Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Na.
.739r
gelegenheid dacht, door den Duitschen socia
list Singer, een Jood, voor het presidium op
den eersten congresdag aan te wijzen.
Toch werd deze zaak in de algemeene
Tergadering behandeld, vooral ter wille van
den Amerikaanschen afgevaardigde Cahen,
die uitsluitend naar Europa was gekomen,
em rapport over dit vraagstuk uit te brengen.
Na een kort debat werd een motie voor
gesteld, waarin het congres, betreurende het
bestaan eener anti-semietenquaestie, over
ging tot de orde van den dag.
. Een der Fransche afgevaardigden,
Argyriadès, meende dat deze motie niet volledig
?was, indien er ook niet de philosemitische
quaestie in werd opgenomen; hij doelde daar
mede vooral op bladen door Israëlieten be
taald, om tegen de antisemieten optetreden.
Het bureau weigerde dit amendement
overtenemen, doch de vergadering vcreenigde zich
met de aldus aangevulde motie.
De zittingen van Donderdag waren gewijd
aan de bespreking der verschillende organi
satie-plannen, waarover de Fransche afge
vaardigde Groussier rapport uitbracht. Dit
schijnt steeds het zwakke punt van derge
lijke congressen te zijn. Ook nu gaf het rap
port tot een levendige woordenwisseling aan
leiding, in alle talen der op het congres ver
tegenwoordigde volken ; de algemeene secre
taris, de heer Volders, sprak op het laatst
zelfs van »een treurige rommel" (im yiicliis
déplorabk). Uit de discussiën bleek genoeg,
dat een internationale centralisatie een
herleving van de oude Internationale
nog niet voldoende voorbereid werd ge
acht en vooral bij de Duitschers heftigen
tegenstand ondervond.
De Fransche afgevaardigde Delécluze
Etelde daarom voor, om voorloopig alleen
nationale syndicaten op te richten, en natio
nale secretarissen te benoemen, die voor de
internationale verbindingen moeten zorg
ragen.
Over dit voorstel is in de Vrijdag gehou
den algemeene vergadering beslist. Tevens
?werd toen de houding in de militaire
quaestie besproken; er werd zeer tegen den zin
van den heer Domela Nieuwenhuis een erg
kalme motie aangenomen, waarin tegen het
voeren van oorlogen en tegen de staande
légers werd geprotesteerd.
Met bezoeken, heden aan het veld van
Waterloo waar de verbroedering der vol
ken nogmaals werd afgekondigd en morgen
aan de coöperatieve inrichtingen te Gent,
wordt het congres gesloten.
Het congres heeft over het algemeen een
goeden indruk gemaakt. De parlementaire
toon werd bij de debatten in den regel uit
muntend gehandhaafd; alleen werd in dit
Parlement niet tot de «geachte afgevaar
digden", maar tot de »burgers"
oftotde»kaBieraden" het woord gevoerd. Doch niet al
lteen in het uiterlijke, in de vormelijkheden
is dit parlementaire optreden merkbaar. Het
congres van 1889 heeft weinig uitgewerkt;
de wenschen der arbeiders, op dat congres
geuit, zijn niet verhoord. Kan daarvan de
oorzaak ook geweest zijn, dat die wenschen
slet scherp genoeg geformuleerd werden en
in minder parlementaire bewoordingen Waren
vervat ? Het congres van 1891 wil zich voor
die fout wachten. En zoowel bij de voorbe
reiding, als bij de leiding en bij de formu
leering der besluiten, heeft het getracht te
doen uitkomen, dat het ernstig wil aandrin
gen op de invoering van de door de arbei
derspartij in alle landen zoo gewenschte
maatschappelijke hervormingen.
of de weinige ruitjes, die ia de vensters nog niet
met papier waren beplakt, met wandelstok of
vuist insloegen. Jansen zag niets en hoorde niets.
Ook de verwenscbingen en scheldwoorden niet,
die na zulke wandaden, het troepje doordraaiers
werden uageschreeuwd ; ook de bloem-en andere
potten, die hen uit di vensters met boosaardige
bedoelingen werden nagesmeten. Jansen strfk het
zelfs niet onder stoelen of banken, dat, als er eens
brand uitbrak in een van die krotten, hij zich
volstrekt niet zou haaste'i om alarm te maken.
»De brandweer kon er toch niet goed bijkomen,"
beweerde hij ; »en 't zou een zegen voor
'tminsdom zijn, als die heele buurt maar uitbrandde,
al was het met die kerels en die meissies terbij."
Toch heb ik Jansen bij al de laksheid, die hij
gewoonlijk in de Boterjacht ten toon spreidde,
eens in volle werkzaamheid gezien, 't Was na
een komedieavond! Men had bij Jaantje Koff
zeer lang zitten plakken en tegen drie uur in
den ochtend zaten nog slr-chts een viertal een
zeer vermaard acteur uit die dagen en drie
achtenswaardige ingezetenen om de kletstafel en
kletsten. Jaantje knikkebolde achter het buffet
en eindelijk bewoog het medelijden met haar
den acteur, om te zeggen: «Kom lui, stap jelui
BOU op, dan breng ik je nog een eindje weg.
't Is lekker weer!'1 Zij gingen, maar helaas!
buiten hief een hunner het lied aan: >Uud es
fait ja so schwer aus einander zu gehn l" en dit
roerde zoozeer aller gemoed, dat zij besloten ge
zamenlijk nog eens de Jacht in te gaan. Dooi
de duistere Galecopsteeg kwamen zij op een nog
duisterder pleintje, maar waar toch nog n hel
verlicht venster schitterde. Het w.-n het venster
van het alom bekende nacht- en daglogement:
het Houten been Dat huis was 24 uren in een
etmaal open en daar trai ons viertal binnen en
stond dadelijk in een niet al te ruime
gelagatner met een buffet vlak bij de deur.
Kunst en Letteren.
MUZIKALE KRITIEKEN.
1.
Sonate fiir Klavier und Brat-che, componirt
van G. H. G, von brucken Fock opus 5(1).
Zooals ik in een vorL a-tikel vermeldde, heb
ik bovengenoemd werk nog te bespreken. Het
was eene goede gedacht* van dezen componist
voor eea instiuiuerit te schrijven, waarvoor zoo
weinig degelijke werken zijn gecomponeerd, nl.
de alt. Het feit, dat er een nieuw werk i i
sonatevorm voor alt en klavier is verschenen,
moet dus met vreugde begroet worden
Bovengenoemde s-mate bes a at uit driedeelen:
a. Alleyo mydrrnt», b. Allfffretlol c. Laryo e
mestij Allegro Vwicc.
Het tweede gedeelte: Allegretto, is een kort
intermezzo, dat door eenvou l en'klaarheid als
het ware eene verp ozing geeft tusschen de beide
andere, meer ingewikkelde gedeelten.
Ia het eerste de-^1 is het meer de degelijke
bewerking, dan wel de iusjiratie, die mij aan
trekt, daar de hoof l gedachte wel wat al te sterk
aan Brahms herinnert. Dit deel begint mij dan
ook pas daar te b ei r, vv.iar de doorwerking
begint, want van den bouw en ontwikkeling kan
ik niets da i goeds zeggen. De toonaa;d: bes
kleine terts, is minder praktisch voor alt. Wel
is het geheele werk op de krachten van kunste
naars berefeend; doch zplf< voor hen /al het ge
deelte, beginnende met de laatste maat van
pag. !) en hèvervolg op p.ig. ](), wat de alt
partij betreft, bezwaren opleveren Die figuren
zijn minder huidig en zul en '/,? Ifs bij eene goede
uitvoering niet het gewenschte eil'.-c maken
Do klavierpa'tij is daarentegen overal op hoogst
zaa'~kundige wij'e behandeld. De geheele eerste
satz i-* echter meer een bewijs voor de kennis,
dan wel v or rie conceptie van den c niponist.
Daarom maakt dan o k het A'legretto, hoewel
w.it naief tegenover de beide audere deelen, een
weldadigen indruk.
Met de finale ben ik als geheel meer ingeno
men d .n met het eerste del Na een k >rt,
ernstig Largo treedt het Vivace mpt eea
kcrua'htig rythmi.-che figuur op, terwijl dit motief
zich op i.atuurlijke wijze ontwikkelt. CK>k in
dit gedeelte komen enkele momenten voor, waar
het oor (om eene uitdrukking van IV-r!ioz te
bezigen) tam gemaakt moet worden. Ik be loid
de korte figuren van de alt tegpn het tweede
motiif in de klavierpartij in Des gr-.ote t< rt->.
pag '20, .'is systeem Ie en 4e maat Voor piano
alleen zou dit niet zp>o kwaad klinken maar voor
beide instrumenten klinkt het te stroef
Na het t-veede thema en de daarop volgende
afsluiting van het eerste deel komt een gedeelte
in fu£.ito«tijl.
Op natuurlijke wijze wordt de hoorder daarna
tot het eerste motief gevoerd, waarin het eerste
korte figuur van de fugato zich nog doet hooren.
Op bladz. 27 Ie systeem, waar het tweede mo
tief in Gis groote terts terugkom", heb ik bes vaar
tegen de figuur in de linkerhand, die t-gen het
motief \* gelegd. Op zich zelf klinkt die niet
k-vaad, doch hier klinkt het stroef door deii
grooten afstand tusschen melodie en begeleiding
en de daardoor ontstane leegte. Evenmin heb
ik vred« met de 4e maat op het 2« sy-teem van
figuur '27, waar de g in plaats van ges in de lin
kerhand hard en ongemotiveerd klinkt. (De drs
die er op olgt is een drukfout en moet d zijn).
Ondanks d-ze opmerkingen zal dit gedeelte
als het door goede kunstenaars in een zeer leven
dig tempo wordt uitgevoer i, als geheel een goeden
indruk maken.
Deze sonate is dus m. i. eene ernstige dege
lijke comj ositie, die ik echter gaarne wat meer
poëtisci behandeld had gezien.
2. Drie Aquarellen voor viool en orgel, har
monium of piano-begeleiding door M. H. van 't
Kruys opus 3o. 2)
De heer Van 't Kruys is onvermoeid in bet
componeeren. Zijne compositiën voleen elkander
in duizelingwekkende snelheid op LTit een tech
nisch oogpunt beschouwd is dit hoogst prijzens
waardig. Op die wijze l ert men de techniek ten
volle beheerscben. De schaduwzijde is echter
dat de denkbeelden in dat geval niet altij l even
belangrijk of afwisselend zijn en de componist
Achter dat buffet zat een ruwe kerel, aan wiens
houten been de herberg zijnen naam ontleende,
en die met een gezicht om zich heen staarde,
waarop duidelijk te lezen stond, dat bij in geene
wereldsche zaken belang meer stelde. Geen mis
daad was hem vreemd of onbekend en op zijn
voorhoofd en wangen en in zijn hals stond in
allerlei litteekeni gegrift: Alles scho-i dagewesen !
Ook zijn houten been was een eereteeken door
hem, bij een zijner moorddadige nachtpartijen
verworven.
De heeren kwamen binnen.Het houten been stond
op. Dat waren klanten naar zijn hirt en zij
kwamen of zij geroepen waren. »Ga maar naar
achteren, heeren", zei hij, terwijl hij naar eea
donkere gordijn wees en inmiddels de voordeur
van zijn hotel op het nachtslot draaide.
Een der vierheerea lichtteuieuwsgierigdegordijn
op eu de vrienden zagen daar een drietal boeventro ?
nies, slechts Hauw verlicht door de flikkerende vlam
van eene vetkaars, die in den hals van een ile.sc1! ge
stoken was en midden op eene tafel stond,
waaromheen de drie schobbejakken, met e;n
smerig spel kaarten, zaten te gokken".
De heeren warden zeer vriendschappelijk ont
vangen. Niet alleen met een hartelijk : kom
binnen, heeren !", maar het houten been bracht
stoelen aan en zette die om de tafel, terwijl de
kaartspelers heu met zachteu dwang bij de
schouders namen en op die stoelen neerdrukten.
»En wat zal het nu zijn? Maar vast een flesch
jenever, hè?" zei het houten been meer op
bevelenden, dan op vragenden toon, terwijl hij.
zonder een antwoord af te wachten naar het
bulFat ging. de liesch met glazen op de la fel
zette en dit werk liet vergezeld gaan van
de woorden: een gulden, asjeblieft, heeren!"
De gulden werd voirzic'itig uit een vestzakje
gehaald en in de uitgestoken ban I van het hou
ten been gestoken en de boeven begonnen vlijtig
toont dan ook hier, dat tij op deje klip wel eens
strandt.
Het is In het b' Ia g van den componist z-lven
alleen de werken iri bet licht te geven of ten ge
hoore te br ngen, die hij na gestrenge
zelfcrittek daarvoor berekend acht. Zoo zijn deze drie
Aquarellen goed en eenvoudig bewe kt, doch
tevens weinig belangrijk van inhoud. Juist in
nummers zoo beknopt iu vorm als deze, i-< de
vinding h >ofizaak. Het is een verei^chte dat het
motief aanspreekt. Alle dr-e nummers kwamen
mij te droog voor, terwijl in no l nog een te
gen motief als contrast is aangebracht, dat a leen
redeu van be>taan zou hebben als dit nummer
meer u'tgebreid van vorm en doorwerku g ware
geweest.
Waarom schrift de heer Van 't Kruys (och
zoo droog e j zakelijk'? Ik ?ag hem liever eens
eene buitens; origheid begaa.i ( vel te verstaan in
zijne comp'isitiën!) op voorwaar Ie dat hij dan
ook wat meer Schwung, wat meer aiel wist te
geven.
Als instructief werk kan het dienst bewijzen,
daar vi >ol en orgel partij ni-t m oei «lij k zijn uit
te voeren.
In de vi olpartij van No 3, Ie maat, is een
kwart rust vergeten.
.'» Mazurka Ciraeléristiqne pour Vio'on avec
pccompagnement d'Oichestre ou de Pi.mo, par
Bern. J. A. Behl. Ouevre 7 '?'>)
D.t num ner is in den salonstijl geschreven en
valt i:i het g-nre: Wieniawsky. Vieuxtemps.
Hoewel dus deze mn-iek min of meer in eene
j vroegere prriode tf huis behoort, is de Mazurka
i da ? k baar en vloeiend g-compon^erd, terwijl in
de begeleiding de noodige afwisseling is gebracht.
Zo > maakt bet tegenfiguur bij fien terugkeer van
het eerste thema na het trio een goed effect. Eea
weinig meer gang in de basse i ware h er en daar
weuschelijk geweest, bo endien klinkt de
begelei ling op pagina 4 van af het twee systeem
laatste maat, voor klavier wel wat dun tegenover
het motief op de G-snaar
Als toegiftnurnmer dat in den smaak van het
publiek zal v;dlen zij deze Mazurka van den heer
ISehl aanbevolen. Het is daarenboven niet
bijj zonder moeielijk uit te voeren.
VAX MJLI.K; !?:>:.
1) Uitgegeven bij Ij-eitkopf en Iliirtel, Leipzig
en Brussel, prijs frc-1. u' !l<\ Mark .óO
2) Uitgegeven bij W. F. Lichtenauer, Rotter
dam, prijs J' 0.8''.
3) Uitgegeven bij J. A. H. Wageaaar. Utrecht,
prijs f u.fl! >.
PATTI'S THEATER EN KASTEEL.
Mad. Alelina Patti heeft met eene reeks van
feestelijkheden een pariculier theater ingewijd,
dat zij in haar kasteel te C'raig-y-Nos heeft la
ten oprichten. Het is in Italiaanscheu stijl ge
bouwd en allerweelderigst ii gericht. Een
tn-eeh inderdtal gasten had.Jen aan de uitnoodigit g
om naar Wales te komen, gehoor gegeven ; de
feestelijkheden werden geopend met eene voor
stelling, waarbij de beer William T rriss, als ter
tegenwoo diger van Henry I r ving, een proloog
uitsprak; daarna werd de eerste acte van La
Traviatu gegeven. Adelina Patti trad op in de
rol van Viol"tta, zong heerl'ik en werd behoor
lijk geapplaudisseerd. Het kleine, maar uitmun
tende orkest stond onder leiding van signor Arditi.
Het slot der voorstellingen vormde, Zaterdag,
eene matinee, waarop Adelina eene acte van
Murtha en de bakwnscène van Romeo et Juliette
zong. Romeo was hierin Nicolini. Deze matinee
bracht de gasten in uitbundige geestdrift; toen
Adeline de lersche melodie »Tne last Rose of
Sumtner" voordroeg,, stonden allen op, men wierp
bloemen en bouquetten naar de diva, en deze
antwoordde door het lied in het Engelsch te
herhalen. Na de balconscène gaf zij als toegift
II b'ieio. Na de voorstelling vereenigde men zich
in den wintertuin, en er werd op de gastvrouw
en zangeres getoast.
Do volgende week zal Patti een
liefdadigheidsconcert geven, te Swarsea; dit is in de buurt
van Craig-y-Nos. Eeniüe j ren geleden zochten
Mad. Patti-Nicolini en haar man naar eene wo
ning, om hun eindelijk officieel geworden geluk
in te bergen. Hun oog viel op een aardig
bui
in te schenken en te drinken.
»En nu spelen de heeren zeker ook een par
tijtje mede?'' vroeg een hunner op brutalen toon,
die ook al geen tegenspraak scheen te dulden.
Of de heeren al beweerden geen kaartspel te
verstaan en van de g»heele geschiedenis een
grapje poogden te maken, verklaren Ie »dat zij
veel liever nog een flesch jenever gaven, dan eene
kaart in de band te nemen," mocht niet baten
Die laatste verklaring gaf alleen aanleiding, dat
er onmiddellijk nog een fiesch besteld, gebracht
en betaald werd. Wat di1; spelen betrof,
zij behoefden geen kaart aan te raken. »'t Was
heel gemakkelijk, 't was maar gewoon azen. Die
een aas krijgt, geeft een kwartje. Kijk maar !
Ik ben n, u bent twee" dat was de acteur,
die naast hem zat >Teunis is drie en u bent
weer vier en zoo rond tot aan zeven toe. Jij
doet ommers niet mee, houten been?" Neen, het
houten been bedankte. Zie zoo, met zijn zevenen
dan : daar begint het.
Hij schudde de kaarten, liet. zooals het be
hoorlijk is, coupeeren, nam daarna de eerste kaart
af keek of het geen aas was en legde die toen
voor zich neer, zeggende: »iat is n." Daarna
nam hij de tweede kaart, keek weer als te voren
en toen dat ook geen aaa was, legde hij haar op
de eerste en zeide niet een bemoedigend knikje
tot den acteur: »en dat is twee." Zoo ging het
ren d, tot dat No. f bleek werkelijk een aas te
zijn, waarop de bankier na pas No. 7 te hebben
gehad, op den eenvoudigsten toon der wereld
zeide: »en dit is twee! Een kwartje asjeblieft,
meneer '."
De acteur kon in zijn geheele kunstenaarsleven
j geen komieker gezicht getrokken hebben, dan
terwijl bij daar zoo, bij levenden lijve, geplukt
werd, onmachtig om daar in die bende iets tegen
te doen. Want een enkel woord van protest dut
hu zich veroorloof Ie, wek'e zoo'n stortn van
verin den vorm van een kanteel, in eene
romantische vallei in Wales gelegen, die bij
Swansea in de zee uitloopt. Langzamerhand werd
er bij het kasteeltje bijgebouwd, en nu vormt
het eene i drukwekkende massa weelderig aan
gelegde architecturen, tusschen de sombere,dicht
met bosch begroeide bergen, die een ruim uit
zicht geven over dal en heuvelrij, en op hft
riviertje de Tarve in de diepte, waa-signor
Nicolibi gaarne hengelt.
Achter het kasteel verrijst Craig-y NOS de
R 4s der Nacht die zijn kruin m de lucht
verheft, terwijl de groote vvi-g zich wijlen ver
langs de heuvelrijen kronkelt, den loop der ri
vier volgend. Het kasteel ligt ongeveer op ander
halve mijl afstand van het kleine station Pcnwilt;
dit kan door een weg bereikt worden, dien Ma
dame r<uti heef: laten aanleggen. Het allereerste
wat men opmerkt is een wa rschuwing voor in
brekers, dat er ontelbare voetangels eu klemmen
over den grond rondom het kasteel zijn ver
spreid. Pdtii houdt van honden; dit zijn hare
beschermers, die 's nachts in groot aantal rond
zwerven, zoekende wien zij kunnen verslinden.
Maar er is er vooral een »Prince", heet hij
die in een paleisachtig hondehok woont, juist op
de top van liet steile terras, dat naar deu oever
der rivier aft >opt. Hier leidt hij een klooster
leven knorrend eu grooimjnl ea zijn tanden
latende zien aan iederen bezoeker. Djor een of
and re elektrische tooverviading is het zoo aange
legd, dat ,, Prince" zal ontsnappen wanneer bet
kasteel in aUrm worde gezet, en men kan me
delijden hebbeu met deu ondernemenden inbreker
die inet »l'rince" in tê'e-a-uV.e komt.
Eenige maanden geleden opende eea gast zijn
venster in het midden van den nacht, en was
niet weiuig verschrikt te zien dat hij het geheele
huis in rep eu roer had gebracht; aan de gasten
ook die nu een bezoek brachten aan Craig-y-N >s,
was de wairsciiuwing gegeven hun venster niet
te openen, want dan kooien de electrische stroo
men iu beweging en evenzoo de zenuwen der
slapers. Er zijn meer van die hoof .stukken uit
Muutc rtito in het kas'Cil. Al die voorzorgen
zijn genomen sinds er eeni inb-aak in het kasteel
werd beproefd, gelukkig zonder gevolg. Signor
Nicoluüeeft eene grootj verzameling van wa
pens in zijn kleedkamer, eeu rek vol geweren
eu vogelrocren, Craig-y NOS zou dus vrij gosd
«en beleg kun..en doorslaan.
Men kan zich geen aangenamer gezicht voor
stellen dan d" ruime verliclite hal, waarmede men
hei kanteel binnentreedt, behangen met honderde
zegeteeke^s welke de beroe nde prima-donna in
ahe deelen der wereld heeft verworven, schilde
rijen e ! kos,baarbeden tegen de muren, en een
voorraad van heerlijke bloemen, als kransen
eu harpeu geleid, ej geplaatst iu prachtig be»
werkte gou leu vazen. Hier wordt het oog aan
getrokken door portretten vm Patti en Nicolini,
daar door airessen met gekleurde en
gecalligrafeerde letters.
Aan het eene eiade der zaal bevindt zich het
boudoir, iu het midden de kleedkamer, eu aau
het amiere einde de eetkamer, door welke men
in eeu bekoorlijke serr,^ tevens huiskamer, afdaalt,
w.tann men een leven met gemak en genoegen
zou kuiiuen doorbrengen. Men stelle zich voor
een lang en hoog glazen huis, gevuld met
palujea en boomvarens en hangende planten van
al.e soorten met spatteude f.iuteiQen en zingende
vogels: een waar E ien. A-m het eene einde
bevinden zich Patti's drie grijze papepaaien.
\Vanneer ge tegen het schut tikt dat achter een
hunner staat, en tien seconden w^cht, klinkt
zijo.: aentrez! entrc-z !" zoo natuurlijk mogelijk.
Zijne kameraden hebben ook bun talenten, eu niet
minder hun vriend, heteekhoorntje. Open de glazen
deuren aau het einde van den wintertuin en gij
bevindt u in een langen doorgang, welke u naar
den heerlijk geurigen en stillen wintertuin voert,
die langzarnernand te klein wordt voor het aan
groeiende houtgewas. De geheele atmosphe>r, boe
bitter koud het buiten moge zijn, is steeds tro
pisch; en het gezicht uit de vensteis is bekoor
lijk en wild romantisch. Madame's boudoir Is een
weelderig klein vertrek, waarin vele van haar hei
ligste schatten worden bewaard. Tegen de muren
ziet men een groote photo^ralie van den ouden Duit
schen keizer, Sant's portret van Patti zelve, dat
een jaar of vier geleden ia de tentoonstelling der
ontwaa'dia-ing bij de beleedigde onschuld op, dat
hij maar "haastig zijn kwartje op tafel legde.
Zelfs het houten been was zeer vergramd en
brulde achter het buffet vanlaan: »dat zijn huis
door kale heeren niet ia een slechten naam moest
gebracht worden, of hij zou hier en gunterme..."
Er was eeu oogenulik van opschudding ; de
spelers sto .den op, liepen vljekend de kamer
heen eu weer, dreigd >n en
En van dat oogenblik had n der vier onwillige
kaartspelers gebruik gemaakt, om den kastelein
voorbij en de straat op te snellen.
Nou is het d .nderen," vloekte het houten
been. ..Jongens, maak wat voort, als je nog
wrat verdienen wilt, daar is er een de straat op
geloopen."
De wesgeloopene hal spoedig Jansen, den
onden diender, gevonden, en ofschoon deze in den
aanvang niets wist te zfggeödan: »wat doen
juilie er in. wat doen jullie er in? Ik kan jullie
uit dat moordhol allén niet halen," toen hij
kUnkeii'ie munt zag, wist hij wel raad. Aan het
i einde der Boterstraat blies hij alarm en weldra
stond hij met drie kameraads voor het Houten
been. Dii'ir hadden de heeren. nog een ilesch ge
geven eu een paar rondjes verloren, maar zij
verklaarden plechtstatig aan de politie dat zij zeer
genoedijk den avond hadden doorgebracht en
uiters? behoorlijk warea behandeld. Wie zou
den voliren Ien dag om zu'k een geval_ en
met zulke lieden voor den commissaris willen
verschijnen?
Er is van het viertal, dat dit avontuur
medemaakte, nog maar n overgebleven. Dat
volha'dende en dieps doordringen in dj nachte
lijke gehei-nen ceuer stad schijnt toch niet gezond
te zijn.
I, VAX E K.V.N K.