Met een muziekstuk, een Heidelbergschen Potpourri", een keuze, aan het studentachtig karakter van het feest ontbeend, beginnende met Gaudeamus, wordt het feest pro gramma ingeleid. Daarop dankt de voorzitter van het comité, geheimraad Mayr, allen, die het in stand komen van het schoone werk hebben mo gelijk gemaakt, hij geeft het gedenkteeken aan de stad over, en la.at het omhulsel vallen met de woorden: Joseph Victor Scheffel! Zie neder op uwe stad Heidelberg en uw dankbare vereerders." Een eenstemmige jubelkreet van de opeengepakte menigte begroet het prachtig in den zonnegloed schitterende gedenkteeken.dat den dichter als voet reiziger, in reisbuis, niet eeu reistasch en hooge laarzen voorstelt, zooals hij, volgens zijn eigen ver klaring, zoo graag droeg, om door bergen en dalen te zwerven. Het granieten voetstuk is versierd met bronzen reliëfs, den trompetter van Sitkkingen en den fahrender Schü'er" voorstellend ; op de voor zijde staat alleen het woord : Scheffel.'' De bur gemeester nam namens de stad het monument over. De eigenlijke feestrede hield de kerkraad Hausrath. Hij begroette Scheffel als Duitsch dichter en als dichter van de Duitbche studenten. Na deze toespraak, door edele geestdrift geleid en de verdiensten van Scheffel waardig herdenkend, vereenigden de zangkoren van Heidelberg zich tot het lied: Alt Heidelberg Du Feine." Met het neerleggen van kransen, door vrienden van Scheffel te Karlsruhe, door de Universiteit, door het Heidelhergsche Studentencorps, waarvan een der stichters Scheffel was, door de Oostenrijksche Scheffelvereeniging en door de Heideibergsche liedertafel gewijd, eindigt het verheven feest, dat van de bloedverwanten van Scheffel, door diens zoon, luitenant bij de Badensche Lijtdragonders, werd bijgewoond. De leden van het feest verlieten, i.ia een groet aan het prachtig monument van den dichter, het terras in een gesloten optocht, om voor hat grootste gedeelte in de koele lokalen van den slotkelder, bij vroolijke muziek, aan bet reuzenvat een verfrissching te nemen, 's Middags is er feestmaal, 's avonds eun groot comincrs" en verlichting van het slot". AANTEEKENINGEN SCHILDERKUNST. In do dagen toen Mauve in Laren woonde was het al begonnen. Er moeten van die plaatsen zijn waar sommige f-childers denken dat het in zit, als anderen mooie schilderijen maken. Veel van ons, jonge Hollanders toen, we deden moe. Maar vooral de Amerikanen hechten aan zulke dingen. Ook in Barbizon heef c het immers van hen gewemeld in den laatsten tijd van Miliet en meer nog na zijn dood. Emerson heeft hen wel gezegd dat men het dicht bij zich dragen moet, en Hunt dat werken beter dan reizen is. de ondernemende Yankee-schilders zoeken het nog altijd gaarne in middelen en omgeving. En dan zijn ze zoo naief in die dingen. Mij werd eens door een Amerikaansch schilder heel ernstig gevraagd of ik bem nu niet zou kunnen zeggen hoe Mauve toch zijn groen maakte, als hij dat maar te weten kon komen, daar zocht hij nu al zoo lang naar. Ik geloof dat ik te beleefd was om hem het eenige passende antwoord te geven: met gevoel. Maar sints Mauve dan niet meer leeft en zijn reputatie daar ginds nos; zoo zeer gegroeid is, zijn de goede Amerikanen niet meer te houden. Zij moeten en zullen Laren ge zien en in Laren gewerkt hebben. liet eerste jaar na Mauve's dood kwamen er al, hot tweede nog meer.... maar nu is er van dit jaar bij Hamdoiii' voor niet minder dan vijf en twintig Amerikanen logies besteld. Of dat nu allemaal juist zulke erge artisten zijn, mag ik niet zeggen, j Maar ik ben in elk geval blij dat er zooveel komen. Want de Laarders zijn arm, ze pozeeren graag eu zij vragen zoozeer niet of 't mooi of leeUjk is wat men naar hen schildert, als ze maar wat verdienen kunnen. In de ZIiKjazine of' Art van Juli vindt men de reproducties van een a.ar.tal geteekende, geschil derde en gebeeldhouwde portretten van Thackeray, j door Maciise. S. Lawrence, E. M. Ward, Edgar Boehm, John Gilbcrt en nog anderen. Het tref fendste, en r.aar wat de tijdgenooten er van zei den, waarschijnlijk ook het beste portret, is de schets door Lawrence, van Thackeray bezig met lezen, bijna en j/ro/it genomen, hetzelfde portret dat juist onlangs in den Lundon News van '20 Juli gepubliceerd is. MIMI zou er niet aan zeggen dat Thackeray niet ouder dan twee-en-vijftig werd. en is nog meer verbaasd als men ziet dat dit por tret elf jaar \óór zijn dood gemaakt werd, want hij doet er zich op voor als een goed geconser- i veerd maar bejaard heer. yratid, gay and whilehead, zooal» hij in drie woorden eens gekarakteri seerd werJ. Tegen den zwaren, goed verzorgden pruikebol welft het breede, loyale voorhoofd, en onder scherpzinnig opgetrokken wenkbrauwen, kijken verstandig fixeerende oogen bijziend in een boek. Dominant in de uitdrukking is een zeer sensiebele trek van opmerken, om den fraai gebouwden kor ten neus die middenop altijd een knak hield nadat hij in Thackera.y's schooljaren eens gebroken was ; en terwijl de door deftige vadermoorders beschutte kaak, waar tegen de ooren aan dunne coteletjes aanzitten en de groote, stijve, wilskrachtige kin van een gentlemen's welgedaanheid spreken, staat in dat uitgegroeide en toch recht omlijnde gezicht, de kleine, vooruitstekende, kinderlijke mond met een lijn van voorname goedaardigheid. Tentoonstellingen: Ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan vau het weduwen- en weezen-fonds der Maatschappij Arti et Amicitiae" zal een groote verloting wor den georganiseerd van kunstwerken door leden van de Maatschappij, welke collectie in bet voor jaar van 1892 zal worden tentoongesteld, en daarna verloot. Wellicht heeft het succes van de groote kinderziekenhuis-verloting van Dr. Berns en de verloting van schilderijen door leden van Pulchri ten bate van bun nieuw gebouw, er toe bijgedragen dit besluit te doen nemen. Do Haagsche kunstkring, de door Th. de Bock opgerichte vereeuiging waartoe reeds een groot aantal schilders als lid toetraden, zal van l Au gustus tot 15 September a.s. iri hare localiteit boven het caféRiche, hare eerste tentoonstelling houden. Terzelfder tijd de expositie van de Hollandsche Teekenmaatschappij in den Haag, op de Princessecjracht. De Rotterdamsche knnstclub heeft hare ten toonstelling van Hollandsche schilderijen te Parijs, van 15 November tot 31 December in het Pavillon de la V die d-e l'a/ris. De heer P. Haverkorn van Rijsewijk, redacteur van de kunstrubriek aan de N. llott. Courant, en die reeds tweeëntwintig jaar aan het blad medewerkte, heeft om oneenigheid met den hoofd redacteur den heer Lamping, onlangs voor die betrekking bedankt. De heer Haverkorn scheen in den laatsten tijd de kur.st der groote Hage naars en ook de jongere Hollandsche schilders niet ongenegen. In zijn plaats is thans benoemd de heer Joh. de Meester, de Parijsche corres pondent van het Handelsblad, een man van het jongere geslacht, die met de nieuwe kunst voeling heeft kunnen houden, en een niet ongevormd oordeel hebben moet. Aan de door bet Rijk gesubsidieerde Koninlijke school voor beeldende kunst in den Bosch wordt ter opvolging van den heer Strackéeen directeur gevraagd. Teleurgestelde sollicitanten naar de thans vervulde plaats van prof. Wijnveld te Amsterdam kunnen hier weder een kansje wagen. Den 17den Juli viert de Punch zijn vijftigjarig bestaan. De besten van dit aan voortreffelijke karikaturisten in Engeland zoo rijke tijdperk heb ben, aan het wereldbekende weekblad meegewerkt, en met alle racht kati men van een glorieuse Punch-school spreken. L'Art dan» les Deux Mondes bericht met zijn vierendertigste weeknummer dat het ophoudt te bestaan. Dit was te voorzien. De beschuldiging van Tl te Collector dat L'Art dan» les Deux Moudes het geïnteresseerde orgaan van den Parijschen kunstkooper Durand Ruel was, is door de redactie wel op hoogen toon weersproken, maar die laat ste verzekering is zeker door weinigen die het blad goed gelezen hadden geloofd, en het ver in uwen was vrij wel gebroken. Toch, ofschoon ik de meening Vu,n The Collector voor juist houd, en vooral sommige kleine berichten veelal uit speculatieve bedoelingen waren geschreven, heeft dit smakelijke kunstblad tijdens zijn kort bestaan, een aantal deugdelijke artikelen van de beste tegenwoordige Fransche schrijvers over kunst kunnen opnemen, en de vier-en-dertig afleveringen mogen een boekdeel vormen dat met behulp van het register onder eenig voorbehoud, betreffende j de kunst van deze dagen met vrucht geconsulteerd zal worden. Het ontwerpen vau een monument voor Balzac, is door de Fransche Suc'u'tédes Gens de Lettres opgedragen aan den eenigen Auguste Rodin, die met het in het Pantheon te plaatsen monument voor Victor II ugo nu ongeveer gereed is. Op de Utrechtsche invitatie-tentoonstelling werden verkocht: De schelpenvisscher van Jozef Israëls, welk schilderij in eon uitstekende Hol landsche verzameling komt, ? een Venetiaansche proefdruk-ets van Whistler. drie aquarellen van Willem Witsen, het Moestuintje van Voer man, een Studie van Rriët, Boerenerije van Karsen en een lithogrario (proefdruk) vau Baucr. Ik acht bet meldenswaard, dat het Zon-schil derijtje van Roland Holst, dat op de Utrechtsche tentoonstelling veel sucj:'..-s behaalt, verleden jaar op de najaarstentoonstelling in Arti" ijetceujerd werd. V. _ DE NIEUWE GIDS EN DE HOLLANDSCIIE LELIE. ll'jt is toch maar een feit, dat wat hoog staat raar den gee^t, altijd aangebast wordt iloor de domme menigte en dat er dan onder de blaffende keffiirtJBS licht eens een enkale is. die zijne hondenverontwaardiging in inenschelijke klanken kan uiten, maar wie zou van zoo'ii uiting notitie nemen! Zoo denkt de redactrice van De Ntjllandsulie Lelie over de bespreking van haar tijdschrift in De Nieuwe -id,*, blijkens haren brief aan mevr. K, in de correspondentie opgenomen, dien wij bier in zijn geheel laten volgen. Mevrouw K. Ja. ik heb er wel zoo iets van gehoord, maar was niet in de gelegenheid het te lezen, en heb er ook eigenlijk niet verder over gedacht. Er komt voor ieder auteur, cfie door arbeid, inspanning eu volharding eindelijk een zekere hoogte heeft bereikt, een tijd, waarop zoowel goede als slechte recensies hem volkomen onverschillig laten. De H. L. spreekt genoeg voor zichzelf en, zoo ik hoop ook voor mij. U maakt u wel warm over die luitjes; maar zouden zij dat wel waard zijn? U moet bedenken dat'zij in hun strijd tegen het koningschap geen gevaar lijker vijand kunnen hebben dan een blad, dat grooten invloed heeff op de a. s. N-ederlamdsche moeders en zich warm koningsgezind toont. Kun nen zij dus altijd van hun standpunt gezien wel beter wapen kiezen da-n verdachtmaking van dat blad? Neen, wees gerust, ik zal er niet op antwoorden. Doe wel en zie niet om, is het con signe: het goede zegeviert ten laatste toch altijd over het kwade." Ja, wél was het woord van Van der Goes noodig! Hoort ge, hoe die dame het artikel eene recensie noemt, eene recensie van haar blad? Hoe zij zich daarboven verheven acht, omdat voor een auteur, die door arbeid, inspanning en volharding eindelijk een zekere hoogte heeft be reikt, een tijd komt, waarop zoowel goede als slechte recensies hem volkomen onverschillig la ten? Als de heele brief niet zoo grandioos be lachelijk was, zou hij tot diepe treurigheid stem men.Zóó spreekt de voorlichtster onzer Hollandsche Lelies, wanneer vraagstukken van den ernstigsten aard, de belangen harer lezeressen rakend, ter sprake worde gebracht! Maar wacht, ze weet misschien niet, waarover de quaestie loopt; zie, ze heeft er wel zoo iets van gehoord, maar was niet in de gelegenheid het te lezen en (heeft) er ook niet verder over gedacht." Neen, neen, dat gaat zoo, als men het druk heeft met het lezen en beantwoorden van al die brieven der lieve Lelie-lezeressen, dan komt men niet toe aan de lezing en bestudee ring van degelijke artikelen, die de richting van ons eigen blad bespreken ! Die mevr. K. schijnt zich heusch warm te hebben gemaakt over die lui. tjes", maar onze redactrice vraagt haar in gemoede, of zij dat wel waard zouden zijn ? Aan de bespreking der waarde van die luitjes" waagt zij zich verder niet, maar al heeft ze dan de Nieuwe Gids niet gelezen, er schijnt haar verteld te zijn, dat dit nommer ook een artikel over het koningschap in Nederland bevat, en met een siipréme dédain voor individualiteit dringt zij rdie luitjes" eenen strijd op tegen het koningschap. Fiat, nu heeft zij des Pudels Kern gevonden; welzeker, de JVi'ewzce Gids maakt de Hollandsclte Lelie (ik hoop lezer, dat ge op 'l oogenblik niet aan indigestie lijdt, want de combinatie.... enfin, ik sta niet voorde gevolgen in) verdacht, omdat zij in dat blad, dat zich warm koningsgezind toont en grooten invloed heeft op de a. s. (die verkorting is van de redac trice !) Ncderlandscbe moeders, hun allergevaarlijksten vijand zien. Nu, wie op hooren zeggen afgaat, kan zich ver gissen, dus wij laten dien brief verder rusten, maar raden nu op onze beurt de redactrice in gemoede aan, in de vijfde aflevering van den Gden jaargang van de Nieuwe Gids het artikel Een Vrouwetijdschrift" ernstig te gaan bestudoeren en dan eens weer een antwoord op te stellen aan de nu zeker niet bevredigde mevr. K. Dat antwoord zal zij wél doen, ni'et in haar eigen blad te publiceeren; als zij de quaestie ernstig wil bespreken, is de behandeling geen lectuur voor de door haar g»ieide lelietjes, dat geven wij gaarne toe. F. J. v. U. VARIA. PLASTISCHE KUNST. Tliorwaldsen's Amor. Uit Wecnen wordt van 10 dezer bericht: De boekzaal aan de oostzijde, in de reeks feestsalons van het nieuwe Raadhuis, bevat sedert gisteren een kunstwerk vau groote waarde, eene schepping van Thorwaldsen. Het is een Amor van, wonderbare schoonheid en zeld zame bekoorlijkheid. Het kunstwerk is eon ge schenk van Mevr. Ludovica Zang, du weduwe van Aug. Zang, welke, aan een wentch van haar echt genoot, die in 1888 gestorven is, gehoor gever.d, bet meesterwerk aan de stad Weenün cadeau gaf. Reeds nu vormt bet bet schoonste sieraad van de feestsalons, en zal nog veel meer uitkomen, wan neer de achtergrond, die tegenwoordig nog door het muurtapijt wordt ingenomen, door een don ker, dof laken zal worden vervangen. Er is voor gesteld, de zaal Amorzaal" te noemen, het ware echter beter haar den naam ThorwaUl-senzaal" te geven. Opdat het kunstwerk, dat met zijn serpentijnen voetstuk meer dan 30 ctintenaars zwaar is, het gewelf geen schade toebrengt, is er in den hoek, waar het moest worden geplaatst, een sterk rooster van gesmeed ijzer aangebracht, waarop nu de last veilig rust. Bij de iirma W. J. van Hoogstraten, Noordeinde te 's Ilage, is een fraaie photogravure, het portret van Hare jMijesleit \Vdltelmina, verschenen. De uitvoering is uitmuntend, terwijl de prijs het werk tot eene volks-editie maakt. TOONEEL EN MUZIEK. De Bjlgische Vn/ie de li, Cule vermeldt naar aanleiding van de samenstelling van het Casinoorkest der badplaats Blankenberuhu, niet ingeno menheid, dat de beer Jacq. dn Jong, solo-Üuitist van wijlen Z. M. den kor.ing d«r Nederlanden, een der beste tluitisten van Europa", daar wJer geënga geerd is; hot blad roemt zoowel de gevoelige voor| dracht als de techniek, die de beer De Jong in het ten gehooro brengen eener J''u/!.rf-iantazie vau zijn broeder Edw. do Jong ontwikkelde. l!üi:ie af' iiro;.n. De Fii/'iro heeft Je'berüemdste componisten geïnterviewd over de vraag die kort geleden op nieuw door Zola is opgeworpen of de versvorm voor den tekst van een opera oi voor welk ander zangwerk noodig is." Voor bet orato rium is de vraag reeds lang beslist, llündel's be langrijkste werken, de Messias en hrvël, zijn geheel gecomponeerd op den bijbelscben proza tekst; in de Mattltüu<i>as*io>i, van Bach, staan de stukken die op bijbeiproza zijn gec.uuipon.ecrd

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl