De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1891 9 augustus pagina 5

9 augustus 1891 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 737 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. dagen een gevestigde overtuiging werd. Het was nu niet meer met afgunst, maar met een overstroomend medeleden, dat zij hoorde naar het schorre gegil der misdeelde. Ongelukkige vrouw, »ls de dood een eind kwam maken aan dezen jammertocht langs de open straat, zou dat niet verkieslijk zijn boven zulk een vreeselyke brood winning?"' Het medelijden is een van die positieve gevoe lens, die in edele harten niet wonen zonder tot daden te leiden; waar de hertogin ongeluk ried, dacht zij er terstond aan, het te lenigen. Zij be val de conciërge, de vrouw binnen te roepen en haar in de antichambre te laten. Dévrouw kwam binnen, op haar breede mod derige overschoenen, met haar natte japon, de armen vochtig en schubbig: Heb je lust in mijn mooien tarbot ?" Zij was vreeselijk om te zien. Haar olieachtig, vlekkerig en rood gezicht kwam uit een vettigen doek, zij verspeidde een verpestenden stank van zeevisch en snuif. Goede vrouw," zei de zieke met zwakke stem, ik ken je al sedert lang; en ik heb innig medeleden met je treurigen toestand. Ik zou je zoo gaarne helpen; wat heb je noodig ?" Met verlof, mevrouwtje, maar, als je 't me niet kwalijk neemt, het gaat van den winter met de visch niet slecht; er is een fatsoenlijk stuk brood mee te verdienen; mijn 20on maakt een goed daggeld, myn man ook... ik ben nog flink en kras, en we vragen maar n ding om geluk kig te zijn, dat is: dat het maar zoo blijven mag." Waarschijnlijk tochtte het in de antichambre en sloeg de wind de zieke hertogin op de keel; zij smoorde in haar zakdoek een hoestbui en trok zich haastig in haar kamer terug. Er werd veel visch gekocht, om de koopvrouw schadeloos te stellen voor het tijdverzuim, maar den volgenden morgen, toen zij weer voor de koetspoort van het hotel stilhield om met haar luidste stem, (de stem voor de goede klanten) haar visch uit te roepen, kwam de conciërge haar woedend zeggen, dat zij zoo'n leven niet maken moest, en haar kar wat verder moest duwen: mevrouw de hertogin was 's nachts overleden. DE KUNST VAN UITRUSTEN. Ieder neemt dezer dagen vacantie", zegt de Pall Mail. maar hoevelen zouden wezenlijk rust nemen?" Werkelijk zijn die twee zaken lang niet identiek. Menige vacantie, door den dokter voor geschreven, is bet laatste druppeltje, dat den beker doet overloopen en defc overwerkte ineen doet zinken. Niet ieder kan de oude spreuk toe passen en uitspanning vinden in verandering van arbeid, zooals Gladstone het zoo uitnemend ver staat. Het is afgezaagd, onze eeuw een tijd van onrust te noemen, maar de onrust wordt soms ?wel wat al te ver gedreven. Er bestaat wezenlyk gevaar, dat wij ons vermogen, om onze krachten te herstellen, zullen verliezen. Laat de vrees voor overlading met werk gerust varen voor hem, die tevens de kunst van uitrusten verstaat; geen nood voor ^overwerk, voor wie eene reserve van energie behojjdt, om de verloren kracht .te herstellen! n dolce far niente moet een gedeelte van elke vacantie vullen en het Engelsche blad, dat ons dit praatje aan de hand doet, wijst de mooie hoekjes in Yorkshire en Derbyshire, Devon en Comwall aan, waar men uitnemend de kunst om lui te zijn, kan bestudeeren; plaatsen, waar het heerlijk is, in de zon te liggen (hoort ge, men is nog naïef nog, om te meenen, dat de zon 's zomers sciujnt) en waar, zooals dn Pull Mail met een variatie op een paar bekende versregels schrijft, the telegrams ceate from troubling and the postmen nre at rest." Misschien dat de Engelschen den raad zullen volgen, als zij dan maar tevens bedenken, dat het niet 'genoeg is erheen te reizen, maar dat ze dan de wetenschap van het rust nemen erbij moeten bestudeeren. Hoe weinigen verstaan die in onzen 3a« Schaakspel. Jaargang. 9 Augustus 1891. Redacteur: RUD. LOMAN, te Londen. Verzoeke alle mededeelingen de scliaakrubriék betreffende, gedurende de maand Auyustus, aan de. redactie van het Weekblad te richten. Probleem n°. 86 van E. N. Frankenstein te Londen. (Nieuwste werk). ZWAHT 5 stukken. a b c d e WIT 8 stukken. Wit geeft in 3 zetten mat. Een bizonder mooi probleem. OPLOSSING YAN No. 8-1 (CHENEY). l D.g8, P.a72, D.b8!, T.b8 : 3 ebS: l' f, overige varianten gemakkelijk. Goede oplossingen van F. A. Termos, Rotterdam; T. C. van Ham, Gorredijk; W. v. H, Delft; W. Albregts, P. J. Colien en G. J. Nolte 5, Amsterdam. Schaakclub lorphy", kaatsheuvel; rhilax, den Bosch. CORRESPONDENTIE. E. G. te D. Vriendelijk bedankt voor de genomen moeite. De partij was ons reeds door 't Wochenschach" bekend. Houden ons voor 't vervolg aanbevolen. H. Y. te D. De partij zullen wij binnenkort publiceeren. Naar 't ons voorkomt zouden beide spelers tijd! Dieren, kleine kinderen, wilden waarschijnlijk, kunnen uitrusten, mogelijk ook enkele zeldzaam gezonde en niet zenuwachtige beschaafde menschen, maar ze zijn uitzonderingen. Zeer weinigen zetten zich bepaald rustig neer, als zij op een stoel ot in een rijtuig plaats nemen; de vermoeie nis van een lange reis ontstaat, doordien men niet leunt, niet aan het lichaam rust geeft. Hebt gij ze nooit gezien, die reizigers, vooral damts, als ze mooi gekleed zijn, die u den indruk geven van een als 't ware onbewuste poging, om den trein tegen te houden, om op hare plaats te blijven, in plaats van zich over te geven aan de beweging en het lichaam \, erkelijk te laten dragen door den trein? Training for rest is het opschrift van een hoofd stuk uit een aardig boekje van eene Amerikaansche schrijfster, waarin zij hare landgenooten in het drukke land bij uitnemendheid een stel oefe ningen aan de hand doet, om te leeren uit rusten. Zie, wij allen op onze beurt, ver-pillen onze kracht; als we iets verrichten, bepalen wij de actie niet voldoende tot die spieren, die voor de beweging noodzakelijk zijn, en de onnoodige spanning van andere spieren vermeerdert de vermoeienis, terwijl we, als we ons verbeelden te rusten, het toch niet ten volle doen. De arm en het hoofd van een slapend kind zijn zwaar door volkomen rust, die van een volwassen mensch zijn in evenredigheid veel lichter door de zekere mate van spanning, waarin zelfs bij het ter ruste gaan de spieren worden gehouden. De bedoelde oefe ningen nu bestaan in het gaan liggen plat op den grond en de pogingen om daarop met volle zwaarte het lichaam te laten rusten. Daar de beginner vol gens de schrijfster, zich op dat punt licht kan ver gissen, moet een tweede persoon probeeren het hoofd en de ledematen zachtjes te bewegen ofte til len, om te onderzoeken, of de spieren werkelijk in rust, niet gespannen zijn. Het is niet zoo gemak kelijk, de kunst van uitrusten te leeren en 't schijnt, dat er oefening voor noodig is, om er een meester in te worden en zijnen wil zóó op het lichaam te laten werken, dat het niet werkt. Mogelijk is deze studie zelf te inspannend voor den vacantietijd en menigeen zal niet veel trek gevoelen voor de oefeningen, waaruit zou moeten volgen, dat het talent om lui te zijn ten slotte ook een vorm van genie is, waarmee gelukkige stervelingen worden begiftigd. F. J. v. U. VOOR DAMES. Léonide'ii juweelen. lersche industrie. Een museum-directrice. Men erfpnns. De opvoeding der mouw. Eene doctores in Portugal. Men is te Parijs in het hotel Drouot bezig, de juweelen van de artiste dramatique" Léojüde Leblanc, eene tijd lang een der schoonste en nog een der elegantste vrouwen van Europa, te verkoopen. Het moet eene prachtige collectie zijn; Léonide Leblanc verscheen eens in het Odéon ten. tooneele met 800,000 francs aan juweelen""aa?w Op haar kon worden toegepast, wat vroeger van eene Engelsche hertogin gezegd werd, dat zij aan ieder oor een buitenplaats liet bengelen. Een groot deel der kostbaarheden had Léonide aan de bewondering van den anders bepaald zuinigen hertog van Aumale te danken; er is een collier bij van drie rijen paarlen, 212 stuks, dje de gezamenlijke juweliers van Parijs voor 161,000 francs gekocht hebben; men beweert dat hij, als zij zich niet geassocieerd hadden, wel 400 -of 500,000 francs had moeten opbrengen. Eene broche van eene parel met diamanten er om heen, ging voor 19000 francs, een collier van brillanten voor 25000, en een paar solitaires 14000 francs. Over het geheel waren de stukken hooger getaxeerd, er waren buitengewoon mooie en groote bij. Léonide Leblanc was niet enkel in haar bloeiin de tweede klasse te Utrecht (23 Aug.) veel kans op een prijs he'oben. MEDEDEELINGEN UIT DE SCHAAKWERELD. Maandagavond 3 Aug. speelde de redacteur dezer rubriek tien partijen gelijktijdig tegen leden der Amsterdamsche Schaakclub (Cui'éWiederholt Darurak) met 't resultaat dat hij in twee uur tijds alle spelen won. De heer Loman zal gedurende zijn verblijf in Nederland twee blmdelings-séances geven (6 partijen gelijktijdig i. 22 Aug. te Groningen en 31 Aug. in de Amsterdamsche Schaakclub (publiek vrijen toegang). HAMPE-ALLGAIER GAMBIET. Gespeeld op den bondswedstrijd te 's Hage, '21 Augustus 1890. Wit. Jhr. Arnoïd van Forcest. (Amsterdam.) tijd een schoone vrouw, zij was ook eene zeer goede actrice; ofschoon de moeite die zij deed om aan de Comédie Francaise te komen, haar niet heeft geholpen, was zij aan hetOdéon, lesecond thé;ttre-Franc,ais", in eenige rollen zeer gewaar deerd. Zij heeft ook een paar bundels sehetsen uitgegeven. Mad. Maxima en Les comédiennes de V amowr. Volgens een onbescheiden reporter van Figaro intusschen waren de voornaamste boeken in haar bibliotheek niet bepaald gedistingeerd, men vond er de Liaisons dangereuscs van Chodernos de Lenclos, de Mémoires van Casanova en die van de Chevalier de Faublas. A propos van Léonide's paarlen geven verschil lende bladen weer de geschiedenis der beroemde paarlen en juweelen die in Europa verspreid zijn. De geschiedenis van den Koh-i-noor, den Regent, den Sancy, enz. doet geregeld om de drie of vier jaar in alle tijdschriften de ronde. Toch zijn er een paar détails die nog de vermelding waard zijn. De Fransche kroondiamanten zijn, na hun ver koop en verspreiding zoo goed als spoorloos ver dwenen, de meeste zijn, naar men meent, in Ame rika terecht gekomen; terwijl ook te Parijs, te Londen en te Amsterdam, voor de juweliers de Amerikanen de grootste kooperszijn. De juweelen der nieuwe fortuinen zijn trouwens meestal veel mooier dan de historische, die tijdens de kindsheid der kunst geslepen of bijeengezocht zijn; Mad. Mackay bezit een collier van twee meters lengte, waarvan alle diamanten gelijk en zonder de minste fout zijn. De fraaist bekende collier is die van koningin Victoria, geheel van rose paarlen, zeer eenvoudig gemonteerd, maar volkomen uniek en onnavolgbaar. Ook Keizerin Eugcnie hal een mooien collier, waarvan de middelste paarlen zoo groot als duiveneieren waren ; zij heeft hem na den oorlog voor 300,000 francs aan mad. de Païva ver kocht. Een beroemden collier van smaragden heeft de gravin van Parijs van hare moeder, de hertogin de Montpensier gekregen; zij droeg dien op de soiree in het hotel de Galliera; maar de steenen zijn zoo zwaar, dat zij ze meestal als garnituur voor het corsage gebruikt. De mooiste robijnen zijn in de familie de Luynes, en de jonge hertogin, eene dochter van de hertogin van Uzès, heeft er nog bij ingebracht; men weet dat groote robijnen nog kostbaarder zyn dan diamanten van dezelfde grootte; die van mad. Ephrussi en de hertogin van Ossuna zijn mede beroemd. De baronnessen Adolphe, Alphonse en Gustave de Rothschild hebben natuurlijk altoos de steenen gekocht waarin zij zin hadden; mad. Gustave heeft eene unieke collectie van peervormige brillanten. Behalve rose paarlen zijn de zeldzaamste grijze, (die van Mme Bethmann) en zwarte. Van deze laatste heeft de keizerin van Oostenrijk verschei dene snoeren, die zij vroeger gewoonlijk door het kapsel gevlochten droeg. * * Onder degenen, die, op stille eenvoudige wijs, voor Ierland meer doen dan vele ParnelPs en Davitt's, behoort lady Aberdeen. Het is aan haar bemoeiingen te danken, dat de lersche kant?industrie tot Engeland is doorgedrongen, en er iedere week thans honderden bestellingen van het winkelhuis in Motcombstreet, Belgravia, naar de lersche graafschappen gaan. Lady Aberdeen is eene Schotsche van geboorte en in nat Noorden zien duizenden vrouwen en kinderen dankbaar tot haar op, als tot de presi dente der Haddo House Association; maar ook reeds vóórdat lord Aberdeen onder-koning van Ierland werd, had zij zich voor het lot der lersche vrouwen veel moeite gegeven. Op de internationale tentoonstelling van Edinburgh in 1886, had lady Aberdeen voor de lersche afdeeling gezorgd en er zelf een catalogus van opgemaakt, en doen illustreeren. Later, in het paleis der onderkoningen te Dublin, maakte zij nog beter kennis met de industrie, en thans is zij er in geslaagd, er een winkel in een van Londen's deftigste wijken voor l e4 e 2 P.c3 P.eS 3 f4 efi: 4 P.f3 Hier kan ook geschie den: 4 (U, D.hi, 5 ke2. (Steim'tzgambiet). 4 g5 5 h4 Met 5 d4 verkiijgt men 't Piercegambiet. 5 g4 6 P g5 h6 7 l'.tï: K.f7 : 8 d4 d6 In een inatchpartij A. E. v. Foreest v. II. J. Loman (Sopt. 1890) speel de laatstgen.8?do waarop wit met 9 P.d5: ant woordde, dat hem in wei nige zetten de partij deed winnen. In 't, gewone AHgaiergambiet, waar de beide D. paarden niet ontwikkeld zijn, is d5 boter dan (16. 'J L.f4 : L.g7 10 L.c4f K.e8 Meer gebruikelijk en waarschijnlijk ook beter is: K.gC (zie partij Ha'.lard v. Minchin. Weekblad van 2fi Juli jl.) 11 P.e2 Zwart. J. F. Malta. (Rotterdam.) Krachtiger lijkt ons 11 L.etJ (11 L.e3, P.fG of P.eV, 12 0 0 enz.) It P f6 12 Dd3 P e? 13 L.b3 Om do uit den weg te gaan. 13 a6? 't Jaarboekje meentdat c (i, gevolgd ' dooi- R (17 beter ware geweest. Wij xijn 't hiermede niet eens. 13-eo' H 0-0-0.', K (17, 15 c">, P.eS! (15?de;3: l o dc5: i-, P.fdS, 17 o-l enz ) l(i do, cdö: (lli?ca, 17 L.alï. K.c7, IS Le8: en l'.i edti: i-), 17 L.a-t t, l'.eü, IS D.d5: en wij kun nen gcc-H voMoenilo ver dediging vour /wart ont dekken. Wij stemmen echter volkomen toe d.it dj beter was dan au, alleen K.(17 scheen ons verkeerd. 14 0?0 T.f'8 15 c3 Hier komt D.e3 sterk in aanmerking. Bijv. 15 IJ.i-3, T.'uS, 10 P.«;S, K; e5? P.,15, (If,-P.f5, 17 efO:!, P.eS: 18 fg7 :, T.g8, l!) L.gS:, P.f:': 20 L.h7 enz.) 17 L.d5 :, P.(15: 19?P.d5,20L.d5 :, P.d5:. De zet D.e2 was daarom zeer goed gekozen. 18 D.eé, P.e7 en zwart staat 't best) 10?<15, 17 e5 en 18 P.h5! 15 cG 16 P.g3 b5 17 T.adl T.a7 18 D.eS T.hl 't Jaarboekje acht P.fgS verkioselijk. 19 D.e2 Op 19 e5 kon volgen CORRESPONDENTIE PARTIJ, onlangs in Australiëgespeel! Allgaier Gambiet. 19 20 e5! 21 L.dö: 22 ed6 : 23 de7 : 24 D b5f 25 D.bO-f . . a5 P.M5 cd5: K.d7 D.e7: K.d8 opgegeven. Wit. Schaakclub te llobard l e4 e 2 14 cf4: 3 l'.f3 g5 4 h4 g4 5 P.»5 h<J (J P.Ï7 : K.f'7 : 7 (14 df>! Dit is waarschijnlijk beter dan t;ï. (7?l':i. 8 gt'3: g3, '.) L e3! enz. 8 L'.f4 : de4 : Dit houdt Steinitz voor volkomen correct. Voor't praktische spel, met narne een eonccmrsiiartij met tijdlimiet, honden wij den zet vonr ondoelmatig, ten/.ij men natuurlijk met de hieruit voortspruitende varianten vertrouwd is. <> L cij K.?7 ! 10 I'.c3 L.dlj 11 o-o L.t'l : 12 T fl : P.t' 13 D.c2 Aanval Fi'ceborongli. 13 . . ? . . p'.ci; 13 -D.dkt is met groote gevaren verbonden. 14 T.af l I'.dl::|: 15 D.f-2 e3 ! Dit wint op een handige Zwart. Schaakclub te Victoria. 16 D.e3 : P.f5 17 I) f2 T.f8 Noodig wegens ISL.dS. 18 L (13 P.h5'> ^wak. 't T--- vreemd dut in een corresp. partij de sterke voortzetting S- V.dti! onopgemerkt bleef. 18?P.dti, l!) l'.(15, P.deiS, 20 I'.(-3 D d(i, 21. L.f-i J>.h5 22 T.i;-t:t K.hS, 23 T.dl D.dl:ïenz. l!) T.g4:f K.hS 20 T.»e K.h7 Om 21 g l te beletten. 21 T.g4 L.cG 22 T.o4 P.h?7 22-P.hg3y, 23 T (-(i:"D. h-i:, 2-1 D.fl D.C-l:!, 25 T. !'l. en wint. 23 g4 K.^S! 24 Rf.">: L.f5: 24 T.t'5;, 25 T.l'l zon *>vit in 't voor(\e(-l brengen. 25 L.c4f K.h7 2(! T. 14 D.de 27 P.e2 T.ae8 28 h5 ! OmL.gO te verhinderen wat aan alle verdere com plicaties een einde zou rnaken. Daar z^yart 't las tigste spel heeft, is 't voor op te richten. Er is niet enkel kant, ook haakwerk, kunstnaaldwerk, application, verschillende points a l'aiguille, vooral uitmuntend homespun, dat duur maar orverslijtbaar is, en voor wandel en strandcostuines gezocnt wordt. Voorts brei werk, kousen en sokken voor sport, linnengoed, fantasie-aardewerk, fantasie-mandewerk, kinder goed en onderkleeren, alles van lersche bewer king. In Ierland zijn de eischen voor het leven zeer gering, en het arbeidsloon dus zeer goedkoop; het volk kan er dus, als zijn kunst eenmaal eene plaats op de markt heeft, zeer goed concurreeren. Lady Aberdeen wil de lersche kantwerksters niet bij haar oude patronen laten blijven, hetgeen misschien verkeerd gezien is, daar het gemakke lijker is een cachet te verliezen, dan er een te krijgen. Zij heeft intusschen een lersch artist, den heer Allan Cole, weten over te halen om nieuwe kantpatronen te teekenen, en deze zullen wellicht tegelijk origineel en artistiek z\jn. Ook is er een agent aangesteld, die de districten af reist, werk koopt en bestelt, en de werksters in licht omtrent de behoeften van het tegenwoor dige en het aanstaande saizoen. Men denkt ook te Chicago te exposeeren, en by de lersche familiën in Amerika steun te vinden; dan zal er nog een blad voor de lersche industrie worden opge richt, en gratis aan de leden der Irish-IndustryAssociation worden toegezonden. Inderdaad kan men zeggen dat lady Aberdeen door haar ijverig, intelligent en belangeloos stre ven wel het standbeeld verdiend heeft, dat men zeker eenmaal te Dublin voor haar zal oprichten. Te Kiel is door het overlijden van prof. Handelmann het directeurschap van het Museum voor vaderlandsche oudheden vacant geworden, en de regeering heeft, zeker met instemming van allen, die er den toestand kenden, maar tot veler ver wondering daar buiten, eene dame, mej. Johanna Mestorf, tot directrice benoemd. Mej. Mestorf is als Duitsche archaeologe bekend en was sinds achttien jaren custos aan de genoemde instelling. De organisatie van het museum en de nasporingen omtrent de voornaamste schatten, die het bevat, zijn grootendeels haar werk. Mej. Joaanna Mestorf is in 1829 in Holstein geboren, studeerde te Itzehoe, woonde vele jaren in Zweden, daarna aan de Riviera en eindelyk in Hamburg, en wijdde zich steeds aan archaeologische studiën. Aan het verband tusschen Scan dinavische en Germaansche oudheden heeft zij veel moeite besteed; zij vertaalde ook Zweedsche en Deensche archaeologische werken en gaf ver slagen van de anthropologische congressen te Bologna, Brussel, Stockholm, Budapest; zij vergezelde prof. Virchow op zijne reis naar de monden van den Donau. * * Uit Berlijn schrijft men, dat het bankroet van den erfprins van Sayn-Wittgenstein een waren storm heeft doen ontstaan onder de hnwelijksmakelaars. Menig millionnair zou gaarne voor zijne dochter een echten erfprins koopen. Eene aanzienlijke weduwe in de Friedrichstrasse, die als huwelijksmakelaarster onder de hoogere standen dienst doet, heeft reeds van een koopman te Ham burg een positief aanbod ontvangen; de koopman wil zijne dochter twaalf millioen mark als huwelijksgift meegeven. De prins is op dit oogenblik niet te Berlijn; men verwacht hem te Scheveningen, waar ook, in het hotel Orange, een andere prins en prinses Sayn-Wittgenstein logeeren. * * * By de firma C. L. van Langenhuysen is een boekje uitgekomen, De opvoeding der vrouwv, door Louis? Stratenus, dat tusschen de wel wat heel reactionnaire inleiding en het slotwoord, een reeks van nuttige wenken en verstandige beschouwingen bevat. De inleiding is: In de laatste jaren vooral heeft men eene noodlottige beweging in de vrouwenwereld opge merkt. Niet langer tevreden met de plaats haar 28 ... 2Ï> P.g3 29?D.fCg niet wegens SI T.f'5: T f 5: 30 D.d4 JU T.d4: 32 T.d5 33 L.dó: 34 L.b3 3') T. f G 36 L.f7 37 K.f2 38 Ke.'i 39 L.gOf 40 L.fTf 41 T.cC, 42 L.h5: 43 P.h5: 44 T.cT-.f T.ef» K.hS ing natuurlijk 30 I'.fö: P. f5: , 32 L (13 enz. D.d4:f! b5 T. do: Td8 L.g4 K.h7 T.dlt T.d2f T.h2 K.g8 Kh7 P.hn: L.h5: T.h5: K.g6 45 T a7 : T.f5 46 a4 bil Heide partijen behan delen 't eindspel voortref felijk. 47 ab5: T.b5: 48 b3 T.f5 49 T.a4 K.g5 50 b4 T fl 51 b5 b.4 52 c4 h3 53 T.a2 K.g4 54 K.d4 K.g3 55 c"> opgegeven. Wij hopen dat de studie dezer uiterst moeilijke en over 't algemeen cor rect gespeelde partij on zen lezers evenveel genot zal versoliatïen als zij ons heeft gedaan. In een partij, eenigen tijd geleden in 't Amster damsche Schaakgenootschap gespeeld, kwam de volgende interessante eindstelling voor. (Periodieke rnededeelingon). ZWART 4 ». ?' a e v. ijze een tempo, ten koste hem zaak zooveel moge! van een pion die vroeg of laat toch moet vallen. op vereenvoudi: spelen. b cd e f g h WIT l D.f4 : T.dttt 3 gf3 : D.hG 2 D.g3? T.f'3ü4 D.g2 gf3: opgegeven.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl