De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1891 16 augustus pagina 5

16 augustus 1891 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 738 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Eooge, de nimmer Volprezene, want geen menschenhanden hebben ooit haar ontheiligd, hare reinheid bezoedeld. [Hier geeft zij zich geheel in speelsche grillige dartelheid, doch ook, in donkere uren, in al haar onstuimige angstwekkende kracht. Ginds hebben de winterstorinen een boschreus neergeveld, en hy ligt daar nog, met zijn wijduitgestrekte armen de moederaarde in een laatste omhelzing vastklemmend, zijn dorre kaalheid een ?somberen mineurtoon werpend in de jubelende ?gamma van het jonge zomergroen. Een weinig verder staat een oude knoestige woudtitan, verminkt doch schoon nog in zijne ver minking. De bliksem heeft een van zijn armen afgerukt, die bruin en ontveld aan zijn voet ligt; maar luj zelf richt zich even fier omhoog als im mer en zijn kruin schijnt het azuur des hemels te beroeren. Zijn loover ritselt en ruischt onophoudelijk. Wy staan bij hem stil en luisteren, en aan allen ?die zijn taal kunnen verstaan, vertelt hij hoe al leen de hoogen onder hen worden getroffen en gegeeseld, hoe storm en bliksem hem onophoude lijk pogen neer te vellen, wijl zijn grootheid hen hindert en ergert, doch hoe hij en allen die hem ?gelijken de hevigste aanvallen weten te trotseeren, soms een klein deel van zich afstaande, doch na de worsteling weer even rustig en trotsch zich opheffend in ongekreukte hoogheid. Dan gaan wij weer verder, luisterend naar nog andere stemmen, naar het juichlied der gewiekte woudbewoners, die in dit Eden ten leven werden gewekt, naar het ijdel gesnap van het jong alom in wilde ordeloosheid opschietend struikgewas, naar het ritselen der eiken, het statig ruischen der beuken, het klagend gezang der dennen, in eindelooze verscheidenheid tot ons komend, over stemmend de ruwe, harde werkelijkheid. En wij dringen steeds dieper en dieper door, tot waar het gewei van een in zijn eenzaamheid ?opgeschrikt hert door het struikgewas schemert of de zachte weemoedige oogen van eene ree ons aanstaren in doodelyken angst, wijl zij geleerd heeft den mensch te schuwen als een moordend, verwoestend roofdier, dat haar en hare gelijken onophoudelijk met verfijnde wreedheid vervolgt, alleen haar sparende in den paartijd, opdat zij zich vermenigvuldigen, opdat hare kinderen op hun beurt vallen mogen als het offer van zijn onverzadelijken moordlust. Maar wij trachten der menschen wreedheid en onszelven en ons klein, nietig, aardsch gewriemel te vergeten in dit heerlijk gewrocht der natuur, in deze ongerepte oerwouden zoo tintelend van gloed en goud en levenswellust, en toch van zoo nabij grenzend aan de stilheid des grafs, aan het op dit gezegend plekje der aarde als een zeld zame natuur-reliquie bewonderde en geëerbiedigde doode bosch''. COBKELIE HüYGENS. Bentheim, 18 Juli. ZONDAGAVONDBIJEENKOMSTEN VOOR HET VOLK. Er bestaat te Londen de Gordon League, die aich ten doel stelt de donkere herfst- en winter avonden der armen te vervroolijken en die zoo veel succes heeft gehad, dat de bijeenkomsten tot ver in den zomer zijn voortgezet en volgens den wensch van hen, voor wie ze worden gehouden, nu bijna tot het eind van het Londensch seizoen duren. In November zullen ze weer worden her vat. Lady Grey Egerton heeft samen met den penSehaakspel. 3d« Jaargang. 16 Augustus 1891. Redacteur: RUD. LOMAN, te Londen. Verzoeke alle mededeelingen de schaakrubriek ?betreffende, gedurende de maand Augustus, aan de redactie van het Weekblad te richten. NEGENTIENDE ALGEMEENE VERGADERING VAN DEN NEDERLANDSCHEN SCHAAKBOND, Op Zondag 23 Aityitstu* iS'Jl, des middags ten 12 ure. in CaféSchiifer (vroeger Van Schalkwijk), achter St. Piet-r, 1) te Utrecht. BEPALINGEN VOOR DEN SCHAAKWEDSTIJD 1891. A. Bepalingen, vastgesteld d oor h et Bestuur. Artikel 1. Bij voldoende deelneming zal te Utrecht een schaakwedstrijd, aanvangende Zondag 23 Augus tus 1891 dadelijk na afloop der vergadering gehouden worden. Art. 2. Tot den wedstrijd worden alleen toege laten leden van den Nederlandschen Schaakbond 2), die niet uitgesloten zijn door de bijvoeging op art. 6 van liet bondsreglement, aangenomen in de ver gadering van 29 Augustus 1881 3). De wedstrijd zal in twee klassen plaats hebben ; de keuze der klasse blijft aan de mededingers zelve overgelaten, met dien verstande echter, dat bij de tweede klasse allen uitgesloten zijn, die reeds vroe ger in eenen wedstrijd eerste klasse een' prijs be haald of daarin gedeeld hebben, benevens zij die in oen' wedstrijd tweede klasse een' eersten prijs be haald of daarin gedeeld hebben. Het bestuur behoudt zich voor te beslissen of de deelneming voor elke der beide klassen voldoen de is. Art. 3. De inleg ter mededinging i.s bepaald op ,? 5, voor de eerste klasse, en op ? 2.50 voor de tweede klasse, te voldoen voor den aanvang van den wedstrijd. Art. 1. Ieder mededinger, eenmaal aan den wed strijd deelgenomen hebbende, blijft zijn inzet ver beuren, ook wanneer hij vóór het einde den strijd mocht opgeven ; die zich terugtrekt vóór de loting voor den wedstrijd verbeurt noch inzet noch boete. Art. 5. Zoodra de loting plaats gehad heeft, zal niemand meer aan den wedstrijd kunnen deelnemen dan met toestemming van al de deelnemers, behou dens het bepaalde bij art. 9, 2den regel. Art. 7. Ieder speler is verplicht zijne partijen zet voor zet zoo voor wit als voor zwart op te teekenen; een niet medespelende kan hem daarin behulpzaam zijn. De spelers zullen na afloop der partij die nauw lettend moeten naspelen en met hunne opteekeningen vergelijken, deze duidelijk verbeterende waar zulks noodig is ; beide exemplaren zullen door de spelers onderteekend a m het dienstdoend bestuur worden inge leverd. Overtreding heeft het verlies der partij ten ge volge. De Commissie van het Jaarboekje beslist welke van die partijen daarin zullen worden afgedrukt. Wil een speler zijn naam boven de partij vervangen zien door N. N., dan geve hij dit tijdig op aan die Com missie. Art. 8. De deelnemers aan den wedstrijd moeten ningmeester, Mr. Arnold White, die afdeeling der Gordon League voor hare rekening genomen, die zich ten doel stelt de arme menschen onschuldig en verheffend genot te doen smaken op Zondag avonden, als voor hen het gevaar het grootst is, om of op straat rond te slenteren, of in de her bergen te gaan zitten. Men is er in 1885 mee begonnen en heeft nu een aantal deelnemers van 900 a 1000 personen. Lady Egerton zegt, dat ze bij de Zondagavondbijeenkomsten de vrouwen haar kleine kinderen laat meenemen, omdat de moeders eenvoudig an ders niet kunnen komen. Het geeft wel eens last, als een kind schreit bij een muziekstuk of een voordracht, maar dat bezwaar is gering in verge lijking met het genot, dat aan de moeder wordt verschaft. Zij, die aan de uitvoeringen medewer ken, weten dat en schikken zich er in. Contri butie wordt voor deze bijeenkomsten der Gordon League niet geheven. Men had er wijd en breed over gesproken en er veel over nagedacht en be sloot eindelijk den toegang geheel vrij te laten, omdat voor de lieden, voor wie men wilde werken, elke stuiver beteekenis heeft. Goede krachten uit de tooneelwereld en de muzikale kringen doen ijverig mee en zelfs enkele parlementsleden heb ben populaire toespraken gehouden. Het blijkt meer en moer, hoe het werkelijk goede en mooie geapprecieerd wordt in die krin gen en hoe wenschelijk het ware, dat er in veel meer zalen zulke bijeenkomsten plaats hadden. Maar al geven de artisten hunne hulp gratis, er komt altijd zaalhuur en gas bij, en kleine uitga ven voor inrichting en regeling, zoodat de uitbrei ding van het werk der League van voldoenden finantieelen steun afhangt. Dat zij intusschen nu reeds een band vormt tusschen de verschillende klassen der maatschappij is zeker, want niets vereenigt meer dan het te zamen genotene, en geen beter middel bestaat er voor de weigestelden, om het vertrouwen der maatschappelijk misdeelden te winnen, dan dat zij door daden het levensgenot dier laatsten trachten te verhoogen. EEN JAAR MET DE MELAATSCHEN IN SIBERIË. Juist een jaar geleden vertrok Miss Kate Mars den, de dame, die onder de Maori's in verschil lende deelen van Nieuw-Zeeland de melaatschheid had bestudeerd, naar Rusland en Siberië, om ook daar waarnemingen te doen. Zij ging met speciaal goedvinden van de keizerin van Rusland en had papieren meegekregen, die iedere gevangenis en ieder hospitaal van het groote rijk voor haar zou den openen. Bij haar vertrek dacht Miss Marsden in een half jaar de voorgenomen taak te kunnen vervullen. Nu, na een jaar van moeilijken onver poosden arbeid, is zij hoog in het barre Noorden, waar alles gedurende negen van de twaalf maan den onder sneeuw en ijs is bedolven. Wilde stam men aan den rand der westersche beschaving in het gouvernement Jakoetsk zijn door haar be zocht. In plaats van nu naar huis te gaan, om het geziene en doorleefde te boek te stellen, heeft de moedige vrouw een dame naar Engeland ge zonden, die zich te Moskou bij haar had gevoegd en haar naar Omsk had vergezeld en die naar Miss Marsden denkt terug te keeren, na de haar opgedragen taak te hebben vervuld. Daar zij vloeiend Russisch spreekt en veel belang stelt in de ongelukkige zieken, is zij voor de reizigster bijna onmisbaar. Aan een vertegenwoordiger der Pall Mail deelde zich franco opgeven vóór of op 20 Augustus d. j. aan Dr. A. J. A. Prange, Secretaris-Thesaurier der Afdeeling Utrecht, Oude Gracht A. 174 te Utrecht. Het Hoofdbestuur behoudt zich voor ook na dien dag mededingers toe te laten, indien het daartoe termen vindt. Art. 9. De mededingers in elke klasse zullen ieder een nommer trekken van l tot zooveel als er mede dingers zijn; voor de hij de loting niet aanwezige mededingers trekt het bestuur. Daarna speelt men zijne partijen naar een rooster, dat tevens aangeeft wie wit en wie zwart heeft. Dit rooster wordt door den Secretaris vastgesteld naar het stelsel Schurig, zie Morphy, No 18 van l Juli 1886", en, Deutsche Schachzeitung, Mei 188(5''. Art. 10. Elk deelnemer aan den wedstrijd is ver plicht met elk der andere mededingers in zijne klasse eene partij te spelen, tenzij in zijne klasse (l of min der deelnemers zijn, in welk geval ieder met ieder twee partijen speelt, eerst het rooster enkelvoudig geheel af en daarna hetzelfde rooster opnieuw ge heel af, met omgekeerde kleurverdeeling. De prijzen worden toegekend aan hen, die de meeste winstpun ten gemaakt hebben, behoudens de bepaling van art. 17 laatste zinsnede; elke gewonnen partij geldt voor een, elke remisepartij voor een half winstpunt. Bij gelijkheid van punten spelen de gelijkstaande winners eene beslissende partij, die remise zijnde, herhaald wordt; bij drie of meer gelijken regelt het dienstdoend bestuur dit volgens hetzelfde beginsel, doch desverkiezende met medewerking der remise partijen. Art. 12. Bij elke staking van eene partij zal degeen, die aan den zet i-i, zijnen voorgenomen zet in een goed gesloten couvert moeten opgeven aan hel dienstdoend bestuur en is bij hervatting verplicht, op verbeurte der partij, dien zet to doen. Art. 13. Ieder speler is verplicht 20 zetten per uur te doen, op straffe van verlies der partij. De overwinst van tijd op de voorgaande 20 zetten komt ten bate van de volgende zetten. Tot controle zullen uurwerken aanwezig zijn waarvan het gebruik ver plichtend is. Art. 11. Wanneer iemand zic-h terugtrekt voordat de wedstrijd is beëindigd, worden zijne niet gespeelde partijen gerekend gewonnen te zijn door hen, die ze met hem hadden moeten spelen. Art. 15. Over allo voorkomende geschillen wordt door het dienstdoend bestuur uitspraak gedaan ; daaronder worden verstaan do tijdelijke aanwezige leden van het Hoofdbestuur en de tijdelijk aanwezige commissarissen van orde, uit di Utreciitsche leden te benoemen. B. Bepalingen door de v e r g a d r i n g vast te s t e 11 e D. Art. IC. Er zal worden gespeeld Zondag 23 Augus tus tot 5 u. 30 's namiddags en de volgende dagen van 10 u. tut 5 u. 30 onder aftrek van een half uur pauze. De mededingers moeten gedurende dien tijd stipt aanwezig zijn. Het dienstdoend bestuur beslist in welk geval eene afwezigheid lang genoeg is ge weest om den speler van verder mededingen in den wedstrijd uit te sluiten, hetgeen tevens hut verlies der loopende partij medebrengt. Het spelen des avonds, wanneer daartoe gelegen heid is, wordt vrij gelaten, doch is alleen geldig zij het volgende mede: Ik voegde mij te Moskou bij Miss Marsden, en van daar gingen we rechtstreeks naar Samara. Ik kan u niet zeggen, hoe bijzonder goed en vriendelijk de Russische regeering overal voor ons is geweest. Miss Marsden had een eigenhandig geschreven brief van de keizerin, met wie ze ook steeds blijft correspondeeren over haar werk, en het is opmerkelijk, hoe alle ambtenaren, van den hoogsten tot den laagsten, hun best doen, om haar te helpen in haar liefdewerk. Te Moskou bijv. zamelde prins Dolgoroukoff eene som gelds voor de reizigster in en vele andere aanzienlijke per sonen gaven haar warme kleederen en andere nuttige zaken ten geschenke, die ze in het barre Noorden voor haar zieken kon noodig hebben. Ook heeft zij een groote collectie heiligenbeeldjes meegenomen, die volgens het geloof der ongeluk kige Russen hen voor gevaren van geest en lichaam behoeden. Toen wij te Samara aankwamen, wisten we nog niet recht, of het verstandig zou zijn, naar Ufa te gaan, toen de goeverneur Miss Marsden ver telde van eenen man, die haar alle mogelijke inlichtingen kon geven over de Siberische melaatschen. Dit was de aartsbisschop van Ufa, een man in geheel Rusland bekend om zijn geleerdheid en om zijnen arbeid onder de half wilde stammen van het Noorden. Hij had er drie-en-veertig jaren als bisschop gewerkt en had het Nieuwe Testa ment vertaald voor de stammen rondom Jakoetsk." Maar spreken die dan geen Russisch, zooals de beschaafde menschen in Siberië?" Neen; de onderscheiden stammen hebben elk hun eigen taal of eigen dialect, zeer verschillend van het Russisch. Nu, de goeverneur van Samara gaf ons eenen brief van den bisschop van Ufa, dien wij den dag na onze aankomst bezochten en die ons zeer veel belangrijks meedeelde uit zijne ervaringen omtrent de door melaatschheid aan getasten. Hij vertelde ons van die zieken in de uitgestrekte woeste streken achter Jakoetsk hoe ze daar verspreid en eenzaam wonen en hoe verschrikkelijk veel lijders aan die ziekte er onder hen zijn. Er zijn drie verschillende soorten van melaatschheid en het schijnt, dat de soort, die in de buurt van de meren in Noord-Siberiëvoor komt, wordt toegeschreven aan een klein vischje, dat in de meren leeft en door de inboorlingen wordt gegeten. De kiemen der melaatschheid werden in de visch aangetroffen en wat meer zegt, er is ook reeds een tegengift uitgevonden in een plant, die in het district groeit. Dat is natuurlijk een zaak van zeer groot belang, maar helaas! waar zal men de zieken verplegen'? Er is geen hospitaal, waar men patiënten in het eerste stadium der zieke kan behandelen en waar het lijden kan worden verzacht van hen, die on herstelbaar ziek zijn. Een der plannen van Mars den is nu, geld in te zamelen voor een hospitaal in Noord-Siberiëen ze meent, daarvoor spoedig ondersteuning te zullen vinden in Rusland en Engeland, als de zaak eerst bekend is. Bij ons vertrek uit Ufa naar Omsk waren ons medelijden en onze belangstelling door de ont vangen mededeelingen niet weinig toegenomen. In laatstgenoemde plaats verliet ik miss Marsden en ging naar Engeland, om daar geld te verza melen voor onzen arbeid, die van zoo groot nut kan zijn. De reiskosten alleen bedragen reeds eene aanzienlijke som en miss Marsden gaat geen en kelen gevangene in de vele gevangenissen, die zij bezoekt, voorbij, zonder hem een kleine vriende lijkheid te bewijzen, bijv. door een kleine hoe wanneer het dienstdoend bestuur zijne toestemming verleent en wanneer minstens een der leden van dat bestuur tegenwoordig is. Art. 17. De prijzen zijn : In de eerste klasse: 1ste prijs ? 100, 2de prijs/'50, 3de prijs f 30, 1de prijs f 20. In de tweede klasse: ie prijs f 50, 2e prijs f 30, 3e prijs f 20. BEPALINGEN VOOR DEN PROBLEEMWEDSTRIJD 1891 1892. Art. 1. Bij voldoende deelneming zal een wedstrijd in het dichten van schaakproblemen gehouden wor den en wel in drie afdeelingen, te weten: van 4 zets problemen, van 3 zets problemen, en van 2 zets problemen. Art. 2. De deelneming is alleen open voor leden van den Nuderlandsehen Schaakbond, die Nederlan ders zijn of in Nederland gevestigd zijn. Ieder mag naar eigen verkiezing in iedere afdeeling, of in n of twee afdeelingen mededingen. Art. 3. De in te zenden Problemen mogen niet vroeger reeds het licht gezien hebben : moeten oor spronkelijk zijn en uit gewone matstcllingen zonder voorwaarde bestaan. Bij de vervaardiging er van zijn in acht te nemen de regelen voor het gewone schaak spel, zooals die omschreven zijn in liet R-gleuient van het S.-haakspel in Augustus 1S90 uitgegeven door het Bestuur van den Xederlandschen Schaak bond. Art. 4. Ieder die aan don wedstrijd \vensrht deel te nemen heeft iu te zenden zooveel problemen als hij zelf verkiest (d. w. ?/.. alleen 2, 3 of 4 zettige), welke duidelijk op diagrammen moeten zijn aange geven on van de volledige oplossingen moeten verge zeld zijn, t .t nndersclieidingsteeken een motto voe rende, en niet den naam van dun vervaardiger : alles moet duur uen ander dan den maker zcivcn ge schreven zijn. Art. 5. Bij elke toezending van eun probleem ol' problemen mout ziuh i/Uff-n bevinden cun gesloten enveloppe, inhoudende den naam un het adres van dun maker ui: liet opschrift buiten pp en binnen in hebbende hutzi-lfde motto. Dit opschrift buiten op de enveloppe mag uvunmin van de hand van den maker zij'i. Deze enveloppen ot' briefjes worden eerst geopend nadat du beounleclaars hunnu bevinding aan den Se<.-retaris van den Bond hebben kenbaar gemaakt. Art. il. Allo problemen van een zelfden maker mouten Oll'iur een zelfde motto wonleil inguzoiulen, op strafte 'bit indien door denzclfden maker ineurduru problumen onilur vursuhillende motto's zijn in gezonden, eventueel aan hum toegekende prijzen vurvallun un v-jor hut volgend beste probleem worden toegekend. Att. 7. Pi'ublcmen ingezonden op naam van meer dan uunun ui:ikur, worden niet bekroond. Ook mag geen probleem worden ingezonden op naam van eun andur 'lan 'lun maker: bij ontdekking worden zulke probleemen buiten alle mededinging gesteld, evenals die van den/.ulfdun rnaker, indien hij daarenboven op zijn eigen naam hueft mudegedongcn. Art. 8. I-"lur gebrekkig probleem wordt afgekeurd. Indien van eun zelfden maker meerdere proble. men zijn ingezonden, die op hetzelfde beginsel neer. veelheid thee en suiker te geven, die by de gevangeniskost worden verschaft." Hoe reist gij in het binnenland van Rusland?" Met de troïka, die in den winter op een slede, in den zomer op wielen wordt gezet. Toen wjj te zamen reisden, was het winter, en er heerschte dikwijls een koude van 20" Reaumur met wind erbij. Wat dat wil zeggen, weet alleen degene, die het heeft ondervonden. Miss Marsden was in Jaegerwol gekleed en daarover heen droeg zy niet n maar drie mantels, een van vilt, efti gewatteerde, en de bovenste bestond uit schapenvel aan den binnen- en rendiervel aan den bui tenkant. Rendiervel met het haar erop wordt in Siberiëaltijd voor winterjassen gebruikt, 't Is het eenige bont, dat wezenlijk ondoordringbaar is. Natuurlijk waren ook onze handen en ons gezicht goed ingepakt; we konden alleen even ademhalen en voor ons uit zien.'' Was het reizen door die eenzame districten gevaarlijk?" Niet bepaald gevaarlijk, want door de vrien delijkheid en de bedachtzaamheid der regeering werden we vergezeld door eenen ispravnik of po litiebeambte, die in zijne eigen slede onze troïka volgde. Maar we hadden allerlei soort van avon turen niet onze dragers, ruwe, onbehouwen boe ren. Eens op een nacht, juist voor we in Omsk zouden aankomen, was onze koetsier dronken en weigerde naar het dorp te te rijden, waar w\j voornemens waren, den nacht door te brengen. Noch de ispravnik, noch wij zelf konden hem tot gehoorzaamheid bewegen. Hij wilde of blijven waar wij waren, midden op een eenzame vlakte, waar mijlen en mijlen in den omtrek geen levend wezen was te vinden, of hij wou naar een plaats rijden, een dozijn mijlen verder dan onze bedoe ling was. Na een lange onaangename discussie kwamen we ten laatste bij onze bestemming aan en bemerkten, dat zijn meester hem tot de on gehoorzaamheid had aangezet, om meer geld van ons te kunnen eischen." Welk voedsel gebruiktet ge in die veraf gele gen oorden?" Soms moesten we het doen met thee en be schuitjes, of met den weinigen voorraad, dien wfl in blikjes bij ons hadden. Het bruine brood was zoo slecht, dat wij het niet konden eten; gewoon soldatenbrood is veel beter. Wat er gebeurde, nadat Miss Marsden Omsk verliet, weet ik alleen uit haar brieven. In een ervan zegt zij: De arme melaatschen zijn hier rondom Jakoetsk verspreid in wouden en moerassen, zonder eenige hulp aan zich zelven overgelaten. Soms moeten wij 300 mijlen reizen, om een volgenden patiënt op te sporen. Aan Dr. Alexeëf uit Chita heb ik geschreven, daar hij Engelsen en Fransch kent en elk phllanthropisch werk liefheeft. Hij is, zooals ge weet, met eene Engelsche getrouwd en is be reid, mij te helpen. Hij kan mij van oneindig groot nut zijn, omdat hij zoo goed is voor de armen. Ik begin nu in te zamelen voor een hos pitaal en zal, als ik eenigen tijd gereisd heb en alles heb waargenomen, een meeting organiseeren. om de rijke Siberiërs voor mijn zaak te winnen". In een volgenden brief schrijft ze: Dr. Alexeëf en ik zijn nu met onze dragers bij de oevers der Lena en zullen, om van Jakoetsk naar Yeluïsk te komen 'een duizendtal wersten te paard moeten afleggen door streken, waar nog geen wegen zijn. Ik draag hooge laarzen tot over de knie en moet als een heer te paard zitten, omdat het te gevaarlijk is, anders te ryden. Miskomen, kan hoogstens voor n daarvan een prijs worden toegekend. Art. 9. Al de ingezonden problemen worden het eigendom van den Bond, die het recht behoudt ze in het licht to geven, na de uitspraak van de beoordeelaars. Art. 10. Behoudens inachtneming van de boven staande bepalingen zijn de beoordeelaars geheel vrg bij hunne beoordeeling; zij regelen de wijze van be oordeeling naar eigen goedvinden en overtuiging en beslissen bij voorkomend verschil van meening bij meerderheid van stemmen. Art. 11. Behoudens het bepaalde bij artikel O blijft de uitspraak der beoordeelaars onherroepelijk, al mochten ook later in de bekroonde problemen ge breken ontdekt worden. Verbeteringen van ingezonden problemen worden niet meer aangenomen na den laatstcn dag van inzending. Art. 12. De inzendingen moeten franco geschie den voor dun 31 Maart op l April 1802 des middernachts te 12 ure, aan het adres van den Bonds-secretaris. Art. 13. De prijzen zijn : voor de l zets proble men : Ie prijs f 25, 2e prijs f 15 ; voor de 3 zets pro blemen : Ie 'prijs ? 20, 2e prijs ? 12 ; voor de 2 zete problemen : Ie prijs / 15, 2e prijs ? 9 en verder binnen iudere afdeeling zooveel eervolle vermeldingen als er problemen worden ingezonden die de beoor deelaars bckrooningswaardig oorduelen, maar niet bekroouen omdat voor nog betere de prijzen worden gegeven. De beoordeelaars rangschikken ook die eerj volle vermeldingen voor wanneer zich het geval, voor zien bij art. G, voordoet. ! De verbodsbepalingen en de strenge strafbepaling ; van art. (i over de problemen staan natuurlijk in verj band tot de tweede zinsnede van art. 8. Tot beoordeelaars zijn benoemd de heeren C. i Messemakur, J. J. Veraart Czn. en Jhr. A. E. van Foreest. De le'len van den Nederlandschen Schaakbond worden dringend iiitgunoodigd : Zulvu du vergadering bij te wonen en de wedstrij den mee ie maken, hun bekende niet bondsleden aan te sporen als lid toe te treden, om deze wedstrijden deel te nemen, of al is het alleen om den bond in staat te stellen steeds meer voor zijne leden te doen. De afileulingcn worden uitgenoodigd hare afgevaar digden ter vergadering te benoemen. Xaniens J/tf lf""f<H>e-'itititr, C. VAN OI.ST. /V-.s/./<?«<. J. F. HK:.MSKI:I;K, &'cretni-is. Amsterdam, T ,. i^ni 's-Gr;ivunhage. 1) Tevens hotel en restaurant; tram er langs. 2) dm lid van den Xud. Schaakbond te worden, wende men zich tot den Secretaris J. F. Heemskerk, 's-ftravenhiige, Noordeinde CG; contributie ? 2.50 's jaars; zegt het voort; wij moeten meer leden krijgen. 3) Die bijvoeging luidt: Aan welk tornooi slechts kunnen deelnemen leden, die Nederlanders of in Nederland gevestigd zijn.''

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl