De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1891 23 augustus pagina 2

23 augustus 1891 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Na. .739r gelegenheid dacht, door den Duitschen socia list Singer, een Jood, voor het presidium op den eersten congresdag aan te wijzen. Toch werd deze zaak in de algemeene Tergadering behandeld, vooral ter wille van den Amerikaanschen afgevaardigde Cahen, die uitsluitend naar Europa was gekomen, em rapport over dit vraagstuk uit te brengen. Na een kort debat werd een motie voor gesteld, waarin het congres, betreurende het bestaan eener anti-semietenquaestie, over ging tot de orde van den dag. . Een der Fransche afgevaardigden, Argyriadès, meende dat deze motie niet volledig ?was, indien er ook niet de philosemitische quaestie in werd opgenomen; hij doelde daar mede vooral op bladen door Israëlieten be taald, om tegen de antisemieten optetreden. Het bureau weigerde dit amendement overtenemen, doch de vergadering vcreenigde zich met de aldus aangevulde motie. De zittingen van Donderdag waren gewijd aan de bespreking der verschillende organi satie-plannen, waarover de Fransche afge vaardigde Groussier rapport uitbracht. Dit schijnt steeds het zwakke punt van derge lijke congressen te zijn. Ook nu gaf het rap port tot een levendige woordenwisseling aan leiding, in alle talen der op het congres ver tegenwoordigde volken ; de algemeene secre taris, de heer Volders, sprak op het laatst zelfs van »een treurige rommel" (im yiicliis déplorabk). Uit de discussiën bleek genoeg, dat een internationale centralisatie een herleving van de oude Internationale nog niet voldoende voorbereid werd ge acht en vooral bij de Duitschers heftigen tegenstand ondervond. De Fransche afgevaardigde Delécluze Etelde daarom voor, om voorloopig alleen nationale syndicaten op te richten, en natio nale secretarissen te benoemen, die voor de internationale verbindingen moeten zorg ragen. Over dit voorstel is in de Vrijdag gehou den algemeene vergadering beslist. Tevens ?werd toen de houding in de militaire quaestie besproken; er werd zeer tegen den zin van den heer Domela Nieuwenhuis een erg kalme motie aangenomen, waarin tegen het voeren van oorlogen en tegen de staande légers werd geprotesteerd. Met bezoeken, heden aan het veld van Waterloo waar de verbroedering der vol ken nogmaals werd afgekondigd en morgen aan de coöperatieve inrichtingen te Gent, wordt het congres gesloten. Het congres heeft over het algemeen een goeden indruk gemaakt. De parlementaire toon werd bij de debatten in den regel uit muntend gehandhaafd; alleen werd in dit Parlement niet tot de «geachte afgevaar digden", maar tot de »burgers" oftotde»kaBieraden" het woord gevoerd. Doch niet al lteen in het uiterlijke, in de vormelijkheden is dit parlementaire optreden merkbaar. Het congres van 1889 heeft weinig uitgewerkt; de wenschen der arbeiders, op dat congres geuit, zijn niet verhoord. Kan daarvan de oorzaak ook geweest zijn, dat die wenschen slet scherp genoeg geformuleerd werden en in minder parlementaire bewoordingen Waren vervat ? Het congres van 1891 wil zich voor die fout wachten. En zoowel bij de voorbe reiding, als bij de leiding en bij de formu leering der besluiten, heeft het getracht te doen uitkomen, dat het ernstig wil aandrin gen op de invoering van de door de arbei derspartij in alle landen zoo gewenschte maatschappelijke hervormingen. of de weinige ruitjes, die ia de vensters nog niet met papier waren beplakt, met wandelstok of vuist insloegen. Jansen zag niets en hoorde niets. Ook de verwenscbingen en scheldwoorden niet, die na zulke wandaden, het troepje doordraaiers werden uageschreeuwd ; ook de bloem-en andere potten, die hen uit di vensters met boosaardige bedoelingen werden nagesmeten. Jansen strfk het zelfs niet onder stoelen of banken, dat, als er eens brand uitbrak in een van die krotten, hij zich volstrekt niet zou haaste'i om alarm te maken. »De brandweer kon er toch niet goed bijkomen," beweerde hij ; »en 't zou een zegen voor 'tminsdom zijn, als die heele buurt maar uitbrandde, al was het met die kerels en die meissies terbij." Toch heb ik Jansen bij al de laksheid, die hij gewoonlijk in de Boterjacht ten toon spreidde, eens in volle werkzaamheid gezien, 't Was na een komedieavond! Men had bij Jaantje Koff zeer lang zitten plakken en tegen drie uur in den ochtend zaten nog slr-chts een viertal een zeer vermaard acteur uit die dagen en drie achtenswaardige ingezetenen om de kletstafel en kletsten. Jaantje knikkebolde achter het buffet en eindelijk bewoog het medelijden met haar den acteur, om te zeggen: «Kom lui, stap jelui BOU op, dan breng ik je nog een eindje weg. 't Is lekker weer!'1 Zij gingen, maar helaas! buiten hief een hunner het lied aan: >Uud es fait ja so schwer aus einander zu gehn l" en dit roerde zoozeer aller gemoed, dat zij besloten ge zamenlijk nog eens de Jacht in te gaan. Dooi de duistere Galecopsteeg kwamen zij op een nog duisterder pleintje, maar waar toch nog n hel verlicht venster schitterde. Het w.-n het venster van het alom bekende nacht- en daglogement: het Houten been Dat huis was 24 uren in een etmaal open en daar trai ons viertal binnen en stond dadelijk in een niet al te ruime gelagatner met een buffet vlak bij de deur. Kunst en Letteren. MUZIKALE KRITIEKEN. 1. Sonate fiir Klavier und Brat-che, componirt van G. H. G, von brucken Fock opus 5(1). Zooals ik in een vorL a-tikel vermeldde, heb ik bovengenoemd werk nog te bespreken. Het was eene goede gedacht* van dezen componist voor eea instiuiuerit te schrijven, waarvoor zoo weinig degelijke werken zijn gecomponeerd, nl. de alt. Het feit, dat er een nieuw werk i i sonatevorm voor alt en klavier is verschenen, moet dus met vreugde begroet worden Bovengenoemde s-mate bes a at uit driedeelen: a. Alleyo mydrrnt», b. Allfffretlol c. Laryo e mestij Allegro Vwicc. Het tweede gedeelte: Allegretto, is een kort intermezzo, dat door eenvou l en'klaarheid als het ware eene verp ozing geeft tusschen de beide andere, meer ingewikkelde gedeelten. Ia het eerste de-^1 is het meer de degelijke bewerking, dan wel de iusjiratie, die mij aan trekt, daar de hoof l gedachte wel wat al te sterk aan Brahms herinnert. Dit deel begint mij dan ook pas daar te b ei r, vv.iar de doorwerking begint, want van den bouw en ontwikkeling kan ik niets da i goeds zeggen. De toonaa;d: bes kleine terts, is minder praktisch voor alt. Wel is het geheele werk op de krachten van kunste naars berefeend; doch zplf< voor hen /al het ge deelte, beginnende met de laatste maat van pag. !) en hèvervolg op p.ig. ](), wat de alt partij betreft, bezwaren opleveren Die figuren zijn minder huidig en zul en '/,? Ifs bij eene goede uitvoering niet het gewenschte eil'.-c maken Do klavierpa'tij is daarentegen overal op hoogst zaa'~kundige wij'e behandeld. De geheele eerste satz i-* echter meer een bewijs voor de kennis, dan wel v or rie conceptie van den c niponist. Daarom maakt dan o k het A'legretto, hoewel w.it naief tegenover de beide audere deelen, een weldadigen indruk. Met de finale ben ik als geheel meer ingeno men d .n met het eerste del Na een k >rt, ernstig Largo treedt het Vivace mpt eea kcrua'htig rythmi.-che figuur op, terwijl dit motief zich op i.atuurlijke wijze ontwikkelt. CK>k in dit gedeelte komen enkele momenten voor, waar het oor (om eene uitdrukking van IV-r!ioz te bezigen) tam gemaakt moet worden. Ik be loid de korte figuren van de alt tegpn het tweede motiif in de klavierpartij in Des gr-.ote t< rt->. pag '20, .'is systeem Ie en 4e maat Voor piano alleen zou dit niet zp>o kwaad klinken maar voor beide instrumenten klinkt het te stroef Na het t-veede thema en de daarop volgende afsluiting van het eerste deel komt een gedeelte in fu£.ito«tijl. Op natuurlijke wijze wordt de hoorder daarna tot het eerste motief gevoerd, waarin het eerste korte figuur van de fugato zich nog doet hooren. Op bladz. 27 Ie systeem, waar het tweede mo tief in Gis groote terts terugkom", heb ik bes vaar tegen de figuur in de linkerhand, die t-gen het motief \* gelegd. Op zich zelf klinkt die niet k-vaad, doch hier klinkt het stroef door deii grooten afstand tusschen melodie en begeleiding en de daardoor ontstane leegte. Evenmin heb ik vred« met de 4e maat op het 2« sy-teem van figuur '27, waar de g in plaats van ges in de lin kerhand hard en ongemotiveerd klinkt. (De drs die er op olgt is een drukfout en moet d zijn). Ondanks d-ze opmerkingen zal dit gedeelte als het door goede kunstenaars in een zeer leven dig tempo wordt uitgevoer i, als geheel een goeden indruk maken. Deze sonate is dus m. i. eene ernstige dege lijke comj ositie, die ik echter gaarne wat meer poëtisci behandeld had gezien. 2. Drie Aquarellen voor viool en orgel, har monium of piano-begeleiding door M. H. van 't Kruys opus 3o. 2) De heer Van 't Kruys is onvermoeid in bet componeeren. Zijne compositiën voleen elkander in duizelingwekkende snelheid op LTit een tech nisch oogpunt beschouwd is dit hoogst prijzens waardig. Op die wijze l ert men de techniek ten volle beheerscben. De schaduwzijde is echter dat de denkbeelden in dat geval niet altij l even belangrijk of afwisselend zijn en de componist Achter dat buffet zat een ruwe kerel, aan wiens houten been de herberg zijnen naam ontleende, en die met een gezicht om zich heen staarde, waarop duidelijk te lezen stond, dat bij in geene wereldsche zaken belang meer stelde. Geen mis daad was hem vreemd of onbekend en op zijn voorhoofd en wangen en in zijn hals stond in allerlei litteekeni gegrift: Alles scho-i dagewesen ! Ook zijn houten been was een eereteeken door hem, bij een zijner moorddadige nachtpartijen verworven. De heeren kwamen binnen.Het houten been stond op. Dat waren klanten naar zijn hirt en zij kwamen of zij geroepen waren. »Ga maar naar achteren, heeren", zei hij, terwijl hij naar eea donkere gordijn wees en inmiddels de voordeur van zijn hotel op het nachtslot draaide. Een der vierheerea lichtteuieuwsgierigdegordijn op eu de vrienden zagen daar een drietal boeventro ? nies, slechts Hauw verlicht door de flikkerende vlam van eene vetkaars, die in den hals van een ile.sc1! ge stoken was en midden op eene tafel stond, waaromheen de drie schobbejakken, met e;n smerig spel kaarten, zaten te gokken". De heeren warden zeer vriendschappelijk ont vangen. Niet alleen met een hartelijk : kom binnen, heeren !", maar het houten been bracht stoelen aan en zette die om de tafel, terwijl de kaartspelers heu met zachteu dwang bij de schouders namen en op die stoelen neerdrukten. »En wat zal het nu zijn? Maar vast een flesch jenever, hè?" zei het houten been meer op bevelenden, dan op vragenden toon, terwijl hij. zonder een antwoord af te wachten naar het bulFat ging. de liesch met glazen op de la fel zette en dit werk liet vergezeld gaan van de woorden: een gulden, asjeblieft, heeren!" De gulden werd voirzic'itig uit een vestzakje gehaald en in de uitgestoken ban I van het hou ten been gestoken en de boeven begonnen vlijtig toont dan ook hier, dat tij op deje klip wel eens strandt. Het is In het b' Ia g van den componist z-lven alleen de werken iri bet licht te geven of ten ge hoore te br ngen, die hij na gestrenge zelfcrittek daarvoor berekend acht. Zoo zijn deze drie Aquarellen goed en eenvoudig bewe kt, doch tevens weinig belangrijk van inhoud. Juist in nummers zoo beknopt iu vorm als deze, i-< de vinding h >ofizaak. Het is een verei^chte dat het motief aanspreekt. Alle dr-e nummers kwamen mij te droog voor, terwijl in no l nog een te gen motief als contrast is aangebracht, dat a leen redeu van be>taan zou hebben als dit nummer meer u'tgebreid van vorm en doorwerku g ware geweest. Waarom schrift de heer Van 't Kruys (och zoo droog e j zakelijk'? Ik ?ag hem liever eens eene buitens; origheid begaa.i ( vel te verstaan in zijne comp'isitiën!) op voorwaar Ie dat hij dan ook wat meer Schwung, wat meer aiel wist te geven. Als instructief werk kan het dienst bewijzen, daar vi >ol en orgel partij ni-t m oei «lij k zijn uit te voeren. In de vi olpartij van No 3, Ie maat, is een kwart rust vergeten. .'» Mazurka Ciraeléristiqne pour Vio'on avec pccompagnement d'Oichestre ou de Pi.mo, par Bern. J. A. Behl. Ouevre 7 '?'>) D.t num ner is in den salonstijl geschreven en valt i:i het g-nre: Wieniawsky. Vieuxtemps. Hoewel dus deze mn-iek min of meer in eene j vroegere prriode tf huis behoort, is de Mazurka i da ? k baar en vloeiend g-compon^erd, terwijl in de begeleiding de noodige afwisseling is gebracht. Zo > maakt bet tegenfiguur bij fien terugkeer van het eerste thema na het trio een goed effect. Eea weinig meer gang in de basse i ware h er en daar weuschelijk geweest, bo endien klinkt de begelei ling op pagina 4 van af het twee systeem laatste maat, voor klavier wel wat dun tegenover het motief op de G-snaar Als toegiftnurnmer dat in den smaak van het publiek zal v;dlen zij deze Mazurka van den heer ISehl aanbevolen. Het is daarenboven niet bijj zonder moeielijk uit te voeren. VAX MJLI.K; !?:>:. 1) Uitgegeven bij Ij-eitkopf en Iliirtel, Leipzig en Brussel, prijs frc-1. u' !l<\ Mark .óO 2) Uitgegeven bij W. F. Lichtenauer, Rotter dam, prijs J' 0.8''. 3) Uitgegeven bij J. A. H. Wageaaar. Utrecht, prijs f u.fl! >. PATTI'S THEATER EN KASTEEL. Mad. Alelina Patti heeft met eene reeks van feestelijkheden een pariculier theater ingewijd, dat zij in haar kasteel te C'raig-y-Nos heeft la ten oprichten. Het is in Italiaanscheu stijl ge bouwd en allerweelderigst ii gericht. Een tn-eeh inderdtal gasten had.Jen aan de uitnoodigit g om naar Wales te komen, gehoor gegeven ; de feestelijkheden werden geopend met eene voor stelling, waarbij de beer William T rriss, als ter tegenwoo diger van Henry I r ving, een proloog uitsprak; daarna werd de eerste acte van La Traviatu gegeven. Adelina Patti trad op in de rol van Viol"tta, zong heerl'ik en werd behoor lijk geapplaudisseerd. Het kleine, maar uitmun tende orkest stond onder leiding van signor Arditi. Het slot der voorstellingen vormde, Zaterdag, eene matinee, waarop Adelina eene acte van Murtha en de bakwnscène van Romeo et Juliette zong. Romeo was hierin Nicolini. Deze matinee bracht de gasten in uitbundige geestdrift; toen Adeline de lersche melodie »Tne last Rose of Sumtner" voordroeg,, stonden allen op, men wierp bloemen en bouquetten naar de diva, en deze antwoordde door het lied in het Engelsch te herhalen. Na de balconscène gaf zij als toegift II b'ieio. Na de voorstelling vereenigde men zich in den wintertuin, en er werd op de gastvrouw en zangeres getoast. Do volgende week zal Patti een liefdadigheidsconcert geven, te Swarsea; dit is in de buurt van Craig-y-Nos. Eeniüe j ren geleden zochten Mad. Patti-Nicolini en haar man naar eene wo ning, om hun eindelijk officieel geworden geluk in te bergen. Hun oog viel op een aardig bui in te schenken en te drinken. »En nu spelen de heeren zeker ook een par tijtje mede?'' vroeg een hunner op brutalen toon, die ook al geen tegenspraak scheen te dulden. Of de heeren al beweerden geen kaartspel te verstaan en van de g»heele geschiedenis een grapje poogden te maken, verklaren Ie »dat zij veel liever nog een flesch jenever gaven, dan eene kaart in de band te nemen," mocht niet baten Die laatste verklaring gaf alleen aanleiding, dat er onmiddellijk nog een fiesch besteld, gebracht en betaald werd. Wat di1; spelen betrof, zij behoefden geen kaart aan te raken. »'t Was heel gemakkelijk, 't was maar gewoon azen. Die een aas krijgt, geeft een kwartje. Kijk maar ! Ik ben n, u bent twee" dat was de acteur, die naast hem zat >Teunis is drie en u bent weer vier en zoo rond tot aan zeven toe. Jij doet ommers niet mee, houten been?" Neen, het houten been bedankte. Zie zoo, met zijn zevenen dan : daar begint het. Hij schudde de kaarten, liet. zooals het be hoorlijk is, coupeeren, nam daarna de eerste kaart af keek of het geen aas was en legde die toen voor zich neer, zeggende: »iat is n." Daarna nam hij de tweede kaart, keek weer als te voren en toen dat ook geen aaa was, legde hij haar op de eerste en zeide niet een bemoedigend knikje tot den acteur: »en dat is twee." Zoo ging het ren d, tot dat No. f bleek werkelijk een aas te zijn, waarop de bankier na pas No. 7 te hebben gehad, op den eenvoudigsten toon der wereld zeide: »en dit is twee! Een kwartje asjeblieft, meneer '." De acteur kon in zijn geheele kunstenaarsleven j geen komieker gezicht getrokken hebben, dan terwijl bij daar zoo, bij levenden lijve, geplukt werd, onmachtig om daar in die bende iets tegen te doen. Want een enkel woord van protest dut hu zich veroorloof Ie, wek'e zoo'n stortn van verin den vorm van een kanteel, in eene romantische vallei in Wales gelegen, die bij Swansea in de zee uitloopt. Langzamerhand werd er bij het kasteeltje bijgebouwd, en nu vormt het eene i drukwekkende massa weelderig aan gelegde architecturen, tusschen de sombere,dicht met bosch begroeide bergen, die een ruim uit zicht geven over dal en heuvelrij, en op hft riviertje de Tarve in de diepte, waa-signor Nicolibi gaarne hengelt. Achter het kasteel verrijst Craig-y NOS de R 4s der Nacht die zijn kruin m de lucht verheft, terwijl de groote vvi-g zich wijlen ver langs de heuvelrijen kronkelt, den loop der ri vier volgend. Het kasteel ligt ongeveer op ander halve mijl afstand van het kleine station Pcnwilt; dit kan door een weg bereikt worden, dien Ma dame r<uti heef: laten aanleggen. Het allereerste wat men opmerkt is een wa rschuwing voor in brekers, dat er ontelbare voetangels eu klemmen over den grond rondom het kasteel zijn ver spreid. Pdtii houdt van honden; dit zijn hare beschermers, die 's nachts in groot aantal rond zwerven, zoekende wien zij kunnen verslinden. Maar er is er vooral een »Prince", heet hij die in een paleisachtig hondehok woont, juist op de top van liet steile terras, dat naar deu oever der rivier aft >opt. Hier leidt hij een klooster leven knorrend eu grooimjnl ea zijn tanden latende zien aan iederen bezoeker. Djor een of and re elektrische tooverviading is het zoo aange legd, dat ,, Prince" zal ontsnappen wanneer bet kasteel in aUrm worde gezet, en men kan me delijden hebbeu met deu ondernemenden inbreker die inet »l'rince" in tê'e-a-uV.e komt. Eenige maanden geleden opende eea gast zijn venster in het midden van den nacht, en was niet weiuig verschrikt te zien dat hij het geheele huis in rep eu roer had gebracht; aan de gasten ook die nu een bezoek brachten aan Craig-y-N >s, was de wairsciiuwing gegeven hun venster niet te openen, want dan kooien de electrische stroo men iu beweging en evenzoo de zenuwen der slapers. Er zijn meer van die hoof .stukken uit Muutc rtito in het kas'Cil. Al die voorzorgen zijn genomen sinds er eeni inb-aak in het kasteel werd beproefd, gelukkig zonder gevolg. Signor Nicoluüeeft eene grootj verzameling van wa pens in zijn kleedkamer, eeu rek vol geweren eu vogelrocren, Craig-y NOS zou dus vrij gosd «en beleg kun..en doorslaan. Men kan zich geen aangenamer gezicht voor stellen dan d" ruime verliclite hal, waarmede men hei kanteel binnentreedt, behangen met honderde zegeteeke^s welke de beroe nde prima-donna in ahe deelen der wereld heeft verworven, schilde rijen e ! kos,baarbeden tegen de muren, en een voorraad van heerlijke bloemen, als kransen eu harpeu geleid, ej geplaatst iu prachtig be» werkte gou leu vazen. Hier wordt het oog aan getrokken door portretten vm Patti en Nicolini, daar door airessen met gekleurde en gecalligrafeerde letters. Aan het eene eiade der zaal bevindt zich het boudoir, iu het midden de kleedkamer, eu aau het amiere einde de eetkamer, door welke men in eeu bekoorlijke serr,^ tevens huiskamer, afdaalt, w.tann men een leven met gemak en genoegen zou kuiiuen doorbrengen. Men stelle zich voor een lang en hoog glazen huis, gevuld met palujea en boomvarens en hangende planten van al.e soorten met spatteude f.iuteiQen en zingende vogels: een waar E ien. A-m het eene einde bevinden zich Patti's drie grijze papepaaien. \Vanneer ge tegen het schut tikt dat achter een hunner staat, en tien seconden w^cht, klinkt zijo.: aentrez! entrc-z !" zoo natuurlijk mogelijk. Zijne kameraden hebben ook bun talenten, eu niet minder hun vriend, heteekhoorntje. Open de glazen deuren aau het einde van den wintertuin en gij bevindt u in een langen doorgang, welke u naar den heerlijk geurigen en stillen wintertuin voert, die langzarnernand te klein wordt voor het aan groeiende houtgewas. De geheele atmosphe>r, boe bitter koud het buiten moge zijn, is steeds tro pisch; en het gezicht uit de vensteis is bekoor lijk en wild romantisch. Madame's boudoir Is een weelderig klein vertrek, waarin vele van haar hei ligste schatten worden bewaard. Tegen de muren ziet men een groote photo^ralie van den ouden Duit schen keizer, Sant's portret van Patti zelve, dat een jaar of vier geleden ia de tentoonstelling der ontwaa'dia-ing bij de beleedigde onschuld op, dat hij maar "haastig zijn kwartje op tafel legde. Zelfs het houten been was zeer vergramd en brulde achter het buffet vanlaan: »dat zijn huis door kale heeren niet ia een slechten naam moest gebracht worden, of hij zou hier en gunterme..." Er was eeu oogenulik van opschudding ; de spelers sto .den op, liepen vljekend de kamer heen eu weer, dreigd >n en En van dat oogenblik had n der vier onwillige kaartspelers gebruik gemaakt, om den kastelein voorbij en de straat op te snellen. Nou is het d .nderen," vloekte het houten been. ..Jongens, maak wat voort, als je nog wrat verdienen wilt, daar is er een de straat op geloopen." De wesgeloopene hal spoedig Jansen, den onden diender, gevonden, en ofschoon deze in den aanvang niets wist te zfggeödan: »wat doen juilie er in. wat doen jullie er in? Ik kan jullie uit dat moordhol allén niet halen," toen hij kUnkeii'ie munt zag, wist hij wel raad. Aan het i einde der Boterstraat blies hij alarm en weldra stond hij met drie kameraads voor het Houten been. Dii'ir hadden de heeren. nog een ilesch ge geven eu een paar rondjes verloren, maar zij verklaarden plechtstatig aan de politie dat zij zeer genoedijk den avond hadden doorgebracht en uiters? behoorlijk warea behandeld. Wie zou den voliren Ien dag om zu'k een geval_ en met zulke lieden voor den commissaris willen verschijnen? Er is van het viertal, dat dit avontuur medemaakte, nog maar n overgebleven. Dat volha'dende en dieps doordringen in dj nachte lijke gehei-nen ceuer stad schijnt toch niet gezond te zijn. I, VAX E K.V.N K.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl