De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1891 16 augustus pagina 7

16 augustus 1891 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 738 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. De portefeuille-quaestie. TAK tot MR. v. TIEMIOVKN : Zoo had u het immers bedoeld ! SNUIFJES. Van het Taptoe schmndaal is nu het Taptoe rapport gekomen, en nu weten wij er alles van. Het heeft op mij. den ganstigsten indruk gemaakt. Vooral wijl er uit blijkt hoe groot de esprit de corps is oader de politie, iets wat mea wel eens heeft durven betwijfelen. ~Di commissie van onderzoek klaagt, dat on derscheidene inspecteurs en brigadiers de waar heid niet hebben willen zeggen: dat zij op afkeurenswaardige wijs (ie feiten van supe rieuren en kameraden hebben verbloemd, en natuurlijk, voor zoo'n commissie die naar neus steekt in dingen die haar niet raken, was dit onaangenaam. Maar wij, die graag een goed aaneengesloten eendrachtig corps rustbewaarders hebben, zeggen tot die onder scheidene brigadiers en inspecteurs: goed zoo jongens! Dat bewijst dat gij een flinke op voeding hebt genoten. Een leugentje om best wil zondigt niet. Nu wordt v. Tienhoyen Minister van bui tenlandsche zaken. Dit vond ik een goede oplossing van de quaestie. Hij heeft voor diplomaat den meesten aanleg. Bovendien geen Nederlander, die zooveel in de gelegenheid is geweest met buitenlandsche vorsten em te f aan. Reeds van der jeugd af heeft hij met et buitenland op een intiemen voet gestaan. Toen hij te Utrecht rector van het studenten corps was mocht hij Garribaldi's medestander Nino Bixio aan den Dante-vertaler Hacke van Mijnden presenteeren. Zoo heeft hij, om zoo te zeggen, bijna zijn heele leven lang tusschen Godenzonen in gewandeld. Licht dat hij Hartsen,diemeer met buitenlandsche producten dan met buitenlandsche vorsten zich vertrouwd had gemaakt, in zwier en beleid overtreft! *** Met klimmende belangstelling zie ik het antwoord van den Heer Berckenhoff' aan Victor de Stuers te genioet. Dat zal verplet terend zijn. Hoe kon de referendaris er zoo inloopen? Hij is sterk en gevat, maar daar juist tegen zoo'n reus zich te-wagen. Berckenhofi gunt hem, misschien uit medelijden, nog een dag of wat leven, maar ik ben zoo nieuwsgierig hoe hij hem zal oppeuzelen. Ik heb het exemplaar, waarin de moord zal gepleegd worden, bij voorbaat reeds besteld. Maar 't is Augustus en waarschijnlijk reist de Rotterdatnsche correspondent in 't Buiten land, om nog nader de bouwstijlen te bestudeercn. Nu als hij terugkomt Mijn kaartje om hem te feliciteeren ligt klaar. De heer Steenkamp liet op den tweeden dag na het taptoeschandaal den heer Stork een rapport indienen, en begaf zich tevens naar het gasthuis om inlichtingen in te win nen omtrent het gebeurde op den avond van den Ten Juli. Een dag later ging hij de stad uitzonder den heer Stork over diens gedrag eenige aanmerking te hebben gemaakt. Daar zijn vitters die hem dit euvel duiden- Geheel ten onrechte, dunkt me. Ten eerste moet men niet vergeten, dat een hoofdcommissaris die uit zal gaan, het de laatste dagen enorm druk heeft, zoodat hij geen tijd kan hebben om op allerlei praatjes en courantenbericht jes te letten, en ten anderen mag men niet uit het oog verliezen, dat de politie op den Dam alleen maar den korten stok had gebruikt, een onschuldig wapen, dat juist is ingevoerd om bloedbaden te voorkomen. Hetgeen er dan ook op den Dam den l Juli is voorge vallen, was van. heel wat minder beteekenis, en van veel zachtzinniger aard dan wat op de Lindengracht, in CaféZincken en op het Waterlooplein was gebeurd. De politie was abnormaal bezadigd geweest en hoe kon nu een kerngezond man daarover zooveel drukte maken, als somniige zenuwachtige zielen, die bij het minste tikje moord en brand roepen ? Ik heb met genoegen gezien, dat de strijd, dien sommige socialisten voeren over de vraag of de genotmiddelen evenals de productie middelen gemeenschappelijk bezit zullen zijn, volgens het socialistisch orgaan, maar een bijzaak betreft. Het wil hiermede waarschijn lijk te kennen geven, dat zoodra alle pro ductiemiddelen gemeenschappelijk bezit zijn, er zoo weinig geproduceerd zal worden, dat de genotmiddelen de moeite van het aankijken niet waard zijn, Ik dacht er al lang zoo over, maar had niet durven vermoeden, dat de so cialisten zoo spoedig in mijn schuitje terecht zouden komen. Nu, ze zijn er daarom niette minder welkom in. De Synode der Ned. f lerv- Kerk heeft alevel iets vreemds. In een der zittingen, zoo meldde het krantenverslag, werd de lijst der colleges door de kerkelijke hoogleeraren te geven goed gekeurd, terwijl de vergadering instemde met den wensch van den voorzitter, dnt den kerkelijken hoogleeraren gezondheid, kracht en op gewektheid mocht worden geschonken om hunne lessen geregeld te geven, tot zegen van de Kerk. Verbeeld u nu eens e_en vergadering die met zulk een wensch niet instemde, of een voorzitter die zulk een wensch niet koesterde. Daar moet iets achter zitten. Het uitspreken van dezen wensch en het betuigen van in stemming daarmede doet onderstellen, dat de kerkelijke hoogleeraren, niet erg opge wekt college geven, en nog al ongeregeld zich van hun plicht kwijten. Zeggen ze hun lessen te dikwijls af? Zulke dingen kunnen voor komen, maar waarom dit op die wijze aan de groote klok gehangen ? * * * De heer Ritter schreef dezer dagen in het &$ïeuios v. d. Dat/: Niet wij schrijven in raadséltaal, maar het opkomend geslacht kent of leest zijnen Bijbel niet meer, zeer tot zijn schade. Wat zal onze taal over een jaar of wat arm zijn geworden aan allerlei kernige en zinrijke uitdrukkingen en wendingen, wan neer 't geslacht schrijft, dat »Jozef niet gekend heeft", en als de bijbelsche grondslag lang zamerhand zal zijn weggesleten. Zonde en jammer!" Hierdoor gaat mij een licht op. Meerma len had ik reeds gelegenheid mij te verbazen over de kernige en zinrijke taal van het Ritmes in den laatsten tijd.... Het is duidelijk, die kloeke stijl staat nog op bijbelschen grondslag! TYPEN. I. Lengte normaal, (l.^i schraal). T i n t, heel gezond, Buikje n, mooi rond. M o n d, nogal groot, Neus, ietwat rood. O o gen, gewoon, K i n, rond en schoon. W a n g e n gevuld, H o o fel Ii a a r, gekruld; Soms ook, absent, Dan: ouder de vent. Heel welgedaan, Ziet hij u aan. Van boven neer, Voelt zich, 'n heer! Pak, altijd chiek. Hoed, magnifiek. Handschoen en boord, Juist als het hoort. Centjes op zak, Houdt van gemak, Van goed diner. Lunch en souper. Meest altijd fijn. Lekkere wij n En zijn sigaar, Slechts prima waar. Woning vol pracht, Liefs! Keizersgracht. Is met pleizier Een rentenier. "n Janlje Secuur, Die op den duur. Konten verteert, Nooit speculeert. Schenkt ook zijn gunst, Wel eens aan kunst. Koopt dan een doek, Plaatwerk of boek Maar, altijd lijn, Duur moet het zijn, Anders ^aliern! Is ''t niets voor hém". De politiek, Maakt hem haast ziek. Hoort hij er van, Rilt hij, de man, 't Maakt hem kapot. 'k Geef schot en lot, 'k doe het verheugd, WM lieve deugd! "t Zit er toch an, Ben 'n rijk man. IK maak geen kabaal, I K heb 't ik betaal! Ik wil in geen Raad, Kamer of Staat, IK wil slechts rust. Heb niets geen lust, In al dien strijd, Zonde van tijd. Stemmen ? 'k doe 't Omdat ik moet, 't Hoort er zoo bij, Maar ik voor mij, Hou van de vree, En ga dus mee. Met wie het wint, Blijf zóó goed vrind, Met alle man, Knap, die het kan! INGEZONDEN. J/. //. II.' Ik vraag het woord voor een persoonlijk feit. Het Vaderland heeft deze week een entre filet gehad, dat den schijn droeg van officieus te zijn, en de strekking had mijne mededeelingen te niet te doen- Ik moet daartegen protest aanteekenen. In de eerste plaats zou ik willen vragen, waarom dat blad, als het mij voor een leuge naar meent te moeten uitmaken, dat zoo ter sluips doet, zonder mijn naam te noemen ? Ik moet wel aannemen, dat het Vaderland de nieuwe ministerieele combinatie gecompro mitteerd acht, door dat mijn naam er zoo nauw aan verbonden is, en meen ik dat Brommeijer, nu hij plaats gemaakt heeft voor Tak, iets beters verdient, dan geïgnoreerd te worden. Ik wil voorloopig niet verder uit de school klappen om het tot stand komen van het Kabinet niet te bemoeilijken. Van alles echter ben ik op do hoogte en de dagbladen waren van de week wat gelukkig, nu zij de berichten kon den overnemen, aangaande de namen der nieuwe portefeuilledragers, die ik aan een mijner persvrienden had overgebriefd. Ik zeg dat alweder niet om te bluffen, want, gelijk bekend, daar houd ik niet van. Maar ik wensch paal en perk te stellen aan den laster, die hand over hand toeneemt, en wel dra zoo ver zal gaan, dat een zoogenaamd fatsoenlijk blad als 't Vailerland zijn lezers op den mouw tracht te spelden, dat iemand als Brommeijer in het geheel niet bestaat. Met verschuldigde gevoelens M. de Red. Uw zeer onderd. Dienaar^ J. Pit. BUOM.MEUER. De Bocht, 11 Aug. 1S<)1.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl